Ook door de aanval van FC Twente. Wel weer een heerlijke goal van Kennedy trouwens!quote:Op woensdag 8 november 2006 20:27 schreef Beschouw het volgende:
Mich is een liefhebber. Mooi stukkie over Kennedy Bakirçioglu, maar je moet ook weer niet overdrijven. Zaalvoetbal wordt in Nederland alleen door AZ gespeeld.
Steekpassje van Engelaar mocht er trouwens ook wezen.quote:Op donderdag 9 november 2006 19:30 schreef methodmich het volgende:
[..]
Ook door de aanval van FC Twente. Wel weer een heerlijke goal van Kennedy trouwens!
quote:DOSEREN
Leonardo Vitor Santiago zien voetballen is smullen geblazen. Dinsdag, in de bekerwedstrijd tegen FC Groningen had het kleine Braziliaantje het weer eens op zijn heupen en dan is er voor een verdediging geen houden aan. Landgenoot Ronaldo is in zijn beste jaren door Jan Mulder ooit eens vergeleken met een bosbrand. In dat kader mag je Leonardo gerust een uitslaande brand noemen. Figuurlijk, maar ook letterlijk.
In Breda hebben ze namelijk al wat afgezien met hem. De keren dat hij beledigd van een training is weggelopen zijn niet op de vingers van één hand te tellen en trainer Brandts heeft er ook al een aantal keren aan moeten geloven. Linksbuiten was niet de plaats waarop meneer wilde spelen en van kritiek op zijn spel heeft hij nog nooit iets willen weten. Dan beginnen de ogen te smeulen, de lichaamstemperatuur tot koortshoogte te stijgen en de damp uit de oren te slaan.
Leo heeft een moeilijk karakter, zeggen mensen die met hem werken. Dat was bij Feyenoord al zo en dat is nu in Breda ook het geval. Maar dat valt in het niet bij de klasse die hij soms tentoonspreidt. Als je hem zijn gang laat gaan, rolt hij eigenhandig een vijandige defensie op. Zijn techniek is uitzonderlijk, zijn balbehandeling fenomenaal en zijn passeerbewegingen onnavolgbaar. Hij is zo snel op de eerste meters dat het gras waarop hij rent in brand kan vliegen.
Maar o wee, als het even wat tegen zit. Op zulke momenten staat hij met de handen in de zij in de middencirkel voor zich uit te staren. De mindere goden in het elftal moeten het dan maar opknappen, want achter tegenstanders aanhollen is hem te min. Een ploegspeler is hij nog nooit geweest en zal hij nooit worden ook, hoewel hij plots kan klappen voor een verdwaalde bal, die meters van hem vandaan landt en dus onbereikbaar is.
O, wat kan ik genieten van het recalcitrante Braziliaantje. Het is Jantje lacht of Jantje huilt bij hem. Aan zijn wenkbrauwen kan je zien hoe de vlag er bij hangt. Heeft hij zojuist een paar verdedigers in de luren gelegd, dan zijn ze opgetrokken tot fraaie bogen. Ja, dan zit Leo lekker in zijn vel en grijnst hij zijn tanden bloot.
Maar wordt hij onjuist aangespeeld, of krijgt hij een schop van een back, dan zijn de wenkbrauwen neergetrokken tot dikke, zware strepen en kunnen we een vernietigend handgebaartje verwachten richting ploeterende en zwoegende ploeggenoten of een geniepige reactie richting tegenstander. Haren trekken, een vals tikje of klapje, een vernietigende blik; het hoort ook allemaal tot zijn repertoire.
Met zijn voetbalkwaliteiten schijnt Leonardo in de pul gevallen te zijn bij PSV-trainer Koeman. Ik zou het wel eens willen zien, Leonardo in de aanval van een goede ploeg. Bij NAC, dat toch niet overloopt van voetballers die het spelletje snappen, komt Leo niet helemaal tot zijn recht, hoewel de afwachtende tactiek van de laatste weken hem op het lijf geschreven is. Maar dan moet hij wel goed gevoed worden, zoals dat in voetbaltaal zo mooi weet. Bij NAC is dat slechts sporadisch het geval.
