Dat die wijven op zo'n kerel afkomen zegt meer over hen dan over RvdBquote:Op donderdag 2 november 2006 20:05 schreef methodmich het volgende:
Ricky is Ricky. Die houdt van mooie vrouwen.
Laten we maar ophouden over die eikel. Heeft hier al aandacht genoeg gehad.quote:Op donderdag 2 november 2006 20:11 schreef methodmich het volgende:
Nou, zo goed ken ik hem niet.
Daar ben ik het helemaal mee eensquote:Op donderdag 2 november 2006 20:13 schreef Beschouw het volgende:
[..]
Laten we maar ophouden over die eikel. Heeft hier al aandacht genoeg gehad.
quote:COME BACK
Het leverde slechts een marginaal berichtje op in de landelijke dagbladen, een week geleden, maar Fritz Korbach is weer als trainer actief. Zaterdaghoofdklasse Harkemase Boys zette na een tegenvallende seizoensstart voormalig profvoetballer Pieter Bijl aan de dijk en stelde Korbach als diens opvolger aan. Johan Derksen, hoofdredacteur van Voetbal International, moet dit met instemming hebben begroet. Hij was het immers die de persoonlijke besognes van Korbach aan de grote klok hing, een half jaar geleden.
“Korbach kampt met een groot probleem”, verklaarde Derksen destijds in het praatprogramma Voetbal Insite en vertelde vervolgens in geuren en kleuren dat Fritz niet van de fles af kon blijven. Hoewel Derksen bij eerdere gelegenheden altijd verkondigd had dat privé-zaken in zijn ogen gescheiden moeten blijven van voetbalzaken, aarzelde hij dit keer niet om een drankprobleem van een trainer in de openbaarheid te brengen. Derksen deed toen wel alsof het probleem van Korbach ook hem aan het hart ging, maar ondertussen zette hij Korbach neer als een notoire zuipschuit.
Over die bekendmaking moet hij achteraf de nodige wroeging hebben gekregen, want Korbach mocht onlangs in VI op vier pagina’s vertellen dat het hem nu weer goed ging. Hij was weer beschikbaar, klaar voor een nieuwe club. Derksen had het kort voor het verschijnen van die aflevering al in Voetbal Insite aangekondigd.
En nu heeft Fritz alweer een nieuwe werkgever. Het kan snel gaan in het voetbalwereldje. De eerste wedstrijd onder de hoede van de nieuwe trainer wonnen de Boys uit Harkema met 5-1 van Go Ahead Kampen, dus met recht kunnen we weer vaststellen dat er weer sprake is van een Korbach-effect.
Of er nu een betaalde club komt of niet, Korbach maakt het seizoen af bij Harkemase Boys, zo beloofde hij in het Friesch Daglblad. De selectiespelers zullen er blij mee zijn, want wat je ook van Korbach mag vinden, een kleurrijke en ervaren trainer voor de groep is altijd meegenomen. De humor is ook weergekeerd in Harkema, als we het Friesch Dagblad mogen geloven.
Bij de eerste training onder leiding van Korbach waren de spelers eerder op het veld dan hun nieuwe trainer. Ze waren alvast met de warming-up begonnen. Toen Korbach even later naar het veld liep, zei hij tegen de aanwezige toeschouwers dat de spelers zo te zien geen trainer nodig hebben. Na weken met strakke gezichten rondgelopen te hebben, kon er meteen weer gelachen worden in Harkema.
Harkemase Boys is door het aantrekken van Fritz Korbach ineens big news. Het zal me niet verbazen als een landelijke krant binnenkort uitpakt met een sfeerreportage uit het Friese land. Korbach zal met volle instemming meewerken om er een smeuïg verhaal van te maken. Dat kan wel aan hem overgelaten worden; zijn teksten zijn altijd al opvallend geweest. Toen hij in 2001 afscheid nam bij Heracles Almelo zei hij over voorzitter Jan Smit het volgende: “Ik heb hem wel eens op z’n kop gehangen, maar er kwam nooit een kwartje uit de binnenzak van dat Armanipak rollen. Die man is zo zuinig, die huilt met één oog. Dat krijg je met een deurwaarder als voorzitter.’’
Als Korbach zulke teksten uitkraamt, gaat het goed met hem. In VI hield hij zich nog een beetje op de vlakte, maar als hij het volhoudt bij Harkemase Boys, zullen we weer verblijd worden met typische Korbach-uitspraken. Mooi is dat, want in het voetbal zijn er al genoeg grijze muizen..
Volgend jaar zal er wel een eerstedivisieclubje zijn die met hem in zee gaan, dat kan niet anders. Hij heeft in zijn loopbaan al vele clubs uit het slop gehaald en clubs in het slop zullen er altijd zijn. Dan zullen we hem weer zien staan met zijn halve brilletje, een afgekloven sigaartje in de mond en de handen in de zakken van zijn pak. Zendgemachtigde Talpa moet dan maar meteen besluiten zijn persconferenties live uit te zenden. De man kraamt vaak onzin uit, maar het is wel vermakelijke onzin.
quote:VERDWAALDE ZAALARTIEST
Enkele jaren geleden, in de tijd dat Ajax en Feyenoord zich versterkten met de Zweedse talenten Zlatan Ibrahimovic en Johan Elmander, verscheen in Nederlands grootste voetbalblad een artikel over Zweden. Hierin werd het land beschreven als bodemloze put voor Nederlandse clubs die op zoek waren naar betaalbare versterkingen. Want net als hun streekgenoten uit Denemarken, Noorwegen en Finland gedijen Zweedse voetballers prima in ons land. Mede door de geschiedenis, die diverse succesvolle verhalen kent, kiezen talenten uit die regio graag voor een Nederlandse club. Zelfs op latere leeftijd bleek het nog mogelijk om je via onze competitie in de kijker te spelen van grotere clubs, zag men aan Marcus Allbäck.
In het bewuste artikel werd een aantal spelers getipt als mogelijke toppers. Het was dan ook grappig om te constateren dat pakweg drie jaar na het verschijnen van dit artikel een speler uit dit rijtje naar ons land kwam. Een jaar later werd hij gevolgd door een landgenoot die eveneens in het blad had gestaan. Toeval of niet, Daniel Majstorovic en Kennedy Bakirçioglu kwamen naar Nederland. Beide spelers tekenden voor FC Twente. Majstorovic, de bikkelharde mandekker, is inmiddels alweer bijna een jaar vertrokken. Hij verruilde de club uit Enschede voor het goed betalende FC Basel uit Zwitserland, waarmee hij onlangs nog tegen Feyenoord speelde. Bakirçioglu is nog altijd actief bij Twente. Hij begon afgelopen zomer aan zijn tweede seizoen en toonde zich een verrijking voor zijn club en voor onze competitie. Hij speelde vorig seizoen lang niet altijd even goed, maar liet toch regelmatig zien dat hij over meer dan gemiddelde kwaliteiten beschikt.
Kennedy Bakirçioglu is één van die voetballers die spelen naar hun naam. Wanneer je zijn naam hoort of leest, verwacht je bij voorbaat al geen bikkelende middenvelder of een eenvoudige voorstopper. Je proeft de artistieke inslag en stelt je een speler voor die vooral wil voetballen. Niet de dapperste strijder, niet de hardste werker, maar wel iemand die wat kan met de bal. Die een tegenstander kan passeren en zo ruimte kan scheppen voor zichzelf of een teamgenoot. Een voetballer met een mooie techniek en een fraaie trap en verder begiftigd met een snel en creatief brein. Iemand die je niet al te vol moet stoppen met opdrachten en lekker moet laten voetballen.
Zo klinkt de naam Kennedy niet alleen, zo oogt hij ook. Als ik hem zie spelen, bekruipt me altijd het gevoel een zaalvoetballer aan het werk te zien. Iemand die fysiek contact dan wel niet schuwt, maar liever mijdt. Simpelweg omdat hij lekker wil ballen. Plezier maken, af en toe een onnavolgbare actie uit de heupen schudden. Wedstrijden beslissen met technische hoogstandjes en middels slimme passjes de handen op elkaar krijgen. Een lichtvoetige, vaardige speler die sterk is in de combinatie. Met name de korte combinatie, waarbij de bal snel van voet tot voet gaat en er op die manier terrein gewonnen wordt. Het is het spel dat zijn landgenoot op de andere flank van FC Twente, Sharbel Touma, ook zo graag speelt. Nu Twente met Otman Bakkal en Orlando Engelaar nog twee middenvelders heeft die dit spelletje wel begrijpen en kunnen uitvoeren, is het plots behoorlijk leuk geworden om de ploeg in actie te zien.
Het is dan ook niet verrassend dat de manschappen van Fred Rutten tot nu toe hoog staan. Als FC Twente zo blijft spelen, is het zelfs niet uitgesloten dat de ploeg een revelatie kan worden. Zoals FC Groningen vorig jaar, op basis van een heldere visie, bedacht door een prima trainer. Rutten heeft een aardig blok staan achterin, waardoor zijn creatieve spelers voorin naar hartelust kunnen voetballen. Kunnen zaalvoetballen, denk ik af en toe als ik de combinaties zie waarmee de aanvallers proberen de vijandelijke defensie uit te spelen.
Het is het spelletje waarin Kennedy Bakirçioglu zich lekker voelt en zijn kwaliteiten optimaal kan benutten. Dat hij ze ook regelmatig kan tonen is dan ook extra mooi. Niet alleen voor de supporters van FC Twente, maar vooral voor de voetballiefhebbers. Natuurlijk, er gaat wel eens wat mis en Kennedy is meestal niet de eerste die de beuk er in gooit. Bij dergelijke spelers kan slecht ook heel erg slecht zijn, maar goed is dan vaak smullen. Zo ook bij hem, als hij weer eens aanzet voor een snelle combinatie of even achteloos de bal controleert en meeneemt. Waar hij vorig jaar nog wel eens oogde als een verdwaalde zaalartiest op zoek naar medespelers die hem begrijpen, daar lijkt hij zich dit seizoen als een vis in het water te voelen in het systeem dat Twente speelt. Altijd op zoek naar dat ene stukje schoonheid en met het vertrouwen van Rutten als dak boven zijn hoofd. Kennedy heeft de zaal mee naar buiten genomen.
Ook door de aanval van FC Twente. Wel weer een heerlijke goal van Kennedy trouwens!quote:Op woensdag 8 november 2006 20:27 schreef Beschouw het volgende:
Mich is een liefhebber. Mooi stukkie over Kennedy Bakirçioglu, maar je moet ook weer niet overdrijven. Zaalvoetbal wordt in Nederland alleen door AZ gespeeld.
Steekpassje van Engelaar mocht er trouwens ook wezen.quote:Op donderdag 9 november 2006 19:30 schreef methodmich het volgende:
[..]
Ook door de aanval van FC Twente. Wel weer een heerlijke goal van Kennedy trouwens!
quote:DOSEREN
Leonardo Vitor Santiago zien voetballen is smullen geblazen. Dinsdag, in de bekerwedstrijd tegen FC Groningen had het kleine Braziliaantje het weer eens op zijn heupen en dan is er voor een verdediging geen houden aan. Landgenoot Ronaldo is in zijn beste jaren door Jan Mulder ooit eens vergeleken met een bosbrand. In dat kader mag je Leonardo gerust een uitslaande brand noemen. Figuurlijk, maar ook letterlijk.
In Breda hebben ze namelijk al wat afgezien met hem. De keren dat hij beledigd van een training is weggelopen zijn niet op de vingers van één hand te tellen en trainer Brandts heeft er ook al een aantal keren aan moeten geloven. Linksbuiten was niet de plaats waarop meneer wilde spelen en van kritiek op zijn spel heeft hij nog nooit iets willen weten. Dan beginnen de ogen te smeulen, de lichaamstemperatuur tot koortshoogte te stijgen en de damp uit de oren te slaan.
Leo heeft een moeilijk karakter, zeggen mensen die met hem werken. Dat was bij Feyenoord al zo en dat is nu in Breda ook het geval. Maar dat valt in het niet bij de klasse die hij soms tentoonspreidt. Als je hem zijn gang laat gaan, rolt hij eigenhandig een vijandige defensie op. Zijn techniek is uitzonderlijk, zijn balbehandeling fenomenaal en zijn passeerbewegingen onnavolgbaar. Hij is zo snel op de eerste meters dat het gras waarop hij rent in brand kan vliegen.
Maar o wee, als het even wat tegen zit. Op zulke momenten staat hij met de handen in de zij in de middencirkel voor zich uit te staren. De mindere goden in het elftal moeten het dan maar opknappen, want achter tegenstanders aanhollen is hem te min. Een ploegspeler is hij nog nooit geweest en zal hij nooit worden ook, hoewel hij plots kan klappen voor een verdwaalde bal, die meters van hem vandaan landt en dus onbereikbaar is.
O, wat kan ik genieten van het recalcitrante Braziliaantje. Het is Jantje lacht of Jantje huilt bij hem. Aan zijn wenkbrauwen kan je zien hoe de vlag er bij hangt. Heeft hij zojuist een paar verdedigers in de luren gelegd, dan zijn ze opgetrokken tot fraaie bogen. Ja, dan zit Leo lekker in zijn vel en grijnst hij zijn tanden bloot.
Maar wordt hij onjuist aangespeeld, of krijgt hij een schop van een back, dan zijn de wenkbrauwen neergetrokken tot dikke, zware strepen en kunnen we een vernietigend handgebaartje verwachten richting ploeterende en zwoegende ploeggenoten of een geniepige reactie richting tegenstander. Haren trekken, een vals tikje of klapje, een vernietigende blik; het hoort ook allemaal tot zijn repertoire.
Met zijn voetbalkwaliteiten schijnt Leonardo in de pul gevallen te zijn bij PSV-trainer Koeman. Ik zou het wel eens willen zien, Leonardo in de aanval van een goede ploeg. Bij NAC, dat toch niet overloopt van voetballers die het spelletje snappen, komt Leo niet helemaal tot zijn recht, hoewel de afwachtende tactiek van de laatste weken hem op het lijf geschreven is. Maar dan moet hij wel goed gevoed worden, zoals dat in voetbaltaal zo mooi weet. Bij NAC is dat slechts sporadisch het geval.
Bij PSV lopen genoeg voetballers rond, die dat kunnen. Ronald Koeman heeft niet de naam dat hij goede aankopen doet, maar met het aantrekken van Leo kan hij zich geen buil vallen. De Braziliaan schijnt driekwart miljoen euro te moeten kosten. Het AD kopt vandaag in de krant dat bij PSV doseren een tweede natuur is geworden. Als één speler dat kan, is het Leonardo. Kopen dus, zou ik zeggen.
quote:EEN STROEVE SIRTAKI
In het jaar 2000 streek hij neer in de Nederlandse eredivisie. De Griekse spits Ioannis Anastasiou kwam van Anderlecht in België en kende een waanzinnig eerste seizoen. In Kerkrade hervond de Griek het plezier in het voetbal én zijn oude vorm. Negentien keer liet hij de aanhang van Roda JC juichen voor een goal van hem, de man die bij Anderlecht zo weinig speeltijd had gekregen. Ioannis Anastasiou had er drieëneenhalf seizoen opzitten in Kerkrade, toen Ajax hem naar Amsterdam lokte. De Griek had 48 keer gescoord voor Roda JC in 114 competitieduels, een zeer aanvaardbaar moyenne. Ajax haalde hem als lapmiddel voor de spitsenproblematiek in de jacht richting titel. Het werkte, mede door het aandeel van Anastasiou konden de Amsterdammers in 2004 de titel vieren.
Daarna zat Ioannis twee seizoenen lang vooral op de bank, al roemden de trainers zijn kleedkamerwaarde. Dat is eigenlijk een mooie term voor een speler die niet direct in aanmerking komt voor speeltijd, maar vooral inbreng heeft in het groepsproces. Met zijn ervaring kon hij de jonkies van Ajax een beetje sturen. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat die echt naar Anastasiou hebben geluisterd, ondanks zijn behoorlijke staat van dienst. Verwende snotapen zeggen echter al snel dat scoren voor subtoppers wat anders is dan scoren voor een topclub en daar hebben ze nog wel gelijk in ook. Waarmee direct het vermoeden rijst dat die waarde van Ioannis in de kleedkamer hoogstwaarschijnlijk wel meeviel.
Mooie speler, die Anastasiou. Hij is vooral erg slim, wat zich uit in zijn looplijnen en passing. Als aanspeelpunt paste hij ook wel in het traditionele systeem met vleugelspitsen, zoals ze dat bij Ajax hanteerden. Het enige probleem was dat Ioannis niet al te snel was en uiteindelijk van alles net een beetje miste, waardoor hij dus geen topper was. Dat is ook niet erg, want de voetbalwereld is meer gevuld met subtoppers en middelmaat dan met echte topspelers. Logisch en Ioannis wist dat zelf ook wel. Met zijn specifieke kwaliteiten was hij toch van waarde. Hij wist zijn beste eigenschap, namelijk voetbalintelligentie, optimaal uit te buiten. Het leverde hem soms net dat ene metertje ruimte op, waardoor hij kon scoren. Anastasiou moest je eigenlijk zien vanuit de lucht, zodat je kon zien hoe hij zijn inzicht vertaalde naar zijn acties. Waarbij hij af en toe best aardige treffers maakte.
Het was Sparta dat de Griek uiteindelijk redde van de Amsterdamse bank. Anastasiou zou in Rotterdam de kapstok van het aanvalsspel moeten worden en tevens een mentorfunctie moeten gaan vervullen. Bij Sparta lopen namelijk best jonge spelers met potentie, die op tactisch gebied nog wel wat moeten leren. Anastasiou moest daar bepalend in worden en kreeg van Wiljan Vloet dan ook de aanvoerdersband. De man met de grootste ogen van het voltallig vaderlandse trainersgilde kende Ioannis nog van Roda JC. Hij kende zijn kwaliteiten en erkende de waarde die de Griekse spits voor een elftal kan hebben. Zeker voor een elftal dat op voorhand niet elk duel gaat winnen.
In de voorbereiding leek het een geweldig huwelijk te gaan worden. Anastasiou werd in de rug gesteund door artiest Haris Medunjanin en zag op de vleugels technisch vaardige spelers als Dominique van Dijk, Rachid Bouaouzan en Jason Oost opduiken. Zij excelleerden regelmatig in de oefenduels van de Rotterdamse club, die direct een ambitieuze doelstelling lanceerde. In de potjes tegen amateurclubs schoot Ioannis er lustig op los en leek hij de man die Sparta zou gaan geven wat de spitsen van vorig seizoen nalieten, namelijk doelpunten.
Leek, want inmiddels is de competitie in volle gang en zit de aanvoerder van Sparta op de bank. De doelstelling lijkt voorlopig verder uit het zicht dan vrede in het Midden-Oosten, ondanks de recente zege op ADO Den Haag. Wiljan Vloet had het al over overleven en degradatie voorkomen, terwijl de beoogd doelpuntenmaker is ingehaald door het talent Marvin Emnes en de vorig jaar vervloekte Bulgaar Ivan Cvetkov. Het lijkt erop dat Anastasiou wat aan het verslijten is. De man was al nooit snel, maar dat gaat met het klimmen der jaren alleen maar meer opvallen. Hij zoekt naar zijn vorm en is voorlopig uitgerangeerd. Te stroef voor de Sirtaki van het strafschopgebied. Ik vind het jammer, zowel voor de fraaie voetballer Anastasiou als voor de prachtige club Sparta. Als er ergens voetbalgoden moeten huizen, dan toch zeker in Griekenland? Laat die eens interveniëren en Ioannis na de winterstop steunen, zodat die nog één keer zijn kwaliteiten kan tonen en met enkele goals Sparta kan behouden voor de eredivisie. Hij verdient het, want die engelen vertikten het ook al voor hem te zingen.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |