ja, en? Dit is deel 2quote:Op zondag 24 april 2011 23:18 schreef Daywalk3r het volgende:
Nederlandse leger in de Tweede Wereldoorlog
Iemand vroeg een link naar deel 1. Vergeten de quote er bij te zetten.quote:
De link staat anders gewoon in de OP.quote:Op maandag 25 april 2011 11:44 schreef Daywalk3r het volgende:
[..]
Iemand vroeg een link naar deel 1. Vergeten de quote er bij te zetten.
Zelfs Vierte Welle reservisten . Hoe lager de Welle, hoe lager ook de mate van 'modern' materieel. Zo was de Vierte Welle amper gemotoriseerd en moesten zij ook grotendeels moderne machinegeweren zoals de MG.34 ontberen. Watergekoelde meuk uit de twintiger jaren was eerder de standaard.quote:De veroudering en de tekorten waren in landen als Tsjechoslowakije en Polen nog veel nijpender. En zelfs het Duitse leger was in 1940 lang niet zo geavanceerd als vaak werd aangenomen, zéker niet de onderdelen die in Nederland werden ingezet: dat waren veelal 'Dritte Welle' militairen (lees: oudere mannen, huisvaders) die met grendelgeweren uit 1898 liepen (de K.98, slechts enkele eenheden met moderne Schmeissers) en zich te voet, per fiets of te paard moesten verplaatsen.
Bron: Dagboek 2-I-24 R.I. door Reserve-kapitein J.J. van Heyst. Deze is volledig te lezen op de website van Stichting Kennispunt Mei 1940.quote:D A G B O E K
2e Compagnie, Ie Bataljon, 24e Regiment Infanterie
Samengesteld door
J.J. VAN HEYST
Reserve-kapitein der Jagers
Aan de gevallen Kameraden
En ik hoorde eene stem uit den hemel,
die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de
dooden, die in den Heere sterven, van
nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij
rusten mogen van hunnen arbeid; en
hunne werken volgen met hen.
Openbaring 14 : 13
EEN WOORD VOORAF
Eenige dagen na de afkondiging der algeheele mobilisatie, toen de compagnie nog te Puiflijk gelegerd was, ben ik met het aanleggen van mijn dagboek begonnen. Ik deed dit voor mijzelf, om later - wanneer mijn herinneringen aan de mobilisatie wat zouden zijn verflauwd - mijn geheugen wat te kunnen opfrisschen. Mijn dagboek lag immer op mijn schrijftafel in het compagniesbureau, om toch vooral het dagelijksch bijhouden niet te vergeten. Al spoedig rijpte bij mij het plan om nà de mobilisatie aan alle officieren en onderofficieren der compagnie een exemplaar van het dagboek aan te bieden. Nu ik thans aan officieren en onderofficieren van 2-I-24 R.I. mijn dagboek aanbied, moet ik de lezers waarschuwen. Mijn dagboek is geen roman, slechts een sobere opsomming van de feiten, welke zich van 25 Augustus 1939 tot en met 14 Mei 1940 hebben afgespeeld. Wanneer ik daarbij aan de verdiensten van sommigen van het personeel der compagnie tekort heb gedaan, bied ik dezen mijn verontschuldiging aan. Met eerbied denk ik terug aan de gevallen kameraden der compagnie. Aan hen draag ik mijn dagboek op. Ten slotte wensch ik allen, die bij mijn compagnie hebben gediend en de vijf oorlogsdagen hebben overleefd, een voorspoedigen terugkeer in de burgermaatschappij.
LEVE HET VADERLAND!
LEVE 24 R.I.!
Puiflijk, 24 Juni 1940.
De reserve-kapitein der Jagers,
compagniescommandant,
J.J. VAN HEYST.
(w.g.) VAN HEYST.
----------------------------------
24 Augustus 1939. Donderdag.
Om 18 uur een radiobericht van het Algemeen Nederlandsch Persbureau opgevangen, dat de regeering de voormobilisatie had gelast. Op dat oogenblik bevond ik mij te Noordwijk. Ik begaf mij onmiddellijk naar 's-Gravenhage en, na mij thuis verkleed te hebben, ben ik om 21 uur per auto naar Delft gegaan. Aldaar om plm. 21.30 uur aangekomen in de mobilisatiekazerne, de Elout van Soeterwoudeschool, Spoorsingel 8, trof ik daar aan den 2en luitenant Arriëns, die in het bezit was van de administratiekist der compagnie.
Kort na mijn aankomst meldden zich daar de dienstplichtige sergeant-majoor-administrateur Krul en de dienstplichtige sergeant-fourier v.d. Staay.
Ik heb daarna de mobilisatiekazerne laten sluiten en mij begeven naar het Bataljonsbureau, Molslaan 139. De bataljonscommandant had zich nog niet gemeld, zoodat ik - ingevolge de mobilisatie-instructie - het bevel van het bataljon op mij nam en mij terstond meldde bij den regimentscommandant in de Dr. Bavinckschool aan de Maarten Trompstraat.
5e Reserve Grenscompagnie 37e Grensbataljon onder commando van het 13e Grensbataljon gelegen tussen Slenaken en Eijsden.quote:Op donderdag 21 april 2011 09:41 schreef Mores het volgende:
[..]
Jazeker, mijn opa was van de 5e Reserve compagnie, 13e Grensbataljon, dat was een tirailleurcompagnie, mijn vader heeft al zijn boekjes nog.
Niet op elke foto,quote:Op dinsdag 26 april 2011 23:54 schreef Nibb-it het volgende:
Mooie toen-en-nu's, Clan. Is dat je vader op de foto?
ben het niet helemaal met je eensquote:Op maandag 25 april 2011 16:11 schreef Snamyook het volgende:
Nibb-it is iemand met verstand van de materie, zie ik al meteen.
Het Nederlandse leger in mei 1940 was op zichzelf geen "leger om je voor te schamen", in die zin dat de veroudering en de tekorten waarmee het te kampen had eigenlijk in vrijwel alle landen een probleem was. Het Belgische leger, waarvan vaak wordt geroepen dat het veel beter was (hielden het achttien dagen vol!), was qua uitrusting en geoefendheid beslist niet beter dan het Nederlandse, eerder slechter. Het was wel groter (600.000 man, versus 280.000 in Nederland), maar dat het het langer volhield dan Nederland was toch vooral omdat in België een Brits Expeditieleger en vooruitgeschiven Franse divisies aanwezig waren. Het Nederlandse leger stond er (op wat minieme assistentie na) alleen voor.
De veroudering en de tekorten waren in landen als Tsjechoslowakije en Polen nog veel nijpender. En zelfs het Duitse leger was in 1940 lang niet zo geavanceerd als vaak werd aangenomen, zéker niet de onderdelen die in Nederland werden ingezet: dat waren veelal 'Dritte Welle' militairen (lees: oudere mannen, huisvaders) die met grendelgeweren uit 1898 liepen (de K.98, slechts enkele eenheden met moderne Schmeissers) en zich te voet, per fiets of te paard moesten verplaatsen.
De noordelijke stoot, richting Afsluitdijk: ouderwetse cavalerie te paard en te voet. De middelste stoot, richting Grebbelinie: een paar modern uitgeruste SS-regimenten die echter te boek stonden als slecht getraind en nog niet klaar voor het echte werk. De zuidelijke stoot, door Limburg en Brabant richting Moerdijk: overwegend voetvolk, met voorop één Panzerdivision, de 9e, en dat was niet eens een complete, maar een soort 'restjesdivisie'.
De luchtlandingstroepen en Fallschirmjäger: licht bewapende troepen die zomaar middenin de Vesting Holland werden gedropt, aan alle kanten omsingeld. Nederland had in de Vesting bovendien een heel Legerkorps (25.000 man) als strategische reserve beschikbaar.
De Duitse artillerie, ja, die was beter en moderner dan de Nederlandse, maar het was statisch/defensief allemaal goed bruikbaar (op wat echte oude troep na) en een beslissende factor was het niet. Op veel plaatsen deed de Nederlandse artillerie qua vuurkracht bepaald niet onder voor de Duitse: hij werd alleen veel te spaarzaam, conservatief en vanuit ouderwetse, amateuristische denkwijzen ingezet.
Kortom: Nederland verloor de oorlog NIET zo ontzettend snel vanwege verouderde wapens of het gebruik van fietsen en paarden. Nederland verloor ook niet omdat ze numeriek volslagen werden overweldigd (dat was feitelijk alleen in de lucht zo): tegenover de 280.000 man van het Nederlandse leger werd een Duitse hoofdmacht ingezet van een slordige 170.000 man. In totaal was er dus geen sprake van een ondertalsituatie, wat overigens niet erg relevant is, omdat het er natuurlijk om gaat waar de aanvallen precies worden geplaatst. Op bepaalde plekken sloegen de Duitsers tamelijk massaal toe (in de Peel-Raamstelling in Noordelijk Noord-Brabant), bijvoorbeeld, en daar kregen de verdedigers wel degelijk een vrij forse overmacht tegenover zich. Maar op de meeste plaatsen in de hoofdverdedigingslinies (Afsluitdijk, Grebbelinie, Moerdijk, binnen in de Vesting Holland) is van een numerieke Duitse overmacht eigenlijk totaal geen sprake geweest.
Nederland verloor ook NIET vanwege het bombardement op Rotterdam. Veel Nederlanders menen dat Nederland zich ontzettend taai verzette en dat er voor de Duitsers geen doorkomen aan was, en dat daarom tot de laffe misdaad van het bombardement werd overgegaan. Dat klopt niet, jammer genoeg voor ons zelfrespect. Op 14 mei was de situatie al volslagen hopeloos geworden. Grebbelinie gevallen, aansluiting door Noord-Brabant tot stand gebracht, de tanks stonden in Rotterdam - het was over en uit. Alleen in Rotterdam hielden de mariniers nog stand en dat begonnen de Duitsers zat te worden: ze hadden hun materieel en mankracht elders nodig, ze wilden verder. Daarom eisten ze de overgave van de stad (niet van het land, alleen de stad), en anders zou er gebombardeerd worden om die overgave af te dwingen. Dat bombardement ging vervolgens door vanwege miscommunuicatie (de plaatselijke bevelhebber had zich bereid getoond tot capitulatiebesprekingen, maar de afgelasting kwam niet meer goed door).
Waarom was het dan toch zo snel afgelopen?
Een paar factoren.
1. De Duitse suprematie in de lucht. Daar was het verschil wél heel groot. Op 10 mei heeft de kleine, deels verouderde Nederlandse luchtmacht zich dapper geweerd en best heel knappe prestaties geleverd, maar na één dag was het zo goed als gebeurd en konden de Duitsers in vrijwel het hele land ongestoord al hun aanvallen luchtsteun geven. In de Grebbelinie, in de Peel-Raamstelling en bij de Afsluitdijk was van luchtafweergeschut geen sprake; de verdedigers waren volmaakt machteloos tegen luchtaanvallen.
2. Gebrek aan moderne communicatiemiddelen. Veldtelefoons, zendapparatuur, het was er te weinig, het werkte niet goed, het moest via de gewone PTT-lijnen. Er werd veelal gewerkt met ordonnansen te voet en dat maakte het Nederlandse leger statisch en log. Grote manoevres waren volmaakt onmogelijk. Als er één gat in een linie viel (Grebbelinie, bijvoorbeeld) was het niet mogelijk om de belendende sectoren tijdig in te lichten zodat ze een flankverdediging konden inrichten of terug konden slaan. Eén doorbraak betekende in de praktijk: ontruimen en terugvallen om omsingeling te voorkomen.
3. Slecht geoefende troepen en kader. In het algemeen waren kleine eenheden met een doortastend bevelhebber te velde best tot een stevig gevecht in staat. Maar zodra er op een niveau hoger dan compagnies- of bataljonsniveau gecoördineerd moest worden, hield het op en ontstond vrijwel automatisch wanorde. Geen communicatie, niet op getraind; niet voor niets was ervoor gekozen om een WO-I verdediging te voeren, in statische, vaste linies en stellingen. De legertop wist heus wel dat dat een verouderd concept was, maar men wist ook dat het kader en de troepen niet tot dynamische oorlogvoering in staat waren. Ook op het niveau van het veld was trouwens heel vaak sprake van elementair krijgskundig onbenul: op het Eiland van Dordrecht, zuidelijk van Rotterdam, zijn gevallen bekend van officieren die domweg niet wisten hoe je een brug verdedigt (bruggenhoofd op beide oevers, etc.). Die zetten wat wachtposten aan één kant neer en dachten dat het zo goed was. (Bekwame officieren waren er ook; ik wil geen karikatuur schetsen).
4. Mentale gesteldheid. De Duitse troepen waren nauwelijks ervaren in de oorlog (95% beleefde in Nederland zijn vuurdoop, precies zoals hun Nederlandse tegenstanders), maar ze waren wel voorbereid op wat ze op het slagveld te wachten stond. Ze hadden een taak, wisten wat ze te doen stond, waren mentaal ingesteld op moorden en op oorlog. Daar ontbrak het aan Nederlandse zijde volledig aan. De gemiddelde Nederlandse soldaat had geen idee wat er op hem af kwam, kon het eigenlijk maar amper geloven (al wisten de meesten zuiver rationeel wel dat er oorlog aan zat te komen) en dacht dat hij bijvoorbeeld bovenop de Grebbeberg tamelijk veilig zat: kazematten, loopgraven, prikkeldraad... dat zag er allemaal stevig uit, knappe jongen die die berg opkwam. Er bestond een totaal verkeerd beeld van de defensieve mogelijkheden.
5. De Blitzkrieg. Laten we niet vergeten dat niet alleen Nederland snel moest buigen in 1940, maar vrijwel ieder land dat met een Duitse aanval te maken kreeg. Op het Duitse opmarstempo had niemand een antwoord in 1940: ze doorbraken een linie op één zorgvuldig uitgekozen punt, rolden zo'n linie vervolgens niet op, maar stootten metéén door, recht op het doel af. Het Franse leger gold in 1940 als het sterkste van Europa. Enorme defensieve kracht. Maar de Duitsers stonden na vier weken in Parijs, terwijl de meeste Franse verdedigers nog geen Duitser hadden gezien. Het ging pijlsnel, in één stoot. Zo was het in Nederland ook: de Afsluitdijk was nog niet eens getest en de hoofdverdediging (Grebbelinie) hield nog stand toen bij Moerdijk de aansluiting door Noord-Brabant een feit was, het begin van het einde. Er was tactisch gezien geen kruid tegen gewassen.
Het is een delicaat onderwerp. Zeggen dat 'we' het nog razend knap deden met al die oude troep uit de 19e eeuw is natuurlijk altijd plezieriger dan zeggen dat het materieel zo belabberd niet was, maar dat er krijgstechnisch gezien op veel plaatsen toch best flink gefaald is.
Weet je toevallig waar hij was ingedeeld?quote:Op woensdag 27 april 2011 11:31 schreef jpjedi het volgende:
fantastische informatie en foto`s in dit topic zeg. Een onderwerp dat me mateloos intrigeert. Dank aan allen.
Ik zal zelf ook wat mobilisatie foto`s opsnorren van mijn opa aan de Peel-Raam stelling in September '39 tot Mei '40. Mijn opa was met paard gemobiliseerd en is in mei na het vallen van de stelling terug getrokken en heeft nog een nacht in het Liesbos gebivakkeerd bij Prinsenbeek. Hij heeft 2 weken krijgsgevangen gezeten en heeft daarna zijn boerenleven weer opgepakt.
