quote:SALSITA ZAZA
Het was een vreemd gezicht op de parkeerplaats van De Herdgang, de eerste dag dat hij er zijn opwachting maakte. De Mexicaan Salcido had van huis emmer, spons en zeem meegebracht en begon de auto’s te wassen van Cocu, Alex, Gomes en van al de andere grootheden, die al langer in Eindhoven voetbalden.
De selectiespelers wisten niet hoe snel ze de emmer uit zijn handen moesten nemen. Met zachte aandrang werd de Mexicaan meegetroond naar de kleedkamer. Dienstbaar opstellen oké, maar Salcido was toch echt aangetrokken om het eerste elftal te komen versterken en niet om auto’s te wassen. Die periode had hij afgesloten.
Natuurlijk is dit niet voorgevallen, maar het had zo maar kunnen gebeuren. Op jonge leeftijd was Carlos Arnoldo Salcido immers van het Mexicaanse platteland naar de grote stad vertrokken, waar hij onder meer met het reinigen van auto’s wassen in zijn eerste levensbehoeften voorzag. In zijn spaarzame vrije tijd voetbalde hij. Dat deed hij zo goed dat hij door scouts opgemerkt werd. Chivas Guadalajara werd zijn club, bijna zes jaar heeft hij er gespeeld. Vanaf het prille begin viel hij de nimmer versagende, aanvallend ingestelde back bijzonder in de smaak van de plaatselijke supporters. Salsita Zaza noemden de Chivas-supporters hem liefkozend, om zijn agressieve wijze van verdedigen en vanwege het feit dat hij elke mogelijkheid aangreep om de aanval te ondersteunen.
Die poëtische bijnaam is mooi gekomen. Salcido te zien lopen is immers pure poëzie. Sommige voetballers hebben dat. Henk Fräser, ooit een bikkelharde voorstopper van Feyenoord, was ook zo iemand. Ik heb wel eens training van Feyenoord bezocht, jaren geleden. Terwijl de andere aanwezige toeschouwers alleen oog hadden voor de spelers die een oefenpartijtje op het bijveld naast De Kuip aan het afwerken waren, bleef mijn blik rusten op Fräser, die licht geblesseerd, veroordeeld was tot het lopen van rondjes. Hij deed dat zo gracieus, dat het me deed denken aan een poema.
Ook Salcido is een speler met een majestueuze, elegante uitstraling. Maar hij kan ook bikkelhard zijn, In de Champions Leaguewedstrijd tegen Girondins Bordeaux pakte hij de lichtgeblesseerde Micaud zo hardhandig aan, dat trainer Ricardo Gomes genoodzaakt was zijn spelmaker in de rust te wisselen. Waarmee de angel uit het Franse spel dus verdween.
Het zal met instemming begroet zijn door zijn Eindhovense ploegmaten en door trainer Koeman. De Mexicaanse international is inmiddels niet meer weg te denken bij PSV. Linksback staat hij de laatste weken; een positie waar hij nog tot meer in staat is dan in het midden van de defensie. Zijn draai heeft hij allang gevonden. Verdedigend staat hij zijn mannetje en elk moment grijpt hij aan om met grote, elegante passen op te stomen naar de vijandelijke helft. Onvermoeibaar is hij. Zijn landgenoot German Silva, een gevierd ex-marathonloper, is er niets bij.
Vroeger liep op de linkerflank bij PSV Bengt Schmidt Hansen, in tegenstelling tot Salcido een pure aanvaller. Speersnel was deze Deen; Zoef de Haas werd hij genoemd. Meestal gaat de aandacht van voetbalvolgers uit naar dergelijke spelers, maar Salcido is, hoewel meer back dan aanvaller, een veel mooiere voetballer. Was Schmidt Hansen een blinkend steentje, Salcido is een fonkelende diamant.
En zeg nou eerlijk, Salsita Zaza klinkt toch veel mooier dan Zoef de Haas.
Precies. Erg leuk Beschouwquote:Op vrijdag 17 november 2006 19:54 schreef methodmich het volgende:
Is linksback inderdaad, maar dat mag de fraaie column niet bederven!
Stom. En Zoef de Haas was natuurlijk ook linksbuiten.quote:Op vrijdag 17 november 2006 19:54 schreef methodmich het volgende:
Is linksback inderdaad
quote:TVC 13: Unox
Enigszins onwennig stond hij tegen het hek van sportpark “De grote moat” geleund. Een verschoten basketbalshirt, afgetrapte gympies en een te korte spijkerbroek gaven hem een sjofel aanzien. Knalroze wanten omvatten zijn verkleumde vingers en een ijsmuts van het bekendste rookworstenmerk van Nederland bedekte meer dan de helft van zijn gezicht.
Voorbijgangers keken onderzoekend naar die lange gebogen gestalte in de schaduw, maar als hij hun blikken beantwoordde herinnerden ze zich plots iets belangrijks. Resoluut stapten ze dan door, met een stuurse uitdrukking op hun gezicht de hond voortslepend.
Het leek alsof hij er al een eeuwigheid stond toen Jaap, al jaren de trainer van het meest beruchte elftal van de club arriveerde. Moeizaam stapte Jaap van zijn fiets en zo vlug als zijn korte beentjes hem konden dragen snelde hij naar de poort. De voorzitter had hem gebeld met de mededeling dat er een tropische verrassing op hem wachtte op “De grote moat”. Jaap had zich nog nooit zo verheugd op een trainingsavondje van het dertiende. Eindelijk een beloning voor al die droevige zondagen en verregende vrijdagavonden. Speciaal voor de gelegenheid had hij zijn enige onderbroek zonder gaten aangetrokken.
In gedachten bevond Jaap zich al in een innige omhelzing met een tropische schone, toen hij plotseling opschrok van een warme stem die hem in gebrekkig Engels vroeg wie de trainer van het dertiende was. “Thats mie”, antwoordde hij in het steenkolenengels dat hij in 1958 op de landbouwschool geleerd had. Toen pas besefte hij dat hij praatte tegen een ruim twee meter lange neger, die ondanks dat het buiten meer dan twintig graden was een ijsmuts ophad en wanten droeg. Om van de schrik te bekomen nam hij een fikse teug uit zijn met strohrum gevulde heupflacon. “Hi”, zei de man,” My name is Abebe Andwele Bukala and they told me I’m going to play in your team” De naam “Abebe Andwele Bukala” vond Jaap veel te moeilijk om te onthouden en in gedachte doopte hij zijn nieuwe speler Unox, naar zijn hoofddeksel.
Jaap, enigszins teleurgesteld, maar na jarenlange ervaring met het dertiende absoluut niet uit het veld geslagen, leidde Unox rond over het complex. Gezamenlijk zaten ze daarna in de kleedkamer te wachten op de aankomst van de andere spelers. Als eerste kwam Herald binnen, gulzig kauwend op een broodje beenham. De andere spelers kwamen een voor een binnen en toen Frits, te laat als altijd, ook was gearriveerd vond Jaap het tijd geworden om de nieuwe aanwinst eens voor te stellen.
Nog diezelfde training werd duidelijk dat Unox een bijzondere speler was. Waar de meeste spelers drukker waren met het ontwijken van de bal en Heralds knetterende scheten, was Unox bezig met scoren. In het afsluitende partijtje, dat eindigde in 20 - 0, wist Unox maar liefst twintig keer te scoren. Gaandeweg het seizoen ontwikkelde Unox zich tot een legende, mede door zijn uiterlijk. Tegen Langeveen 9 wist hij maar liefst vijf keer te scoren, als keeper notabene. Ook in de andere wedstrijden liet hij zich geregeld gelden.
Na een interview met het sensatieblad “Typisch de essen” kreeg Unox regionale bekendheid. Regelmatig stonden er scouts langs de kant bij wedstrijden, die bijna begonnen te huilen bij het zien van de opkomst van het dertiende. Als ze Unox dan zagen spelen haalden ze echter steevast hun notitieblokjes te voorschijn en verschenen de euro’s in hun ogen. Na een tijd gingen er steeds meer geruchten, verscheidene clubs zouden interesse hebben in Unox, waaronder enkele eredivisionisten. Unox zelf antwoordde op alle geruchten altijd ontkennend. Hij had het dertiende in zijn hart gesloten en hield teveel van de heerlijke gehaktballen, die elke zaterdag voor hem in de kantine bereid werden door de kundige kantinemedewerkers. Nee, tussen Unox en tvc zat het wel goed, dat was een huwelijk voor het leven.
Unox ging verder met wat hij het gehele seizoen al had gedaan, hij bleef maar scoren, elke zondag weer. Tot die regenachtige zondagmorgen in november. Een zondagmorgen als alle andere, een uitwedstrijd tegen De Pollen 6 op het programma, 10.45 uur de vertrektijd. Om 11 uur was iedereen aanwezig, behalve Unox. De jongens begonnen in paniek te raken, Unox was nooit te laat. Niemand had echter zijn telefoonnummer en hij had ook geen vast adres. Unox was die dag niet aanwezig en zonder hem werd er met 13-0 verloren in De Pollen.
Ook op de eerstvolgende training was Unox niet aanwezig, evenals op de daaropvolgende wedstrijd. Unox was even plotseling verdwenen als hij ooit gekomen was en over zijn verdwijning gingen de wildste geruchten. Zo had een speler van het 4e hem gezien op een woonboot in de Amstel, volgens anderen was hij uitgezet door de vreemdelingenpolitie, sommige kwaadsprekenden beweerden dat hij was ingegaan op het aanbod van een malafide voetbalmakelaar en nu wegkwijnde in de Ierse 2e divisie. Al snel was Unox niet meer dan een verhaal dat verteld werd. Sommige mensen geloofden zelfs niet dat Unox ooit bestaan had. De spelers van het 13e wisten wel beter, zij konden nooit meer een broodje rookworst bestellen zonder met weemoed terug te denken aan die lange slungel met zijn ijsmuts.
Donequote:Op dinsdag 21 november 2006 19:18 schreef methodmich het volgende:
Beschouw.... Wilde tong me net jouw VI-columns doorsturen, maar het lukt hem niet helemaal. Lijkt me wel leuk om ze te lezen. Zou je ze naar mij kunnen mailen? Als het goed is heb je mijn emailadres nog.
quote:DE NIEUWE RIJKAARD MOET NOG LEREN SCHAKEN
Wie enkele weken geleden de beelden van AZ – FC Utrecht zag wist genoeg. Het shot van een goedkeurend knikkende bondscoach Marco van Basten en zijn trouwe maatje John van ’t Schip sprak voor zich. Marco bekeek AZ en zag David Mendes da Silva excelleren. Een selectie kon dan ook niet uitblijven. Wacht even, zo constant speelde die aanwinst in Alkmaar toch niet? Klopt, de Rotterdammer had even een aanloopperiode nodig. Maar constante prestaties zijn al jaren geen argument meer om een invitatie voor Oranje te ontvangen. Het Nederlands elftal is een schoolklas geworden, die het einddoel telkens uitstelt. In dat licht bezien was de selectie van David Mendes da Silva volledig logisch.
Laat duidelijk zijn dat zijn kwaliteiten een eventuele loopbaan als international ook best rechtvaardigen. Toen David Mendes da Silva in het seizoen 1999/00 als jongen van zeventien debuteerde bij Sparta waren velen het er al roerend over eens. Dit zou een grote worden, dat kon niet missen. Qua stijl deed hij veel mensen denken aan Frank Rijkaard en dus werd hij al snel “de nieuwe Rijkaard.” Zulke vergelijkingen vormen altijd een loden last voor een speler, die deze onzichtbaar mee moet dragen bij zijn handelen in het veld. De weg van David Mendes da Silva richting de top liep dan ook wat averij op. Een transfer naar Newcastle United ketste af en ook Ajax haakte af wegens de vraagprijs van Sparta. Het ontlokte Leo Beenhakker de weinig vriendelijke bewering dat “het hier niet om Diego Mendes da Silva ging.” Later zou de speler op huurbasis alsnog in Amsterdam verschijnen, maar wist hij in een half seizoen geen minuten te maken. Via de eerste divisie en NAC Breda kwam hij dan alsnog in de top van de eredivisie terecht, want daar hoort AZ inmiddels toch wel bij.
Voor iemand die nog altijd slechts 24 is heeft David Mendes da Silva al een schat aan ervaring. Hij degradeerde met Sparta, speelde degradatievoetbal, speelde in de eerste divisie, nam al eens een kijkje in de keuken van een topclub en werkte met trainers van naam. Toch was het ergens wel verrassend dat AZ hem wegplukte uit Breda. Bij NAC toonde hij namelijk regelmatig aan over kwaliteiten te beschikken die hoger lagen dan het gemiddelde bij de geelzwarten, maar dat deed hij niet direct op structurele basis. Daarnaast was hij nogal eens geblesseerd. AZ zag echter zijn potentie en schroomde niet hem binnen te halen. De begaafde stylist leek nog even slachtoffer te worden van zijn eigen multifunctionaliteit, maar lijkt de laatste weken de eerste man te zijn op de positie van verdedigende middenvelder. Sinds hij daar speelt, begint hij ook op te vallen. Met de selectie door Van Basten als gevolg.
In een groot voetbalweekblad gaf David Mendes da Silva onlangs aan deze positie ook te prefereren. Hij kan er het spel sturen en zijn grootste kwaliteiten aanspreken. Hij heeft namelijk een goed overzicht, een voor deze positie geschikte fysiek en heeft voldoende techniek om er te spelen. Met zijn loopvermogen zou hij zelfs ook aanvallend iets kunnen toevoegen. Voorts maakte hij een interessante opmerking, namelijk dat hij veel meer was gaan nadenken over zijn spel sinds hij als verdedigende middenvelder speelt. Dat is natuurlijk ook zo. David Mendes da Silva moet als het ware gaan leren schaken. Hij moet vooruit denken, zich bewust worden van het effect van zijn acties en de balans van de ploeg bewaken. Als er te veel pionnen naar het front gestuurd worden, dient hij de koning te verdedigen. Hij moet snel denken en strateeg worden.
Dit interessante proces zal dan gestuurd moeten worden door Louis van Gaal. De gewezen succestrainer van Ajax staat bekend als iemand die jonge spelers kan kneden op weg naar de top. Dat hij de jonge David Mendes da Silva nu al deze moeilijke opdracht geeft, is tekenend voor zijn werkwijze. Van Gaal schroomt nooit om iets afwijkends te proberen, als hij denkt dat zijn elftal daar sterker van zal worden. Zo stelde hij bij Ajax bijvoorbeeld Edgar Davids op dezelfde positie op in belangrijke Europese wedstrijden, terwijl die vooral linkshalf speelde. Ooit zette hij Jari Litmanen kort voor de defensie en bij Barcelona experimenteerde hij met Ronald de Boer en Boudewijn Zenden als backs. Niet altijd met succes, maar Van Gaal durft het wel. Hij herkent in Mendes da Silva ongetwijfeld iets van de man die hem in 1995 hielp wereldfaam te vergaren als coach, Frank Rijkaard. Zoals menigeen voor hem. Zo ver als Rijkaard is Mendes da Silva uiteraard nog lang niet. In de buurt komen kan hij wel. Maar eerst leren schaken. Nu maar hopen dat Sinterklaas het goed voor heeft met de toekomst van het Nederlands voetbal en David een schaakset cadeau doet.
Ben ook benieuwdquote:Op dinsdag 21 november 2006 19:18 schreef methodmich het volgende:
Beschouw.... Wilde tong me net jouw VI-columns doorsturen, maar het lukt hem niet helemaal. Lijkt me wel leuk om ze te lezen. Zou je ze naar mij kunnen mailen? Als het goed is heb je mijn emailadres nog.
Hier heb je er eentje, uit 1996quote:Op donderdag 23 november 2006 00:34 schreef dndiek het volgende:
[..]
Ben ook benieuwd
Kan iemand ze ook naar mij doorsturen zie profiel?
quote:DEN HAAG
Mark Wotte, toekomstig trainer van FC Den Haag zegt tevreden dat zijn club weer op de rails staat, alleen ziet niemand het nog. Attenooie, wie moet dat zien dan? Wotte moet in de kroten geweest zijn, want als ik aan FC Den Haag denk, zie ik een roestig, vies en gedeukt treintje, uitgerangeerd op een doodlopend zijspoor van het station Hollands Spoor. O, o Den Haag, waar zijn de tijden gebleven waarover Harry Jekkers zo mooi zong? Martin van Vianen en Theo van den Burgh. Aadje Mansveld, Henkie Houwaart, Ton Thie, Lexie Schoenmaker en Dickie Advocaat. Enige weken geleden, thuis tegen RBC, hing op de lege Midden Noord-tribune een eenzaam spandoek: "Is dit de toekomst?" De makers van dit laken, de laatste overgebleven supporters, arriveerden een kwartiertje na de aftrap. Ze hadden eerst nog een stapel linke faxen verzonden. Net als met het spel op de grasmat is het ook met de inventiviteit van de supporters bergafwaarts gegaan. Vroeger staken ze nog eens een tribune in de fik. Nu pleit ik er niet voor dat het Zuiderpark weer in de hens gestoken wordt, maar destijds werd er tenminste met ontzag over Den Haag gesproken en geschreven.
"De trein staat weer op de rails." Wat bazelt die Wotte toch? Zie ik zo bleek? Vroeger denderde diezelfde trein door de eredivisie en was er bij Den Haag altijd wat te beleven. Origineel waar! Bengaals vuurwerk, gave spreekkoren, vlaggen, naakte mokkels op het veld. Sfeer, spanning en sensatie. En er werd gewonnen! Een bezoekje aan het Zuiderpark was een belevenis, vergelijkbaar met de avonturen van Indiana Jones. Nu bevolkt nog slechts een handjevol bejaarde mannetjes de tribune, nostalgisch lispelend over de gouden jaren van het grote ADO.
Want daarmee is het natuurlijk allemaal begonnen: de fusie met Holland Sport en het verkwanselen van de schitterende voetbalnaam ADO, Alles Door Oefening. Een heel regiment bestuursleden heeft zich de afgelopen decennia bemoeid met de Haagse trots en allemaal hadden ze schitterende plannen en nog betere ideeën. Het enige tastbare resultaat was slechts het inruilen van het trotse ADO-shirt voor een afgrijselijk Zeeman-textieltje en het afstoten van voetballers als Valk, Van Eijkeren, Lankhaar, Vriesde, Talan, Koning, Gentile, De Romijn en Hoogendorp. En straks is ook Grünholz pleiten.
Aadsje Mansveld wordt geëerd middels een naar hem vernoemde tribune met gedenksteen, maar de monumentale verdediger moet zich grommend in het graf omdraaien bij het aanschouwen van alle huidige ellende. FC Den Haag in de kelder van het betaalde voetbal, je zou je voor minder afwenden. Andere clubs bezitten spelers, die uit wijken komen, waar nog dag-in dag-uit op straat gevoetbald wordt. Davids, Sion, Reiziger, Kluivert, Van Bronckhorst, Hoekstra; zij leerden de kneepjes van het vak op achterafpleintjes en werden bij hun clubs gekneed tot de spelers die ze nu zijn. Waar zijn de Tsjeu la-Lings, de Johnny Dusbaba's en de Karel Bouwensen? Mij maak je niet wijs dat ze er niet meer zijn. Ook in Den Haag moeten twinkelende straatvoetballertjes nog bij bosjes van de pleintjes en grasveldjes te plukken zijn. Maar wie wil er in hemelsnaam nog bij FC Den Haag gaan voetballen, waar spelers zich voor een grijpstuiver in het zweet lopen en verliezen van Haarlem, Telstar, VVV en Helmond Sport? En volgend jaar alweer onder een andere naam: HFC ADO Den Haag. Hoe verzinnen ze het! Zelfs meubelstuk René Stam is er gestoord van geworden en nokt gedesillusioneerd af. Topamateurs uit het Westland gaan de selectie bevolken: de club gaat naar de gallemiese.
"Is dit de toekomst".
De laatste, hondstrouwe aanhangers hebben groot gelijk, zo kan het niet langer. Van op deze plek vraag ik daarom aan al die gasten een laatste actie op touw te zetten. Ga met de pet rond, verkoop rondslingerende autowrakken, troggel de Haagse middenstand een joetje of drie, vier per zaak af, vraag Kees van Kooten en Wim de Bie een bijdrage en schaf van de verzamelde flappen een paar geelgroen gespoten scooters met ingebouwde gettoblaster aan. Schenk deze tweewielers aan het bestuur, ruk Piet de Zoete, John van Ringelestein en al die andere kerels van achter de vergadertafel vandaan en zie er op toe dat ze elke avond jullie wijken intrekken op zoek naar Haags talent. Nu de dagen opnieuw gaan lengen en het avondzonnetje terugkeert, zullen de plantsoentjes in de Jacob Catsstraat, de Jan Luykenlaan en aan het Jacob van Campenplein weer volstromen.
Daar komt Piet de Zoete op zijn scootertje aanscheuren, keiharde discomuziek schalt uit de boxen. Hij parkeert het ding aan de rand van het veldje en pulkt omstandig een schrijfbloc uit de binnenzak. "Jongens, als jullie bij Den Haag komen voetballen, krijgen jullie van ons zo'n scooter, gratis".
Die avond wordt er gespeeld als nooit tevoren en is FC Den Haag een hoop talenten rijker. En de volgende avond weer en weer. Mannen, spoedig zullen wij de dag beleven dat overal in Den Haag geelgroene scootertjes rondkarren en dat er bij de FC weer echt gevoetbald wordt, door Haagse jongens, jullie maatjes. De tribunes puilen uit, het Zuiderpark bruist weer. De bejaarden zullen trots hun gekromde ruggen rechten: "Dat we dit nog mee mogen maken". Dan is ook de tijd gekomen de naam ADO weer in te voeren. ADO: Allemaal Dankzij Ons.
Die wil nu weer wat gaan doen voor ADO las ik in VI.quote:
Nou, vooruit dan.quote:Op donderdag 23 november 2006 21:18 schreef tong80 het volgende:
Die andere mag je ook plaatsen beschouw. Was erg leuk om te lezen. Vooral omdat ie van 10 jaar geleden dateert en je echt terug gaat in de tijd.
quote:ADMIRAL NELSON
In een melancholieke bui besloot manager Glenn Hoddle van het Londense Chelsea vorig jaar Ruud Gullit aan te schaffen. Mijn wenkbrauwen schoten omhoog toen dit nieuws wereldkundig werd gemaakt. Wat moest Gullit in vredesnaam bij Chelsea? Lekker afbouwen en genieten van een zorgeloze, oude dag op het middenveld in het Engelse honderd-kilometer-per-uur-voetbal? Een soort Zwitserlevengevoel op Stanford Bridge dus? Daar zou het vast en zeker op uit draaien, want zeg nu eerlijk, veel moois hadden we de laatste jaren van Gullit niet meer gezien. Ruud Gullit was passé, uitgekotst door dezelfde mensen die hem enkele jaren eerder nog op handen hadden gedragen. Overigens had Gullit eigenhandig bijgedragen aan zijn negatief imago, want de man bemoeide zich letterlijk overal mee. Doodmoe werden we van zijn ge-ouwehoer, altijd wist hij het beter, tot vervelens toe. Maar Ruud voelde zich onbegrepen. Gekrenkt besloot hij zich nooit meer voor Oranje beschikbaar te stellen. Nederland juichte deze beslissing toe. Vergeten was zijn optreden tijdens de Europese kampioenschappen van 1988 en zijn memorabele Milantijd in gezelschap van Rijkaard en Van Basten. Gullit had afgedaan, het was over en sluiten. Daarom glimlachte menigeen meewarig toen Glenn Hoddle trots als een pauw bekend maakte de Zwarte Tulp gecontracteerd te hebben. Daar zou Glenn nog veel plezier van hebben: een volgevreten vedette op zijn retour, die nog even een lading zakken vol Engelse ponden kwam ophalen en borg zou staan voor minstens een rel of zes.
We zijn inmiddels een dik half jaar verder en Ruud Gullit schrijdt met de week majestueuzer en statiger over de Engelse velden. Des Lynam, Garry Lineker en Alan Hansen van BBC's Match of the Day beschouwen met kwijl om de mond almaar lyrischer Ruuds verrichtingen. Gullit is als admiraal Nelson van de roemruchte Engelse vloot, soeverein heersend over de zeven wereldzeeën. Hij stuurt zijn matrozen Peacock en Spackman het want in, zet Wise en Hughes aan de kanonnen, draagt Phelan en Spencer op het dek te zwabberen, plaatst Petrescu in het kraaienest en staat zelf aan het roer, met dreads wapperend in de wind als de Union Jack op een admiraalsschip.
Op Stanford Bridge is een fenomenale Gullit te aanschouwen, links en rechts met fabelachtige passes strooiend. En kom bij mij niet aan met zoiets als "in het land der blinden is éénoog koning", omdat Nelson tijdens een van zijn vele zeeslagen het licht uit het linkeroog verloor. Gullit ziet een vrijstaande collega op veertig meter afstand in een split second en even later ligt de bal op diens stropdas. In Engeland heeft het voetbalspel Ruud Gullit weer in de armen gesloten. Waar Dennis Bergkamp van Arsenal sjokkend en puffend als een modderschuit over de velden dampt, waar Bryan Roy van Nottingham Forest met steeds hoger opgetrokken schouders als op een winderig platbodempje de duels uit de weg gaat, rijst de ster van Gullit tot grote hoogten. Er vaart een imposant schip in de Premier League. Nog even en Guus Hiddink zit bij Chelsea op het ereterras, in het gezelschap van Frits Barend.
Admiraal Nelson schoot enkele eeuwen geleden ieder vijandelijk schip naar de bodem van de oceaan en zeilde trots en zelfverzekerd naar de volgende klus. Hij sloot geen enkele tegenstander in de armen. Veel liever kielhaalde hij ze, hing ze op in de top van de ra of voerde ze aan de haaien. Zou Gullit wel vergevingsgezind zijn? Ik denk het niet. Ook al biedt Guus Hiddink Gullit een witte vlag aan ten teken van volledige overgave, al kust Frits Barend hem op beide wangen, Ruud zal trots de steven wenden en huiswaarts koersen, Hiddink en Barend in vertwijfeling achterlatend.
Dat gaat nog mooie taferelen opleveren straks in Noordwijk, wanneer het Nederlands elftal in volle voorbereiding is op het aanstaande EK.
's Ochtends bij het ontbijt wordt de voltallige selectie opgeschrikt door een paar daverende knallen. Glasgerinkel, versplinterend hout, rondvliegend gesteente. Totaal in paniek stormt Hiddink de duinen op en boven aangekomen ontwaart hij achter de vloedlijn een oorlogsbodem met rokende kanonnen. In volle glorie staat admiraal Nelson in eigen persoon op de voorplecht en geeft middels vlagsignalen aan dat de bondscoach in Engeland niet moet gaan voetballen zoals zijn voorganger Advocaat op het WK in Amerika. Het is de laatste bemoeienis van Ruud Gullit met het Nederlands elftal. Voor Hiddink van de schrik is bekomen, is het schip op de weg terug naar Londen.
Als Oranje in juni glorieert op de Engelse velden en elke tegenstander aan de zegekar bindt, zal een nobele Ruud Gullit bij de BBC vertellen, dat hij altijd al geweten heeft dat Hiddink en zijn manschappen tot grootse dingen in staat zijn. Dat had hij na Nederland-Ierland in Liverpool ook al gedaan. Als dank voor zijn waarschuwingsschoten vooraf en al zijn lovende woorden tijdens het toernooi zal de KNVB Gullit alsnog de afscheidswedstrijd aanbieden die hij verdient. Zo komt alles toch nog op zijn pootjes terecht.
quote:TE WARM
En weer is de gemiddelde temperatuur in ons land gestegen. Het najaar is 1,3 graad warmer dan vorig jaar en ook toen al werd er een record gevestigd. In 2005 was de temperatuur in de herfst namelijk al twee graden hoger dan normaal, zo maakte het KNMI vorig weekeinde bekend. Men gaat onderzoeken waar die stijging vandaan komt, want in Nederland is de stijging groter dan in de rest van Europa.
,,Het heeft onder meer te maken met de warme zomer en de continue aanvoer van warme lucht uit het zuiden, maar daarmee is nog niet alles verklaard’’, lieten de weerkundigen van het KNMI weten. Ik weet nog wel een reden: de opgekropte agressie van de gemiddelde Nederlandse voetbalsupporter. Woede maakt niet alleen blind, maar zorgt tevens voor een stijging van de lichaamstemperatuur. Hoe zijn anders de verhitte, rode koppen te verklaren van mensen, die zich op de tribune en aan de zijlijn opwinden?
Neem nu eens het volk dat in De Kuip Feyenoord ziet spelen. Negentig minuten zitten ze te razen en te tieren en als er een vliegtuigje over het stadion zou vliegen dat de temperatuur kwam opmeten, zou het door de stralingshitte vanaf de tribunes in de lucht in brand vliegen. De toorn van de Feyenoordsupporters helpt overigens wel, want sinds Het Legioen van leer trekt tegen alles en iedereen in het algemeen en Jorien van den Herik in het bijzonder, wint de ploeg wedstrijd op wedstrijd, op de uitglijder in Nijmegen na.
Dit gedrag vindt elders natuurlijk navolging. Heet was het vorige week zondag dus ook in Den Haag, bij ADO – Vitesse. Boze supporters met verhitte koppen kwamen het veld op met stoom uit hun oren. Het kwik in de thermometer vloog omhoog, het gras verschroeide.
Door zulke incidenten zal de temperatuur ook volgend jaar een nieuwe recordhoogte bereiken. De Elfstedentocht zal nooit meer verreden worden en over een paar jaar kunnen we in de wintermaanden nog zwemmen in de open lucht. Van mij mag het best een beetje kouder worden.
Ja, bewust. Is de lengte van de column die ik elke week in een regionaal huis-aan-huis-blad schrijf.quote:Op dinsdag 28 november 2006 19:38 schreef methodmich het volgende:
Vond de laatste goed bedacht, maar iets aan de korte kant. Bewust?
quote:TOPTRAINER
In zijn periode als trainer van Ajax was Ronald Koeman regelmatig te gast bij Voetbal Insite. Vaste analyticus Johan Derksen kreeg dan telkens de vraag voorgelegd of Ronald Koeman een toptrainer was. Altijd zei Derksen dat Koeman dat nog steeds niet was. Die bewering was destijds niet eens zo onterecht. Koeman boekte successen bij Ajax en presteerde cijfermatig het best van de recent in Amsterdam werkende coaches. Toch kon hij zijn karwei niet fatsoenlijk beëindigen en stapte hij zelf voortijdig op, al dan niet om zijn ontslag voor te zijn.
De eigenwijze jonkies botsten steeds vaker met de coach, die zich niet altijd even goed leek te kunnen inleven in spelers die de top nog moesten gaan bereiken. Daarbij ondervond hij geen steun van ervaren voetballers, want die had hij amper. Als ze er al waren, zaten ze op de bank of waren ze karakterologisch geen leiders. Uiteindelijk verloor hij de strijd, omdat hij de neuzen in Amsterdam niet meer dezelfde richting op kon krijgen. Zijn aankopen voldeden niet allemaal en daarnaast werd ook het spel minder sprankelend, hetgeen bij Ajax altijd kritiek oplevert. Vorig seizoen belandde Koeman na een rustpauze van enkele maanden in Portugal. Met Benfica presteerde hij in Europees verband wederom prima, wat hij bij Ajax ook al eens deed. Toch vond men hem wat te offensief, in tegenstelling tot de reputatie die hij in eigen land heeft. Benfica deed, mede door de gemiste landstitel, dan ook niet al te lastig toen PSV zich deze zomer meldde voor Koeman.
Wat moest PSV nu met Ronald Koeman? Menig supporter van de landskampioen vroeg het zich af. Ze hadden regelmatig gegniffeld om Koeman, als die met Ajax tegen een zeperd opliep. Bovendien kon hij ook al geen aankopen doen. Nee, Koeman was lang niet de gewenste kandidaat van de meeste fans. Moest hij dan de onder de naar Rusland vertrokken Guus Hiddink vergaarde successen gaan voortzetten? Zijn overgang uit het stadion van het licht naar de lichtstad wekte dus verbazing. Natuurlijk, als speler was hij in Eindhoven uiterst succesvol geweest. Niet alleen in Eindhoven trouwens, maar dat was nog wat anders dan zijn trainersloopbaan.
Inmiddels heeft Koeman de criticasters al redelijk de mond gesnoerd. De naam van de tsaar van de Achterhoek valt al niet zo vaak meer. Want PSV gaat onder Koeman gewoon verder waar het onder Hiddink is opgehouden. Met dit verschil dat Koeman probeert om PSV met name in thuisduels iets meer spektakel te laten bieden. Onder zijn voorganger werd er soms wel erg vlot en opzichtig op de rem gedrukt als de winst in veilige haven was, nu scoort PSV er lustig op los. Als de ploeg vanavond aftrapt tegen Vitesse heeft het al reeds veertig keer gescoord en slechts zes treffers tegen. PSV kent bovendien al veertien verschillende doelpuntenmakers, zodat het totaal niet afhankelijk lijkt van bepaalde spelers om te scoren. Een kenmerk dat Ajax onder Koeman overigens ook had. Europees is men ook al in recordtempo een ronde verder.
Natuurlijk, hij heeft weinig hoeven veranderen aan de formule. Maar het is te makkelijk om te doen alsof Ronald Koeman geen inbreng heeft gehad in dit geheel. Hij verloor immers op de valreep nog twee basisspelers en speelt met de tactiek. Hij past zijn elftal aan om een maximaal resultaat te halen, iets wat bij Ajax nooit echt gewaardeerd werd. Bevrijd van een beklemmend spelsysteem kan Koeman zichzelf zijn: een resultaattrainer met oog voor details. Gesteund door de ervaring van enkele vooraanstaande spelers gebeurt alles in Eindhoven momenteel in harmonie. Het zal een verademing zijn voor Koeman om met een gedisciplineerde groep te kunnen werken, waarin de spelers elkaar corrigeren. Precies zoals hij het zelf gewend was als speler. Ronald Koeman kent de absolute top en denkt volgens de wetten van de absolute top. Winnen telt, schoonheid komt later. Natuurlijk kan hij genieten van fraaie aanvallen, zoals Barcelona in zijn tijd deed. Maar evenzeer leerde hij dat er meerdere wegen naar de winst leiden. Hij speelde in het enige Nederlands elftal dat een internationale prijs won, terwijl het niet volgens de nationale maatstaven opereerde. Schoonheid is vergankelijk, resultaten blijven eeuwig staan.
Een gedachte die men in Eindhoven inniger omarmt dan in Amsterdam. Hij moet genoten hebben toen zijn PSV in Amsterdam won op de daar meest verfoeide manier. Gegniffeld hebben om Henk ten Cate, die de treffer van Simons eigenlijk niet wilde tellen. Het is inmiddels zover dat je, wellicht afgezien van Ajax, AZ en Feyenoord, eigenlijk geen ploeg meer kan bedenken die PSV in eigen land echt schade kan berokkenen. Goed, een bedrijfsongevalletje zal nog wel voorkomen, maar Koeman lijkt stevig op koers richting een volgende landstitel. Ondertussen ziet hij hoe bepaalde spelers bij Ajax nog altijd in oude fouten vervallen en zichzelf uit de wedstrijd voetballen. Misschien moet Johan Derksen volgende keer maar eens vaststellen dat Ronald Koeman inmiddels wel degelijk is uitgegroeid tot een toptrainer.
quote:Voetbalwet waar blijft-ie nou, hihaho...
Zondagmiddag 16:00 lokale tijd was ik aanwezig bij het duel tussen de twee sterkste elftallen van Engeland. Manchester United en Chelsea vochten op Old Trafford in een geweldig spektakelstuk de strijd uit om plek één in de Premier League. Eigenlijk wilde ik u vooral vertellen over de geweldige ervaring in een van de mooiste voetbaltempels van de wereld, maar de actualiteit noodzaakt mij om met mijn weekend Manchester iets anders aan te kaarten.
Het volle uitvak met rond de 2.000 meegereisde Chelsea-supporters stond zonder enige omheining tegen het veld aan. Aan de rechterzijde van het vak stond een kleine plastic wal en aan de linkerzijde een smalle (éénmans) scheidingslijn van gele supposten. Aan beide kanten zaten de fans van de twee rivaliserende ploegen op minder dan twee meter van elkaar af. Hoewel de belangen groot waren en daar emoties bijhoren, hielden beide supportersgroepen zich in toom. Alle emoties, zowel positief als negatief, werden geuit in gezang, gezang en nog eens gezang. De tienduizenden fanatieke aanhangers van de Mancunians en The Blues gaven de confrontatie ook buiten het veld om een vermakelijk tintje. Zo nu en dan stapte José Mourinho, die vanaf de tribune waar ik zat bijna aan te raken was, zijn dug-out uit. Binnen no time kreeg de flamboyante Portugees de tekst Sit down Mourinho, Sit down Mourinho, Sit down Mourinho... om zijn oren. Ludiek en zo waren en meer soortgelijke liederen te bespeuren.
Nadat wij na afloop nog even goed om ons heen gekeken hadden en Edwin van der Sar en companen door middel van een applaus uitgebreid hadden bedankt voor het optreden van de middag, baanden wij ons een weg naar de uitgang. De oude, typisch Engelse voetbalpoortjes gepasseerd te hebben, arriveerden wij weer buiten. Daar kwam ik een voor mij zeldzaam fenomeen tegen. De Manchester United-supporters zochten hun weg naar huis midden tussen de Chelsea-fans, die ook de weg naar de uitgang van het stadion hadden gevonden. Van een gespannen sfeer geen énkele sprake, merkte ik tot grote verbazing van mijn vrienden en mijzelf op. Sommige Manchester-fans feliciteerden de uitsupporters met een stevige handdruk, de ander zong grappend We're on top of it (Manchester behield koppositie, red.). Dit laatste werd zeer respectvol beantwoord door de Chelsea-aanhang met een glimlach. "Moet je nou eens kijken", riep een vriend enthousiast. "Er zitten zelfs hele families in een uitvak, inclusief kinderen!"
Het ging er niet alleen in het stadion rustig aan toe, maar ook buiten was dus geen enkele sprake van hooliganisme. Ik dacht even aan de vele Ajax-Feyenoord's die ik in mij leven bezocht heb. "Stel je voor dat wij als Ajax-fans midden tussen de Feyenoord-supporters zouden lopen na de wedstrijd", vertelde ik een van mijn vrienden. "Onmogelijk, dat zou uitlopen op een masale slachtpartij." Toch diep en diep triest, constateerden we. Waarom kan dit in Engeland, het land waar niet alleen het spelletje maar ook het hooliganisme geboren is, wel en bij ons niet? Waarom slaan ze elkaar bij ons de pan in en heeft men hier in Engeland gewoon nog respect voor elkaar? Waarom proef ik hier de blijdschap en de vreugde van het voetbal en moet je in veel Nederlandse stadions na afloop uitkijken waar je loopt?
Al snel realiseerden wij ons dat dat dit alles zijn oorzaak bij de geroemde voetbalwet van de voormalige Engelse premier Margaret Thatcher vindt. Ware het immers niet de Chelsea-fans die ook met het Engelse nationale elftal meereisden en alles in Europa aan gort sloegen? Waren deze mensen er zondag niet of hielden ze zich in toom? Ik vermoed een combinatie van beide. Met de invoering van de Football Spectators Act in 1989 (naar aanleiding van het Hillsboroughdrama dat 96 personen het leven kostte), worden hooligans flink aangepakt. Diegene die zich in het verleden eens heeft misdragen, komt nu het stadion niet meer in. Telkens wanneer er gevoetbald wordt, moet de desbetreffende persoon zich melden bij de politie. De meeste potentiële hooligans halen het niet meer in hun hoofd om iets (ernstigs) uit te halen. Het betreden van het veld kan alleen al jaren gevangenis op leveren, het aanvallen van een rivaliserende supporter kan tot nog hogere straffen lijden. Hogere, want wat is er voor een diehard voetbalsupporter nou erger dan de wedstrijden van de je favoriete ploeg niet meer te mogen bijwonen?
De voetbalwet werkt, dat is in de afgelopen jaren wel bewezen. Tijdens de rondleiding op Old Trafford liet ik mij door de uiterste amusante gids vertellen dat er in het jaar 2006 tot nog toe slechts 130 personen in of rondom het stadion zijn gearresteerd. Het feit dat bij het minst of geringste onheuse gedrag door de Bobby's al over gegaan wordt tot actie, maakt dit aantal op drie miljoen bezoekers per jaar tot uiterst gering.
Natuurlijk vinden ook in Engeland nog altijd grote vechtpartijen plaats tussen rivaliserende clubs. Maar het hooliganisme is het stadion uitgebannen en dat is al een hele prestatie op zich. Als ik dan zie hoe een groep mensen dat zich supporter van Feyenoord noemt de Rotterdamse trots donderdagavond in het UEFA Cup-duel bij Nancy naar de klote helpt, vraag ik mij af: wanneer gaan wij ook op het vaste land van Europa eens tot handelen over. Wanneer is de tijd weer rijp dat moeder het verantwoord vindt om haar kleine jongen met vader mee naar het stadion te laten gaan? Wanneer wordt voetbal weer gewoon voetbal? Om mij tot Nederland te beperken: politiek, waar blíjft die voetbalwet nou?
Door Passie Gedreven
Ik vind het een beetje makkelijk om Ronald Koeman een toptrainer te noemen nadat hij een paar maanden PSV goed onderhouden heeft, zijn voornaamste taak is geweest om het kunstwerk van Hiddink te beschermen en niet te laten beschadigen. Natuurlijk zal hij ook een bijdrage gehad hebben, maar om al van een toptrainer te spreken... Dat vind ik veel te vroeg en zeker met zijn wanprestaties bij Vitesse, Ajax en Benfica in gedachte nemend... Verder leuke column, vermakelijk geschrevenquote:Op woensdag 29 november 2006 15:58 schreef methodmich het volgende:
Klopt hoor, maar het viel me in vergelijking met de rest op. Vandaar!
[..]
quote:SCHERP
Enigszins voorovergebogen beweegt hij zich langzaam zich over het voetbalveld. De glimmende schedel piept tussen de opgetrokken schouders uit, de bovenrug is een beetje gekromd. Sloffend beweegt hij een paar meter naar rechts. Afwezig lijkt hij wel, met zijn gedachten er niet helemaal bij. Maar dat is slechts schijn. De ogen staan alert, de spieren zijn gespannen, want elk moment kan het gebeuren.
Ineens is dat moment daar: een bal komt in zijn richting. Met een simpele voetbeweging controleert hij het leer, doet een paar stappen en haalt vervolgens vernietigend uit met zijn rechterbeen. De bal verdwijnt in de verste hoek van het doel, onbereikbaar voor de keeper. Als zijn ploeggenoten hem juichend bespringen en het publiek jubelend opveert, lacht hij zijn parelwitte tanden bloot. Blaise N’Kufo heeft het naar zijn zin bij FC Twente, dat is zonneklaar.
Lausanne Sports, Echallens FC, Al-Arabi Doha, Yverdon Sports, Grasshoppers Zürich, FC Lugano, FC Luzern, FSV Mainz, de reservebank van Hannover ’96. Een heel voetballeven had N’Kufo al doorgebracht bij obscure clubjes toen hij in augustus 2003 op huurbasis neerstreek in Tukkerland. Een beroemdheid was hij niet en de Duitssprekende Congolees met Zwitserse roots leek de zoveelste passant, die bij FC Twente aan de slag ging.
Al snel maakte hij duidelijk dat hij niet zo maar een voetballer was. Met fabelachtige doelpunten tegen Ajax en Feyenoord en een onvoorstelbaar optreden in de bekerwedstrijd tegen NAC Breda maakte hij rap naam. Het huurcontract werd omgezet in een definitieve overeenkomst en hoewel Blaise zei dat hij ooit nog wel eens naar een grote club wilde, was het huwelijk tussen N’Kufo en FC Twente een feit.
Maar helemaal vlekkeloos verliep het daarna niet. Hij liep een aantal spierscheuringen op en op de training raakte hij slaags met Daniël Majstorivic. Maar toen de Zweedse verdediger al snel daarna door Twente van de hand werd gedaan, had N’Kufo het rijk alleen. Hij werd een van de leiders van een ploeg, die toch wel eigen een beetje onder haar niveau bleef. Blaise pikte nog wel af en toe zijn doelpuntje mee, maar de brede lach verscheen almaar minder vaak op zijn donkere aangezicht. Met wanhopige armbewegingen uitte hij steeds vaker zijn ongenoegen over de blinde passes van ploeggenoten, over ballen die maar niet bij hem aankwamen. Voetballen werd werken en het plezier straalde steeds minder van zijn gezicht. Blaise N’kufo leek te spelen met een donkere wolk boven zijn hoofd.
Maar zie. Dit seizoen is alles anders. Met de komst van het trainersduo Rutten – Eijkelkamp en vooral door het aantrekken van Orlando Engelaar is de zon op het aangezicht van N’Kufo weer doorgebroken. Het gaat FC Twente voor de wind, niet in de laatste plaats omdat Blaise het plezier in het spelletje heeft teruggevonden. Verontwaardigde bewegingen maakt hij niet meer, de ogen staan niet meer boos. Vanuit zijn positie in de spits, stuurt hij zijn manschappen. Als een roofdier sluipt hij heen en weer, altijd op de loer om een bal op te pikken en met een daverend schot in de touwen te jagen.
Blaise N’Kufo. De naam is sprookjesachtig. Tien doelpunten heeft hij in deze competitie alweer achter zijn naam staan. Tien keer dat hij met een stralende lach zijn ploeggenoten in zijn armen opving en hen aan zijn brede borstkas drukte. Breed lachend keert hij dan terug naar eigen helft, intens tevreden maar nog lang niet voldaan. De wedstrijd is immers nog niet gedaan en de competitie is nog lang.
Af en toe zie je het nog wel eens, een boze blik naar zijn ploegmakkers. In de belevingswereld van de ware prof is dat noodzakelijk, vindt hij. Bij de les blijven is het devies. Scherp als een mes blijft-ie dus, elke seconde van de negentig speelminuten en dat verwacht hij ook van zijn medespelers.
Mooie vent die N’Kufo.
Bij Ajax presteerde hij goed. En ook Vitesse en Benfica waren geen wanprestaties. Tegen dat onrecht ageer ik al jaren. In het verlengde daarvan moet je de column ook zien.quote:Op vrijdag 1 december 2006 13:52 schreef Door_passie_gedreven het volgende:
[..]
Ik vind het een beetje makkelijk om Ronald Koeman een toptrainer te noemen nadat hij een paar maanden PSV goed onderhouden heeft, zijn voornaamste taak is geweest om het kunstwerk van Hiddink te beschermen en niet te laten beschadigen. Natuurlijk zal hij ook een bijdrage gehad hebben, maar om al van een toptrainer te spreken... Dat vind ik veel te vroeg en zeker met zijn wanprestaties bij Vitesse, Ajax en Benfica in gedachte nemend... Verder leuke column, vermakelijk geschreven
quote:FIRELLI
Wie hier in de regio wedstrijden van amateurclubs bezoekt, moet hem kennen. Federico Firelli, Braziliaan van geboorte. Hij woont al sinds zijn tiende in Nederland, vertelt hij aan wie het maar wil horen. Vrijwel niemand kent zijn voornaam, helemaal niemand gebruikt die. Hij heet Firelli, voor iedereen. Een jaar of dertig, lichtgebruinde huid, zwarte krulletjes en een klein baardje. Firelli oogt als een artiest, wat hij vaak zelf nog wat probeert te benadrukken door een zonnebril, op sommige dagen nonchalant vastgepind in de krullenbol. Zelf voetbalt hij ook nog, bij een tweedeklasser op zaterdag. Maar iedereen kent hem toch vooral vanwege zijn verhalen.
Want vertellen, dat kan Firelli! Hij is het type dat altijd een verhaal klaar heeft, maakt niet uit waar of wanneer je hem treft. Firelli praat met iedereen, heeft overal vrienden en loert altijd net iets te lang naar je vriendin. Maar dat vergeef je hem dan wel weer, zo is het ook. Firelli leidt een druk bestaan. Wat hij nou precies doet is iedereen onbekend, maar zijn GSM rinkelt voortdurend en hij is altijd onderweg. Ooit vertelde hij me dat hij, nadat hij op zijn achttiende zijn rijbewijs behaalde, eigenlijk altijd wel ergens heen moet rijden. Dan komt hij langs in zijn Cabriolet en toetert hij. Als hij tenminste niet druk in gesprek is.
Mocht iemand je vragen een bezigheid van Firelli te noemen, dan is er wel één die iedereen hier in de regio je zal geven. Firelli bezoekt namelijk Braziliaanse profvoetballers in Nederland, maakt niet uit waar ze opduiken. Van Kerkrade tot Groningen, Firelli komt bij ze thuis of gaat ergens met ze eten. Dan vertelt hij ze over Nederland. Over de cultuur die hier heerst, over de voetbalhistorie. Die spelers vinden dat volgens Firelli altijd fijn, ook al omdat ze dan even lekker ongedwongen in het Portugees kunnen communiceren met iemand. Wie het niet gelooft, krijgt altijd het mapje te zien. Hét mapje. Het valt inmiddels bijna uit elkaar, zoveel foto’s van Firelli met Braziliaanse spelers in Nederland zitten erin. Het begon ooit met Ronaldo, maar wie goed kijkt ontwaart andere bekende namen als Leonardo, Marcio Santos, Alex, Gomes en Wamberto. Tussendoor moet je soms goed denken wie die jongen naast Firelli dan ook alweer was. Hij somt ze dan voor je op: Marcos, Somalia, Hugo, Jean, Leandro, Marquinho, Marilia. “Was niet echt een succes toch, die jongen?” Je kan het hem vragen, maar altijd zegt hij: “Verkeerd gebruikt en geen vertrouwen.”
Afgelopen zaterdag zag ik Firelli weer. Hij had zelfs tijd voor een praatje. Nieuwsgierig vroeg ik naar zijn mapje, benieuwd naar zijn laatste aanwinst. Het verbaasde me niet dat ik een foto te zien kreeg van Firelli in, naar eigen zeggen, een geweldig restaurant in Heerenveen. Naast hem zat Afonso Alves, momenteel topscorer in de eredivisie. “Goeie speler wel, die Alves,” zeg ik. Firelli knikt. “Wat wil je dan? Braziliaan natuurlijk!” Hij voegt eraan toe dat Heerenveen met hem heeft gesproken over de transfer. “Destijds hebben ze me wel eens gebeld, over Rafael.” Ik peins. Dan weet ik het. “Die jongen die in Finland zoveel goals maakte?” Opnieuw knikt Firelli. “Totaal verkeerd gebruikt. Geen vertrouwen ook. Maar ik heb ze ook gezegd dat ze met Alves geen problemen zouden krijgen. Toen gingen ze overstag.” In de loop der jaren heb ik geleerd de verhalen van Firelli met een korreltje zout te nemen, maar dit zou me niet zo verbazen. Hij wordt wel vaker gebeld door clubs.
Hij gaat dan naar de spelers toe en probeert ze te helpen bij de aanpassing in Nederland. Toch heeft hij daar een uitgesproken mening over. De meeste Nederlandse clubs doen het volgens hem totaal verkeerd. “Ze halen een Braziliaan omdat ze hopen spektakel binnen te halen en vervolgens willen ze hem alles afleren. Haal dan een Nederlander. Je kunt geen Braziliaan halen om daarna Brazilië uit hem te willen slaan. Dat kan niet. Wij zijn nu eenmaal net iets anders. Zoals ik ook ziek word van dat gezeur over luiheid. Wij Brazilianen hebben gewoon de tijd.”
In de sportkrant van maandag las ik dat Firelli voor zijn eigen club zaterdag twee keer had gescoord, alvorens zich te laten vervangen. “Ik heb een afspraak met de topscorer van Nederland”, zo werd hij geciteerd. Daarnaast een foto van Firelli die met zijn GSM al in de hand, het trainingsjack half aan, het veld afwandelt. Ik grinnik. Firelli maakt gewoon zijn eigen tijd. Zijn landgenoten op het veld zijn vaak al even kleurrijk. Ik hoop maar dat zijn mapje nog veel dikker mag worden.
quote:VRIEND
“Als ik mijn geld kwijt raak, dan ben ik er graag zelf bij.” We schrijven 1991 als Jorien van den Herik met deze woorden een bestuursfunctie opeist bij Feyenoord, dat die dagen in zwaar financieel weer verkeert. Hoofdsponsor HCS is failliet en Feyenoord dreigt in de nasleep van dit faillissement eveneens kopje onder te gaan. Van den Herik, die als voorzitter van de Vrienden van Feyenoord drie miljoen gulden van zijn eigen vermogen in de club heeft gestoken, ziet met het vertrek van HCS zijn geld in rook opgaan. Zo ver komt het niet. De financiële nood staat Feyenoord aan de lippen en Van den Herik, groot geworden als leidekker, wordt penningmeester van de Stichting Feyenoord en enige tijd later zelfs voorzitter.
Vriend van Feyenoord; het is een uithangbord dat Van den Herik vanaf die tijd bijna dagelijks etaleert. Hij wordt hét uithangbord van de club en ontwikkelt zich binnen enige maanden tot een machtig mens. GKL wordt hij al rap genoemd, Grote Kale Leider. De naam is liefkozend bedoeld, want bij Van den Herik staat het belang van de Rotterdamse voetbalclub altijd voorop. De man met het karakteristieke kale, zonnebankgebruinde hoofd wordt een bekende Nederlander. Niet dat hij op de televisie meedoet aan allerhande debiele spelletjesprogramma’s of wekelijks figureert in kappersblaadjes als Story, Privé en Weekend, maar als er bij Feyenoord iets meegedeeld wordt, is het Jorien die naar buiten treedt.
Een blad voor de mond neemt hij nooit bij zulke gelegenheden. De jaarlijkse nieuwjaarstoespraak van Van den Herik wordt berucht. Hordes voetbalcoryfeeën, politici en bobo’s krijgen onderuit de zak, als Van den Herik nog maar een beetje vermoedt dat ze het belang van Feyenoord tegenwerken. Sport 7, het NOC*NSF, Erica Terpstra, Rita Verdonk, de KNVB, de FIOD en de belastingdienst; ze worden allemaal geschoffeerd door straatvechter Van den Herik. De supporters, door het uitblijven van successen toch al opgezadeld met een Calimero-gevoel, vinden het prachtig. Eindelijk een man die zegt waar het op staat.
Het hoogtepunt van zijn regeertijd komt voor Van den Herik in 2002, als de club de UEFA-Cup wint. De schedel van Van den Heik glimt nog meer dan normaal en hij voelt zich oppermachtig. Als de Zonnekoning regeert Van den Herik met harde hand over zijn club. Zijn woord is wet. In Voetbal International wordt hij Stalin aan de Maas genoemd.
Maar dan brokkelt de macht van Van den Herik langzaam af. Financiers schijnen af te haken, omdat hij de macht niet wil delen, door de FIOD wordt hij in staat van beschuldiging gesteld omdat er gesjoemeld zou zijn met illegale betalingen aan spelers en omdat bekend wordt dat een lening aan de club door een aan hem gerelateerd bedrijf gekoppeld is aan een torenhoge rente. De supporters komen in het verweer, ook al omdat de kwaliteit van de selectie jaar na jaar verder afkalft. Onder Ruud Gullit en Marc Wotte, twee mensen die Van den Herik met de nodige bombarie binnengehaald zijn, gaat het snel bergafwaarts met Feyenoord en als de club in de play offs van het vorig seizoen uitgeschakeld wordt door de eeuwige rivalen uit 020, zijn de rapen gaar in Rotterdam.
De eerste spandoeken met de tekst ‘Van den Herik oprotten’ verschijnen in de Kuip en omdat Van den Herik voor één keer niet naar buiten treedt hoe de financiële vork precies in de steel zit, maar jaarlijks vele maanden in het buitenland verblijft, doch de club per e-mail blijft leiden, slaat het legioen de handen ineen: Van den Herik moet oppleuren. Er wordt zelfs een heuse commissie in het leven geroepen om te bestuderen op welke manier Jorien met zo weinig mogelijk gezichtsverlies afscheid kan nemen.
Het zijn zware tijden voor Jorien van den Herik. Maandag wordt hij geacht af te treden als voorzitter van de raad van commissarissen en acht dagen later komt de Hoge Raad met een uitspraak inzake belastingontduiking en zwart geldbetalingen. Hij sputtert nog wat tegen; een Van den Herik geeft zich niet zo gemakkelijke gewonnen. De Commissie Kerkum , die met het advies kwam dat Jorien maar af moest treden, wordt onzorgvuldig handelen verweten en een gebrek aan fatsoen en hoe hij over de Nederlandse rechtspraak denkt, weten we allemaal. Maar de tijden van Van den Herik bij Feyenoord zijn voorbij. Dat is zeker.
Zo komt aan het jarenlange huwelijk tussen de zeer bemiddelde GKL en de Rotterdamse volksclub een abrupt einde. Een Vriend van Feyenoord wordt afgeserveerd en vergeten is allang dat hij met zijn geld de club jaren geleden redde van de ondergang. Het kan verkeren. In de voetballerij regeert de waan van de dag. Bovendien heeft Van den Herik zijn hand een beetje overspeeld. In goede tijden wordt dat nog wel geaccepteerd door supporters, maar in slechte tijden wordt ook een Zonnekoning naar de guillotine gesleept. Het hoofd van Van den Herik gaat rollen, zoveel is zeker.
Op medelijden hoeft hij niet te rekenen, daarvoor heeft hij in de achterliggende vijftien jaar teveel mensen op hun ziel getrapt. Hij zal nog wel met modder gooien richting commissie Kerkum, maar ook die storm zal uiteindelijk gaan liggen. Over enkele maanden is Jorien van den Herik, voormalig vriend van Feyenoord totaal uit beeld verdwenen.
Helemaal mee eens.quote:Op vrijdag 8 december 2006 16:20 schreef tong80 het volgende:
http://frontpage.fok.nl/column/4901/1/2/50#3128436 Wat een bagger
quote:ZOMAAR TWEE SPITSEN
Deze week las ik twee interviews in de krant, met zomaar twee spitsen. Qua leeftijd ontlopen ze elkaar nauwelijks iets, maar hun loopbaan verschilt hemelsbreed. De eerste stond ooit te boek als het grootste talent van Ajax, terwijl de tweede altijd heeft moeten strijden tegen vooroordelen. Van hem werd steeds gedacht dat hij het niveau niet aan zou kunnen.
Brutil Hosé, want dat is de eerste waar het hier om gaat, zou bij Ajax gaan uitgroeien tot een wereldspits. Hij maakte deel uit van een fantastisch A1 elftal, dat elke tegenstander oprolde en ongeslagen kampioen werd. Zelfs als ze slecht speelden wonnen ze nog met 6-0, liet Hosé in het interview optekenen. De Antilliaan was de blikvanger in dit wonderelftal, dat sprookjesachtig voetbal koppelde aan monsterzeges. Zoals gebruikelijk met grote talenten debuteerde hij dan ook al op jonge leeftijd in het eerste elftal van de Amsterdammers. Daar liep het spaak.
Waarom Hosé het niet haalde, is nooit echt duidelijk geworden. Zelf houdt hij het er op dat hij nog niet klaar was voor de stap en geen nee kon zeggen. Tegen wie en waarom vertelde hij niet. Opvallend genoeg zijn de meeste andere Godenzoontjes van destijds ook nooit echt doorgebroken. Er zijn er nog wel die actief zijn in het profvoetbal, maar de echte top hebben ze geen van allen bereikt. Alleen Andy van der Meyde was basisspeler bij de Amsterdammers en verdiende een transfer naar Internazionale. Waar hij het overigens ook niet kon maken. Van der Meyde kwijnt nu min of meer weg bij Everton en is ook al niet meer in beeld bij Oranje. De rest struikelde net als Hosé op de lange weg naar de top. Misschien is de gouden lichting overschat en waren de tegenstanders gewoon veel zwakker. Het kan allemaal. Toch blijft het vreemd dat Hosé daarna ook bij andere profclubs nooit echt kon overtuigen en inmiddels op zondagmiddag zijn wedstrijden speelt voor hoofdklasser Haaglandia. Jaren geïnvesteerd in een droom die inmiddels wel vervlogen is.
Voor Danny Koevermans bestond deze droom eigenlijk nooit echt. Hij bleef tot op relatief hoge leeftijd actief voor zijn eigen amateurclubje, het Schiedamse Excelsior ’20. De Koef had lol, leefde het leven van de meeste jongeren en zat niet in het strakke keurslijf dat meespelen in de jeugd van een topclub met zich meebrengt. Nooit noemde men hem het grootste talent van Nederland. Weg van die druk maakte Koevermans uiteindelijk toch zijn entree in het betaald voetbal. Bij Sparta Rotterdam ontwikkelde hij zich, dichtbij zijn geliefde Schiedam, tot een zeer doeltreffende eerste divisie spits. In het seizoen waarin Sparta promoveerde vormde hij een droomvoorhoede voor de begrippen van dat niveau, samen met Riga Mustapha en Ricky van den Bergh. Ze scoorden samen rond de zeventig goals. Maar een gouden voorhoede, dat is nog wat anders dan een gouden lichting.
De promotie maakte Koevermans niet mee. Louis van Gaal, die in 1995 met een jeugdig Ajax de wereld veroverde, wilde hem namelijk hebben bij zijn nieuwe club AZ. De man met het notitieblok, bekend om zijn geniale persconferenties, heeft namelijk ook een zwak voor Sparta. In zijn voetballoze periode bekeek Van Gaal die club wel eens en daar viel Koevermans hem op. Niet als basisspeler, maar als ideaal breekijzer. Technisch verzorgd voetballende teams kunnen namelijk een impuls krijgen van een invaller die een radicale stijlbreuk mogelijk maakt. Toch twijfelden veel kenners aan de aankoop van Van Gaal. Die Koevermans, die was niet goed genoeg voor de top van de eredivisie.
Inmiddels laat hij zien dat iedereen zich heeft vergist. Sinds dit seizoen speelt AZ met twee spitsen en Koevermans geniet met volle teugen. In de voorbereiding scoorde hij al aan de lopende band, nu is hij clubtopscorer in de eredivisie. Hij is als voetballer enorm gegroeid, getuige het feit dat hij tegenwoordig moeiteloos mee lijkt te draaien in het Alkmaarse combinatievoetbal. Dus lonkt nu zelfs het Nederlands elftal. Waarmee de loopbaan van Koevermans een parallel vertoont met die van Dirk Kuijt. Ook bij die Katwijkse spits, pas betrekkelijk laat in het profvoetbal beland, werd bij elke stap omhoog getwijfeld aan zijn kunnen. Kuijt haakte telkens aan en Koevermans lijkt, in lager tempo en op iets lager niveau, ook te doen. Hij zal misschien niet in de Engelse top belanden, maar de subtop lijkt zeker mogelijk. Als hij al vertrekken wil uit Alkmaar.
Brutil Hosé zou willen dat voor hem deze keuzemogelijkheid nog zou bestaan. Waar Koevermans overal heen kan, is voor Hosé het boek vermoedelijk al dicht. Brutil Hosé beleefde door het voetbal ongetwijfeld een aardige jeugd, die hem op vele plaatsen van Europa bracht. Danny Koevermans beleefde minstens zo’n fijne jeugd, maar dan op een andere manier. Voor hem is er echter een nog mooier heden en een fijne blik op de toekomst bijgekomen. Waarmee maar weer eens duidelijk wordt dat in het voetbal talent niet allesbepalend is.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |