Ik heb altijd al iets gehad met het Franse voetbal, vanaf het moment dat ik de sport intensief begon te volgen. Clubs als AS Monaco, Paris Saint-Germain, AJ Auxerre, FC Nantes, Girondins Bordeaux en Olympique Marseille kregen altijd mijn steun in de Europacup en ook de nationale ploeg behoorde tot mijn favorieten. Zo was ik in 1992 bijna zeker dat de Fransen, met de kern van Marseille en aangevuld met de geniale Eric Cantona, het EK zouden winnen. Zeker omdat ze onder coach Platini ongeslagen het toernooi haalden. Het werd een deceptie, evenals het missen van het WK 1994. Desondanks bleef ik een liefhebber van het land en het voetbal daar.
Artiesten als David Ginola en Youri Djorkaeff sloot ik uiteraard vroeg in mijn hart, evenals Robert Pires en later Thierry Henry. De besten zag ik echter in Bordeaux. Ik zal nooit vergeten hoe die ploeg, met Richard Witschge in de gelederen, ooit AC Milan wegspeelde in de UEFA Cup. Lizarazu deed het als linksback goed, Witschge was prima bezig, spits Christophe Dugarry speelde ronduit sensationeel en dwong daarmee een transfer naar Milaan af, maar de beste man was uiteraard de toen al kalende Zinedine Zidane.
De man met de fabelachtige techniek, het haast onaardse inzicht en het ook nog eens grote loopvermogen heerste op het middenveld. De nieuwe en verbeterde versie van Platini stond die avond definitief op. Vanaf toen was ik fan. Dat viel best zwaar. Want ik voorspelde een uitblinkende Zidane op het EK van 1996 en toen faalde Frankrijk toch weer en liet Zidane weinig zien.
Door zijn spel bij Juventus viel hij wat meer op, maar het mooiste was het WK 1998. Ik zette uiteraard in op Frankrijk als wereldkampioen en won daar ruim 200 gulden mee dat jaar. Maar het mooist vond ik eigenlijk dat Zidane zich, na een onbezonnen rode kaart, revancheerde in de finale zelf.
Goed beschouwd was zijn beste toernooi het EK van 2000 en vanaf toen ging het iets minder met hem. Desondanks geniet ik nog altijd als ik hem zie spelen en denk ik dat hij minimaal tot de beste vijf spelers ooit hoort, samen met Cruijff, Pelé, Maradona en Beckenbauer.