Mooie kanttekening dat mijn opa in die tijd mijn (Limburgse) oma heeft ontmoet en ik dus indirect product ben uit die tijd.
Hetzelde verhaal hier. Mijn vader was een Hagenees en werd gedetacheerd bij de Kmar in Eijsden en kwam daar mijn moeder tegen, hij is toen in Zuid Limburg blijven hangen tijdens de oorlog en in 1943, zo'n 6 maanden voor mijn geboorte met haar getrouwt.quote:Op woensdag 27 april 2011 11:31 schreef jpjedi het volgende:
fantastische informatie en foto`s in dit topic zeg. Een onderwerp dat me mateloos intrigeert. Dank aan allen.
Ik zal zelf ook wat mobilisatie foto`s opsnorren van mijn opa aan de Peel-Raam stelling in September '39 tot Mei '40. Mijn opa was met paard gemobiliseerd en is in mei na het vallen van de stelling terug getrokken en heeft nog een nacht in het Liesbos gebivakkeerd bij Prinsenbeek. Hij heeft 2 weken krijgsgevangen gezeten en heeft daarna zijn boerenleven weer opgepakt.
Mooie kanttekening dat mijn opa in die tijd mijn (Limburgse) oma heeft ontmoet en ik dus indirect product ben uit die tijd.
In 5 dagen tijd 314 vliegtuigen neerhalen vind ik een knappe prestatie (een record afgemeten naar tijd) en hoe jij erbij komt dat er op Kornwerderzand en de Grebbelinie geen lua zou staan is mij een raadsel.quote:Op maandag 25 april 2011 16:11 schreef Snamyook het volgende:
1. De Duitse suprematie in de lucht. Daar was het verschil wél heel groot. Op 10 mei heeft de kleine, deels verouderde Nederlandse luchtmacht zich dapper geweerd en best heel knappe prestaties geleverd, maar na één dag was het zo goed als gebeurd en konden de Duitsers in vrijwel het hele land ongestoord al hun aanvallen luchtsteun geven. In de Grebbelinie, in de Peel-Raamstelling en bij de Afsluitdijk was van luchtafweergeschut geen sprake; de verdedigers waren volmaakt machteloos tegen luchtaanvallen.
Daarbij, Speidel en Kesselring lulden uit hun nek?quote:RHENEN
RHENEN is de naam verbonden aan de gevechten in de omgeving van de Grebbeberg. Voor wat betreft de luchtdoelartillerie heeft dit vooral betrekking op gevechten van de 4e en 7e Compagnie luchtdoelmitrailleurs behorende tot II Lk en van de 10e batterij ( drie kanonnen 7,5cm tl Vickers) behorende tot de luchtverdedigingsgroep 1 Lk. De beide compagnieën met stellingen bij Zeist, Maarn, Rhenen en de Grebbeberg schoten in totaal vermoedelijk 36 vliegtuigen neer.
quote:De Duitse generaal Speidel schreef in 1958 dat het verlies aan transportvliegtuigen zich nog jaren lang deed gevoelen. Zijn chef Kesselring verklaarde zelfs dat men het de gehele verdere oorlog niet meer te boven kwam.
Dat lijkt Kamp Waalsdorp wel ( Opleiding Grenadiers en Jagers ), aan die barrak op de achtergrond. Waren deze foto's bij Meijel gemaakt? Mijn vader zat in 1939 een tijd in Dorplein ( bij Weert ) bij het 37e Grensbataljon en die was Grenadier, die hadden ze toen allemaal verdeeld onder grenscompagnieën om wat overmacht uit te stralen.quote:Op woensdag 27 april 2011 23:16 schreef jpjedi het volgende:
Geen info nog over zijn onderdeel maar dit zijn de foto`s in ieder geval. Moet ergens bij Meijel in de buurt zijn.
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |