Catullus is een bekende Romeinse dichter met soms nogal seksuele toespelingen, even wat voorbeelden
Carmen 6
Tenzij ze humorloos en grof is,
zou jij, Flavius, over jouw liefje aan Catullus
willen vertellen, en zou jij niet kunnen zwijgen.
Maar je bemint ik weet niet wat voor 'n koortsige
hoer: je schaamt je dat te bekennen.
Tevergeefs zwijg je, want je bed schreeuwt,
dat jij geen weduwnaarsnachten ligt:
het ruikt naar bloemenkransen en Syrische olie.
Ook het kussen en het beddengoed, aan alle kanten
versleten, en het geschokte kraken en rondwandelen
van je schuddende bed [schreeuwt = verraadt je].
Want het heeft geen zin, helemaal niet, ontucht te verzwijgen.
Waarom? Jij zou niet zo leeggeneukte flanken laten zien,
tenzij jij een of andere stommiteit begaat.
Dus wat je maar meemaakt, goed of kwaad,
vertel dat aan ons. Ik wil jou en jouw liefdes
naar de hemel roepen met een sierlijk vers.
Carmen 15
Mij en mijn lieverd beveel ik bij jou aan,
Aurelius. Aarzelend vraag ik om een gunst:
als er iets was waarvan je met heel je hart
begeerde dat het rein bleef, en onberoerd,
behoed mij dan mijn knaap in alle kuisheid,
niet zozeer voor de massa - wij vrezen niet
voor mensen die buiten op straat druk doende
in eigen zaken verdiept langslopen - nee,
voor jou ben ik bang, en voor die pik van je,
stootklaar gericht op brave en slechte jongens.
Roer hem waar je wilt en zoveel je maar wilt,
als je buitenshuis de kans krijgt, maar blijf van
hem hier af - een bescheiden verzoek, dunkt me.
Want áls jouw zwarte ziel en jouw wilde lust
je tot zo'n wandaad dreef, stuk verdriet, dat je
achterbaks aan mijn dierbare zou komen,
wat jou, ongelukkige, dán te wachten staat...
Jou binden ze vast en je open aars zullen
harders en radijzen in en uit vliegen!
Carmen 16
Wanneer ik jullie vastbind en van achteren verkracht
Zal ik een even laten zien hoe ik jullie veracht
Want, Furius, jij klootzak, wie denk jij wel wie je bent
en jij, fantast, Aurelius, jij noemt jezelf een vent?
hoe halen jullie ‘t in je hoofd bij het zien van mijn gedichten,
mij meteen van een gebrek aan kuisheid te betichten
‘t is passend voor een dichter zeer bescheiden te verkeren
wil niet zeggen dat zijn werk ‘t publiek niet mag shockeren
een goed gedicht heeft doorgaans veel karakter en veel pit
en ‘t wekt datgene op waar het verlangen al in zit
dus, bescheidenheid en kuisheid daar wil ik niets van weten
deze dichter zou men dan wel heel erg snel vergeten
’t zijn geen jonge kereltjes meer die we hier bespreken
maar vieze oude mannetjes met allerlei gebreken
die in al hun harigheid en stijfheid snel bemerken
dat hun kleine piemeltje zich niet omhoog kan werken
en lezend over duizend kussen voelt dat ronduit rot
dus is het mijn potentie die eronder lijden moet?
ik zal jullie verbazen met mijn mannelijk geslacht
wanneer ik jullie vastbind en van achteren verkracht.