quote:
Onjuiste prijsopgave
Een consument kan geen rechten ontlenen aan een aanbieding als hij had kunnen en moeten begrijpen dat de ondernemer bij het prijzen van het artikel een fout heeft gemaakt.
De kwestie begint als de consument op internet een aanbieding ziet voor een all in one apparaat, dat de functies van kleurenprinter, kleurenscanner en kleurencopier in zich verenigd. De prijs: ƒ 144,- (¤ 65,-) inclusief BTW. De consument aarzelt geen seconde en bestelt per e-mail twee apparaten. De ondernemer bevestigt de bestelling en laat weten hoe een factuur kan worden gedownload. Daarop maakt de consument een bedrag van ƒ 288,- (¤ 130,-) aan de ondernemer over.
Een paar dagen laat de ondernemer weten dat er een fout is gemaakt. De juiste prijs is ƒ 571,- (¤ 259,-) per stuk. Als hij nog prijs stelt op levering, moet hij het resterende bedrag overmaken.
De consument houdt voet bij stuk. Hij is van mening in het bezit te zijn van een geldige koopovereenkomst, die door middel van een factuur door de ondernemer is bevestigd. Hij eist levering van de beide apparaten voor een totaalprijs van ƒ 288,- (¤ 130,-).
De ondernemer stelt dat volgens de algemene voorwaarden prijsopgaven altijd geschieden onder voorbehoud van fouten. In dit geval was de prijs onjuist vanwege een euroconversiefout, waarbij de prijs in euro's abusievelijk in guldens was vermeld. Nog voordat de order was uitgevoerd, heeft hij de consument laten weten dat de prijs fout was en hem voor de keus gesteld te annuleren of de juiste prijs te betalen. De order was niet schriftelijk bevestigd. Derhalve is geen overeenkomst tot stand gekomen.
Dat laatste standpunt deelt de commissie niet. De ondernemer heeft immers een factuur ter beschikking gesteld. Weliswaar met een onjuist bedrag, maar deze kan wel degelijk worden beschouwd als een bevestiging van de order van de consument.
Dat de facturering een elektronisch automatisme is, komt voor rekening en risico van de ondernemer.
Maar dat betekent niet dat de consument ook automatisch recht heeft op het bestelde tegen de opgegeven prijs. De commissie acht dat in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Uit een door de consument overhandigde prijsvergelijking blijkt dat de op een na goedkoopste aanbieding ƒ 684,- bedraagt, een verschil van ƒ 540,- Dit verschil is zo groot dat de consument had kunnen en moeten begrijpen dat de door de ondernemer opgegeven prijs niet juist kan zijn. Ook heeft de consument geen navraag gedaan bij de ondernemer.
Billijkheidshalve kan de consument geen levering van twee apparaten tegen een totaalprijs van ¤ 130,- toekomen. De commissie beslist dat de consument recht heeft op levering van twee apparaten voor de prijs van ¤ 259,- per stuk, ook indien de prijs tussentijds gestegen mocht zijn.
Aan de andere kant is het de schuld van de ondernemer dat de consument enige tijd in de veronderstelling heeft verkeerd dat hij een 'echt koopje' had.
Daarom moet de ondernemer aan de consument een schadevergoeding van ¤ 45,- betalen als vergoeding voor gemaakte porti- en telefoonkosten. De commissie acht de klacht derhalve gedeeltelijk gegrond.
En er is voldoende jurispudentie over. Helaas...
[b]A question that sometimes drives me hazy: am I or are the others crazy?[/b]