abonnement Unibet Coolblue
  maandag 19 september 2011 @ 20:46:09 #101
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_102154355
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 20:32 schreef Anoonumos het volgende:
[ http://img163.imageshack.us/img163/240/la1li.png (copy/paste deze link) ]

Ik kom niet uit 2. Zou het kunnen dat ze L(S^..) bedoelen i.p.v. L(S)^.. ?
Nee, want dan zou het triviaal zijn. Je kunt hier makkelijk twee inclusies laten zien.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_102155156
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 20:36 schreef BroodjeLekker het volgende:
Heb een vraag voor jullie wiskundigen, vinden jullie het wel leuk? :{

Ik hou echt van studeren en ben er dol op, alleen ben meer van de type dikke boeken lezen, aantekeningen maken en verslagen schrijven, terwijl ik ook wel wiskunde iwl leren maar daar meer moeite mee heb...

Ik vind het dan wel zonde om mijn master Elektro te verruilen voor iets simpels als Bestuurskunde ofzo... enkel omdat ik van leeswerk houd. Ben altijd al meer praktisch geweest dan wiskundig, maar toch...


Hoe is het met jullie, houden jullie echt van veel sommen maken? :P
Ik studeer wiskunde en ben ook zeker niet dol op rekensommen. Gelukkig hoef je bij (pure) wiskunde ook niet veel meer dingen te berekenen dan 1+1=2. Het doorgronden van mooie stellingen, daar hou ik wel van.
pi_102155812
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 20:46 schreef GlowMouse het volgende:

[..]

Nee, want dan zou het triviaal zijn. Je kunt hier makkelijk twee inclusies laten zien.
Ik zie niet wat ik moet doen. Bewijzen dat S = L(S) lukt niet. Moet ik iets met <x,s> = 0 doen? Het probleem is dat medestudenten het ook niet snappen.
  maandag 19 september 2011 @ 21:11:01 #104
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_102155940
Hoe toon je aan dat twee verzamelingen gelijk zijn?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_102156408
Ze hebben dezelfde elementen, want <x,s> is 0 voor alle s in S als x = 0?. Maar het lijkt me niet dat ze zo'n lange definitie geven voor de verzameling x=0.
pi_102156622
Hoe is L(S) gedefinieerd?
pi_102157398
De doorsnede van alle deelruimtes waar S in zit. Althans, je hebt ook een definitie met L(S) is de verzameling van alle lineaire combinaties, maar ik denk dat ik daar niks aan heb voor deze opdracht.
pi_102157536
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 20:41 schreef VanishedEntity het volgende:

[..]

Ik ben dan zelf geen officieel wiskundige (io), maar nee, van veeeel sommen maken hou ik iig geval niet. Veel interessanter is het om jezelf een nieuwe wiskunde techniek eigen te maken en de theoretische achtergrond door te krijgen, en ja, dat betekent bij tijd en wijle gewoon de pen ter hand te nemen en het gewoon uit te schrijven.
Dat laatste hou IK weer niet van, ik vind het wel leuk om te weten hoe men differentieert en de abc formule toepast, maar de gehele theorie hoe dat is bedacht? Laat maar zitten :{
pi_102159740
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 21:33 schreef Anoonumos het volgende:
De doorsnede van alle deelruimtes waar S in zit.
De doorsnede van alle deelruimtes is toch altijd {0}?

- edit: laat maar, S moet deelverzameling zijn van die deelruimtes.

[ Bericht 7% gewijzigd door twaalf op 19-09-2011 22:20:24 ]
pi_102160439
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 22:08 schreef twaalf het volgende:

[..]

De doorsnede van alle deelruimtes is toch altijd {0}?
De deelverzameling S moet erin zitten.
Bedankt voor de hulp tot dusverre, ik ga er morgen verder mee aan de slag.
pi_102160807
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 21:33 schreef Anoonumos het volgende:
De doorsnede van alle deelruimtes waar S in zit. Althans, je hebt ook een definitie met L(S) is de verzameling van alle lineaire combinaties, maar ik denk dat ik daar niks aan heb voor deze opdracht.
Ik denk dat je daar wel wat aan hebt.
pi_102164170
O ja, natuurlijk. Alle vectoren l in L(S) zijn lineaire combinaties van vectoren in S, dus
\langle\mathbf{x},\mathbf{l}\rangle=\sum a_i\langle \mathbf{x},\mathbf{s}_i\rangle=\sum 0=0.
pi_102165269
Stel groep A staat voor 70% positief en 30% negatief tegenover X, groep B staat voor 40% positief en 60% negatief tegenover X.

