(
#816)
The Thin Red Line (Terrence Malick, 1998)
Herzien na zes jaar en nu veel beter bevonden. Toentertijd verwachtte ik in mijn onwetendheid een soort tweede
Saving Private Ryan. Dit is echter een film van heel andere aard. De film neemt de tijd om filosofische vragen op te werpen over oorlog en wat dit doet met de soldaten als mensen. De film schenkt ons de tijd om hierover na te denken tijdens prachtige droomachtige natuuropnamen van wuivend gras en de jungle, begeleid met mooie muziek. Ook de gevechtscenes krijgen door de muziek een haast droom-/nachtmerrie kwaliteit. ****½
(
#298)
Reservoir Dogs (Quentin Tarantino, 1992)
Tarantino's debuut en in mijn ogen nog altijd zijn beste film. De constante dreiging van geweld, de heerlijke humor en coole personages heeft hij nooit weten te overtreffen. *****
Body Double (Brian de Palma, 1984)
De film is duidelijk geïnspireerd door het werk van Hitchcock, met name
Vertigo en
Rear Window. De Palma, die wel vaker een eerbetoon brengt aan Hitchcock, valt hier echter iets te vaak richting parodie. Het verhaaltje wordt namelijk met de minuut ongeloofwaardiger en dat is zonde, want de film bevat wel memorabele scenes. Niet in de laatste plaats te danken aan de prima cameravoering. ***
(
#250)
Professione: Reporter (The Passenger) (Michelangelo Antonioni, 1975)
Jack Nicholson in een opvallend ingetogen rol draagt deze film over isolatie en vervreemding met verve. Wanneer het hem niet lukt in contact te komen met de guerilla's door verschillende tegenslagen doet de mogelijkheid zich voor om zijn leven en de wereld achter zich te laten. Hij is het zat, niets doet er meer toe. Een mooie scene die dit illustreert is degene waarin hij, op de vraag wat hij achter zich wil laten, antwoordt dat Maria Schneider zich om moet draaien en ze niets anders dan een lege weg ziet. Hij laat achter waar hij net geweest is en gaat heen waar hij zo zal zijn, als passagier van zijn nieuw aangenomen identiteit. Door de besluiteloosheid van Nicholsons personage krijgt de film een haast droomachtige sfeer. Zijn personage wordt langzaam steeds meer een passagier van de film, van de camera. Alles bouwt toe naar het fantastische laatste shot waarin de film Nicholson definitief lijkt te absorberen. Zeven minuten lang beweegt de camera tergend langzaam vanuit de hotelkamer, waar Jack Nicholson zojuist op bed is gaan liggen, naar het pleintje. Een shot wat meer vragen opwerpt dan beantwoord, zoals zo veel dingen in de film. ****