[POL SC #896] Op Naar De 150 Zetels.

quote:

Krach treft consumptie hard

Koersverliezen werken veel sterker door dan winsten

VAN ONZE REDACTEUR

AMSTERDAM - De Nederlandse belegger in aandelen en obligaties reageert veel heftiger op koersverliezen dan op koerswinsten. Bij elke euro koersverlies op de aandelen- en obligatieportefeuille nemen de consumptieve bestedingen met 20 cent af. Een koerswinst leidt tot slechts 8 cent meer consumptie. Dit blijkt uit een gezamenlijke studie van het Centraal Planbureau, CPB, en de Nederlandsche Bank.

De aanleiding voor het onderzoek was de matige voorspelling door het CPB van de consumptieve bestedingen in de periode van 2001 tot 2005. In het begin van die periode overschatte het CPB de consumptie, naar nu blijkt omdat onvoldoende rekening werd gehouden met het relatief sterke negatieve effect van de koersverliezen op aandelen.

Volgens hoogleraar Persoonlijke Financiële Planning Henriëtte Prast zou je op grond van volledige rationaliteit moeten verwachten dat de consument bij koersverliezen even veel bijspaart als hij bij koerswinsten extra consumeert. 'We weten echter uit de psychologie dat het effect van een verlies groter is dan dat van een vergelijkbare winst. Wat dat betreft is dit resultaat niet verrassend', zegt Prast.

Onderzoeker Mauro Mastrogiacomo van het CPB zegt dat door de extra besparingen bij koersverliezen het geslonken vermogen weer op peil wordt gebracht. Dat drukte de consumptie in de eerste jaren van deze eeuw aanzienlijk.

Op koerswinsten reageren huishoudens terughoudender. Die gebruiken ze als appeltje voor de dorst. Volgens de onderzoeker worden de consumptieve bestedingen sterker beïnvloed door schommelingen in het aandelenvermogen dan door fluctuaties in obligatievermogen: 'Hier speelt blijkbaar een loterijeffect. Aandelen gelden als riskanter. Je hebt dan gewonnen, of niet'.

Mastrogiacomo deed nog apart onderzoek naar de perceptie van vermogensveranderingen. Het re-sultaat is vergelijkbaar. Het blijkt dat gezinnen die een 'grote stijging' melden van hun vermogen, feitelijk dat jaar gemiddeld bijna euro 10.000 rijker zijn geworden. Van een 'grote daling' wordt al gewag gemaakt als het vermogen in werkelijkheid met euro 3500 is gedaald.

Opvallend is verder dat ouderen heel anders met koerswinsten en -verliezen omgaan dan jongeren. Jongeren sparen bij verlies ongeveer anderhalf keer zo veel als ze extra uitgeven bij koerswinst. Voor ouderen is die verhouding ongeveer vijf.

'Jongeren zijn nog optimistisch over hun toekomstige kansen', zegt Prast. 'Ik zou speculeren dat ze hun eigen kracht en kansen overschatten en te gemakkelijk veronderstellen dat ze risico's kunnen nemen, omdat ze denken later toch meer geld te gaan verdienen. Voor ouderen is een dergelijke vorm van zelfoverschatting niet meer mogelijk.'

Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad

quote:

Zelf sparen voor WW is niet reëel

Werknemers laten sparen voor een eigen uitkering voor werkloosheid, is niet reëel. Dat blijkt uit het onderzoek 'Patronen van werk en gebruik van sociale regelingen' van SEOR, dat minister De Geus van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

D66 lanceerde vorig jaar dit plan met het idee dat een spaar-WW mensen zou stimuleren snel een baan te vinden, omdat het spaarsaldo opraakt. Kijkend naar de groep mensen die gebruikmaakt van de WW, blijkt het plan echter moeilijk realiseerbaar en werkt de prikkel onvoldoende.

Het gebruik van de WW is, net als bij de sociale zekerheid als geheel, sterk geconcentreerd. Tussen de 36 en 43 procent van de bevolking heeft ten minste eenmaal een uitkering voor werkloosheid ontvangen tijdens het arbeidszame leven.