abonnement Unibet Coolblue
pi_102167469
Ok ik zie mijn fout. Dankjewel.
pi_102177937
Ik kom niet helemaal uit de begrippen van rij, iteratie, repetent, etc.

Stel je hebt een transformatie f: A-->A met A eindig, dan is deze rij repetent.
Als je nu de kleinste periode moet vinden, moet je dan:
Een a in A zoeken zodat fk(a)=fl(a) met k-l minimaal is (en dit is dan de kleinste periode),
of moet je de minimale k,l zoeken zodat fk=fl?
pi_102178186
Je moet een k en een l zoeken zdd fk=fl met k-l minimaal.
pi_102178557
Bedankt.
pi_102190240
Ik wil een wiskunde b certificaat halen, waar begin ik? Kan je dat zelf leren?
Ik heb zojuist een proefles bij de loi aangevraagd.

Maar dat is misschien niet de beste manier
pi_102190931
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 19:06 schreef lipper het volgende:
Ik wil een wiskunde b certificaat halen, waar begin ik? Kan je dat zelf leren?
Ik heb zojuist een proefles bij de loi aangevraagd.

Maar dat is misschien niet de beste manier
Je kan een cursus volgen zoals bij LOI of speciale instituten, of je vraagt een wiskundestudent of hij je (een paar keer per week) bijles wil geven. Dat laatste is waarschijnlijk goedkoper en misschien ook een stuk prettiger, omdat je altijd 1-1 begeleiding hebt.
  dinsdag 20 september 2011 @ 21:43:47 #132
105018 Borizzz
Thich Nhat Hanh
pi_102197989
Bij een cursus via de LOI moet je een behoorlijke dosis zelfdiscipline hebben. Beter is 1-1 les lijkt me.
kloep kloep
pi_102199843
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 21:43 schreef Borizzz het volgende:
Bij een cursus via de LOI moet je een behoorlijke dosis zelfdiscipline hebben. Beter is 1-1 les lijkt me.
Ook dan moet je wel genoeg discipline hebben natuurlijk. Je zal voor het grootste gedeelte van de tijd zelf moeten oefenen.
pi_102207139
Volgens Wolframalpha is dit true:
Maar dat klopt toch niet? M boven M+1 is toch immers altijd 0?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
  woensdag 21 september 2011 @ 02:39:35 #135
30719 keesjeislief
NextGenerationHippie
pi_102207307
Het is triviaal dat het waar is, wat m \choose m+1 ook is, immers (a_0+\ldots+a_m)+a_{m+1} = (a_0+\ldots+a_{m+1}) is waar voor alle a_i.
heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
pi_102207429
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 02:39 schreef keesjeislief het volgende:
Het is triviaal dat het waar is, wat m \choose m+1 ook is, immers (a_0+\ldots+a_m)+a_{m+1} = (a_0+\ldots+a_{m+1}) is waar voor alle a_i.
De reden waarom ik juist wil weten of het waar is omdat ik via inductie moet bewijzen dat waar is voor elke m ∈ ℕ en gegeven is dat 0 ≤ x ≤ 1. De manier waarop we het tot nu toe hebben moeten doen is ervoor zorgen dat uiteindelijk aan beide kanten de m vervangen zou worden door (m+1), en het leek me zinnig dat aan de linkerkant van de vergelijking te verzorgen door iets aan beide kanten toe te voegen, waarbij ik dus uitkwam op m \choose m+1*x^m+1, alleen liep ik nu tegen het probleem aan dat m \choose m+1 volgens mij altijd 0 is waardoor het niet meer klopt. Pak ik het nou helemaal verkeerd aan?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
pi_102207637
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 03:03 schreef Thas het volgende:

[..]

De reden waarom ik juist wil weten of het waar is omdat ik via inductie moet bewijzen dat [ afbeelding ] waar is voor elke m ∈ ℕ en gegeven is dat 0 ≤ x ≤ 1.

[snip]

Pak ik het nou helemaal verkeerd aan?
Ja, volgens mij wel. Je zit in ieder geval onnodig moeilijk te doen. De linkerzijde van de ongelijkheid die je moet aantonen is immers gelijk aan:

(1) (x + 1)m

Dus wordt gevraagd te bewijzen dat:

(2) (x + 1)m ≤ (m + 1)! voor elke m ∈ ℕ en elke x zodanig dat 0 ≤ x ≤ 1.

Het bewijs van (2) met volledige inductie is eenvoudig. Het is triviaal dat (2) juist is voor m = 1, immers dan reduceert (2) tot:

(3) x + 1 ≤ 2,

en dat is juist aangezien x ≤ 1.

Nu moeten we nog aantonen dat de juistheid van (2) voor een willekeurige m = n ook de juistheid van (2) voor m = n + 1 impliceert. Is (2) juist voor een zekere m = n, dan geldt dus:

(4) (x + 1)n ≤ (n + 1)!

Nu volgt uit 0 ≤ x ≤ 1 dat 1 ≤ x + 1 ≤ 2. Vermenigvuldigen we beide leden van de ongelijkheid (4) met het positieve getal x + 1, dan hebben we dus:

(5) (x + 1)n+1 ≤ (n + 1)!∙(x + 1)

Maar nu volgt uit 0 ≤ x ≤ 1 en n ≥ 1 ook dat x ≤ n en dus

(6) x + 1 ≤ n + 1 < n + 2

En dus hebben we ook:

(7) (n + 1)!∙(x + 1) < (n + 1)!∙(n + 2) = (n + 2)!

Uit (5) en (7) volgt nu:

(8) (x + 1)n+1 < (n + 2)!

En dus a fortiori:

(9) (x + 1)n+1 ≤ ((n + 1) + 1)!

En dit betekent niets anders dan dat (2) juist is voor m = n + 1. De juistheid van (4), i.e. van (2) voor m = n, impliceert dus (9) en daarmee de juistheid van (2) voor m = n + 1,

QED.
pi_102207655
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 04:16 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ja, volgens mij wel. Je zit in ieder geval onnodig moeilijk te doen. De linkerzijde van de ongelijkheid die je moet aantonen is immers gelijk aan:

[uitleg]

QED.
Zeer bedankt ^O^
Stom dat ik niet zag dat dat linkerdeel gelijk staat aan (x+1)^m.. Maar ik snap hem nu helemaal, nu maar snel slapen :P
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
pi_102211313
Iemand hier ervaring met mathematica 8 van wolfram? Is het handig?
pi_102211425
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 10:50 schreef Physics het volgende:
Iemand hier ervaring met mathematica 8 van wolfram? Is het handig?
Ja. Hangt ervan af wat je er mee wil doen ;) .
pi_102214952
is er een makkelijke manier om een parametervoorstelling van het vlak (3, 3, 3) + l(1, -2, -2) +m(-2, -1, -4) om te zetten in een vergelijking? (van de vorm ax+by+cz=d, waarin a b c en d constanten zijn)
Ik weet alleen een manier waarbij je met het uitproduct de normaalvector berekent, maar ik zoek een manier zonder het uitproduct (die is nog niet behandeld, dus ik neem aan dat het de bedoeling is om het zonder uitproduct te doen).
Finally, someone let me out of my cage
pi_102215104
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 12:48 schreef minibeer het volgende:
is er een makkelijke manier om een parametervoorstelling van het vlak (3, 3, 3) + l(1, -2, -2) +m(-2, -1, -4) om te zetten in een vergelijking? (van de vorm ax+by+cz=d, waarin a b c en d constanten zijn)
Ik weet alleen een manier waarbij je met het uitproduct de normaalvector berekent, maar ik zoek een manier zonder het uitproduct (die is nog niet behandeld, dus ik neem aan dat het de bedoeling is om het zonder uitproduct te doen).
Je kan ook wat punten (l, m) invullen en zo krijg je een stelsel vergelijkingen voor a, b, c, d. Uitproduct lijkt me echter makkelijker. ;)
pi_102215168
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 12:53 schreef thabit het volgende:

[..]

