Na zoveel terechte eer voor poolse heldendaden kan een andere poolse herinnering niet onbenoemd blijven. Karel de Gucht van de VLD schreef een uitstekend essay over de noodzaak van de herdenking van de Opstand van het Getto van Warschau te Antwerpen op 31 maart 2003
quote:
Herdenking van de Opstand van het Getto van Warschau - Karel De Gucht
Dames en Heren,
Op 20 januari 1942, een mooie winterdag, reden zwarte dienstwagens de oprijlaan op van een luxueuze villa in de buitenwijken van Berlijn. De villa hoorde tot 1940 toe aan een industrieel, maar die had ze verkocht aan de Sicherheitsdienst, de SD, omdat hij verwikkeld was in een fraudezaak. Vijftien mannen kwamen op die dag bijeen in de gezellige vergaderzaal van de villa die uitkeek over de Grosse Wannsee, het grootste van twee idyllische meren. Zij waren uitgenodigd door Reinhard Heydrich, toen 37 jaar oud, die aan het hoofd stond van het Reichszicherheitshauptamt, de veiligheidsdiensten van het Derde Rijk, met daarin onder meer de SD en de Gestapo. De genodigden waren topambtenaren, dikwijls met de graad van staatssecretaris, van departementen die in meer of mindere mate betrokken waren bij wat de nazi ,,het Jodenvraagstuk'' noemden.
De finale oplossing van dat 'vraagstuk', de Endlösung, vorderde volgens Heydrich veel te traag. Alle Joden moesten verdwijnen uit de gebieden die door de nazi's werden gecontroleerd. Vele Joden waren geëmigreerd toen ze nog de kans hadden, maar Heydrich wilde voorkomen dat het Joodse volk zich elders vestigde. Op deze fatale vergadering werd onder druk van Heydrich beslist om tot de vernietiging van de Joden over te gaan en alle departementen moesten hun medewerking verlenen. Een uitroeiingscampagne, op industriële leest geschoeid, kreeg snel vorm. Dat alles vond plaats op een erg beschaafde manier, schrijft Mark Roseman in zijn boek The villa, the lake, the meeting. De beruchte Adolf Eichmann, ook aanwezig, getuigde later: ,,De vergadering verliep zeer rustig, bijzonder beleefd en erg vriendelijk. Er werd niet veel gesproken en het duurde niet lang. De obers serveerden cognac en sigaren en zo eindigde de bijeenkomst''. Een vergadering waar één van de gruwelijkste beslissingen uit de geschiedenis zijn beslag kreeg.
Het waren keurige, nette heren in voortreffelijke pakken die rond de tafel van de villa aan de Wannsee zaten. Zij organiseerden de holocaust. Het waren echt niet alleen de SS-mannen in Auschwitz, Treblinka, Bergen-Belsen en de andere kampen die verantwoordelijk waren voor deze geplande volkerenmoord. Daarvoor al was de Jodenvervolging volop bezig. In Polen bijvoorbeeld dat in 1939 gedeeltelijk door de nazi's was bezet. In het kleine stadje Izbica trainde de nieuwe Duitse burgemeester zijn honden in het herkennen van de gele Jodenster zodat zij de mensen op straat en onder aanmoedigingen konden aanvallen. De massaal vermoorden en neerschieten van Joden gebeurde in de Sovjetunie haast meteen na de inval van de nazi's in 1941. Maar een haast wetenschappelijk plan om een heel volk uit te roeien kwam er pas begin 1942, tijdens de Wannsee-conferentie. Als gevolg daarvan werden 300.000 Joden uit het getto van Warschau, waar ze voordien bijeengedreven waren, gedeporteerd naar het vernietigingskamp van Treblinka. Daar, en elders, vonden taferelen plaats van een ongeziene verschrikking, die sindsdien in ons collectieve geheugen zijn gegrift.
