Om over het Midden Oosten nog maar te zwijgenquote:Op donderdag 22 juni 2006 18:30 schreef zakjapannertje het volgende:
Azie zit er (nog) niet in, Oceanie is ook nog afwachten
Ach de invloeden uit het midden-oosten zitten in iedergeval in het Nederlandse teamquote:Op donderdag 22 juni 2006 18:35 schreef pberends het volgende:
[..]
Om over het Midden Oosten nog maar te zwijgen.
http://www.nrc.nl/buitenland/article356386.ecequote:Sloppenwijken zijn een tikkende tijdbom
Volgend jaar woont meer dan de helft van de wereldbevolking in een stad. Vooral in sloppenwijken zijn de bewoners vaak slechter af dan hun landgenoten op het platteland.
Door onze redacteuren Toon Beemsterboer Dick van Eijk
Rotterdam, 22 juni. De Nigeriaanse stad Lagos telde in 1950 288.000 inwoners: een flinke stad naar Afrikaanse maatstaven, maar niet eens de grootste van het land. Nu is Lagos met 10,9 miljoen inwoners één van de twintig grootste steden van de wereld. Tachtig procent van de inwoners woont in sloppenwijken. De Verenigde Naties voorspellen dat de stad de komende tien jaar nog eens anderhalf keer zo groot wordt. De verstedelijking in de wereld verloopt in ongekend tempo. Door bevolkingsgroei en verhuizingen komen er wereldwijd elke week een miljoen stedelingen bij, vooral in sloppenwijken.
Deze week wordt op het derde World Urban Forum, in de Canadese stad Vancouver, over de groeiende problemen van de urbanisatie gesproken. Het rapport State of the World’s Cities 2006/2007 van de Verenigde Naties rept van ‘een tikkende tijdbom’. De ‘nieuwe stedelingen’ leven in armoede, worden genegeerd door hun regering en hebben geen uitzicht op enige verbetering. „Ze zijn vaak nog slechter af dan hun landgenoten die op het platteland wonen. Zo zijn hulporganisaties vaker werkzaam op het platteland, terwijl juist in de stad de mensen basisbehoeften missen als deugdelijke huizen, goede sanitaire voorzieningen, schoon drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg”, zei Anna Tibaijuka, hoofd van het VN-programma Habitat, vorige week in Londen bij de presentatie van het rapport.
Volgens het rapport sterven de kinderen van relatief rijke sloppenwijkbewoners vaker aan diarree dan arme kinderen op het platteland: „Sloppenwijken zijn niet langer marginale wijken, waar een klein deel van de stedelijke bevolking woont. In veel steden is het de meest voorkomende manier waarop mensen wonen.”
Nu is armoede in grote, snel groeiende steden niets nieuws. Charles Dickens wist dat anderhalve eeuw geleden al indringend te verwoorden. Hij heeft daarmee bijgedragen aan het beeld van de eerste grote urbanisatiegolf tijdens de industriële revolutie. Steeds meer boeren kochten landbouwmachines om het land te bewerken, waardoor er voor seizoensarbeiders minder werk was. Die trokken naar de stad, waar velen aan de slag gingen in één van de talloze fabrieken.
Deze ‘traditionele urbanisatie’ vond plaats tijdens een periode van economische voorspoed. Fabrieken hadden het geld om voor hun arbeiders wijken met goedkope huizen te bouwen. De toegenomen belastinginkomsten maakten het voor het stadsbestuur mogelijk om rioleringen, een elektriciteitsnet, wegen en waterleidingen aan te leggen. Het proces ging met horten en stoten, maar uiteindelijk zijn de meeste westerse steden uitgegroeid tot bloeiende economische en culturele centra. In Europa en Noord-Amerika woont nu 70 tot 80 procent van de bevolking in de stad. De verwachting is dat dit aandeel redelijk stabiel blijft.
Nu zijn het vooral steden in ontwikkelingslanden die een ongekende groei doormaken. Sommige zijn wel veertig keer zo groot als in 1950. Maar deze explosieve groei heeft andere oorzaken dan die destijds in Europa. Een slechte oogst en natuurrampen als droogte en overstromingen, maar ook onveiligheid en oorlog drijven mensen naar de stad, in de hoop daar een beter leven te vinden. Maar daar staan géén grote fabrieken klaar om hun arbeidskracht te absorberen.
