Ajax contracteert emotionele vakmanDoor Jop van Kempen
Zaterdag 20 mei 2006 - AMSTERDAM – De nieuwe trainer van Ajax is een vakman. Bij bijna al zijn oude clubs behaalde hij goede resultaten en overal predikte hij aanvallend voetbal. Daarnaast staat Henk ten Cate, die maandag voor twee jaar tekent, bekend als emotioneel mens die het zijn omgeving niet altijd makkelijk maakt.
![]()
Henk Ten Cate na de finale van de Champions League op de schouders bij Van Bommel en Puyol. FOTO GUSTAU NACARINO/GPD
De trainer Henk ten Cate heeft iets met Ajax. Als voetballer van de Amsterdamse amateurclub ZPC mocht hij op oefenstage in de jeugdopleiding. Als trainer in opleiding nam hij een kijkje in de keuken van Louis van Gaal. Mede op grond van die ervaringen werd zijn voetbalvisie gevormd: Ten Cate houdt van aanvallend voetbal met een verzorgde opbouw in een 4-3-3-systeem. Hij laat zijn teams ver van het eigen doel voetballen.
Centraal in de verdediging posteert hij twee mandekkers. De links- en rechtsback moeten uiteraard verdedigen, maar ze krijgen ook veel vrijheid om aan te vallen. Op het middenveld speelt hij met de punt naar achteren en links en rechts van die spelverdeler staan lopende mensen. In de aanvalslinie zorgen twee buitenspelers naast een centrumspits voor een goede veldbezetting.
Naar dat idee liet hij NAC voetballen en op dezelfde wijze deed hij dat - samen met Frank Rijkaard - in Barcelona.
Ten Cate wil het uiterste uit de selectie halen en is daarom veeleisend voor zijn spelers. Wie niet meekan, wordt op een zijspoor gezet. Zelf heeft hij wel eens gezegd dat hij op grond van zijn harde werkwijze niet langer dan drie seizoenen bij een club moet werken. „Dan is de sinaasappel uitgeperst.“
Misschien komt zijn fanatisme als trainer voort uit zijn luiheid als voetballer. De geboren Jordanees was een flegmatieke buitenspeler die zijn beste wedstrijden speelde als de zon scheen en het gras mooi groen was. Na een magere loopbaan werd hij met een zware enkelblessure afgekeurd voor het betaalde voetbal. Daarna richtte Ten Cate zich op het trainerschap. Meestal duurt het niet lang voordat de werkwijze van Ten Cate voor succes zorgt. „Al in de voorbereiding gingen we beter spelen dan het seizoen ervoor“, herinnert oud-Spartaan Gérard de Nooijer zich. „Ten Cate hamerde bijna elke training op het positiespel. Op het einde ging dat vanzelf. We draaiden een prachtig seizoen en haalden zelfs de bekerfinale.“ Alleen bij KFC Uerdingen en Go Ahead Eagles vielen de resultaten tegen. Daarvoor kon Ten Cate echter oorzaken aanwijzen. In Duitsland werkten de spelers hem tegen en tijdens zijn tweede periode in Deventer zorgde een verandering in de samenstelling van het bestuur voor een onrustige situatie. Daarbij dreigde Ten Cate verstrikt te raken in een web van bestuursleden, sponsors, spelers en pers.
Veel spelers die onder Ten Cate werkten, werden betere voetballers. Orlando Engelaar, bijvoorbeeld, was een anonieme voetballer van Jong Feyenoord voordat Ten Cate hem naar NAC haalde. In Breda groeide hij uit tot aantrekkelijke eredivisiespeler. Ook spelers van wereldklasse als Ronaldinho (‘Ten Cate zat me in het begin achter de vodden, waardoor ik een betere voetballer ben geworden’) en Deco (‘Zijn vertrek zou een ramp zijn voor Barcelona’) roemen de kwaliteiten van de Amsterdammer. Op de vraag wat hij als speler van Barcelona had geleerd van trainer Frank Rijkaard, antwoordde Edgar Davids: „Ik heb vooral veel van Henk ten Cate geleerd.“
Ten Cate heeft een lange leerschool doorlopen. Hij deed ervaring op bij de amateurs van Rheden en hij kent ook het klappen van de zweep in de eerste divisie. Daarnaast werkte hij ook in Hongarije, Duitsland en Spanje. Daarmee is hij een tegenpool van zijn voorganger Danny Blind, die zijn licht alleen opstak bij de jeugd van Ajax, voordat hij trainer werd van het eerste team.
„Henk zet de dingen graag naar zijn hand,“ zegt Casper van Eijck, clubarts van Sparta. „Na een geweldig eerste seizoen bemoeide hij zich in het tweede seizoen ook met de bedrijfsvoering. Hij vond bijvoorbeeld dat sommige dames op kantoor overbodig waren en hij stelde de clubleiding voor ze te ontslaan, zodat hij meer geld kreeg voor het eerste elftal. Hij wilde niet alleen het eerste elftal, maar ook de rest van de organisatie naar zijn hand zetten. Terwijl zijn kracht juist schuilt in het voetbaltechnische.“
Dat het zolang heeft geduurd voordat Ten Cate als trainer bij een Nederlandse topclub als Ajax terechtkwam (‘Ik heb vroeger alleen een keer oriënterend gesproken met Feyenoord’), heeft waarschijnlijk te maken met het sterke en emotionele karakter van de Amsterdammer. Ten Cate is graag de baas en om de baas te worden, ontloopt hij de confrontatie niet. Karel Aalbers, oud-voorzitter van Vitesse: „Destijds hadden we in Arnhem met Ten Cate, technisch directeur Leo Beenhakker, een aantal spelers en met mezelf een flink stel sterke karakters bij elkaar. Dat botste wel eens, ja.“
Hoewel hij de laatste tijd niemand tegen de schenen schopt en zich in de media diplomatieker opstelt, uitte hij in het verleden vaak zijn verbazing over het gemak waarmee oud-topspelers bij topclubs voor trainersposten in aanmerking kwamen. Ook eiste hij openlijk erkenning voor zijn kwaliteiten.
Verder is bekend dat Ten Cate soms een kort lontje heeft. „Ik ben wel eens blij geweest dat de tweede helft begon“, zegt Bart van den Eede, die Ten Cate meemaakte bij NAC. „In de rust was hij soms zo boos, dat de stukken uit de deur vlogen.“
Als assistent-trainer van Barcelona zijn de tirades minder geworden. Alleen toen Chelsea-trainer José Mourinho beweerde dat Rijkaard en Ten Cate hadden geprobeerd de scheidsrechter te beïnvloeden, stonden zijn haren weer recht overeind. Hetzelfde gebeurde toen de voormalige vice-voorzitter Sandro Rossell probeerde om Rijkaard en Ten Cate bij Barcelona eruit te werken. „Hij maakt zich sterk voor zijn eigen mensen“, herinnert Van Eijck zich. „Ik herinner me dat hij als trainer van Vitesse Marko Perovic erbij wilde hebben. In Arnhem werd die jongen medisch niet goedgekeurd. Toen is hij met Perovic in de auto naar Rotterdam gestapt. Ik keurde hem goed en het is Henk daarna op de een of andere manier gelukt Perovic ook bij Vitesse door de keuring te krijgen.“
Voor mensen met wie hij niet op één lijn zit, kan Ten Cate meedogenloos zijn. Of het nu vrijwilligers zijn die al jaren bij een club rondlopen of duurbetaalde profs.
„Ik ben bij NAC door hem weggepest“, stelt Van den Eede. „Ik kreeg elke training een tirade over me heen. Hij vond me niet goed genoeg. Het was zo erg, dat ik op het laatst met lood in de schoenen naar de club ging. Als mens vind ik hem daarom niet respectvol. Dat neemt niet weg dat hij een heel goede trainer is.“
Bij Barcelona kon Ten Cate in de schaduw van de evenwichtige Rijkaard relatief rustig opereren. Met de goede prestaties (twee keer kampioen van Spanje en het winnen van de Champions League) kreeg hij bovendien de erkenning die hij al zo lang zocht. „Ik heb bij Sparta te maken gehad met Ten Cate en later ook met Rijkaard“, zegt Van Eijck. „Totaal verschillende karakters. Ik hoop dat Henk veel heeft opgestoken van de rustige manier waarop Rijkaard functioneert.“