Populatie bestaat uit 20 mensen, waarvan 15 uit groep A en 5 uit groep B.

(b) Twee negatieve meningen worden waargenomen, wat is de kans dat beide waarnemingen uit groep B komen?

Is het eindantwoord 0.16?
  maandag 19 september 2011 @ 23:47:18 #114
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_102165475
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 23:42 schreef Physics het volgende:
Stel groep A staat voor 70% positief en 30% negatief tegenover X, groep B staat voor 40% positief en 60% negatief tegenover X.

Populatie bestaat uit 20 mensen, waarvan 15 uit groep A en 5 uit groep B.

(b) Twee negatieve meningen worden waargenomen, wat is de kans dat beide waarnemingen uit groep B komen?

Is het eindantwoord 0.16?
Rare vraag, want dan zou 70% uit groep A, oftewel 10,5 personen een negatieve mening hebben, en het is nogal raar als je halve personen hebt.
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
pi_102165545
quote:
14s.gif Op maandag 19 september 2011 23:47 schreef freiss het volgende:

[..]

Rare vraag, want dan zou 70% uit groep A, oftewel 10,5 personen een negatieve mening hebben, en het is nogal raar als je halve personen hebt.
Er staat uit groep A en uit groep B...
  maandag 19 september 2011 @ 23:50:19 #116
120139 freiss
Hertog Jan :9~
pi_102165593
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 23:48 schreef Physics het volgende:

[..]

Er staat uit groep A en uit groep B...
Oh zo, ik las hem verkeerd, ik vulde het woord "bestaat" verder in in de bijzin :) De groep A en groep B zijn dus groter :)
HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
pi_102165699
0.16 lijkt me wel goed, want 0.4 is de kans dat een negatieve uit groep B komt, dus het kwadraat is de kans dat beide uit groep B komen.
pi_102165873
quote:
0s.gif Op maandag 19 september 2011 23:53 schreef twaalf het volgende:
0.16 lijkt me wel goed, want 0.4 is de kans dat een negatieve uit groep B komt, dus het kwadraat is de kans dat beide uit groep B komen.
Ja inderdaad, bij (b) ging het om één keer (a) eigenlijk, daar kreeg ik 0.4 uit, als je in de teller en noemer de factoren kwadrateert dan krijg je 0.16 uit.
  dinsdag 20 september 2011 @ 00:06:46 #119
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_102166083
Jullie pakken twee mensen aselect uit de steekproef met terugleggen. Terwijl als je er eentje pakt en die komt uit groep B, dan is de kans dat je er nog eentje uit B pakt, kleiner is wanneer je niet teruglegt.

En is 2 het totaal aantal negatieve waarnemingen binnen de groep van 20?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_102166246
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 00:06 schreef GlowMouse het volgende:
Jullie pakken twee mensen aselect uit de steekproef met terugleggen. Terwijl als je er eentje pakt en die komt uit groep B, dan is de kans dat je er nog eentje uit B pakt, kleiner is wanneer je niet teruglegt.

En is 2 het totaal aantal negatieve waarnemingen binnen de groep van 20?
Nee, alleen gegeven dat je twee meningen krijgt die negatief zijn. Je hebt overigens wel gelijk met je eerste commentaar, daar zat ik over te dubben..

edit; krijg al een idee, wel een pittige vraag gekeken naar hoe lang we hier mee bezig zijn :/
  dinsdag 20 september 2011 @ 00:17:19 #121
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_102166374
Kostte me 3min om die 0.4 te vinden.

En nog eens 3 om op 0.4 * 8/23 uit te komen.

[ Bericht 22% gewijzigd door GlowMouse op 20-09-2011 00:45:48 ]
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_102166927
quote:
7s.gif Op dinsdag 20 september 2011 00:17 schreef GlowMouse het volgende:
Kostte me 3min om die 0.6 te vinden.

En nog eens 3 om op 0.6 * 8/23 uit te komen.
Heb je het over mijn vraag? Welke 0.6?
  dinsdag 20 september 2011 @ 00:45:52 #123
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_102167001
edit
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_102167037
Het is 8/26 niet 8/23.
  dinsdag 20 september 2011 @ 00:57:59 #125
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_102167208
rly? ik kom op

\frac{\frac{6}{10}*\frac{4}{19}}{\frac{3}{10}*\frac{15}{19}+\frac{6}{10}*\frac{4}{19}}
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_102167469
Ok ik zie mijn fout. Dankjewel.
pi_102177937
Ik kom niet helemaal uit de begrippen van rij, iteratie, repetent, etc.

Stel je hebt een transformatie f: A-->A met A eindig, dan is deze rij repetent.
Als je nu de kleinste periode moet vinden, moet je dan:
Een a in A zoeken zodat fk(a)=fl(a) met k-l minimaal is (en dit is dan de kleinste periode),
of moet je de minimale k,l zoeken zodat fk=fl?
pi_102178186
Je moet een k en een l zoeken zdd fk=fl met k-l minimaal.
pi_102178557
Bedankt.
pi_102190240
Ik wil een wiskunde b certificaat halen, waar begin ik? Kan je dat zelf leren?
Ik heb zojuist een proefles bij de loi aangevraagd.

Maar dat is misschien niet de beste manier
pi_102190931
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 19:06 schreef lipper het volgende:
Ik wil een wiskunde b certificaat halen, waar begin ik? Kan je dat zelf leren?
Ik heb zojuist een proefles bij de loi aangevraagd.

Maar dat is misschien niet de beste manier
Je kan een cursus volgen zoals bij LOI of speciale instituten, of je vraagt een wiskundestudent of hij je (een paar keer per week) bijles wil geven. Dat laatste is waarschijnlijk goedkoper en misschien ook een stuk prettiger, omdat je altijd 1-1 begeleiding hebt.
  dinsdag 20 september 2011 @ 21:43:47 #132
105018 Borizzz
Thich Nhat Hanh
pi_102197989
Bij een cursus via de LOI moet je een behoorlijke dosis zelfdiscipline hebben. Beter is 1-1 les lijkt me.
kloep kloep
pi_102199843
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 21:43 schreef Borizzz het volgende:
Bij een cursus via de LOI moet je een behoorlijke dosis zelfdiscipline hebben. Beter is 1-1 les lijkt me.
Ook dan moet je wel genoeg discipline hebben natuurlijk. Je zal voor het grootste gedeelte van de tijd zelf moeten oefenen.
pi_102207139
Volgens Wolframalpha is dit true:
Maar dat klopt toch niet? M boven M+1 is toch immers altijd 0?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
  woensdag 21 september 2011 @ 02:39:35 #135
30719 keesjeislief
NextGenerationHippie
pi_102207307
Het is triviaal dat het waar is, wat m \choose m+1 ook is, immers (a_0+\ldots+a_m)+a_{m+1} = (a_0+\ldots+a_{m+1}) is waar voor alle a_i.
heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
pi_102207429
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 02:39 schreef keesjeislief het volgende:
Het is triviaal dat het waar is, wat m \choose m+1 ook is, immers (a_0+\ldots+a_m)+a_{m+1} = (a_0+\ldots+a_{m+1}) is waar voor alle a_i.
De reden waarom ik juist wil weten of het waar is omdat ik via inductie moet bewijzen dat waar is voor elke m ∈ ℕ en gegeven is dat 0 ≤ x ≤ 1. De manier waarop we het tot nu toe hebben moeten doen is ervoor zorgen dat uiteindelijk aan beide kanten de m vervangen zou worden door (m+1), en het leek me zinnig dat aan de linkerkant van de vergelijking te verzorgen door iets aan beide kanten toe te voegen, waarbij ik dus uitkwam op m \choose m+1*x^m+1, alleen liep ik nu tegen het probleem aan dat m \choose m+1 volgens mij altijd 0 is waardoor het niet meer klopt. Pak ik het nou helemaal verkeerd aan?
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
pi_102207637
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 03:03 schreef Thas het volgende:

[..]

De reden waarom ik juist wil weten of het waar is omdat ik via inductie moet bewijzen dat [ afbeelding ] waar is voor elke m ∈ ℕ en gegeven is dat 0 ≤ x ≤ 1.

[snip]

Pak ik het nou helemaal verkeerd aan?
Ja, volgens mij wel. Je zit in ieder geval onnodig moeilijk te doen. De linkerzijde van de ongelijkheid die je moet aantonen is immers gelijk aan:

(1) (x + 1)m

Dus wordt gevraagd te bewijzen dat:

(2) (x + 1)m ≤ (m + 1)! voor elke m ∈ ℕ en elke x zodanig dat 0 ≤ x ≤ 1.

Het bewijs van (2) met volledige inductie is eenvoudig. Het is triviaal dat (2) juist is voor m = 1, immers dan reduceert (2) tot:

(3) x + 1 ≤ 2,

en dat is juist aangezien x ≤ 1.

Nu moeten we nog aantonen dat de juistheid van (2) voor een willekeurige m = n ook de juistheid van (2) voor m = n + 1 impliceert. Is (2) juist voor een zekere m = n, dan geldt dus:

(4) (x + 1)n ≤ (n + 1)!

Nu volgt uit 0 ≤ x ≤ 1 dat 1 ≤ x + 1 ≤ 2. Vermenigvuldigen we beide leden van de ongelijkheid (4) met het positieve getal x + 1, dan hebben we dus:

(5) (x + 1)n+1 ≤ (n + 1)!∙(x + 1)

Maar nu volgt uit 0 ≤ x ≤ 1 en n ≥ 1 ook dat x ≤ n en dus

(6) x + 1 ≤ n + 1 < n + 2

En dus hebben we ook:

(7) (n + 1)!∙(x + 1) < (n + 1)!∙(n + 2) = (n + 2)!

Uit (5) en (7) volgt nu:

(8) (x + 1)n+1 < (n + 2)!

En dus a fortiori:

(9) (x + 1)n+1 ≤ ((n + 1) + 1)!

En dit betekent niets anders dan dat (2) juist is voor m = n + 1. De juistheid van (4), i.e. van (2) voor m = n, impliceert dus (9) en daarmee de juistheid van (2) voor m = n + 1,

QED.
pi_102207655
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 04:16 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ja, volgens mij wel. Je zit in ieder geval onnodig moeilijk te doen. De linkerzijde van de ongelijkheid die je moet aantonen is immers gelijk aan:

[uitleg]

QED.
Zeer bedankt ^O^
Stom dat ik niet zag dat dat linkerdeel gelijk staat aan (x+1)^m.. Maar ik snap hem nu helemaal, nu maar snel slapen :P
Özil | Ki SY| Son HM| Lee SW| Taeguk Warriors|
pi_102211313
Iemand hier ervaring met mathematica 8 van wolfram? Is het handig?
pi_102211425
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 10:50 schreef Physics het volgende:
Iemand hier ervaring met mathematica 8 van wolfram? Is het handig?
Ja. Hangt ervan af wat je er mee wil doen ;) .
pi_102214952
is er een makkelijke manier om een parametervoorstelling van het vlak (3, 3, 3) + l(1, -2, -2) +m(-2, -1, -4) om te zetten in een vergelijking? (van de vorm ax+by+cz=d, waarin a b c en d constanten zijn)
Ik weet alleen een manier waarbij je met het uitproduct de normaalvector berekent, maar ik zoek een manier zonder het uitproduct (die is nog niet behandeld, dus ik neem aan dat het de bedoeling is om het zonder uitproduct te doen).
Finally, someone let me out of my cage
pi_102215104
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 12:48 schreef minibeer het volgende:
is er een makkelijke manier om een parametervoorstelling van het vlak (3, 3, 3) + l(1, -2, -2) +m(-2, -1, -4) om te zetten in een vergelijking? (van de vorm ax+by+cz=d, waarin a b c en d constanten zijn)
Ik weet alleen een manier waarbij je met het uitproduct de normaalvector berekent, maar ik zoek een manier zonder het uitproduct (die is nog niet behandeld, dus ik neem aan dat het de bedoeling is om het zonder uitproduct te doen).
Je kan ook wat punten (l, m) invullen en zo krijg je een stelsel vergelijkingen voor a, b, c, d. Uitproduct lijkt me echter makkelijker. ;)
pi_102215168
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 12:53 schreef thabit het volgende:

[..]

Je kan ook wat punten (l, m) invullen en zo krijg je een stelsel vergelijkingen voor a, b, c, d. Uitproduct lijkt me echter makkelijker. ;)
Ok, ik was nu zoiets aan het doen ja, het is inderdaad nogal een gedoe. Omdat de normaalvector elke lengte > 0 kan hebben kan je alleen de onderlinge grootte van de componenten afleiden. Maar bedankt, dan ga ik maar zo verder :P.
Finally, someone let me out of my cage
pi_102215529
quote:
0s.gif Op dinsdag 20 september 2011 21:43 schreef Borizzz het volgende:
Bij een cursus via de LOI moet je een behoorlijke dosis zelfdiscipline hebben. Beter is 1-1 les lijkt me.
Ik raad de LOI cursus voor Wiskunde A in ieder geval niet aan.
Het was niet alleen zo dat het antwoordenboekje fouten bevatten (wat al erg hinderlijk is), zelfs sommige vraagstellingen waren compleet fout.

[ Bericht 0% gewijzigd door JohnSpek op 21-09-2011 13:20:42 ]
  woensdag 21 september 2011 @ 13:32:34 #145
30719 keesjeislief
NextGenerationHippie
pi_102216458
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 03:03 schreef Thas het volgende:

[..]

De reden waarom ik juist wil weten of het waar is omdat ik via inductie moet bewijzen dat [ afbeelding ] waar is voor elke m ∈ ℕ en gegeven is dat 0 ≤ x ≤ 1. De manier waarop we het tot nu toe hebben moeten doen is ervoor zorgen dat uiteindelijk aan beide kanten de m vervangen zou worden door (m+1), en het leek me zinnig dat aan de linkerkant van de vergelijking te verzorgen door iets aan beide kanten toe te voegen, waarbij ik dus uitkwam op m \choose m+1*x^m+1, alleen liep ik nu tegen het probleem aan dat m \choose m+1 volgens mij altijd 0 is waardoor het niet meer klopt. Pak ik het nou helemaal verkeerd aan?
Behalve Riparius' mooie uitleg, de fout die je in je originele aanpak gemaakt hebt is dat je niet alle m's opgehoogd hebt met 1. Je moet in je inductiestap kijken naar

\sum_{k=0}^{m+1} {m+1 \choose k} x^k,
niet naar

\sum_{k=0}^{m+1} {m \choose k} x^k.

Het is wel een beetje een vreemde vraag, je kunt ook gewoon gebruiken dat

\sum_{k=0}^m {m \choose k} x^k \stackrel{x \in [0,1]}{\leq} \sum_{k=0}^m {m \choose k} = 2^m \leq (m+1)!,

dit laatste omdat

\frac{2^m}{(m+1)!} = \frac{2 \cdot 2 \cdot \ldots \cdot 2}{(m+1) \cdot m \cdot \ldots \cdot 2} = \frac{2}{m+1} \cdot \frac{2}{m} \cdot \ldots \cdot \frac{2}{2} \leq 1

[ Bericht 5% gewijzigd door keesjeislief op 21-09-2011 13:50:47 ]
heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
  woensdag 21 september 2011 @ 13:35:15 #146
30719 keesjeislief
NextGenerationHippie
pi_102216545
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 13:06 schreef JohnSpek het volgende:

[..]

Ik raad de LOI cursus voor Wiskunde A in ieder geval niet aan.
Het was niet alleen zo dat het antwoordenboekje fouten bevatten (wat al erg hinderlijk is), zelfs sommige vraagstellingen waren compleet fout.
Ik zou zoiets ook niet aan zowel de LOI als NTI toevertrouwen, het regent klachten over die instanties en de kern van het probleem is vaak dat het ze gewoon geen fuck interesseert. Lesstof toveren ze uit alle hoeken en gaten te voorschijn, en als het niet aansluit is dat het probleem van de student. Dat is leuk voor een cursus fotograferen, maar niet voor een serieuze wiskundeopleiding lijkt me.
heeft de hoop dat het allemaal stiekum toch nog goed komt...
Fotoboek
pi_102219207
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 13:35 schreef keesjeislief het volgende:

[..]

Ik zou zoiets ook niet aan zowel de LOI als NTI toevertrouwen, het regent klachten over die instanties en de kern van het probleem is vaak dat het ze gewoon geen fuck interesseert. Lesstof toveren ze uit alle hoeken en gaten te voorschijn, en als het niet aansluit is dat het probleem van de student. Dat is leuk voor een cursus fotograferen, maar niet voor een serieuze wiskundeopleiding lijkt me.
Ja ik ben overtuigd, ik ga een leraar zoeken.
Als er mensen zijn die goed zijn in natuurkunde en wiskunde (b) en die het goed kunnen uitleggen, pm me even?

Ik heb een diploma op vmbo niveau, en wil graag naar havo niveau toe.
Volgend jaar wil ik starten met een opleiding. (maritiem officier)

Het gaat dus om een periode van een jaar. Ik woon in alphen aan den rijn, en vind 17.50 een mooi uurloon.

Iemand intresse???
pi_102225941
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 12:48 schreef minibeer het volgende:
is er een makkelijke manier om een parametervoorstelling van het vlak (3, 3, 3) + l(1, -2, -2) +m(-2, -1, -4) om te zetten in een vergelijking? (van de vorm ax+by+cz=d, waarin a b c en d constanten zijn)
Ik weet alleen een manier waarbij je met het uitproduct de normaalvector berekent, maar ik zoek een manier zonder het uitproduct (die is nog niet behandeld, dus ik neem aan dat het de bedoeling is om het zonder uitproduct te doen).
Mag je wel gebruik maken van het inproduct van twee vectoren? Als n = (a, b, c) een normaalvector is van je vlak en het eindpunt van de vector p = (3, 3, 3) ligt in je vlak, dan staat voor elke willekeurige (andere) vector v = (x, y, z) met eindpunt in je vlak de verschilvector v - p loodrecht op n zodat het inproduct van deze vectoren gelijk is aan nul:

(1) n∙(v - p) = 0

En dus hebben we:

(2) a(x - 3) + b(y - 3) + c(z - 3) = 0

Voor de bepaling van a,b en c kun je bedenken dat n = (a, b, c) loodrecht staat op zowel (1, -2, -2) als (-2, -1, -4), zodat het inproduct van n met elk van deze beide weer nul is, dus:

(3) a - 2b - 2c = 0
(4) -2a -b - 4c = 0

Oplossen van dit stelsel waarbij je (bijvoorbeeld) c als een constante beschouwt levert dan a = -(6/5)∙c en b = -(8/5)∙c, zodat de keuze c = 5 dus a = -6 en b = -8 levert. De gevraagde cartesische vergelijking van het vlak is dan:

(5) -6(x - 3) - 8(y - 3) + 5(z - 3) = 0

En dit kun je ook schrijven als:

(6) -6x - 8y + 5z = -27
pi_102229370
quote:
0s.gif Op woensdag 21 september 2011 17:29 schreef Riparius het volgende:

[..]

Mag je wel gebruik maken van het inproduct van twee vectoren? Als n = (a, b, c) een normaalvector is van je vlak en het eindpunt van de vector p = (3, 3, 3) ligt in je vlak, dan staat voor elke willekeurige (andere) vector v = (x, y, z) met eindpunt in je vlak de verschilvector v - p loodrecht op n zodat het inproduct van deze vectoren gelijk is aan nul:

(1) n∙(v - p) = 0

En dus hebben we:

(2) a(x - 3) + b(y - 3) + c(z - 3) = 0

Voor de bepaling van a,b en c kun je bedenken dat n = (a, b, c) loodrecht staat op zowel (1, -2, -2) als (-2, -1, -4), zodat het inproduct van n met elk van deze beide weer nul is, dus:

(3) a - 2b - 2c = 0
(4) -2a -b - 4c = 0

Oplossen van dit stelsel waarbij je (bijvoorbeeld) c als een constante beschouwt levert dan a = -(6/5)∙c en b = -(8/5)∙c, zodat de keuze c = 5 dus a = -6 en b = -8 levert. De gevraagde cartesische vergelijking van het vlak is dan:

(5) -6(x - 3) - 8(y - 3) + 5(z - 3) = 0

En dit kun je ook schrijven als:

(6) -6x - 8y + 5z = -27
Dat mag wel denk ik. Ik had al een oplossing gevonden maar jou manier is een stuk mooier :Y, mooi gedaan!
Finally, someone let me out of my cage
  donderdag 22 september 2011 @ 17:54:09 #150
256829 Sokz
Livin' the life
pi_102266863
simplify: ln (x+1/x-1) * sq. (x+1)(x+2)

ln(x+1) - ln(x-1) * (x+1(x+2)1/2

daar loop ik al vast, die ln is nieuw voor me en ik vind de engels uitleg kut. :{
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')