Omdat veel steden in ontwikkelingslanden economische stagnatie of zelfs recessie doormaken, heeft het bestuur van de stad vaak geen geld om de bevolking van basisbehoeften te voorzien. Ook corruptie en wanbestuur spelen hierbij een rol. Bovendien voltrekt de urbanisatie in ontwikkelingslanden zich twee keer zo snel als in Europa tijdens de industriële revolutie, en is de schaal van de nieuwe steden vele malen groter dan die van de Europese industriesteden.
Veel steden kunnen deze groei daardoor niet aan – ‘voortijdige urbanisatie’ noemen de VN dat. Die is relatief het grootst in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar 72 procent van alle stadsbewoners in een sloppenwijk woont, in totaal 200 miljoen mensen. In Noord-Afrika is het aantal sloppenwijkbewoners de afgelopen vijftien jaar tegen de trend in iets afgenomen, van 21,7 naar 21,2 miljoen. Landen als Egypte en Tunesië hebben grote investeringen gedaan om de leefomstandigheden te verbeteren.
In absolute zin telt Azië verreweg de meeste sloppenbewoners: ruim 600 miljoen. Daar komen er volgens de VN de komende tien jaar nog 150 miljoen bij. De bevolking van de Indiase hoofdstad Delhi is bijvoorbeeld gegroeid van 1,4 miljoen in 1950 naar 15 miljoen in 2005. Het stadsbestuur heeft in die tijd iets meer dan een miljoen huizen laten bouwen. Veel mensen die sinds 1950 naar Delhi trokken hebben simpelweg een stukje land ingenomen, zonder rekening te houden met eigendomsrechten. Ze kochten de lokale autoriteiten om, bouwden een huis van afval en golfplaten en wachtten tot lokale politici hun geïmproviseerde stulpje zouden legaliseren in ruil voor stemmen.
Een weg terug is er niet. „De geschiedenis heeft laten zien dat urbanisatie onomkeerbaar is”, aldus Anna Tibaijuka van Habitat. „Mensen verhuizen niet naar de stad omdat ze beter af zijn, maar omdat ze verwachten beter af te zijn.”
Duurzame stedenbouw
Het World Urban Forum, deze week bijeen in Vancouver, is een adviesorgaan voor het VN-programma Habitat sociale en duurzame stedenbouw.
Doelen, vastgesteld in 1996, van Habitat: onderdak voor iedereen, goed stadsbestuur, verminderen van stedelijke armoede, verbetering van de leefomgeving, beheersing van migratie na rampen, en herintegratie na conflicten.
Aan het World Urban Forum wordt deelgenomen door nationale en lokale overheden niet-gouvernementele organisaties, experts op voor stadsplanning, wetenschappers en bedrijven.
In 2004 had Habitat 95 programma’s en projecten lopen in 56 landen. Het budget bedroeg 161 miljoen dollar.
22 juni 2006
Klopt, is een groot probleem. De marokkaanse regering bouwt nu ongeveer 100.000 low budget huizen om al die sloppenwijken af te breken. Kost enorm veel tijd en geld.quote:Op donderdag 22 juni 2006 18:42 schreef zakjapannertje het volgende:
[..]
http://www.nrc.nl/buitenland/article356386.ece
Kaviaar?quote:Op donderdag 22 juni 2006 19:33 schreef Apropos het volgende:
Man o man, wat heb ik decadent gegeten.
http://www.trouw.nl/hetni(...)elijks_levensvatbaarquote:Walvisvangst nauwelijks levensvatbaar
door Gijs Moes
Anders dan de walvis is de walvisvangst nauwelijks uit te roeien. Toch is de walvisvaart tegenwoordig geen commercieel succes meer. Zelfs Japan worstelt met een walvisberg.
Zo’n tweeduizend ton walvisvlees moet dit jaar zijn weg vinden naar de consument. Maar de klanten in Noorwegen, Japan en IJsland hebben er niet zo veel trek meer in.
De walviswangst is commercieel weinig aantrekkelijk. De kosten zijn hoger dan de opbrengst van het vlees in de winkels, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van natuur- en dierenbeschermers in IJsland. Pogingen om walvisvlees te exporteren zijn gestrand. Landen die zelf walvissen vangen, houden de grenzen dicht en in andere landen is er al helemaal geen markt voor.
Het eten van walvis drijft vooral op traditie. De vangst is – economisch gezien – een uithoek in de visserij, waarmee een kleine bedrijfstak, veelal gesteund door subsidies, zich staande houdt. Nergens wordt er veel geld mee verdiend, de markt krimpt en de voorraden zijn moeilijk te slijten. In Japan eindigen sommige walvissen als katten- en hondenvoer, Noorwegen probeerde enkele jaren geleden nog walvisvlees in Namibië en Zimbabwe te ruilen voor ivoor.
De traditie is het sterkst in Japan, waar de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel is gebouwd op walvisvlees. Vooral voor schoolkinderen was het een goedkope bron van eiwitten. Maar het lijkt erop dat alleen de mensen die destijds aan de smaak gewend zijn, het nu nog lusten.
Een minderheid van de huidige Japanse studenten heeft wel eens walvis gegeten, zo blijkt uit onderzoek. Slechts tien jaar geleden was dat nog 80 procent. Japan heeft inmiddels zelfs een ’walvisberg’ opgebouwd van zeker 5000 ton. Het vlees ligt ingevroren te wachten op de consument. Een nieuwe campagne, onder meer gericht op schoolkinderen, moet helpen om de berg weg te werken.
Ook in Noorwegen gaat het niet goed met de walvisconsumptie. In het enige land waar de walvis openlijk commercieel bejaagd en verkocht wordt, gaan de vangsten meestal wel op. Maar ook hier zijn er zorgen bij de industrie. De traditionele ingeblikte walvis wordt slecht verkocht en vers vlees is niet het hele jaar door verkrijgbaar.
Bovendien eten de Noren wel het vlees, maar laten ze de royale speklaag liever liggen. Dus kijken zij tegen een steeds hogere ’blubberberg’ aan, die niemand wil hebben.
In Japan is de walvisindustrie volkomen door de overheid gereguleerd. Tokio bepaalt hoeveel walvissen er gevangen mogen worden, wie ze mag verkopen en zelfs tegen welke prijs. Van het geld dat zo verdiend wordt, blijft na aftrek van de kosten en subsidies bijna niets over.
Ook IJsland, dat dit jaar ’slechts’ 25 dwergvinvissen denkt te vangen, kan het vlees amper kwijt. Enkele jaren geleden werd de vangst, op ’wetenschappelijke gronden’, weer toegestaan. Het vlees belandde in de supermarkt, onder grote belangstelling van de media. Veel IJslanders probeerden het, maar ze kwamen niet terug voor een tweede portie.
In de walvisindustrie is de hoop nu gevestigd op China. Als de Chinezen walvisvlees leren eten, komt er een gigantische markt bij. Op enkele plaatsen in China en Taiwan is het vlees al te krijgen, als een dure delicatesse. Maar tot nog toe hebben de meeste Chinezen, die toch bekendstaan als ruimdenkende eters, geen trek in walvis.
De Tsaren waren natuurlijk kleine jongens, vergeleken bij de Bolsjewieken. Alleen al in de bevoegdheden van de geheime dienst.quote:Wbt dictatuur en het totalitairisme was er helemaal geen grote leap in de moraal.
Sovjet Unie als erfgenaam van tsarisme, VR China als voortzetting van het autocratisch keizerrijk en totalitair chinees nationalisme mn de kwo min tang..
Patatje oorlog ?quote:Op donderdag 22 juni 2006 20:01 schreef Apropos het volgende:
Oneindig veel beter.
Owke, dus volgend jaar krijgt iedereen een WK-voetbal door de brievenbus / ruit of whateverquote:http://www.janmarijnissen.nl/weblog/2006/06/21/0-0-2/#comments
Hm, de doorgaans zeer kritische volgers van dit log houden zich niet aan hun gewoonte. Als Nederland het WK wint zal niet alleen de bierverkoop omhoog gaan; uit studies blijkt dat het consumentenvertrouwen dan stijgt. Dit heeft een positief effect op de conjunctuur. De regeringspartijen zullen wellicht minder hard afgestraft worden bij de verkiezingen door de wat vrolijkere stemming en toenemende bestedingen. Zoals de bewindsvoerders de schuld krijgen van zaken die er niks mee van doen hebben (euro), zullen ze ook profijt hebben van zaken waar ze geen invloed op hebben (voetbal).
http://www.nos.nl/nos/art(...)1C69621FF37A802.htmlquote:22 Juni 2006 20:01
Vier Italiaanse clubs aangeklaagd
Juventus, AC Milan, Fiorentina en Lazio zijn door de Italiaanse voetbalbond in staat van beschuldiging gesteld wegens betrokkenheid in het corruptieschandaal dat het land al maanden in zijn greep houdt.
De vier clubs worden verdacht van het maken van afspraken met scheidsrechters over het verloop van duels. Als de clubs schuldig worden bevonden, dan dreigen ze te worden teruggezet naar de Serie B. De zaak komt voor op 28 juni, de uitspraak wordt op 9 juli verwacht.
Stefano Palazzi, de aanklager van de bond, wenste geen namen te noemen, maar stelde wel dat een aantal prominenten uit de sport ook terecht moet staan.
Heftig dat hoorde ik net op radio 1.quote:Op donderdag 22 juni 2006 20:33 schreef zakjapannertje het volgende:
[..]
http://www.nos.nl/nos/art(...)1C69621FF37A802.html
WTF, daar gaan de kijkcijfers van Silvio B.
http://www.nd.nl/document.aspx?document=nd_artikel&vorigDocument=&id=74326quote:Nieuwe filantroop geeft op gevoel
van onze redactie binnenland
DEN HAAG - Filantropen steken hun miljoenen het liefst in projecten die goed scoren onder de bevolking. Dat concludeert Theo Schuyt, hoogleraar filantropische studies aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.Hij reageert daarmee op de financiering van een nieuw Amsterdams kankercentrum door miljonairs.
,,Iedereen wil publiekelijk geld geven voor kankeronderzoek, maar liever niet aan bijvoorbeeld de maag- lever- en darmstichting. Daar willen ze niet mee worden geassocieerd'', zegt hij vandaag in het Nederlands Dagblad.
Het Cancer Center Amsterdam dat deze week open ging, is bijna volledig betaald door miljonairs. Het bevestigt de tendens dat de rijken meer en meer zelf willen bepalen wat er met hun giften gebeurt. Slecht nieuws voor de maag-, lever- en darmstichting.
Pas nog hield ze een verhaal voor de Rotary in Arnhem. ,,Ja ja, daar kom ik ook'', lacht Agnes Kant. Het Kamerlid voor de SP stelde de vermogende leden voor een restaurant te beginnen waar louter geestelijk gehandicapten werken. ,,Ze vonden het een fantastisch idee. Dat gaan ze doen. Nou, dat is toch gewéldig. Ik heb grote waardering voor mensen die veel geld en tijd willen inzetten voor anderen.''
Ze wil maar zeggen dat ze niet per definitie tegen particulier initiatief is, als het maar goed is voor de samenleving. Zo denkt ze ook over het Cancer Center in Amsterdam, dat afgelopen maandag openging. Op initiatief van oncoloog Bob Pinedo brachten miljonairs het geld voor dit onderzoekscentrum voor kanker bij elkaar. Op een andere manier zou het er nooit zijn gekomen.
Particulieren, en dan vooral de rijken, voelen er steeds minder voor hun miljoenen aan een organisatie te geven die verder volledig bepaalt wat ermee gebeurt. Was het ooit de elite die geld anoniem wegschonk zonder er verder naar om te kijken, de nieuwe filantropen komen met naam en toenaam uit voor hun maatschappelijke betrokkenheid. Vooral ook willen ze greep houden op hun giften; ze willen resultaten zien.
,,Met die ontwikkeling is helemaal niets mis'', zegt Theo Schuyt, hoogleraar filantropische studies aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. ,,Je mag niemand verwijten zijn geld in te zetten voor iets wat hem of haar ter harte gaat.''
Nederland is volgens hem nog nooit zo rijk geweest. Alleen zit het geld niet meer voornamelijk bij de overheid, die daardoor minder kan doen dan ze misschien zou willen.
De rijkste tien procent van de huishoudens bezit ongeveer zestig procent van het totale particuliere vermogen in Nederland. Logisch, zegt Schuyt, dat die groep een deel van de maatschappelijke taken overneemt. ,,Er zijn problemen in de zorg, het onderwijs en met sociale voorzieningen. Laten we blij zijn dat de rijken de extra's voor hun rekening willen nemen. Laten wij met dat particuliere geld de verzorgingsstaat mooier maken.''
Hij was uitgenodigd bij de opening van het Cancer Center en wat hem het meest opviel was de sfeer. ,,Totaal anders dan bij de opening van een overheidsproject. Iedereen in die zaal was trots: dit hebben wij met vereende krachten voor elkaar gekregen. Dat is mooi.''
Emotioneel
Schuyt ziet wel een ander probleem: mensen met geld verbinden hun naam het liefst aan 'sexy' zaken. ,,Iedereen wil geld geven aan kankeronderzoek en liever niet aan bijvoorbeeld de Maag-, Lever- en Darmstichting. Daar willen ze niet mee worden geassocieerd.''
Directeur Ton Hanselaar van KWF Kankerbestrijding herkent dat: ,,Voor zoiets emotioneels als kinderkanker kunnen we heel veel geld krijgen, maar we leggen ons beperkingen op, omdat de onderzoekscapaciteit beperkt is.''
Met het geld is een prachtgebouw neergezet. Maar het moet ook draaien. Wat als dat met verlies gebeurt? Wie springt dan bij? In het geval van het nieuwe kankercentrum speelt dat niet, want daar hebben de geldschieters alleen het gebouw en de infrastructuur betaald. De dagelijkse gang van zaken wordt bepaald en bekostigd door de Vrije Universiteit.
Maar ook over eventuele andere gevallen maakt Theo Schuyt zich weinig zorgen. ,,Gevers voelen zich verantwoordelijk voor de zaken waar ze geld in steken, en dan moet er heel wat gebeuren voordat ze zich terugtrekken. Niettemin moet elke organisatie altijd een buffer inbouwen. Niet direct al het geld uitgeven, want dan ben je meteen failliet als de giften een keer tegenvallen.''
Zo werkt ook KWF Kankerbestrijding, dat voor zijn inkomsten volledig afhankelijk is van donateurs. Directeur Hanselaar: ,,Wij bekijken wat de doelen zijn voor de komende jaren en hoeveel geld daarvoor nodig is. Dat reserveren we voor dat specifieke onderzoek, maar ook niet meer.''
Bepalen
Daarmee stipt hij een ander probleem aan van de huidige filantropie: kan het individu of bedrijf dat miljoenen doneert ook bepalen aan welk onderzoek dat geld wordt uitgegeven? Ligt het gevaar op de loer van een zogeheten 'charitocratie', een samenleving waarin niet de overheid, maar vooral de rijksten bepalen aan welke sectoren het meeste geld wordt besteed?
In Amerika, waar rijken ook politieke invloed proberen te kopen, heet dat al 'regeren door doneren'.
,,Er is al een groot gebrek aan onafhankelijk onderzoek'', zegt SP-Kamerlid Kant, ,,en we moeten ervoor waken dat het nog slechter wordt. Dan is het echt: wie betaalt, bepaalt. Dat zie je al in de farmaceutische industrie. Als een bedrijf een zoveelste cholesterolverlager op de markt wil brengen, omdat het denkt daar goed aan te kunnen verdienen, dan komt die er. Ook al voegt zo'n middel niets toe en had je het geld beter kunnen besteden aan andere ontwikkelingen, bijvoorbeeld voor medicijnen in de derde wereld. Op dat soort zaken moet je altijd alert zijn als mensen ergens heel veel geld in willen stoppen.''
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |