abonnement Unibet Coolblue
pi_41268431
Nieuw deeltje, vorige was vol.

Post hier weer al je vragen, trauma's en andere dingen die je uit je slaap houden met betrekking tot de vakken:

  • Wiskunde
  • Natuurkunde
  • Informatica
  • Scheikunde
  • Biologie
  • Algemene Natuurwetenschappen
  • Alles wat in de richting komt

    Van MBO tot WO, hier is het topic wat antwoord kan geven op je vragen

    Heb je een vraag die niet binnen het gebied 'Bèta' valt? Neem eens een kijkje in één van de volgende topics:
    [Centraal] Gamma 'huiswerk en vragen topic'
    [Centraal] Alfa 'huiswerk en vragen topic'

    Vorige deeltje Beta-huiswerkvragen
  • I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
    So I stole a bike and asked for forgiveness.
    pi_41268443
    Sticky
    I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
    So I stole a bike and asked for forgiveness.
    pi_41270696
    Morgen weer beginnen dus alvast een tvp'tje hierzo
      maandag 28 augustus 2006 @ 22:38:59 #4
    105263 Litso
    Interlectueel.
    pi_41273474
    Niet sticky, wel centraal
    "Dat is echt ontzettend zielig" ©
    pi_41288323
    Die link linkt naar 2 betatopics terug. Dat moet deze zijn
    -
    pi_41329306
    Vraagje (Wiskunde) verkeerd gepost
    pi_41371876
    Vraag :

    IQ aankomende studenten is normaal verdeeld met u=105 en o=15. Vanaf welk IQ behoort een student tot de 15% hoogste IQ-groep?

    Mijn oplossing ->

    y1 = normalcdf(X,10000,105,15). Bij X =120 y1 = 0.15 = 15%. IQ dus 120 of hoger. Vervolgens kijk ik wat het goede antwoord is, dat is 125.0. In mijn table is x=125 y1=0.09..

    De vraag is dus of ik fout zit of het antwoordenvel.
      donderdag 31 augustus 2006 @ 20:12:32 #8
    75592 GlowMouse
    l'état, c'est moi
    pi_41373318
    Y~N(105,225), Z~N(0,1).
    Gevraagd is c zodat P(Y<c) = 0,85. Eenvoudig omschrijfwerk levert dat P((Y-105)/15 < (c-105)/15) = P(Z < (c-105)/15) = 0,85. Een tabellenboek levert dat (c-105)/15 gelijk is aan 1,04. Hieruit volgt dat c=120,6. Gebruikmakend van de tabel wordt er wat afgerond, maar 120 lijkt mij een juist antwoord.
    eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
    pi_41377853
    120 dacht ik dus ook... Ik heb nog een paar soortgelijke vragen gemaakt met andere gegevens en daarbij kwam mijn antwoord wel overeen met het antwoordenvel, dus ik denk dat bij bovenstaande vraag het antwoordenvel gewoon fout zit. Iig bedankt voor jouw berekening, al vind ik die van mij wat eenvoudiger
    pi_41389270
    edit: Ok, laat maar... dit was een hele stomme vraag.

    [ Bericht 47% gewijzigd door spinor op 01-09-2006 11:33:18 ]
    pi_41392069
    Vraagje, als ik van een driehoek 2 onbekende heb, hoe kan ik die dan vinden? situatie:



    Het gaat dan nu om de linkse situatie...volgens mij is het heel simpel maar ik weet niet (meer) hoe
    Bram! Boterham!
    pi_41395270
    quote:
    Op vrijdag 1 september 2006 12:59 schreef lj_lightning het volgende:
    Vraagje, als ik van een driehoek 2 onbekende heb, hoe kan ik die dan vinden? situatie:

    [afbeelding]

    Het gaat dan nu om de linkse situatie...volgens mij is het heel simpel maar ik weet niet (meer) hoe
    Ik weet niet wat je wil vinden, maar als links de rode lijn parallel is aan RT, dan is, onder de juiste voorwaarden, die driehoek gelijkbenig. De hoeken volgen daaruit en ook de lengtes zijn uit te rekenen. Maar ik weet niet wat je wilt weten.
    Alle eendjes zwemmen in het water. :)
    Anatidaephobia is altijd terecht! Wij zijn de beste stalkers...
    pi_41400776
    quote:
    Op vrijdag 1 september 2006 15:23 schreef Wackyduck het volgende:

    [..]

    Ik weet niet wat je wil vinden, maar als links de rode lijn parallel is aan RT, dan is, onder de juiste voorwaarden, die driehoek gelijkbenig. De hoeken volgen daaruit en ook de lengtes zijn uit te rekenen. Maar ik weet niet wat je wilt weten.
    Ja ik was op school en heb er een kwartier over gedaan om mijn bericht proberen te editen Ik wil weten op welke hoogte die rode lijn 4cm is (dus ik wil de lengte weten van die zwarte verticale streep)
    en om die hoogte te weten moet ik de lengte van de aanliggende zijde en overstaande zijde weten...maar hoe?
    Bram! Boterham!
      vrijdag 1 september 2006 @ 18:43:46 #14
    75592 GlowMouse
    l'état, c'est moi
    pi_41401340
    Voor de hoogte zijn bij een gegeven lengte vaak 2 mogelijkheden (zowel in de driehoek onder- als bovenin). Noem die lengte van de rode lijn l en de lengte van de zwarte lijn h.
    We onderscheiden twee situaties:
    l<0 of l>4: geen oplossing
    0<=l<=4:
    Voor de eerste mogelijkheid geldt (l / (2h)) = tan(45) = 1 (waarom?). Omschrijven naar de hoogte is denk ik geen probleem.
    Zolang h!=2 is de tweede oplossing gelijk aan 4-h.

    Hierbij heb ik gebruik gemaakt dat het zij-aanzicht een vierkant is, en symmetrisch is in een verticale lijn.

    [ Bericht 1% gewijzigd door GlowMouse op 02-09-2006 14:17:04 (grote fout :() ]
    eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
      woensdag 6 september 2006 @ 12:36:37 #15
    52164 pfaf
    pfief, pfaf, pfoef!
    pi_41546159
    Hey allen, even een kort vraagje. Bij Thermo kom ik in de tekst het volgende tegen waar ik niet helemaal begrijp wat ze doen.
    We komen van de 1e wet v d TD uit op:
    quote:
    (..)


    equating the dT and dv terms gives:

    Nu zie ik wel hoe de auteur er bij komt, maar wat hij nou wiskundig doet snap ik niet. dus wat dat uitdelen nu precies inhoudt...

    mvg en bvd.
    pi_41557550
    quote:
    Op woensdag 6 september 2006 12:36 schreef pfaf het volgende:
    Hey allen, even een kort vraagje. Bij Thermo kom ik in de tekst het volgende tegen waar ik niet helemaal begrijp wat ze doen.
    We komen van de 1e wet v d TD uit op:
    [..]

    Nu zie ik wel hoe de auteur er bij komt, maar wat hij nou wiskundig doet snap ik niet. dus wat dat uitdelen nu precies inhoudt...

    mvg en bvd.
    Je hebt
    a dT + b dv = c dT + d dv,
    met a b c d variabel.
    Ofwel
    (a - c) dT = (d - b) dv.
    Dit moet altijd waar zijn onafhankelijk van dT en dv, dat kan alleen maar als a-c en d-b 0 zijn, ofwel
    a = c,
    b = d.
    Alle eendjes zwemmen in het water. :)
    Anatidaephobia is altijd terecht! Wij zijn de beste stalkers...
      donderdag 7 september 2006 @ 09:34:18 #17
    52164 pfaf
    pfief, pfaf, pfoef!
    pi_41704107
    Hmm, nu pas in de gaten dat het vorige deel vol zit.
    pi_41709688
    Hoi allemaal.

    Ik heb ff wat vraagjes over het vier-kleurenprobleem. Heb er vandaag college over gehad, maar kon de docent niet echt volgen... Hij bleef maar lachen om zn eigen anekdotes en opmerkingen enzo

    Maar goed, we hebben het volgende:

    Gegeven is een kaart op de bol met de volgende eigenschappen:
    1) Elk land is een evenhoek. Dus de grens van een land vormt een rondweg met een even aantal ribben.
    2) Elk meerlandenpunt is een drielandenpunt. Dus een ribbe verbindt twee drielandenpunten.
    3) Er zijn eindig veel landen, en ze vullen het boloppervlak.

    Nu de vragen:

    1) Laat aan een voorbeeld zien dat een land minder buren kan hebben dan er ribben in zn grens zitten Die heb ik al

    2) Leg uit waarom er een land is met hoogstens vier ribben in zn grens

    3) Laat zien dat we de drielandenpunten van een + of - kunnen voorzien, zo dat elke ribbe een + met een - verbindt (beschouw een minimaal tegenvoorbeeld)


    Tijdens het verhaal van de docent kwam ook een stelling van Euler naar voren. Die was iets van:

    V - E + F = 2,

    met V=vertices (hoekpunten), E=edges(ribben) en F=faces(landen),

    maar ik zie ook niet hoe dat hier iets mee te maken heeft.

    Wie kan mij helpen???
    Theories come and theories go. The frog remains
    pi_41717257
    V - E + F = 2 is Eulers formule voor planaire grafen. De juistheid hiervan kun je inzien door uit te gaan van een boom. Hiervoor geldt V - E = 1. Bij planaire (ook wel vlakke genoemd) grafen heb je altijd een buitenvlak. Dus voor een boom geldt dat V - E + F = 2. Door nu kanten toe te voegen creeer je ook telkens een extra vlak, waardoor de formule blijft gelden.

    Elk punt heeft graad 3, dus je weet dat 2.E = 3.V. Dit invullen in de formule geeft 3.F = 6 + E. Als alle vlakken nu meer dan 4 kanten zou hebben, dus tenminste 6, dan heb je E >= 3.F en dit levert dan een tegenspraak.

    Voor je derde vraag heb ik momenteel geen tijd .
    pi_41718848
    Bij die derde vraag moet je eerst proberen aan te tonen dat uit de voorwaarde dat elk land een evenhoek is volgt dat elke cykel in de puntengraaf even lengte heeft.
    pi_41725737
    Voor de derde vraag zou ik de gegeven hint met de tweede vraag combineren .
    pi_41737699
    @ thabit: mijn bewijskunst is nogal waardeloos, dus ik zie niet hoe ik wat jij zegt aan moet tonen. Dit neemt niet weg dat ik wel snap waarom het zo is, ik kan t alleen niet echt verwoorden :S

    Maar wat ik eigenlijk niet zie is: waarom heeft dat wat je zegt iets te maken met de vraag?

    @ Wolfje: dank je. Nu snap ik t. Tijdens college had de docent dat 2E = 3V ook wel laten zien, maar ik had geen idee wat 'ie nou bedoelde... maar nu dus wel
    Theories come and theories go. The frog remains
    pi_41738024
    quote:
    Op dinsdag 12 september 2006 15:28 schreef Bioman_1 het volgende:
    @ thabit: mijn bewijskunst is nogal waardeloos, dus ik zie niet hoe ik wat jij zegt aan moet tonen. Dit neemt niet weg dat ik wel snap waarom het zo is, ik kan t alleen niet echt verwoorden :S

    Maar wat ik eigenlijk niet zie is: waarom heeft dat wat je zegt iets te maken met de vraag?
    Als je dan begint ergens een + te zetten, dan zet je op elk punt met oneven afstand van die + een - en elk punt met even afstand van die + een +. Als elke cykel even lengte heeft, dan is de pariteit van het aantal stappen om van het ene punt naar het andere punt te komen onafhankelijk van het gekozen pad.

    Het makkelijkst is hier om de drielandenpunt-voorwaarde op je graaf te laten vallen en te veronderstellen dat je een planaire graaf hebt waarvan elk land even grenslengte heeft. Dan kun je namelijk wat makkelijker gebruik maken van inductie.
    pi_41742844
    heeloo!
    we moeten dat 5| Fn <==> 5|n
    Fn staat voor de nste term van de fibonacci rij.
    ik heb nu moeite met het bewijzen van 5|n ==> 5| Fn of wel NIET( 5| Fn) ==> NIET (5|n)
    ik dacht, schrijf n=5k+1 of 5k+2 of 5k+3 of 5k+4 maar verder dan dat kwam ik niet verder...

    enige tips.. die kunnen helpen?
    alvast bedankt
    verlegen :)
    abonnement Unibet Coolblue
    Forum Opties
    Forumhop:
    Hop naar:
    (afkorting, bv 'KLB')