De getto's functioneerden ondanks alles, op vele plaatsen als een heuse stad. Elk onderwijs aan Joodse kinderen was verboden, maar toch kwamen overal, in kelders en kleine dakkamers, klasjes bij elkaar. Het culturele leven was, zeker in het getto van Warschau, ongemeen boeiend. Zeer veel kunstenaars en musici waren Joden. Zij organiseerden cultuurmanifestaties en concerten van zeer hoog niveau. Tot de deportaties na de beslissing van de Wannsee-conferentie elke poging om een normaal leven te lijden, verstoorden. Berichten over het gruwelijke lot van de mensen die met de eerste konvooien werden weggevoerd, bereikten naderhand de overgebleven bewoners van het getto van Warschau. De Duitsers konden niet alle getto's tegelijkertijd ontruimen omdat het om veel te veel mensen ging en daarom werkten ze met golven. Eens het duidelijk was, dat de eerste groepen van weggevoerden omgebracht waren, wisten de overlevenden in het getto wat hen te wachten stond. Een kleine weerstandsbeweging onder de leiding van Mordechai Anielewicz, een jongeman van 23, ging in het gewapend verzet en lag aan de basis van de opstand van het getto. Toen de nazi politie en het Duitse leger de overgebleven bewoners wilden deporteren in april 1943, vochten de jonge Joodse weerstanders met de moed der wanhoop terug. Zij gingen liever stervend ten onder dan als vee naar de kampen te worden gedreven. De strijd duurde bijna een maand en was bijzonder wreed. Meer dan 56.000 Joden werden gevangen genomen, 7.000 werden ter plaatse neergeschoten. De anderen werden naar vernietigingskampen afgevoerd.
Dames en Heren,
Telkens opnieuw valt op dat de uitvoerders van de holocaust, van de kampbewakers tot de nette heren aan de conferentietafel in de Berlijnse villa, over de slachtoffers van hun monsterlijke daden praten alsof het geen mensen zijn. De menselijkheid wordt hen ontnomen zodat het mentaal veel makkelijker wordt te spreken over de finale oplossing of de opruiming. Dit gaat dus nog een stuk verder dan onverdraagzaamheid of een gebrek aan tolerantie. Telkens opnieuw zie je, van de holocaust tot Rwanda, dat de slachtoffers worden ontmenselijkt zodat hun uitroeiing kan voorgesteld worden als een weldaad. Elke individualiteit wordt uitgewist, alle waardigheid gebannen. De slachtoffers worden een massa, niet meer dan ongedierte. Het valt me, iets te dikwijls naar mijn zin, op met welk gemak er de jongste tijd wordt omgesprongen met termen als genocide en Endlösung. De systematische, geplande vernietiging van een volk is zo afschuwelijk dat het niet mag gebanaliseerd worden. Precies dat gebeurt wanneer de terminologie te dikwijls en te makkelijk wordt gebruikt. Ik vind de oorlog die nu in Irak woedt onverantwoord en zelfs gevaarlijk. Elk slachtoffer is er één te veel. Maar dit een genocide noemen, vergelijkbaar met de Jodenvervolging, zoals een Iraakse minister onlangs deed, is niet alleen onjuist in de feiten. Dergelijk haastig en met opzet gechargeerd woordgebruik tast de betekenis en de draagwijdte van de echte genocide aan, want die was dan toch niet meer dan één van de vele vergelijkbare gebeurtenissen. Het besef van de omvang van de gruwel in die donkere jaren, kan niet anders dan ons taalgebruik determineren. Gebeurt dat niet, dan is ook het besef weggevallen. Het racisme is niets minder dan de ontkenning van de gelijkheid van de mensen. Het tast de menselijke waardigheid aan. In zijn uitwassen leidt het tot gewelddadige conflicten, zelfs tot een massamoord van een onbeschrijflijke omvang zoals de Shoa. Wat er toen gebeurde, wat wij vandaag herdenken, blijft in ons collectief geheugen gegrift. Het mag nooit meer, onder geen enkele vorm, opnieuw gebeuren.
De geschiedenis leerde ons een ijzeren les. En toch. Toch is de strijd nog lang niet gestreden. De jongste jaren zien we onverdraagzaamheid en racisme toenemen, niet alleen hier, maar op vele plaatsen in de wereld. Wat waren de aanslagen van 11 september anders dan de extreme minachting voor de andere, voor zijn menselijke waardigheid? Destructieve moordlust is dus allerminst een unieke eigenschap van Hitler-Duitsland, het is geen monopolie van één politieke stroming. Een van de meest moorddadige regimes van vorige eeuw was dat van de communistische dictator Josef Stalin. En het moslim-fundamentalisme toonde de jongste jaren een gruwelijk gezicht van onverdraagzaamheid en minachting voor andersdenkenden. Als dit soort van fundamentalisme hier te lande voet aan de grond krijgt, is dat niets minder dan een bedreiging voor onze democratische waarden. Daarom moeten we er alles aan doen om de voedingsbodem voor dit vernietigende extremisme weg te nemen. De minachting voor iemand die tot een ander ras behoort, een ander geloof belijdt, een andere politieke overtuiging heeft, een andere seksuele geaardheid, hoort niet thuis in onze democratische samenleving. Die maatstaf is mijns inziens universeel. In een democratische samenleving, waar ook ter wereld, is geen plaats voor haat, racisme of een willekeurige vergelding. Dat betekent dat verdraagzaamheid en respect, ook in het Nabije Oosten, de basis moet vormen voor het vreedzaam samenleven van verschillende volkeren.
De jongste maanden was Antwerpen het toneel van een aantal betreurenswaardige incidenten. Enkele Joodse jongeren werden aangevallen door jonge Marokkanen. Tijdens de demonstratie van 3 april vorig jaar, georganiseerd door het AEL van Abou Jahjah, weerklonk de slogan ,,Dood aan de Joden'' en werden Joodse winkels aangevallen. Er is het incident van een Joodse man die van zijn fiets werd getrokken en in elkaar geslagen. Al bij al is de situatie in Frankrijk of in Nederland nog meer verontrustend. Maar dat wil niet zeggen dat we erover moeten zwijgen. Integendeel. De stelling dat je dit soort van incidenten om de lieve vrede moet stilhouden, vind ik onjuist. Elke vorm van racisme, tegen wie ook, moet aangepakt worden. Toch vinden we dezelfde minachting terug bij de moderne varianten van uiterst rechts, in dit land en elders. De geestelijke erfgenamen van de keurige heren die rond de tafel zaten in de villa aan de Wannsee. Wanneer het Vlaams Blok voorstelt om werkloze migranten te beletten werk te zoeken in een andere sector, treedt die partij in de logica van racistische discriminatie en uitsluiting. De logica die destijds haar eindpunt vond in de Endlösung. Een paar jaar geleden zei de toenmalige ondervoorzitter van het Vlaams Blok, Roeland Raes, dat hij toegaf dat de nazi's de Joden systematisch hadden vervolgd en gedeporteerd. Maar Raes twijfelde of die vervolging inderdaad een onderdeel was van een plan tot uitroeiing. Volgens hem waren de vernietigingskampen van de nazi's niet allemaal zo bedoeld. Hij vond dat het gezeur over die kampen nu maar eens moest ophouden. De publieke standpunten van Raes beschadigden het imago van de partij. Vlaams Blok distantieerde zich daarom van hem en Raes moest ontslag nemen als ondervoorzitter. Maar hij bleef volop actief in de partij, ook plaatselijk, nog altijd. Roeland Raes is geen alleenstaand geval. De grote medestander van het Vlaams Blok, de welbekende Jean-Marie Le Pen, noemt de holocaust een ,,te verwaarlozen detail van de geschiedenis''. Een andere notoire medestander, de Oostenrijker Jorg Haider, zei dat de Jodenvervolging ten tijde van nazi's toch echt niet overdreven mocht worden. Niet zo lang geleden, in 1997, stelde Vlaams Blok senator Wim Verreyken voor om een straat in Berchem te noemen naar Ward Hermans, een Vlaamse dichter.
Hermans werd in de jaren dertig een nationaal-socialist, rabiaat anti-semiet en was tijdens de oorlog één van de oprichters van SS-Vlaanderen. Onder druk van Filip Dewinter werd het voorstel ingetrokken. In het boek ,,De Jonge Turken van het Vlaams Blok'' beschrijft de Nederlandse journalist Rinke Van den Brink de invloed van de neo-nazi's in het Vlaams Blok. Die blijkt erg zwaar door te wegen. Leidende figuren in die partij hebben hun wortels in de VMO, het NSV en Voorpost, uiterst rechtse organisaties met duidelijk racistische opvattingen, schrijft Van den Brink. Als het negationisme, de ontkenning van de Holocaust, ergens in Vlaanderen op enige sympathie kan rekenen, is het wel bij een aantal mensen in het Vlaams Blok. Toch blijft het verbazen dat deze tekenen voor een aantal mensen blijkbaar niet precies te duiden zijn. Ze hebben blijkbaar moeite om de aard van een partij als het Vlaams Blok juist in te schatten. Het extremistische en het racistische karakter van die partij wordt dikwijls verrassend snel terzijde geschoven of voor het gemak gewoon vergeten. Ook tijdens de eerste jaren van het Hitler-regime in Duitsland, waren veel Joden ervan overtuigd dat het allemaal nog best zou meevallen. Eric Johnson ondervroeg voor zijn verhelderende boek ,,Nazi-terreur'' heel wat getuigen uit de streek rond Krefeld en Keulen. Karl Muschkattblatt, een Joodse overlevende, vertelde hem dat ,,niemand die eerste jaren besef had van het dreigende onheil''. De meeste Joden gedroegen zich bijzonder gezagsgetrouw en zagen het nazistische partij als een nare, maar hopelijk voorbijgaande fase in de Duitse politieke geschiedenis. ,,Als Duitse Joden echt op de hoogte waren geweest van wat hen boven het hoofd hing, dan zouden minder van hen zo lang in Duitsland zijn gebleven zodat ze naar hun dood konden worden gestuurd'', schrijft Eric Johnson. ,,Uiteindelijk liepen de Joden in de val, niet alleen door het terreurapparaat dat de volle omvang van zijn moorddadige bedoelingen niet altijd toepaste of liet merken, maar ten dele ook door de vriendelijkheid en de beleefdheid van de goedbedoelende Duitse vrienden en buren.''
De beroemde Joodse politicologe Hannah Ahrendt stelde dat de Joodse Raden, door hun samenwerking met de nazi's, in belangrijke mate mede verantwoordelijk zijn voor het zeer grote aantal mensen dat in de holocaust het leven liet. De Poolse auteur Zygmunt Bauman betwijfelt dit ten zeerste. In zijn boek Modernity and the Holocaust zegt hij dat er geen aanwijzingen zijn dat de Joodse Raden veel impact konden hebben op de deportaties. Ze konden die, op gevaar van eigen leven, hoogstens vertragen. De Joodse leiders stonden voor een verscheurende keuze. Meewerken in de hoop het ergste te vermijden, of lijdzaam ondergaan en de nazi's volledig de vrije hand te laten. Het ging om niets minder dan het naakte overleven. Een klein aantal Joodse leiders ging ervan uit dat samenwerking met de nazi's de ergste excessen kon voorkomen en mensenlevens kon redden. Dit sprankeltje hoop werd keer op keer de keer de grond ingeslagen. Je vermindert het kwaad niet door ermee samen te werken. Zo is er het verhaal van Chaim Rumkowski, de praeses van het Joodse getto in het Pools Lodz, probeerde levens te redden door de Joden zo productief mogelijk in te zetten in de Duitse oorlogsindustrie. Hij wilde dat de bewoners van het getto zich nuttig maakten voor de Duitsers zodat ze in leven konden blijven. Zijn uitgangspunt was dat de nazi's rationeel zouden handelen en de oorlogsindustrie niet zouden verzwakken door de zeer valabele Joodse arbeidskrachten te deporteren. Hij dacht dat ze niet in het eigen vlees zouden snijden. Het mocht niet baten. Want voor de hard-liners van de SS bleven nuttige Joodse arbeiders in de eerste plaats Joden, dus minderwaardige wezens, waarvoor in hun ijskoude, racistische logica geen plaats was.
Veel Joden werden in de val gelokt. Omdat het, zeker in die eerste jaren, niet zo duidelijk was dat het nazi-regime erop uit was de Joden gewoon uit te roeien. Omdat de leiders van de regime, de ambtenaren, de politiemensen niet allemaal meteen overkwamen als massamoordenaars. Zeer weinig mensen konden zich inbeelden dat de minachting voor de menselijke waardigheid zich zozeer kon nestelen in de geest van nette ambtenaren, overheidsfunctionarissen en officieren. Dat was een dramatische vergissing. Een vergissing die we geen tweede maal mogen begaan. Het valt me daarom moeilijk te begrijpen dat enkelingen - en het is niet altijd zo duidelijk of ze met zo weinig zijn - in de Joodse gemeenschap blijkbaar toenadering zoeken tot dat Vlaams Blok. Beseft men wel voldoende waarvoor die partij staat, wat haar achtergrond is, van wie zij de erfgename is? Het is toch niet omdat het Vlaams Blok de absolute tegenpool is van de radicale moslims, dat ze aanvaardbaar worden voor de Joodse gemeenschap. Het is toch niet omdat ze, bij wijze van spreken, de vijand zijn van de vijand, dat ze vrienden worden. Het is toch niet omdat hun leiders er uitzien als keurige heren, netjes in het pak, dat ze aanvaardbaar worden als bondgenoot of partner. Dit gaat voor mij een stuk verder dan de gebruikelijke partijpolitiek, want hier zijn fundamentele principes in het geding. Daarom wilde ik dit probleem even aan u voorleggen op deze herdenkingsplechtigheid.
Dames en Heren,
De Joodse verzetsstrijders die in de zomer van 1943 in Warschau de moed hadden zich te verzetten tegen de barbarij, wisten dat ze ten onder zouden gaan. Maar ze vochten toch. Het is aan ons en aan elke volgende generatie om hun nagedachtenis en die van de miljoenen die omkwamen in de Holocaust, in ere te houden. Laten we dat doen met de waardigheid en het respect dat we aan hen verplicht zijn. Zodat de mensheid deze schande nooit meer zal meemaken. Hier niet en elders niet.
Ik dank u.
Karel De Gucht
Nu is het niet zo dat maar de aanname moet worden gemaakt het VB plannen heeft om de Joden te deporteren en uit te roeien. Ik vermoed dat de antwerpse joden aansluitikng zoeken omdat het VB de racistische misstanden begaan door sommige individuele migranten benoemt en ertegen wenst op te treden terwijl een monsterverbond van VB buitensluitende partijen deze zaken om de lieve vrede niet benoemt en er nauwelijks tegen lijkt op te treden. Karel zou zich zijn eigen toespraak kunnen aantrekken en biedt de VLD daarmee handvatten om iets van de groeipotentie van het VB over te nemen namelijk: Het aan de kaak stellen van maatschappelijke misstanden, bescherming van burgers en realisatie van veiligheid op straat door individuen openlijk aan te spreken op hun gedrag en bevolkingsgroepen te motiveren tot openlijke correctie of distantie van de individuen die hen een slechte naam bezorgen door hun gedrag op straat.