Bij PSV lopen genoeg voetballers rond, die dat kunnen. Ronald Koeman heeft niet de naam dat hij goede aankopen doet, maar met het aantrekken van Leo kan hij zich geen buil vallen. De Braziliaan schijnt driekwart miljoen euro te moeten kosten. Het AD kopt vandaag in de krant dat bij PSV doseren een tweede natuur is geworden. Als één speler dat kan, is het Leonardo. Kopen dus, zou ik zeggen.
quote:EEN STROEVE SIRTAKI
In het jaar 2000 streek hij neer in de Nederlandse eredivisie. De Griekse spits Ioannis Anastasiou kwam van Anderlecht in België en kende een waanzinnig eerste seizoen. In Kerkrade hervond de Griek het plezier in het voetbal én zijn oude vorm. Negentien keer liet hij de aanhang van Roda JC juichen voor een goal van hem, de man die bij Anderlecht zo weinig speeltijd had gekregen. Ioannis Anastasiou had er drieëneenhalf seizoen opzitten in Kerkrade, toen Ajax hem naar Amsterdam lokte. De Griek had 48 keer gescoord voor Roda JC in 114 competitieduels, een zeer aanvaardbaar moyenne. Ajax haalde hem als lapmiddel voor de spitsenproblematiek in de jacht richting titel. Het werkte, mede door het aandeel van Anastasiou konden de Amsterdammers in 2004 de titel vieren.
Daarna zat Ioannis twee seizoenen lang vooral op de bank, al roemden de trainers zijn kleedkamerwaarde. Dat is eigenlijk een mooie term voor een speler die niet direct in aanmerking komt voor speeltijd, maar vooral inbreng heeft in het groepsproces. Met zijn ervaring kon hij de jonkies van Ajax een beetje sturen. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat die echt naar Anastasiou hebben geluisterd, ondanks zijn behoorlijke staat van dienst. Verwende snotapen zeggen echter al snel dat scoren voor subtoppers wat anders is dan scoren voor een topclub en daar hebben ze nog wel gelijk in ook. Waarmee direct het vermoeden rijst dat die waarde van Ioannis in de kleedkamer hoogstwaarschijnlijk wel meeviel.
Mooie speler, die Anastasiou. Hij is vooral erg slim, wat zich uit in zijn looplijnen en passing. Als aanspeelpunt paste hij ook wel in het traditionele systeem met vleugelspitsen, zoals ze dat bij Ajax hanteerden. Het enige probleem was dat Ioannis niet al te snel was en uiteindelijk van alles net een beetje miste, waardoor hij dus geen topper was. Dat is ook niet erg, want de voetbalwereld is meer gevuld met subtoppers en middelmaat dan met echte topspelers. Logisch en Ioannis wist dat zelf ook wel. Met zijn specifieke kwaliteiten was hij toch van waarde. Hij wist zijn beste eigenschap, namelijk voetbalintelligentie, optimaal uit te buiten. Het leverde hem soms net dat ene metertje ruimte op, waardoor hij kon scoren. Anastasiou moest je eigenlijk zien vanuit de lucht, zodat je kon zien hoe hij zijn inzicht vertaalde naar zijn acties. Waarbij hij af en toe best aardige treffers maakte.
Het was Sparta dat de Griek uiteindelijk redde van de Amsterdamse bank. Anastasiou zou in Rotterdam de kapstok van het aanvalsspel moeten worden en tevens een mentorfunctie moeten gaan vervullen. Bij Sparta lopen namelijk best jonge spelers met potentie, die op tactisch gebied nog wel wat moeten leren. Anastasiou moest daar bepalend in worden en kreeg van Wiljan Vloet dan ook de aanvoerdersband. De man met de grootste ogen van het voltallig vaderlandse trainersgilde kende Ioannis nog van Roda JC. Hij kende zijn kwaliteiten en erkende de waarde die de Griekse spits voor een elftal kan hebben. Zeker voor een elftal dat op voorhand niet elk duel gaat winnen.
In de voorbereiding leek het een geweldig huwelijk te gaan worden. Anastasiou werd in de rug gesteund door artiest Haris Medunjanin en zag op de vleugels technisch vaardige spelers als Dominique van Dijk, Rachid Bouaouzan en Jason Oost opduiken. Zij excelleerden regelmatig in de oefenduels van de Rotterdamse club, die direct een ambitieuze doelstelling lanceerde. In de potjes tegen amateurclubs schoot Ioannis er lustig op los en leek hij de man die Sparta zou gaan geven wat de spitsen van vorig seizoen nalieten, namelijk doelpunten.
Leek, want inmiddels is de competitie in volle gang en zit de aanvoerder van Sparta op de bank. De doelstelling lijkt voorlopig verder uit het zicht dan vrede in het Midden-Oosten, ondanks de recente zege op ADO Den Haag. Wiljan Vloet had het al over overleven en degradatie voorkomen, terwijl de beoogd doelpuntenmaker is ingehaald door het talent Marvin Emnes en de vorig jaar vervloekte Bulgaar Ivan Cvetkov. Het lijkt erop dat Anastasiou wat aan het verslijten is. De man was al nooit snel, maar dat gaat met het klimmen der jaren alleen maar meer opvallen. Hij zoekt naar zijn vorm en is voorlopig uitgerangeerd. Te stroef voor de Sirtaki van het strafschopgebied. Ik vind het jammer, zowel voor de fraaie voetballer Anastasiou als voor de prachtige club Sparta. Als er ergens voetbalgoden moeten huizen, dan toch zeker in Griekenland? Laat die eens interveniëren en Ioannis na de winterstop steunen, zodat die nog één keer zijn kwaliteiten kan tonen en met enkele goals Sparta kan behouden voor de eredivisie. Hij verdient het, want die engelen vertikten het ook al voor hem te zingen.
quote:SALSITA ZAZA
Het was een vreemd gezicht op de parkeerplaats van De Herdgang, de eerste dag dat hij er zijn opwachting maakte. De Mexicaan Salcido had van huis emmer, spons en zeem meegebracht en begon de auto’s te wassen van Cocu, Alex, Gomes en van al de andere grootheden, die al langer in Eindhoven voetbalden.
De selectiespelers wisten niet hoe snel ze de emmer uit zijn handen moesten nemen. Met zachte aandrang werd de Mexicaan meegetroond naar de kleedkamer. Dienstbaar opstellen oké, maar Salcido was toch echt aangetrokken om het eerste elftal te komen versterken en niet om auto’s te wassen. Die periode had hij afgesloten.
Natuurlijk is dit niet voorgevallen, maar het had zo maar kunnen gebeuren. Op jonge leeftijd was Carlos Arnoldo Salcido immers van het Mexicaanse platteland naar de grote stad vertrokken, waar hij onder meer met het reinigen van auto’s wassen in zijn eerste levensbehoeften voorzag. In zijn spaarzame vrije tijd voetbalde hij. Dat deed hij zo goed dat hij door scouts opgemerkt werd. Chivas Guadalajara werd zijn club, bijna zes jaar heeft hij er gespeeld. Vanaf het prille begin viel hij de nimmer versagende, aanvallend ingestelde back bijzonder in de smaak van de plaatselijke supporters. Salsita Zaza noemden de Chivas-supporters hem liefkozend, om zijn agressieve wijze van verdedigen en vanwege het feit dat hij elke mogelijkheid aangreep om de aanval te ondersteunen.
Die poëtische bijnaam is mooi gekomen. Salcido te zien lopen is immers pure poëzie. Sommige voetballers hebben dat. Henk Fräser, ooit een bikkelharde voorstopper van Feyenoord, was ook zo iemand. Ik heb wel eens training van Feyenoord bezocht, jaren geleden. Terwijl de andere aanwezige toeschouwers alleen oog hadden voor de spelers die een oefenpartijtje op het bijveld naast De Kuip aan het afwerken waren, bleef mijn blik rusten op Fräser, die licht geblesseerd, veroordeeld was tot het lopen van rondjes. Hij deed dat zo gracieus, dat het me deed denken aan een poema.
Ook Salcido is een speler met een majestueuze, elegante uitstraling. Maar hij kan ook bikkelhard zijn, In de Champions Leaguewedstrijd tegen Girondins Bordeaux pakte hij de lichtgeblesseerde Micaud zo hardhandig aan, dat trainer Ricardo Gomes genoodzaakt was zijn spelmaker in de rust te wisselen. Waarmee de angel uit het Franse spel dus verdween.
Het zal met instemming begroet zijn door zijn Eindhovense ploegmaten en door trainer Koeman. De Mexicaanse international is inmiddels niet meer weg te denken bij PSV. Linksback staat hij de laatste weken; een positie waar hij nog tot meer in staat is dan in het midden van de defensie. Zijn draai heeft hij allang gevonden. Verdedigend staat hij zijn mannetje en elk moment grijpt hij aan om met grote, elegante passen op te stomen naar de vijandelijke helft. Onvermoeibaar is hij. Zijn landgenoot German Silva, een gevierd ex-marathonloper, is er niets bij.
Vroeger liep op de linkerflank bij PSV Bengt Schmidt Hansen, in tegenstelling tot Salcido een pure aanvaller. Speersnel was deze Deen; Zoef de Haas werd hij genoemd. Meestal gaat de aandacht van voetbalvolgers uit naar dergelijke spelers, maar Salcido is, hoewel meer back dan aanvaller, een veel mooiere voetballer. Was Schmidt Hansen een blinkend steentje, Salcido is een fonkelende diamant.
En zeg nou eerlijk, Salsita Zaza klinkt toch veel mooier dan Zoef de Haas.
Precies. Erg leuk Beschouwquote:Op vrijdag 17 november 2006 19:54 schreef methodmich het volgende:
Is linksback inderdaad, maar dat mag de fraaie column niet bederven!
Stom. En Zoef de Haas was natuurlijk ook linksbuiten.quote:Op vrijdag 17 november 2006 19:54 schreef methodmich het volgende:
Is linksback inderdaad
quote:TVC 13: Unox
Enigszins onwennig stond hij tegen het hek van sportpark “De grote moat” geleund. Een verschoten basketbalshirt, afgetrapte gympies en een te korte spijkerbroek gaven hem een sjofel aanzien. Knalroze wanten omvatten zijn verkleumde vingers en een ijsmuts van het bekendste rookworstenmerk van Nederland bedekte meer dan de helft van zijn gezicht.
Voorbijgangers keken onderzoekend naar die lange gebogen gestalte in de schaduw, maar als hij hun blikken beantwoordde herinnerden ze zich plots iets belangrijks. Resoluut stapten ze dan door, met een stuurse uitdrukking op hun gezicht de hond voortslepend.
Het leek alsof hij er al een eeuwigheid stond toen Jaap, al jaren de trainer van het meest beruchte elftal van de club arriveerde. Moeizaam stapte Jaap van zijn fiets en zo vlug als zijn korte beentjes hem konden dragen snelde hij naar de poort. De voorzitter had hem gebeld met de mededeling dat er een tropische verrassing op hem wachtte op “De grote moat”. Jaap had zich nog nooit zo verheugd op een trainingsavondje van het dertiende. Eindelijk een beloning voor al die droevige zondagen en verregende vrijdagavonden. Speciaal voor de gelegenheid had hij zijn enige onderbroek zonder gaten aangetrokken.
In gedachten bevond Jaap zich al in een innige omhelzing met een tropische schone, toen hij plotseling opschrok van een warme stem die hem in gebrekkig Engels vroeg wie de trainer van het dertiende was. “Thats mie”, antwoordde hij in het steenkolenengels dat hij in 1958 op de landbouwschool geleerd had. Toen pas besefte hij dat hij praatte tegen een ruim twee meter lange neger, die ondanks dat het buiten meer dan twintig graden was een ijsmuts ophad en wanten droeg. Om van de schrik te bekomen nam hij een fikse teug uit zijn met strohrum gevulde heupflacon. “Hi”, zei de man,” My name is Abebe Andwele Bukala and they told me I’m going to play in your team” De naam “Abebe Andwele Bukala” vond Jaap veel te moeilijk om te onthouden en in gedachte doopte hij zijn nieuwe speler Unox, naar zijn hoofddeksel.