Je kan ook wat punten (l, m) invullen en zo krijg je een stelsel vergelijkingen voor a, b, c, d. Uitproduct lijkt me echter makkelijker. ;)
Ok, ik was nu zoiets aan het doen ja, het is inderdaad nogal een gedoe. Omdat de normaalvector elke lengte > 0 kan hebben kan je alleen de onderlinge grootte van de componenten afleiden. Maar bedankt, dan ga ik maar zo verder :P.
Finally, someone let me out of my cage
pi_102215529
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 21:43 schreef Borizzz het volgende:
Bij een cursus via de LOI moet je een behoorlijke dosis zelfdiscipline hebben. Beter is 1-1 les lijkt me.
Ik raad de LOI cursus voor Wiskunde A in ieder geval niet aan.
Het was niet alleen zo dat het antwoordenboekje fouten bevatten (wat al erg hinderlijk is), zelfs sommige vraagstellingen waren compleet fout.

[ Bericht 0% gewijzigd door JohnSpek op 21-09-2011 13:20:42 ]
  woensdag 21 september 2011 @ 13:32:34 #145
30719 keesjeislief
NextGenerationHippie
pi_102216458
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 03:03 schreef Thas het volgende:

[..]

De reden waarom ik juist wil weten of het waar is omdat ik via inductie moet bewijzen dat [ afbeelding ] waar is voor elke m ∈ ℕ en gegeven is dat 0 ≤ x ≤ 1. De manier waarop we het tot nu toe hebben moeten doen is ervoor zorgen dat uiteindelijk aan beide kanten de m vervangen zou worden door (m+1), en het leek me zinnig dat aan de linkerkant van de vergelijking te verzorgen door iets aan beide kanten toe te voegen, waarbij ik dus uitkwam op m \choose m+1*x^m+1, alleen liep ik nu tegen het probleem aan dat m \choose m+1 volgens mij altijd 0 is waardoor het niet meer klopt. Pak ik het nou helemaal verkeerd aan?
Behalve Riparius' mooie uitleg, de fout die je in je originele aanpak gemaakt hebt is dat je niet alle m's opgehoogd hebt met 1. Je moet in je inductiestap kijken naar

\sum_{k=0}^{m+1} {m+1 \choose k} x^k,
niet naar

\sum_{k=0}^{m+1} {m \choose k} x^k.

Het is wel een beetje een vreemde vraag, je kunt ook gewoon gebruiken dat

\sum_{k=0}^m {m \choose k} x^k \stackrel{x \in [0,1]}{\leq} \sum_{k=0}^m {m \choose k} = 2^m \leq (m+1)!,

dit laatste omdat

\frac{2^m}{(m+1)!} = \frac{2 \cdot 2 \cdot \ldots \cdot 2}{(m+1) \cdot m \cdot \ldots \cdot 2} = \frac{2}{m+1} \cdot \frac{2}{m} \cdot \ldots \cdot \frac{2}{2} \leq 1

[ Bericht 5% gewijzigd door keesjeislief op 21-09-2011 13:50:47 ]
heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
  woensdag 21 september 2011 @ 13:35:15 #146
30719 keesjeislief
NextGenerationHippie
pi_102216545
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 13:06 schreef JohnSpek het volgende:

[..]

Ik raad de LOI cursus voor Wiskunde A in ieder geval niet aan.
Het was niet alleen zo dat het antwoordenboekje fouten bevatten (wat al erg hinderlijk is), zelfs sommige vraagstellingen waren compleet fout.
Ik zou zoiets ook niet aan zowel de LOI als NTI toevertrouwen, het regent klachten over die instanties en de kern van het probleem is vaak dat het ze gewoon geen fuck interesseert. Lesstof toveren ze uit alle hoeken en gaten te voorschijn, en als het niet aansluit is dat het probleem van de student. Dat is leuk voor een cursus fotograferen, maar niet voor een serieuze wiskundeopleiding lijkt me.
heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
pi_102219207
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 13:35 schreef keesjeislief het volgende:

[..]

Ik zou zoiets ook niet aan zowel de LOI als NTI toevertrouwen, het regent klachten over die instanties en de kern van het probleem is vaak dat het ze gewoon geen fuck interesseert. Lesstof toveren ze uit alle hoeken en gaten te voorschijn, en als het niet aansluit is dat het probleem van de student. Dat is leuk voor een cursus fotograferen, maar niet voor een serieuze wiskundeopleiding lijkt me.
Ja ik ben overtuigd, ik ga een leraar zoeken.
Als er mensen zijn die goed zijn in natuurkunde en wiskunde (b) en die het goed kunnen uitleggen, pm me even?

Ik heb een diploma op vmbo niveau, en wil graag naar havo niveau toe.
Volgend jaar wil ik starten met een opleiding. (maritiem officier)

Het gaat dus om een periode van een jaar. Ik woon in alphen aan den rijn, en vind 17.50 een mooi uurloon.

Iemand intresse???
pi_102225941
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 12:48 schreef minibeer het volgende:
is er een makkelijke manier om een parametervoorstelling van het vlak (3, 3, 3) + l(1, -2, -2) +m(-2, -1, -4) om te zetten in een vergelijking? (van de vorm ax+by+cz=d, waarin a b c en d constanten zijn)
Ik weet alleen een manier waarbij je met het uitproduct de normaalvector berekent, maar ik zoek een manier zonder het uitproduct (die is nog niet behandeld, dus ik neem aan dat het de bedoeling is om het zonder uitproduct te doen).
Mag je wel gebruik maken van het inproduct van twee vectoren? Als n = (a, b, c) een normaalvector is van je vlak en het eindpunt van de vector p = (3, 3, 3) ligt in je vlak, dan staat voor elke willekeurige (andere) vector v = (x, y, z) met eindpunt in je vlak de verschilvector v - p loodrecht op n zodat het inproduct van deze vectoren gelijk is aan nul:

(1) n∙(v - p) = 0

En dus hebben we:

(2) a(x - 3) + b(y - 3) + c(z - 3) = 0

Voor de bepaling van a,b en c kun je bedenken dat n = (a, b, c) loodrecht staat op zowel (1, -2, -2) als (-2, -1, -4), zodat het inproduct van n met elk van deze beide weer nul is, dus:

(3) a - 2b - 2c = 0
(4) -2a -b - 4c = 0

Oplossen van dit stelsel waarbij je (bijvoorbeeld) c als een constante beschouwt levert dan a = -(6/5)∙c en b = -(8/5)∙c, zodat de keuze c = 5 dus a = -6 en b = -8 levert. De gevraagde cartesische vergelijking van het vlak is dan:

(5) -6(x - 3) - 8(y - 3) + 5(z - 3) = 0

En dit kun je ook schrijven als:

(6) -6x - 8y + 5z = -27
pi_102229370
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 17:29 schreef Riparius het volgende:

[..]

Mag je wel gebruik maken van het inproduct van twee vectoren? Als n = (a, b, c) een normaalvector is van je vlak en het eindpunt van de vector p = (3, 3, 3) ligt in je vlak, dan staat voor elke willekeurige (andere) vector v = (x, y, z) met eindpunt in je vlak de verschilvector v - p loodrecht op n zodat het inproduct van deze vectoren gelijk is aan nul:

(1) n∙(v - p) = 0

En dus hebben we:

(2) a(x - 3) + b(y - 3) + c(z - 3) = 0

Voor de bepaling van a,b en c kun je bedenken dat n = (a, b, c) loodrecht staat op zowel (1, -2, -2) als (-2, -1, -4), zodat het inproduct van n met elk van deze beide weer nul is, dus:

(3) a - 2b - 2c = 0
(4) -2a -b - 4c = 0

Oplossen van dit stelsel waarbij je (bijvoorbeeld) c als een constante beschouwt levert dan a = -(6/5)∙c en b = -(8/5)∙c, zodat de keuze c = 5 dus a = -6 en b = -8 levert. De gevraagde cartesische vergelijking van het vlak is dan:

(5) -6(x - 3) - 8(y - 3) + 5(z - 3) = 0

En dit kun je ook schrijven als:

(6) -6x - 8y + 5z = -27
Dat mag wel denk ik. Ik had al een oplossing gevonden maar jou manier is een stuk mooier :Y, mooi gedaan!
Finally, someone let me out of my cage
  donderdag 22 september 2011 @ 17:54:09 #150
256829 Sokz
Livin' the life
pi_102266863
simplify: ln (x+1/x-1) * sq. (x+1)(x+2)

ln(x+1) - ln(x-1) * (x+1(x+2)1/2

daar loop ik al vast, die ln is nieuw voor me en ik vind de engels uitleg kut. :{
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')