Man and Boy (Simon Curtis, 2002): Engelse romcom. Compleet met ironische voice-over, zeikende dertigers en een hoogblond kutkind. Als Hugh Grant erin had gespeeld zou ik hem nog wel een zesje geven, nu is een 5 eigenlijk al redelijk hoog.
L'Ours (Jean-Jacques Annaud, 1988): anderhalf uur naar een schattig beertje kijken; fantastisch concept. Natuurlijk is er ook wat gezeik met jagers enzo, maar dit drijft toch vooral op awww-scènes als Beer en Bijtje, Beer en Beer en Beer en Bloempje. Onbegrijpelijk dat dit concept niet verder is uitgemolken.
Koala,
Luiaard en zelfs
Timo20 hadden volgens mij minstens even grote hits kunnen worden. 7.
Rising Sun (Philip Kaufman, 1993): gezeik. Connery en Keitel zorgen wel voor wat leedvermaak. 4-.
Dogma (Kevin Smith, 1999): iedere film die het christendom afzeikt geef ik automatisch minstens een 7. Dogma geef ik een 7-. Trek je conclusies.
www.eenzaam.nl (Marc van Uchelen, 2003): Theo Maassen als homo. Een meisje dat in een internet-café tegen een vreemde "VAN JOU HEB IK AIDS" schreeuwt. Dat is het wel. Zesje dus.
Nosferatu: Phantom der Nacht (Werner Herzog, 1979): het origineel was vooral zo goed door Schreck's geweldige vampier, en Kinski leek me de perfecte vervanger. Beetje jammer alleen dat zijn graaf de gratie van Schreck mist en eigenlijk vooral eng is omdat je denkt dat hij een flinke dosis AIDS in zich draagt. Wel erg sfeervol en met wat uiterst memorabele scènes. 7+.
Hideous Kinky (Gillies MacKinnon, 1998): Winslet is okay als altijd, de soundtrack is erg hip, het plot gaat over iets maar ik weet niet precies wat en er zijn twee meisjes die voor de aw-factor zorgen. Prima. 7.
Angel Heart (Alan Parker, 1987): begint erg lekker met een neo-noir sfeertje en een prima Rourke, maar na verloop van tijd nemen de afgezaagde horrorelementen het over. Schokkerige flashbacks, emmers bloed, gezeik met voodoo en een einde dat zo in mijn imaginaire* kutste-twists-allertijden-tournament mag. Het soort film dat ik associeer met een op Koninginnedag gekochte VHS. 6+.
Bruce Almighty (Tom Shadyac, 2003): misschien wel de grappigste scène van de afgelopen vijf jaar, een leuk uitgangspunt en een paar geïnspireerde momenten tillen dit makkelijk uit boven de middenmoot. Toch is het grotendeels wat sloom, nogal slordig uitgewerkt en bovenal niet erg grappig. Ook was het de eerste keer dat ik Carrey af en toe irritant vond, en ja, ik heb
The Cable Guy wèl gezien. 6+.
Kyua (Kiyoshi Kurosawa, 1997): door MTV aangekondigd als 'de Japanse
Se7en' (wat een dotjes zijn het toch) en dus kon ik het niet laten even te kijken. Nogal veel herhaling, nogal een onmogelijk soort pseudo-filosofisch achtig ondertoontje en een nogal onaangename badguy. Die laatste zorgt ervoor dat dit toch wel wat ongemakkelijke momenten heeft, hoewel de echte spanning uitblijft. Oh, en het schijnt allemaal snobistisch verantwoord te zijn. Daarom toch nog een 6,5.
Alien 3 (David Fincher, 1992): het is Alien, het heeft Pete Postlewaithe, er zit een shot in van een Alien die uit elkaar barst. Best tof dus. 7-.
* niet langer imaginair
[ Bericht 1% gewijzigd door Sai op 19-11-2005 03:22:02 ]