Jaap, enigszins teleurgesteld, maar na jarenlange ervaring met het dertiende absoluut niet uit het veld geslagen, leidde Unox rond over het complex. Gezamenlijk zaten ze daarna in de kleedkamer te wachten op de aankomst van de andere spelers. Als eerste kwam Herald binnen, gulzig kauwend op een broodje beenham. De andere spelers kwamen een voor een binnen en toen Frits, te laat als altijd, ook was gearriveerd vond Jaap het tijd geworden om de nieuwe aanwinst eens voor te stellen.
Nog diezelfde training werd duidelijk dat Unox een bijzondere speler was. Waar de meeste spelers drukker waren met het ontwijken van de bal en Heralds knetterende scheten, was Unox bezig met scoren. In het afsluitende partijtje, dat eindigde in 20 - 0, wist Unox maar liefst twintig keer te scoren. Gaandeweg het seizoen ontwikkelde Unox zich tot een legende, mede door zijn uiterlijk. Tegen Langeveen 9 wist hij maar liefst vijf keer te scoren, als keeper notabene. Ook in de andere wedstrijden liet hij zich geregeld gelden.
Na een interview met het sensatieblad “Typisch de essen” kreeg Unox regionale bekendheid. Regelmatig stonden er scouts langs de kant bij wedstrijden, die bijna begonnen te huilen bij het zien van de opkomst van het dertiende. Als ze Unox dan zagen spelen haalden ze echter steevast hun notitieblokjes te voorschijn en verschenen de euro’s in hun ogen. Na een tijd gingen er steeds meer geruchten, verscheidene clubs zouden interesse hebben in Unox, waaronder enkele eredivisionisten. Unox zelf antwoordde op alle geruchten altijd ontkennend. Hij had het dertiende in zijn hart gesloten en hield teveel van de heerlijke gehaktballen, die elke zaterdag voor hem in de kantine bereid werden door de kundige kantinemedewerkers. Nee, tussen Unox en tvc zat het wel goed, dat was een huwelijk voor het leven.
Unox ging verder met wat hij het gehele seizoen al had gedaan, hij bleef maar scoren, elke zondag weer. Tot die regenachtige zondagmorgen in november. Een zondagmorgen als alle andere, een uitwedstrijd tegen De Pollen 6 op het programma, 10.45 uur de vertrektijd. Om 11 uur was iedereen aanwezig, behalve Unox. De jongens begonnen in paniek te raken, Unox was nooit te laat. Niemand had echter zijn telefoonnummer en hij had ook geen vast adres. Unox was die dag niet aanwezig en zonder hem werd er met 13-0 verloren in De Pollen.
Ook op de eerstvolgende training was Unox niet aanwezig, evenals op de daaropvolgende wedstrijd. Unox was even plotseling verdwenen als hij ooit gekomen was en over zijn verdwijning gingen de wildste geruchten. Zo had een speler van het 4e hem gezien op een woonboot in de Amstel, volgens anderen was hij uitgezet door de vreemdelingenpolitie, sommige kwaadsprekenden beweerden dat hij was ingegaan op het aanbod van een malafide voetbalmakelaar en nu wegkwijnde in de Ierse 2e divisie. Al snel was Unox niet meer dan een verhaal dat verteld werd. Sommige mensen geloofden zelfs niet dat Unox ooit bestaan had. De spelers van het 13e wisten wel beter, zij konden nooit meer een broodje rookworst bestellen zonder met weemoed terug te denken aan die lange slungel met zijn ijsmuts.
Donequote:Op dinsdag 21 november 2006 19:18 schreef methodmich het volgende:
Beschouw.... Wilde tong me net jouw VI-columns doorsturen, maar het lukt hem niet helemaal. Lijkt me wel leuk om ze te lezen. Zou je ze naar mij kunnen mailen? Als het goed is heb je mijn emailadres nog.
quote:DE NIEUWE RIJKAARD MOET NOG LEREN SCHAKEN
Wie enkele weken geleden de beelden van AZ – FC Utrecht zag wist genoeg. Het shot van een goedkeurend knikkende bondscoach Marco van Basten en zijn trouwe maatje John van ’t Schip sprak voor zich. Marco bekeek AZ en zag David Mendes da Silva excelleren. Een selectie kon dan ook niet uitblijven. Wacht even, zo constant speelde die aanwinst in Alkmaar toch niet? Klopt, de Rotterdammer had even een aanloopperiode nodig. Maar constante prestaties zijn al jaren geen argument meer om een invitatie voor Oranje te ontvangen. Het Nederlands elftal is een schoolklas geworden, die het einddoel telkens uitstelt. In dat licht bezien was de selectie van David Mendes da Silva volledig logisch.
Laat duidelijk zijn dat zijn kwaliteiten een eventuele loopbaan als international ook best rechtvaardigen. Toen David Mendes da Silva in het seizoen 1999/00 als jongen van zeventien debuteerde bij Sparta waren velen het er al roerend over eens. Dit zou een grote worden, dat kon niet missen. Qua stijl deed hij veel mensen denken aan Frank Rijkaard en dus werd hij al snel “de nieuwe Rijkaard.” Zulke vergelijkingen vormen altijd een loden last voor een speler, die deze onzichtbaar mee moet dragen bij zijn handelen in het veld. De weg van David Mendes da Silva richting de top liep dan ook wat averij op. Een transfer naar Newcastle United ketste af en ook Ajax haakte af wegens de vraagprijs van Sparta. Het ontlokte Leo Beenhakker de weinig vriendelijke bewering dat “het hier niet om Diego Mendes da Silva ging.” Later zou de speler op huurbasis alsnog in Amsterdam verschijnen, maar wist hij in een half seizoen geen minuten te maken. Via de eerste divisie en NAC Breda kwam hij dan alsnog in de top van de eredivisie terecht, want daar hoort AZ inmiddels toch wel bij.
Voor iemand die nog altijd slechts 24 is heeft David Mendes da Silva al een schat aan ervaring. Hij degradeerde met Sparta, speelde degradatievoetbal, speelde in de eerste divisie, nam al eens een kijkje in de keuken van een topclub en werkte met trainers van naam. Toch was het ergens wel verrassend dat AZ hem wegplukte uit Breda. Bij NAC toonde hij namelijk regelmatig aan over kwaliteiten te beschikken die hoger lagen dan het gemiddelde bij de geelzwarten, maar dat deed hij niet direct op structurele basis. Daarnaast was hij nogal eens geblesseerd. AZ zag echter zijn potentie en schroomde niet hem binnen te halen. De begaafde stylist leek nog even slachtoffer te worden van zijn eigen multifunctionaliteit, maar lijkt de laatste weken de eerste man te zijn op de positie van verdedigende middenvelder. Sinds hij daar speelt, begint hij ook op te vallen. Met de selectie door Van Basten als gevolg.
In een groot voetbalweekblad gaf David Mendes da Silva onlangs aan deze positie ook te prefereren. Hij kan er het spel sturen en zijn grootste kwaliteiten aanspreken. Hij heeft namelijk een goed overzicht, een voor deze positie geschikte fysiek en heeft voldoende techniek om er te spelen. Met zijn loopvermogen zou hij zelfs ook aanvallend iets kunnen toevoegen. Voorts maakte hij een interessante opmerking, namelijk dat hij veel meer was gaan nadenken over zijn spel sinds hij als verdedigende middenvelder speelt. Dat is natuurlijk ook zo. David Mendes da Silva moet als het ware gaan leren schaken. Hij moet vooruit denken, zich bewust worden van het effect van zijn acties en de balans van de ploeg bewaken. Als er te veel pionnen naar het front gestuurd worden, dient hij de koning te verdedigen. Hij moet snel denken en strateeg worden.
Dit interessante proces zal dan gestuurd moeten worden door Louis van Gaal. De gewezen succestrainer van Ajax staat bekend als iemand die jonge spelers kan kneden op weg naar de top. Dat hij de jonge David Mendes da Silva nu al deze moeilijke opdracht geeft, is tekenend voor zijn werkwijze. Van Gaal schroomt nooit om iets afwijkends te proberen, als hij denkt dat zijn elftal daar sterker van zal worden. Zo stelde hij bij Ajax bijvoorbeeld Edgar Davids op dezelfde positie op in belangrijke Europese wedstrijden, terwijl die vooral linkshalf speelde. Ooit zette hij Jari Litmanen kort voor de defensie en bij Barcelona experimenteerde hij met Ronald de Boer en Boudewijn Zenden als backs. Niet altijd met succes, maar Van Gaal durft het wel. Hij herkent in Mendes da Silva ongetwijfeld iets van de man die hem in 1995 hielp wereldfaam te vergaren als coach, Frank Rijkaard. Zoals menigeen voor hem. Zo ver als Rijkaard is Mendes da Silva uiteraard nog lang niet. In de buurt komen kan hij wel. Maar eerst leren schaken. Nu maar hopen dat Sinterklaas het goed voor heeft met de toekomst van het Nederlands voetbal en David een schaakset cadeau doet.
Ben ook benieuwdquote:Op dinsdag 21 november 2006 19:18 schreef methodmich het volgende:
Beschouw.... Wilde tong me net jouw VI-columns doorsturen, maar het lukt hem niet helemaal. Lijkt me wel leuk om ze te lezen. Zou je ze naar mij kunnen mailen? Als het goed is heb je mijn emailadres nog.
Hier heb je er eentje, uit 1996quote:Op donderdag 23 november 2006 00:34 schreef dndiek het volgende:
[..]
Ben ook benieuwd
Kan iemand ze ook naar mij doorsturen zie profiel?
quote:DEN HAAG
Mark Wotte, toekomstig trainer van FC Den Haag zegt tevreden dat zijn club weer op de rails staat, alleen ziet niemand het nog. Attenooie, wie moet dat zien dan? Wotte moet in de kroten geweest zijn, want als ik aan FC Den Haag denk, zie ik een roestig, vies en gedeukt treintje, uitgerangeerd op een doodlopend zijspoor van het station Hollands Spoor. O, o Den Haag, waar zijn de tijden gebleven waarover Harry Jekkers zo mooi zong? Martin van Vianen en Theo van den Burgh. Aadje Mansveld, Henkie Houwaart, Ton Thie, Lexie Schoenmaker en Dickie Advocaat. Enige weken geleden, thuis tegen RBC, hing op de lege Midden Noord-tribune een eenzaam spandoek: "Is dit de toekomst?" De makers van dit laken, de laatste overgebleven supporters, arriveerden een kwartiertje na de aftrap. Ze hadden eerst nog een stapel linke faxen verzonden. Net als met het spel op de grasmat is het ook met de inventiviteit van de supporters bergafwaarts gegaan. Vroeger staken ze nog eens een tribune in de fik. Nu pleit ik er niet voor dat het Zuiderpark weer in de hens gestoken wordt, maar destijds werd er tenminste met ontzag over Den Haag gesproken en geschreven.
"De trein staat weer op de rails." Wat bazelt die Wotte toch? Zie ik zo bleek? Vroeger denderde diezelfde trein door de eredivisie en was er bij Den Haag altijd wat te beleven. Origineel waar! Bengaals vuurwerk, gave spreekkoren, vlaggen, naakte mokkels op het veld. Sfeer, spanning en sensatie. En er werd gewonnen! Een bezoekje aan het Zuiderpark was een belevenis, vergelijkbaar met de avonturen van Indiana Jones. Nu bevolkt nog slechts een handjevol bejaarde mannetjes de tribune, nostalgisch lispelend over de gouden jaren van het grote ADO.
Want daarmee is het natuurlijk allemaal begonnen: de fusie met Holland Sport en het verkwanselen van de schitterende voetbalnaam ADO, Alles Door Oefening. Een heel regiment bestuursleden heeft zich de afgelopen decennia bemoeid met de Haagse trots en allemaal hadden ze schitterende plannen en nog betere ideeën. Het enige tastbare resultaat was slechts het inruilen van het trotse ADO-shirt voor een afgrijselijk Zeeman-textieltje en het afstoten van voetballers als Valk, Van Eijkeren, Lankhaar, Vriesde, Talan, Koning, Gentile, De Romijn en Hoogendorp. En straks is ook Grünholz pleiten.
Aadsje Mansveld wordt geëerd middels een naar hem vernoemde tribune met gedenksteen, maar de monumentale verdediger moet zich grommend in het graf omdraaien bij het aanschouwen van alle huidige ellende. FC Den Haag in de kelder van het betaalde voetbal, je zou je voor minder afwenden. Andere clubs bezitten spelers, die uit wijken komen, waar nog dag-in dag-uit op straat gevoetbald wordt. Davids, Sion, Reiziger, Kluivert, Van Bronckhorst, Hoekstra; zij leerden de kneepjes van het vak op achterafpleintjes en werden bij hun clubs gekneed tot de spelers die ze nu zijn. Waar zijn de Tsjeu la-Lings, de Johnny Dusbaba's en de Karel Bouwensen? Mij maak je niet wijs dat ze er niet meer zijn. Ook in Den Haag moeten twinkelende straatvoetballertjes nog bij bosjes van de pleintjes en grasveldjes te plukken zijn. Maar wie wil er in hemelsnaam nog bij FC Den Haag gaan voetballen, waar spelers zich voor een grijpstuiver in het zweet lopen en verliezen van Haarlem, Telstar, VVV en Helmond Sport? En volgend jaar alweer onder een andere naam: HFC ADO Den Haag. Hoe verzinnen ze het! Zelfs meubelstuk René Stam is er gestoord van geworden en nokt gedesillusioneerd af. Topamateurs uit het Westland gaan de selectie bevolken: de club gaat naar de gallemiese.
"Is dit de toekomst".
De laatste, hondstrouwe aanhangers hebben groot gelijk, zo kan het niet langer. Van op deze plek vraag ik daarom aan al die gasten een laatste actie op touw te zetten. Ga met de pet rond, verkoop rondslingerende autowrakken, troggel de Haagse middenstand een joetje of drie, vier per zaak af, vraag Kees van Kooten en Wim de Bie een bijdrage en schaf van de verzamelde flappen een paar geelgroen gespoten scooters met ingebouwde gettoblaster aan. Schenk deze tweewielers aan het bestuur, ruk Piet de Zoete, John van Ringelestein en al die andere kerels van achter de vergadertafel vandaan en zie er op toe dat ze elke avond jullie wijken intrekken op zoek naar Haags talent. Nu de dagen opnieuw gaan lengen en het avondzonnetje terugkeert, zullen de plantsoentjes in de Jacob Catsstraat, de Jan Luykenlaan en aan het Jacob van Campenplein weer volstromen.
Daar komt Piet de Zoete op zijn scootertje aanscheuren, keiharde discomuziek schalt uit de boxen. Hij parkeert het ding aan de rand van het veldje en pulkt omstandig een schrijfbloc uit de binnenzak. "Jongens, als jullie bij Den Haag komen voetballen, krijgen jullie van ons zo'n scooter, gratis".
Die avond wordt er gespeeld als nooit tevoren en is FC Den Haag een hoop talenten rijker. En de volgende avond weer en weer. Mannen, spoedig zullen wij de dag beleven dat overal in Den Haag geelgroene scootertjes rondkarren en dat er bij de FC weer echt gevoetbald wordt, door Haagse jongens, jullie maatjes. De tribunes puilen uit, het Zuiderpark bruist weer. De bejaarden zullen trots hun gekromde ruggen rechten: "Dat we dit nog mee mogen maken". Dan is ook de tijd gekomen de naam ADO weer in te voeren. ADO: Allemaal Dankzij Ons.
Die wil nu weer wat gaan doen voor ADO las ik in VI.quote:
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |