Herostratos | donderdag 15 januari 2004 @ 09:21 |
Een centraal topic in POL voor alle feiten, cijfers en statistieken die in politieke discussies relevant kunnen zijn. TS begint  quote: Feiten en cijfers over veiligheid op schoolVolgens onderzoek in 2001 van het Instituut voor Toegepaste Sociologie is de onveiligheid op scholen tussen 1994 en 2001 niet toegenomen. Het wapenbezit is afgenomen. Het grootste deel van de leerlingen voelt zich veilig. Uit het onderzoek bleek dat: 21 procent van de leerlingen wel eens een wapen bezit. In 1994 was dat 25 procent; 8 procent wel eens met een wapen op school is geweest. In 1994 was dat 11 procent; 12 procent is buiten school wel eens bewapend. In 1994 was dat 17 procent; 13 procent is wel eens met een wapen bewerkt; 7 procent is wel eens geslagen of geschopt. Volgens de Onderwijsinspectie (verslag 2002) voelt tussen de 12 en 17 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs zich niet goed thuis op hun school. Uit onderzoek van onderzoeksbureau Regioplan naar basisscholen (2003) blijkt dat op bijna 40 procent van de basisscholen ernstige vormen van pesterij voorkomen. 38 Procent van de scholen meldt fysiek geweld, 31 procent bedreiging. Uit een recente panel-enquête (februari 2003) van de Algemene Onderwijsbond (Aob) blijkt dat eenvijfde van de scholen agressie en geweld op school verdoezelen, uit angst een slechte naam te krijgen. In het voortgezet onderwijs is dat 24 procent, in het basisonderwijs 11 procent, in scholen voor volwasseneneducatie 24 procent. In dezelfde enquête zijn leraren gevraagd welke vormen van agressie ze het afgelopen jaar zelf hebben meegemaakt. Bovenaan staat 'verrot schelden' met 16 procent, gevolgd door pesten (9 procent) en bedreiging met fysiek geweld (9 procent). Bedreiging met de dood staat op de een na laatste plaats met 3 procent. In het Scholierenonderzoek 2001-2002 van het Nibud zijn 32 scholen gevraagd welke maatregelen ze hebben genomen tegen agressie. Van de scholen heeft 42 procent structureel contact met de politie, 54 procent incidenteel, 4 procent heeft geen contact met de politie. Jeugdpolitie maakt in 38 procent van de scholen structureel deel uit van het zorgteam. 16,7 Procent van de scholen geeft aan extra controle te voeren door middel van detectiepoortjes en wapencontrole. Het Nationaal Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) heeft in 2002 de relatie tussen schoolgrootte en veiligheid onderzocht. Daaruit blijkt dat er geen verband is tussen schoolgrootte en sociale problemen. Op kleine scholen wordt zelfs meer gepest en gevochten dan op middelgrote en grote scholen. De Onderwijstelefoon schrijft in haar jaarverslag over 2002 dat de telefonische hulpdienst in dat jaar 2381 telefoontjes kreeg. 44 Procent van de leerlingen en 17 procent van de ouders die belden, deden dat met klachten over lichamelijk en geestelijk geweld. De klachten namen toe met 10 procent. Vooral de klachten over pesten nemen toe. Uit een onderzoek naar wapenbezit op veertig Rotterdamse scholen door Bureau Onderzoek op Maat in 2000 blijkt dat 43 procent van de scholen wapenbezit als een klein of geen probleem ziet. Geen enkele school ziet het als een groot probleem. Bij controles worden vrijwel nooit wapens gevonden. Er werden zeventien incidenten genoemd waarin gedreigd was met een wapen, meestal een mes. Bron: Volkskrant
|
Herostratos | donderdag 15 januari 2004 @ 09:38 |
Het inmiddels beroemde en beruchte promotie-onderzoek van Mark Deuze naar journalistiek in Nederland. Vol vermeende feiten, cijfers en statistieken... Journalistiek in Nederland Altijd makkelijk in discussies over de vermeende subjectiviteit van de media is de volgende quote ( ):
quote: Politiek gezien beschouwen de journalisten zich bijna zonder uitzondering links (32 procent) dan wel links van het midden (47 procent), hoewel vele journalisten opmerkten dat dergelijke classificeringen toch wel niet meer van deze tijd zijn. Slechts één procent achtte zichzelf rechts.
|
Herostratos | zaterdag 24 januari 2004 @ 09:39 |
quote: Schieten, steken, slaan op scholenOktober 1995. Een 19-jarige leerling steekt een 17-jarige medescholier dood in Utrecht. November 1999. Vier leerlingen slaan een leraar in elkaar in Alphen aan den Rijn. December 1999. In Veghel schiet een 17-jarige scholier vier leerlingen en een lerares neer. Januari 2001. Een vader slaat een directeur in Deventer met een honkbalknuppel. Februari 2001. Familieleden mishandelen een leraar van een basisschool in Amsterdam. November 2003. Twee broers en een zus steken een 16-jarige vmbo-leerling neer in IJsselstein. 13 januari 2004. Een 17 jarige leering schiet op het Haagse Terra College een docent dood. 23 januari 2004. Een 16-jarige scholier uit Leerdam maakt een computerspel waarbij op leraren geschoten wordt. Bron: Volkskrant
|
Sidekick | zaterdag 24 januari 2004 @ 12:14 |
quote: Op donderdag 15 januari 2004 09:38 schreef Herostratos het volgende:Altijd makkelijk in discussies over de vermeende subjectiviteit van de media is de volgende quote ( ): [..]
Makkelijk, maar irrelevent. Het zegt niets over de politieke kleur in hun werk. |
Herostratos | zaterdag 24 januari 2004 @ 12:17 |
quote: Op zaterdag 24 januari 2004 12:14 schreef Sidekick het volgende:Makkelijk, maar irreleveant. Het zegt niets over de politieke kleur in hun werk.
Hij of zij die in objectieve media gelooft zal het met je eens zijn, er zijn ook mensen die een andere mening zijn toegedaan (gebaseerd op empirie welteverstaan). |
Napalm | maandag 2 februari 2004 @ 18:33 |
Wat een goed idee dit topic!! BBP per persoon NL: 27.200 euro VS: 36.000 euro Koopkracht per huishouden NL: 13.922 euro VS: 20.756 euro Inwoners absoluut/ per km[sup2[/sup] NL: 16 mln / 362 VS: 290 mln / 30 Gevangenen per 100.000 [/b] NL: 93. Ergo, 16 mln/100.000*93 dus 15.000 gevangenen in NL. VS: 686. Ergo 290 mln/100.000*686 dus 2.000.000 gevangen in de VS. Economische groei de laatste 5 jaar NL: 1,5% VS: 3,1% Belastinginkomsten als % BBP NL: 41,4% VS: 29,6% Bron: Elsevier 24 janauari 2004, blz 41 |
Nyrem | dinsdag 3 februari 2004 @ 00:25 |
quote: Op maandag 2 februari 2004 18:33 schreef Napalm het volgende: Wat een goed idee dit topic!!BBP per persoon NL: 27.200 euro VS: 36.000 euro
Gemiddeld aantal vakantiedagen per jaar: NL/Europa: 31,5 VS: 16(cijfers.net FNV) |
Kaalhei | dinsdag 3 februari 2004 @ 09:06 |
quote: Op dinsdag 3 februari 2004 00:25 schreef Nyrem het volgende:[..] Gemiddeld aantal vakantiedagen per jaar: NL/Europa: 31,5 VS: 16 (cijfers.net FNV)
Heel erg raar om er 'NL/Europa' neer te zetten. Het mag toch als bekend worden verondersteld dat er binnen Europa zeer grote variaties hierin zijn. |
Kaalhei | dinsdag 3 februari 2004 @ 10:43 |
quote: Op dinsdag 3 februari 2004 09:06 schreef Kaalhei het volgende:[..] Heel erg raar om er 'NL/Europa' neer te zetten. Het mag toch als bekend worden verondersteld dat er binnen Europa zeer grote variaties hierin zijn.
Ik vind deze cijfers voor Europa:code: Statutory minimum days leave and public holidays across Europe: Country Annual leave Public holidays Total leave Finland 25 14 39 Austria 25 13 38 Greece 25 12 37 France 25 11 36 Portugal 22 14 36 Spain 22 14 36 Sweden 25 11 36 Denmark 25 10 35 Luxembourg 25 10 35 Germany 20 13 33 Belgium 20 10 30 Italy 20 10 30 Ireland 20 9 29 Netherlands 20 8 28 UK 20 8 28 Figures based on employees with 10 years service working five-day weeks.
http://www.mercerhr.com/pressrelease/details.jhtml?idContent=1104770 |
du_ke | dinsdag 3 februari 2004 @ 11:56 |
quote: Op dinsdag 3 februari 2004 10:43 schreef Kaalhei het volgende:[..] Ik vind deze cijfers voor Europa:
Dan valt het verschil dus wel mee. 11 tussen de hoogste en laagste. In dit geval was het cijfer van Nyrem een redelijk (ietwat laag) gemiddelde. |
Kaalhei | dinsdag 3 februari 2004 @ 12:12 |
quote: Op dinsdag 3 februari 2004 11:56 schreef du_ke het volgende:[..] Dan valt het verschil dus wel mee. 11 tussen de hoogste en laagste. In dit geval was het cijfer van Nyrem een redelijk (ietwat laag) gemiddelde.
Het betekent dat inwoners van Finland gemiddeld bijna 40% (39/28x100%=139.3%) meer vrije dagen hebben dan de inwoners van Nederland. Lijkt me toch wel relevant, veertig procent. |
Kaalhei | dinsdag 3 februari 2004 @ 12:15 |
quote: Op dinsdag 3 februari 2004 11:56 schreef du_ke het volgende:[..] Dan valt het verschil dus wel mee. 11 tussen de hoogste en laagste. In dit geval was het cijfer van Nyrem een redelijk (ietwat laag) gemiddelde.
Je kan die cijfers niet zomaar optellen en middelen. Al eens gehoord van het gewogen gemiddelde? |
Herostratos | vrijdag 6 februari 2004 @ 13:28 |
quote: Bevolkingsgroei sinds 1984 niet zo laagVOORBURG - Nederland telde op 1 januari 16,3 miljoen inwoners. De bevolking groeide vorig jaar met 62.400 mensen. Dat is de laagste bevolkingsgroei sinds 1984. Dit blijkt uit cijfers die het CBS vrijdag heeft bekendgemaakt. De geringe groei is het gevolg van een toegenomen emigratie en een afgenomen immigratie. Het groeitempo van de bevolking is in drie jaar tijd gehalveerd. In 2000 nam het aantal inwoners nog met 123.100 toe. De bevolkingsgroei neemt doorgaans af in een periode van economische teruggang, aldus het CBS. Dit deed zich twintig jaar geleden ook voor. Het aantal geboorten daalde vorig jaar naar 201.000. Dat zijn er ruim duizend minder dan in 2002. De afname deed zich in het vierde kwartaal voor. In de eerste twee steeg het aantal geboorten nog. De teruggang houdt verband met de neergaande economie. Als het consumentenvertrouwen daalt, loopt anderhalf tot twee jaar later het aantal geboorten terug. Vorig jaar overleden 141.100 mensen, duizend minder dan een jaar eerder. In het derde kwartaal overleden er meer mensen dan in dezelfde periode. Dat kwam door de hoge temperatuur. In het vierde kwartaal lag het aantal sterftes lager. In 2003 zijn 14.800 immigranten minder geregistreerd dan een jaar eerder. Het aantal kwam uit op ruim 106.500. Er kwamen vooral minder mensen uit Angola, de Nederlandse Antillen, Aruba en Sierra Leone naar Nederland. Steeds meer mensen kiezen ervoor Nederland (voorgoed) te verlaten. Vorig jaar vertrokken er 103.800 mensen naar een ander land, het hoogste aantal ooit. In het vierde kwartaal was het aantal emigranten 25.800, duizend minder dan het aantal immigranten. Bron: Volkskrant
Bevolkingsteller CBS |
Kozzmic | dinsdag 10 februari 2004 @ 23:01 |
Met dank aan Sidekick voor deze link...quote: Gastarbeider werd migrantDe afgelopen 30 jaar verschenen talrijke nota's en rapporten over minderhedenbeleid. Hoewel daarin 1001 plannetjes stonden, gebeurde er weinig. Opmerkelijk is dat er al sinds het begin van de jaren 70 signalen waren 'over vraagstukken die samenhangen met de veranderende wijksamenstelling', constateert de commissie-Blok. De overheid richtte zich er daarna op om de onbekendheid en de vooroordelen bij de autochtone bevolking wegnemen. De eerste buitenlanders kwamen in de jaren 60 naar Nederland om hier tijdelijk te werken (gastarbeiders). Werkgevers hadden veel werk in de aanbieding. In de jaren 70 komen er steeds meer arbeidsmigranten, vooral uit Turkije en Marokko. Antillianen kwamen in die jaren vooral naar Nederland om te studeren. In de jaren 70 ging de regering er van uit dat de migranten weer naar hun eigen land zouden terugkeren. De nota Buitenlandse werknemers uit 1970 vermeldt dat Nederland geen immigratieland is. Enige aanpassing is noodzakelijk, maar vanwege het tijdelijke verblijf kan de groep de eigen identiteit bewaren. Integratie met behoud van eigen identiteit is het motto. Vier jaar later, in 1974, stelt het kabinet dat er meer nadruk moet komen op beheersing van de arbeidsmigratie en dat de tijdelijkheid ervan bevorderd moet worden. Gedwongen tijdelijkheid is niet aan de orde maar men wil geen toekomstige immigratie. In 1979 komt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met het rapport Etnische Minderheden. Daarin staat dat het minderhedenbeleid in de jaren daarvoor vooral gericht was op welzijn. De WRR stelt voor het eerst dat het verblijf niet tijdelijk is. De koppeling tussen behoud van identiteit en integratie moest worden verlaten. Het kabinet onderkent het permanente verblijf, de wederzijdse aanpassing, de gelijke kansen en geen gedwongen assimilatie (volledige aanpassing). De Tweede Kamer stemt hiermee ook in. In 1981 en 1983 verschijnen twee minderhedennota's met doelstellingen om de sociale en economische achterstand van minderheidsgroepen terug te dringen. Het behoud van eigen identiteit gaat over in het belang van emancipatie in eigen kring, dat moet bijdragen aan integratie. In 1985 wordt het actief en passief kiestrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ingevoerd voor etnische minderheden. Dit om hun rechtspositie te versterken. De WRR komt in 1989 opnieuw met een belangrijk rapport, Allochtonenbeleid, dat een leidraad wordt voor de jaren negentig. Minderhedenbeleid verandert in integratiebeleid, dat meer gericht is op individuen dan op groepen. De WRR constateert dat de migratie naar Nederland voorlopig aanhoudt. De raad wil positieve actie voor minderheden om hun positie te verbeteren. Het kabinet sluit hier in 1990 op aan en wil snelle inburgering van nieuwkomers. In 1994 verschijnt de nota Investeren in integreren, waarin een specifiek beleid wordt voorgesteld om jongeren en nieuwkomers te helpen, vooral in het onderwijs. Datzelfde jaar komt de Contourennota, waarin de nadruk ligt op burgerschap en integratie. Werk en onderwijs zijn daarin belangrijk. In 1996 moeten alle gemeenten een systeem hebben om alle nieuwkomers te laten deelnemen aan inburgeringsprogramma's. Onder Paars II in 1998 komt er een aparte minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, Van Boxtel. Hij brengt de nota Kansen krijgen, kansen pakken uit. De primaire doelstelling is actief burgerschap, waarin iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn plek in de maatschappij. In 2001 volgt de nota Integratie in het perspectief van immigratie, dat een terugblik is van wat Paars-II heeft bereikt. Er moeten convenanten komen tussen Rijk en gemeenten, er komt een beeldvormingscampagne en een landelijk Contactorgaan Moslims. Het Strategisch Akkoord van Balkenende-I in 2002 gaat uit van integratie met behoud van pluriformiteit. De inburgering wordt verplicht voor nieuwkomers en voor oudkomers met een uitkering. In 2003 komt het kabinet met Integratiebeleid minderheden, waarin staat dat intensivering nodig is op verschillende terreinen. Burgers moeten worden geprikkeld om zelf de integratie aan te pakken. In 2004 moet er een vernieuwd inburgeringsstelsel komen, waarin allerlei voorwaarden worden gesteld aan inburgering. Ook wordt er een examen aan gekoppeld. De vernieuwing moet plaatsvinden met minder geld. http://www.ad.nl/artikelen/Nieuws/1074494920144.html
Op Parlement & Politiek wordt het kabinet Marijnen (1963-1965; KVP, VVD, ARP en CHU) genoemd als regering welke begon met het naar Nederland halen van gastarbeiders...quote: Vanwege een te kort op de arbeidsmarkt worden buitenlandse werknemers geworven. http://www.parlement.com/9291000/modules/g0ceig7s
De allereerste politicus die Nederland vol noemde en dit in verband bracht met de instroom van immigranten was Willem Drees jr, de voorman van de politieke partij DS70...quote: ,,Nederland is een vol land.'' Aan het woord is niet Pim Fortuyn, ook niet Hans Janmaat. Achter het spreekgestoelte staat dr. Willem Drees jr. op het verkiezingscongres van DS'70 in 1971, als hij het lijsttrekkerschap voor de nieuwe partij aanvaardt. 'De jonge Drees', zoon van de voormalige PvdA-premier, opponeert tegen het zittende kabinet-De Jong, dat bedrijven subsidieert om 'gastarbeiders' uit landen als Turkije en Marokko naar Nederland te halen. Een slecht idee, vindt Drees.[..] Het zijn geen gastarbeiders, zei Drees in 1971, maar in de eerste plaats mensen: ,,Zij hebben recht op goede huisvesting, op de mogelijkheid dat hun gezin komt, op moskeeën en scholen, op dezelfde voorzieningen als de aanwezige Nederlanders. Maar voor deze toevloed, die in enkele decennia een half miljoen mensen kan betreffen, ontbreekt de extra ruimte.'' Ruud Nijhof, de laatste leider van DS'70 (dat in 1981 uit de Kamer verdween), vermoedt dat Drees hiertoe kwam uit een combinatie van sociale bewogenheid en economische analyse. Nederland kampte eind jaren '60 met een krappe arbeidsmarkt. Maar DS'70 vond volgens Nijhof dat Nederland ,,zijn eigen broek'' moest ophouden. Als ontwikkeld land achtte de partij het niet verstandig met goedkope arbeiders van elders te gaan werken; dat remt de innovatie van de eigen economie. Het werk moest beter betaald worden. http://www.nrc.nl/binnenland/artikel/1028006657020.html
|
zakjapannertje | woensdag 25 februari 2004 @ 12:18 |
quote:Onvoldoende voorbereiding Kamerleden 25-02-2004
Nieuwe Kamerleden gaan onvoldoende voorbereid het debat in, een op de drie heeft niet genoeg middelen om zaken uit te laten zoeken. Van hen heeft 37 procent te weinig tijd om met deskundigen te praten en slechts vijf procent leest voor elk debat alle relevante rapporten. Dat blijkt uit een onderzoek van weekblad Intermediair.
De nieuwe volksvertegenwoordigers ervaren een grote werkdruk, maar liefst 80 procent vindt dit een probleem. De Kamerleden werken gemiddeld 65 uur per week, waarvan een derde opgaat aan vergaderen.
Ayaan Hirsi Ali wordt van de nieuwe Kamerleden het meest geciteerd in de pers. De lijst van alle Kamerleden die vaak worden geciteerd wordt aangevoerd door de fractievoorzitters. PvdA'er Wouter Bos staat op nummer 1, gevolgd door Boris Dittrich (D66). Jozias van Aartsen (VVD) en Maxime Verhagen (CDA) staan respectievelijk op nummer drie en vier. [Copyright 2004, Novum] nieuws.nl |
Esc | woensdag 25 februari 2004 @ 12:58 |
beetje jammer dat sidekick zelfs dit topic loopt te misbruiken door alleen eenzijdig nieuws te geven |
pberends | woensdag 25 februari 2004 @ 13:48 |
quote:Op dinsdag 10 februari 2004 23:01 schreef Kozzmic het volgende:Met dank aan Sidekick voor deze link...<blockquote><font size="1" face="verdana, arial, helvetica">quote:</font><hr> Gastarbeider werd migrant<p>De afgelopen 30 jaar verschenen talrijke nota's en rapporten over minderhedenbeleid. Hoewel daarin 1001 plannetjes stonden, gebeurde er weinig.<p>Opmerkelijk is dat er al sinds het begin van de jaren 70 signalen waren 'over vraagstukken die samenhangen met de veranderende wijksamenstelling', constateert de commissie-Blok. De overheid richtte zich er daarna op om de onbekendheid en de vooroordelen bij de autochtone bevolking wegnemen.<p>De eerste buitenlanders kwamen in de jaren 60 naar Nederland om hier tijdelijk te werken (gastarbeiders). Werkgevers hadden veel werk in de aanbieding. In de jaren 70 komen er steeds meer arbeidsmigranten, vooral uit Turkije en Marokko. Antillianen kwamen in die jaren vooral naar Nederland om te studeren.<p>In de jaren 70 ging de regering er van uit dat de migranten weer naar hun eigen land zouden terugkeren. De nota Buitenlandse werknemers uit 1970 vermeldt dat Nederland geen immigratieland is. Enige aanpassing is noodzakelijk, maar vanwege het tijdelijke verblijf kan de groep de eigen identiteit bewaren. Integratie met behoud van eigen identiteit is het motto.<p>Vier jaar later, in 1974, stelt het kabinet dat er meer nadruk moet komen op beheersing van de arbeidsmigratie en dat de tijdelijkheid ervan bevorderd moet worden. Gedwongen tijdelijkheid is niet aan de orde maar men wil geen toekomstige immigratie.<p>In 1979 komt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met het rapport Etnische Minderheden. Daarin staat dat het minderhedenbeleid in de jaren daarvoor vooral gericht was op welzijn. De WRR stelt voor het eerst dat het verblijf niet tijdelijk is. De koppeling tussen behoud van identiteit en integratie moest worden verlaten. Het kabinet onderkent het permanente verblijf, de wederzijdse aanpassing, de gelijke kansen en geen gedwongen assimilatie (volledige aanpassing). De Tweede Kamer stemt hiermee ook in.<p>In 1981 en 1983 verschijnen twee minderhedennota's met doelstellingen om de sociale en economische achterstand van minderheidsgroepen terug te dringen. Het behoud van eigen identiteit gaat over in het belang van emancipatie in eigen kring, dat moet bijdragen aan integratie.<p>In 1985 wordt het actief en passief kiestrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ingevoerd voor etnische minderheden. Dit om hun rechtspositie te versterken.<p>De WRR komt in 1989 opnieuw met een belangrijk rapport, Allochtonenbeleid, dat een leidraad wordt voor de jaren negentig. Minderhedenbeleid verandert in integratiebeleid, dat meer gericht is op individuen dan op groepen. De WRR constateert dat de migratie naar Nederland voorlopig aanhoudt. De raad wil positieve actie voor minderheden om hun positie te verbeteren. Het kabinet sluit hier in 1990 op aan en wil snelle inburgering van nieuwkomers.<p>In 1994 verschijnt de nota Investeren in integreren, waarin een specifiek beleid wordt voorgesteld om jongeren en nieuwkomers te helpen, vooral in het onderwijs.<p>Datzelfde jaar komt de Contourennota, waarin de nadruk ligt op burgerschap en integratie. Werk en onderwijs zijn daarin belangrijk. In 1996 moeten alle gemeenten een systeem hebben om alle nieuwkomers te laten deelnemen aan inburgeringsprogramma's.<p>Onder Paars II in 1998 komt er een aparte minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, Van Boxtel. Hij brengt de nota Kansen krijgen, kansen pakken uit. De primaire doelstelling is actief burgerschap, waarin iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn plek in de maatschappij.<p>In 2001 volgt de nota Integratie in het perspectief van immigratie, dat een terugblik is van wat Paars-II heeft bereikt. Er moeten convenanten komen tussen Rijk en gemeenten, er komt een beeldvormingscampagne en een landelijk Contactorgaan Moslims.<p>Het Strategisch Akkoord van Balkenende-I in 2002 gaat uit van integratie met behoud van pluriformiteit. De inburgering wordt verplicht voor nieuwkomers en voor oudkomers met een uitkering.<p>In 2003 komt het kabinet met Integratiebeleid minderheden, waarin staat dat intensivering nodig is op verschillende terreinen. Burgers moeten worden geprikkeld om zelf de integratie aan te pakken.<p>In 2004 moet er een vernieuwd inburgeringsstelsel komen, waarin allerlei voorwaarden worden gesteld aan inburgering. Ook wordt er een examen aan gekoppeld. De vernieuwing moet plaatsvinden met minder geld.<p> http://www.ad.nl/artikelen/Nieuws/1074494920144.html<hr></blockquote>Op Parlement & Politiek wordt het kabinet Marijnen (1963-1965; KVP, VVD, ARP en CHU) genoemd als regering welke begon met het naar Nederland halen van gastarbeiders...<blockquote><font size="1" face="verdana, arial, helvetica">quote:</font><hr> Vanwege een te kort op de arbeidsmarkt worden buitenlandse werknemers geworven. <p> http://www.parlement.com/9291000/modules/g0ceig7s<hr></blockquote>De allereerste politicus die Nederland vol noemde en dit in verband bracht met de instroom van immigranten was Willem Drees jr, de voorman van de politieke partij DS70...<blockquote><font size="1" face="verdana, arial, helvetica">quote:</font><hr>,,Nederland is een vol land.'' Aan het woord is niet Pim Fortuyn, ook niet Hans Janmaat. Achter het spreekgestoelte staat dr. Willem Drees jr. op het verkiezingscongres van DS'70 in 1971, als hij het lijsttrekkerschap voor de nieuwe partij aanvaardt. 'De jonge Drees', zoon van de voormalige PvdA-premier, opponeert tegen het zittende kabinet-De Jong, dat bedrijven subsidieert om 'gastarbeiders' uit landen als Turkije en Marokko naar Nederland te halen. Een slecht idee, vindt Drees.<p>[..]<p>Het zijn geen gastarbeiders, zei Drees in 1971, maar in de eerste plaats mensen: ,,Zij hebben recht op goede huisvesting, op de mogelijkheid dat hun gezin komt, op moskeeën en scholen, op dezelfde voorzieningen als de aanwezige Nederlanders. Maar voor deze toevloed, die in enkele decennia een half miljoen mensen kan betreffen, ontbreekt de extra ruimte.'' Ruud Nijhof, de laatste leider van DS'70 (dat in 1981 uit de Kamer verdween), vermoedt dat Drees hiertoe kwam uit een combinatie van sociale bewogenheid en economische analyse. Nederland kampte eind jaren '60 met een krappe arbeidsmarkt. Maar DS'70 vond volgens Nijhof dat Nederland ,,zijn eigen broek'' moest ophouden. Als ontwikkeld land achtte de partij het niet verstandig met goedkope arbeiders van elders te gaan werken; dat remt de innovatie van de eigen economie. Het werk moest beter betaald worden.<p> http://www.nrc.nl/binnenland/artikel/1028006657020.html<hr></blockquote> quote:Als ontwikkeld land achtte de partij het niet verstandig met goedkope arbeiders van elders te gaan werken; dat remt de innovatie van de eigen economie. Zo wat mag ik Drees opeens meer, hij heeft het over innovatie, wat een slimme man was het toch  |
Duritz | woensdag 25 februari 2004 @ 14:03 |
quote:Veel minder asielzoekers naar Europa
Het aantal asielaanvragen in de Europese Unie is vorig jaar scherp gedaald. In 2003 vroegen 288 duizend mensen asiel aan in een van de EU-lidstaten, 22 procent minder dan het jaar ervoor, zo meldt de VN-vluchtelingenorganisatie Unhcr. Het is de grootste daling sinds 1997. In Nederland kwamen vorig jaar 13.400 asielzoekers binnen, 28 procent minder dan in 2002.
Hoge Commissaris Ruud Lubbers toonde zich tevreden. 'Van de grote groepen asielzoekers, vooral de Afghanen, Irakezen en mensen uit Servië en Montenegro, zijn de meeste in omvang afgenomen. Dat weerspiegelt de aanzienlijke veranderingen in de landen en regio's van herkomst.'
De daling is het grootst vanuit landen waar een relatieve rust terugkeerde na jaren van geweld (zoals Afghanistan), of waar een repressief regime verdween (Irak, Afghanistan). Het aantal vluchtelingen uit Irak daalde ook in de loop van het jaar sterk: van 4200 in januari tot 900 in december.
Vluchtelingenwerk en de Vluchtelingorganisaties Nederland (VON) bevestigen dat asielstromen afnemen zodra geweld en repressie verminderen. Het strenger worden van de asielprocedures in de meeste Europese landen is volgens de organisaties een tweede oorzaak van de afname.
'Hopelijk kan nu de concurrentie in strengheid tussen landen minder worden', zegt Brigitta van den Berg van Vluchtelingenwerk. 'En hopelijk kan er weer meer worden gekeken naar kwaliteit van procedures, in plaats van alleen kwantiteit.' Ook Lubbers zei te hopen dat 'nu de aantallen zijn verminderd, het debat weer kan gaan over de noodzaak om vluchtelingen te beschermen'.
Het grootste aantal asielzoekers kreeg Europa vorig jaar te verwerken uit Rusland, van wie de meesten uit Tsjetsjenië. In 2002 stond Rusland nog op de vijfde plaats van de Unhcr-lijst. De Russische regering sloot vorig jaar een aantal vluchtelingenkampen voor Tsjetsjenen, vooral in het naburige Ingoesjetië, met het argument dat Tsjetsjenië weer veilig zou zijn.
Veruit de meeste asielverzoeken in Nederland kwamen vorig jaar van Irakezen (3472). Het voorgaande jaar stond Angola nog bovenaan de lijst; dat land zakte naar een tiende plaats.
Groot-Brittannië kreeg de meeste asielverzoeken (61.050), gevolgd door Frankrijk en Duitsland. De daling in deze landen bedroeg respectievelijk 41, 26 en 29 procent. Duitsland had zijn laagste score in twee decennia. |
zakjapannertje | woensdag 10 maart 2004 @ 13:01 |
quote:Aantal overvallen opnieuw afgenomen 10-03-2004
Het aantal overvallen is in 2003 voor het vierde jaar op rij gedaald. Vorig jaar vonden 2.379 overvallen plaats, zeven procent minder dan het jaar ervoor. Vier jaar geleden bedroeg het aantal overvallen nog bijna 2.800. Dat is woensdag gebleken uit cijfers van het Nederlands Politie Instituut. Van de overvallen mislukten er 490.
Toch zijn er ook bedrijfstakken waar in 2003 meer overvallen zijn gepleegd dan in 2002. Dat is onder meer het geval bij benzinestations (van 176 naar 209) en telefoonwinkels (van 19 naar 41). De politie wist ongeveer 1.100 daders aan te houden en 646 overvallen op te lossen, hetgeen neerkomt op 27 procent. Bij de overvallen kwamen negen personen om het leven en raakten er 330 gewond.
In de hoop de overvalcriminaliteit verder te kunnen terugdringen, is per 1 oktober een landelijk overvalcoördinator aangesteld. [Copyright 2004, Novum] nieuws.nl |
UnderWorld_ | vrijdag 12 maart 2004 @ 14:08 |
quote:EIM: Nieuwe bedrijven verbeteren werkgelegenheid 12-03-2004
Nieuwe bedrijven kunnen na zwakke conjunctuurperiodes ervoor zorgen dat de ontwikkeling van de werkgelegenheid verbeterd. Deze conclusie wordt vrijdag getrokken door EIM, kenniscentrum over het Nederlandse bedrijfsleven. In vijftien jaar onderzoek hebben zij nieuwe en bestaande bedrijven geanalyseerd.
Begin jaren negentig was er net als nu een conjunctureel ongunstige periode. In deze periode nam het aantal banen toe door nieuw opgerichte bedrijven. Ook is een aantal mensen die in de periode werkloos zijn geworden, een eigen bedrijf gestart. Volgens het EIM zorgen nieuwe bedrijven daarom voor een demping van de conjunctuur.
De resultaten van het onderzoek staan in het rapport 'Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid, periode 1987 – 2002'. Vanaf 2000 worden er steeds minder nieuwe banen gecreëerd door het ontstaan van nieuwe bedrijven. Het aantal daalde met 20.000 naar 120.000 nieuwe banen in 2002. Een verminderde banencreatie heeft te maken met de conjunctureel zwakke periode. Ook bij bestaande bedrijven is het aantal afgenomen. In 1999 kwamen er 290.000 nieuwe banen bij, in 2002 bedroeg dit aantal nog maar 152.000.
Het verdwijnen van banen wordt voor vijftig procent veroorzaakt door een werkgelegenheidskrimp bij bestaande bedrijven. Voor tien procent is het verdwijnen te wijten aan de opheffing van bedrijven. [Copyright 2004, Novum] nieuws.nl |
Kaalhei | vrijdag 12 maart 2004 @ 14:46 |
De site http://www.nationmaster.com/ geeft je de mogelijkheid om landen te vergelijken op het gebeid van economie, demografie, educatie tot FIFA-ranking. |
faustkern | vrijdag 12 maart 2004 @ 23:46 |
The Bureau of Labor Statistics Magic:
Voor de volledige tekst zie: http://www.strategicinves(...)eadline&id=3804&tp=a
"Some would argue that we should not be whining about unemployment. It is, after all, only 5.6%, which is historically not all that high. But current headline Bureau of Labor Statistics unemployment rates are not the whole story. The magic of statistics is that if you get to define the terms, you can make the numbers say what you want them to say.
The unemployment numbers are useful as they give us a direction of employment, which has been improving, and a basis for historical comparison. But there is more when you look at the underlying actual numbers that make up the statistics and how they are counted.
For instance, the BLS does not include people in the category of unemployed who want a job but have not looked for one in the last four weeks. If you add in the people who want a job but are not counted as unemployed, the unemployment rate goes up to 8.8%.
There are also 4.4 million people who are working part-time but would like a full-time job. If you add those in also, we have 11.8% of the population who are unemployed or are under-employed.
But the statistics are even more ambiguous than that. If you look at the actual numbers for February 2004, you find that the total number of people classified as unemployed went down by 127,000. Doesn't that mean we created 127,000 jobs?
The answer is no. Let me throw you some odd statistics. First, since November, the actual labor force (according to the BLS) has dropped by over 700,000, even though the population rose. The number of people actually employed dropped by a seasonally adjusted 265,000. The number of people who are now considered not in the workforce rose by over 500,000."
Met andere woorden, zelfs de schatting dat 11.8% van de Amerikaanse beroepsbevolking werkloos is nog aan de lage kant maar ondanks dat nog hoger dan in de meeste West Europese landen -- waar de werkloze beroepsbevolking meestal wel volgens ILS standaarden gemeten wordt.
De gemeente waar ik woon heeft afgelopen week meegedeelt dat het aantal gezinnen welke onder de armoede grens leven in 1 jaar tijd met 60% is toegenomen. Dit ondanks de ontwikkeling dat meer als 120.000 mensen greater San Francisco in de afgelopen 3 jaar verlaten hebben. |
UnderWorld_ | zaterdag 13 maart 2004 @ 00:04 |
En de ILS standaard meet wel de mensen die graag een baan willen, maar die niet actief op zoek zijn? Lijkt me heel erg sterk. Hoe moet de overheid dan weten dat die mensen een baan willen?? De werkloosheid ligt dus overal hoger dan de aangegeven cijfers. Het feit lijkt mij dat de VS dan nog steeds relatief aan de lage kant zit. |
faustkern | zaterdag 13 maart 2004 @ 00:15 |
Goed punt. Denk het wel want in de meeste West-Europese landen heeft men (overheids) bureaus waar werkzoekenden ingeschreven staan, in de USA heeft men in sommige staten regionale bureaus maar niets op federaal niveau.
Je moet zowie ingeschreven staan om in aanmerking tekomen voor een ww uitkering of bijstand. In de VS is dat voor welfare niet het geval, je hoeft alleen maar aan te tonen dat je actief op zoek bent. |
UnderWorld_ | zaterdag 13 maart 2004 @ 00:22 |
quote:Op zaterdag 13 maart 2004 00:15 schreef faustkern het volgende: Goed punt. Denk het wel want in de meeste West-Europese landen heeft men (overheids) bureaus waar werkzoekenden ingeschreven staan, in de USA heeft men in sommige staten regionale bureaus maar niets op federaal niveau.
Je moet zowie ingeschreven staan om in aanmerking tekomen voor een ww uitkering of bijstand. In de VS is dat voor welfare niet het geval, je hoeft alleen maar aan te tonen dat je actief op zoek bent. Maar ik denk dat vooral deze groep mensen geen uitkering aanvraagt. Als je immers vier weken niet actief naar een baan hebt gezocht, kom je b.v. in Nederland zelfs niet in aanmerking voor een uitkering (het vereist actief op zoek zijn naar een baan). Volgens mij bestaat deze groep hoofdzakelijk uit mensen die een part-time baan willen hebben en daarvoor niet afhankelijk zijn in hun levensonderhoud. Deze groep mensen is in Europa dus ook niet ingecalculeerd.
Het is heel makkelijk om beweringen, zoals in dit artikel, te maken. Er is een goed punt dat in alle landen de werkloosheid stukken hoger ligt dan de cijfers laten zien. Maar dat Amerika de enige is geloof ik niet. |
faustkern | zaterdag 13 maart 2004 @ 00:31 |
Ik weet het ook niet. Het lijkt me stug dat je geen uitkering aanvraagt als je daar misschien recht op blijkt te hebben. Waar moet je anders van leven? Ouders, liefdadigheid, aalmoezen?
Voor Nederland zou je ook kunnen stellen dat al die arbeidsongeschikten moeten worden meegeteld om een accuraat beeld van de werkloosheid te verkrijgen. Maar in de USA heb je weer workers comp. en deze mensen worden gewoon als actieve werknemers meegeteld. Op zich is die ILS wel handig maar het blijft moeilijk om landen met elkaar te vergelijken. Ik heb dit artikel gepost omdat de VS het wel heel erg bont maken met hun 'household survey' en al die mensen die zgn de arbeidsmarkt verlaten. |
zakjapannertje | woensdag 7 april 2004 @ 15:45 |
quote:Vertrouwen in regering bereikt dieptepunt 07-04-2004
Nederland is niet te spreken over de wijze waarop de huidige regering ons land momenteel bestuurt. Volgens de bevolking zijn politici de minst betrouwbare beroepsgroep. Slechts 19 procent heeft vertrouwen in de integriteit van politici. Daarnaast daalde ook het vertrouwen in het regeringsbeleid op alle fronten. Dit blijkt uit een jaarlijkse onderzoek van Reader's Digest waarin 29.000 consumenten in 14 Europese landen worden ondervraagd over hun vertrouwen in instellingen, regeringsbeleid en beroepsgroepen.
Het vertrouwen in de overheid is ten opzichte van vorig jaar met 8 procent afgenomen. Ook het vertrouwen in het beleid van de verschillende ministeries is op alle fronten gedaald. De Nederlander maakt zich voornamelijk druk over het beleid ten aanzien van de werkgelegenheid. Slechts 26 procent heeft vertrouwen in het werkgelegenheidsbeleid, dat is bijna een halvering ten opzichte van vorig jaar. Het beleid ten aanzien van sociale zorg en ouderzorg verloor afgelopen jaar 15 procent aan vertrouwen.
Voor het eerst sinds jaren is het vertrouwen in het openbaar vervoer weer toegenomen. Het vertrouwen steeg met 10 procent. Hiermee is het openbaar vervoer de sterkste stijger ten opzichte van vorig jaar. Met uitzondering van het leger en de politie hebben de overige instellingen aan vertrouwen ingeboet. De media komen wederom als beste uit de bus.
De brandweer kreeg als beroepsgroep dit jaar met 97 procent wederom de hoogste waardering. Ook verpleegkundigen, piloten en doktoren genieten veel vertrouwen. De grootste daling in vertrouwen vond plaats in de taxibranche en ook apothekers kwamen er dit jaar slechter vanaf. [Copyright 2004, Novum] nieuws.nl |
Kaalhei | woensdag 7 april 2004 @ 16:08 |
quote:Op woensdag 7 april 2004 15:45 schreef zakjapannertje het volgende: Vertrouwen in regering bereikt dieptepunt 07-04-2004 Mooi, dan kan het dus alleen nog maar stijgen. |
Kozzmic | dinsdag 4 mei 2004 @ 22:25 |
Een aardig achtergrondartikel van de site van Parlement & Politiek. Via de site is ook meer info op te vragen over de genoemde personen.quote:Hoe verging het Nederlandse politici in de Tweede Wereldoorlog? Sommige Kamerleden waren actief in het politieke (geestelijke) verzet. Gedurende de oorlog vond veelvuldig politiek beraad plaats tussen politici die niet in gevangenschap waren. SDAP-voorman Drees was daarin een centrale figuur, al was ook hij enige tijd gijzelaar. Veel Tweede- en Eerste-Kamerleden verbleven in de Tweede Wereldoorlog langere of kortere tijd in gevangenschap. Belangrijke kopstukken van de ARP werden al in juni 1940 opgesloten in kamp Schoorl. In oktober 1940 werd de politieke elite voor kortere of langere tijd als gijzelaar opgesloten in Buchenwald. Dat was een repressaille-maatregel vanwege de internering van Duitsers in Nederlands-Indië. Later werden zij overgebracht naar Haaren en Sint Michielsgestel. Enkele Kamerleden verbleven vrijwel de gehele oorlog in gevangenschap. Overleg tussen geïnterneerde politici bleek later van groot belang te zijn geweest voor de naoorlogse politieke verhoudingen. ARP-voorman Jan Schouten werd in 1945 opgesloten in het concentratiekamp Mauthausen. Hij overleefde dat beruchte werkkamp. Eerder in de oorlog zat hij ook in gevangenschap, maar had direct na zijn vrijlating het verzetswerk weer opgepakt. Enkele vooraanstaande politici overleefden hun gevangenschap niet. Van hen kunnen worden genoemd: de oud-ministers Verschuur en Goseling (beiden RKSP), het SDAP-Eerste-Kamerlid Wiardi Beckman en de voorzitter van de Liberale Staatspartij Telders. Ook het oud-Tweede-Kamerlid Van der Putt, die zich als burgemeester heldhaftig had gedragen, overleefde het concentratiekamp niet. Joods politici die werden vermoord, waren de SDAP'ers Alida de Jong (de tante van Lou de Jong), De La Bella en Mendels en het voormalige VDB-Kamerlid M.M. Cohen. De bekwame SDAP-econoom Van Gelderen pleegde in de meidagen van 1940 zelfmnoord. Gefusilleerd werden de revolutionair-socialist Henk Sneevliet en het oud-CP-Kamerlid Kees Schalker. Ten gevolge van oorlogshandelingen kwamen om de vroegere ARP-minister en hoogleraar V.H. Rutgers, die in Duitsland stierf na een mislukte poging om naar Engeland over te steken. Rutgers was actief in het verzet. De communist Lou de Visser was slachtoffer van een Engels bombardement bij een transport vanuit het kamp Neuengamme. Niet alle politici gedroegen zich 'goed' in de oorlog. Oud-minister Posthuma en oud-ARP-Kamerlid Visscher waren bijvoorbeeld adviseur van NSB-leider Mussert. http://www.parlement.com/9291000/modules/fyakie4j?key=gq1h9bld |
Sidekick | vrijdag 17 december 2004 @ 17:11 |
Een aantal handige goede links naar sites met statistiek en feiten door Landmass opgesteld:quote: |
Landmass | vrijdag 17 december 2004 @ 17:43 |
Kijk eens aan. Er is al zoiets. Mooi. |
Landmass | maandag 27 december 2004 @ 15:33 |
United Nations Development Programme

Dit lijkt me wel een goeie. Valt onder Intergouvermentele organisaties.quote:UNDP is the UN’s global development network, an organization advocating for change and connecting countries to knowledge, experience and resources to help people build a better life. We are on the ground in 166 countries, working with them on their own solutions to global and national development challenges. As they develop local capacity, they draw on the people of UNDP and our wide range of partners. http://www.undp.org/ http://hdr.undp.org/ (hun site met raporten en statistieken) |
Landmass | maandag 27 december 2004 @ 15:50 |
quote:Op vrijdag 17 december 2004 17:11 schreef Sidekick het volgende:Een aantal handige goede links naar sites met statistiek en feiten door Landmass opgesteld: [..] He Sidekick, ik zit nog even op http://www.oeso.org/ te browsen maar ik moet toegeven dat je daar niet gratis statistieken of raporten kan krijgen. Je moet zelf maar even kijken of je hem er bij wil laten staan.
Op zich geen ramp. Veel andere gratis statistieken gebruiken de OESO weer als bron dus we komen er toch wel aan. |
Landmass | maandag 27 december 2004 @ 15:53 |
Even een remindertje voor mezelf: http://www.worldwatch.org/
Ik zal hem nog goed bekijken maar op eerste gezicht ziet het er goed uit. |
Landmass | dinsdag 28 december 2004 @ 10:37 |
Met dank aan ExtraWasKracht http://www.heritage.org/research/features/index/index.html |
gtotep | dinsdag 28 december 2004 @ 12:16 |
staatsschuld vs=$7.606.772.678.849=$25.770per persoon=60%van bbp staatsschuld nl =euro270.000.000.000=euro17200per persoon=58%van bbp
BBP per persoon NL: 27.200 euro VS: 36.000 euro
Economische groei de laatste 5 jaar NL: 1,5% VS: 3,1%
Koopkracht per huishouden NL: 13.922 euro VS: 20.756 euro
Conclusie: Doordat de economie van de vs veel sneller groeit dan de onze is de staatsschuld in nl minstens zo,n groot probleem als in de vs. |
Landmass | dinsdag 28 december 2004 @ 13:04 |
Wat is je bron? |
Landmass | woensdag 29 december 2004 @ 18:13 |
quote:The Institute for International Economics is a private, nonprofit, nonpartisan research institution devoted to the study of international economic policy. Since 1981 the Institute has provided timely, objective analysis and concrete solutions to key international economic problems. http://www.iie.com/ |
accelerator | woensdag 5 januari 2005 @ 23:34 |
http://www.landenweb.com/ Dat het Nederlandse deel van het web deze site rijk is verbaast me.
Maar hij is er in ieder geval wel. |
Landmass | maandag 17 januari 2005 @ 10:18 |

The Economist Intelligence Unit is a leading provider of country, industry and management analysis. Our mission is to provide executives with timely and reliable analysis for making successful global decisions. Any time, and anywhere, our latest intelligence provides the knowledge you need to inform your strategy and support your business.
http://www.eiu.com/ |
Landmass | maandag 17 januari 2005 @ 10:19 |
quote: Is geupdate, 2005 alweer http://www.heritage.org/research/features/index/ |
Morkje | maandag 17 januari 2005 @ 11:17 |
quote:Op dinsdag 28 december 2004 12:16 schreef gtotep het volgende:staatsschuld vs=$7.606.772.678.849=$25.770per persoon=60%van bbp staatsschuld nl =euro270.000.000.000=euro17200per persoon=58%van bbp BBP per persoon NL: 27.200 euro VS: 36.000 euro Economische groei de laatste 5 jaar NL: 1,5% VS: 3,1% Koopkracht per huishouden NL: 13.922 euro VS: 20.756 euro Conclusie: Doordat de economie van de vs veel sneller groeit dan de onze is de staatsschuld in nl minstens zo,n groot probleem als in de vs. het is 63 tegen 54%, cijfers over koopkracht kloppen ook niet meer, en uit die cijfers blijkt ook dat de Nederlandse staatsschuld is afgenomen met 4% van het bbp, en die van de VS is toegenomen met 3% van het bbp. Daarnaast heeft de VS een groot handelstekort, itt tot Nederland, wat een handelsoverschot heeft. Door die handelspositie van de VS is de staatsschuld daar eerder een probleem dan in Nederland. Daarnaast los je een staatsschuld niet op door economische groei, maar door een sluitende begroting, en volgens mij heeft Nederland net iets minder last van een gat in de hand. |
Landmass | maandag 17 januari 2005 @ 12:08 |
Jij maakt je wel erg druk om de staatsschuld van de VS. Wat kan jou dat nou boeien. |
Landmass | woensdag 2 februari 2005 @ 22:10 |
http://www.scb.se/
de CBS van Zweden  |
Volkswirtschaftler | donderdag 3 februari 2005 @ 10:51 |
quote:Op maandag 17 januari 2005 11:17 schreef Morkje het volgende:Daarnaast los je een staatsschuld niet op door economische groei, maar door een sluitende begroting, en volgens mij heeft Nederland net iets minder last van een gat in de hand. Van welke planeet kom jij? |
ExtraWaskracht | vrijdag 11 februari 2005 @ 11:52 |
Nog een economische vrijheidsindex naast die van The Heritage Foundation. |
ExtraWaskracht | zaterdag 12 februari 2005 @ 06:46 |
quote: Het is denk ik wel aardig om een tegenartikel te plaatsen over de zaken waar The Heritage Foundation zich op baseert qua economische vrijheid. Het is geschreven vanuit het perspectief van de Oostenrijkse school, waar je min of meer Hayek toe kan rekenen. Enigszins offtopic, maar wel een aardig artikel over Hayek, toch iemand wiens ideeen een hele hoop hebben veranderd in de afgelopen decennia, is te vinden in De Groene Amsterdammer: Click
Ik bespaar me de moeite om dingen te highlighten of te benadrukken omdat mensen het zelf maar moeten lezen en hun oordeel vormen. Ik kan me zo voorstellen dat linkse mensen blij zijn met enig commentaar uit economisch rechtse hoek op die index.quote:Let's now analyze the recently released "Index of Economic Freedom 2005" from The Heritage Foundation. It may seem presumptuous of me to criticize the index without having made an alternative index myself, but this is merely meant to indicate how the index should be improved to better reflect the actual level of economic freedom. One striking feature is the low ratings of almost all poor countries. Only Estonia and Chile make it into the top 19 countries. What is even more surprising is the high scores of notorius welfare-state countries like Sweden and Denmark. Denmark is considered slightly more free than the United States and Sweden only slightly less free than the US. Many other notorius welfare-state countries like Finland, Holland, Germany and Austria are also considered only slightly less free than America. Looking at specific components the results are even more puzzling. Sweden and Denmark, which have the highest taxes and biggest welfare programs of all countries in the world, are considered to have a smaller "fiscal burden" than both the United States and China, even though public spending as a percentage of GDP is more than 20% points lower in the United States and more than 30% points lower in China. To understand why these strange results have come about, let's analyze the index by the components it has—and the ones it doesn't have. The first category, "Trade Policy," seems OK as it measures the degree of protectionism by both the average tariff level and the existence of various non-tariff restrictions on trade like quotas. Yet to get a true picture of just how protectionist a country is, indirect restrictions on imports should also be included. This includes the farm subsidies present in most rich countries, including the United States and the European Union, as well as loose monetary policies which contribute to a weaker exchange rate, something which has the same effect as a combined import tariff and export subsidy. The second category, "Fiscal Burden," is perhaps the one that is most misleading. Again, it has the absurd result that Sweden and Denmark have a lower fiscal burden than the United States and China. The reason it comes up with such absurd results is its absurd methodology, although it seems in some cases based on them having their own peculiar ideas on how high taxes are. Danes would undoubtedly be very surprised if they found out from this index that they only have to pay 26.5% in income tax. Unfortunately for the Danes, the Danish tax authorities disagree with the authors and their attributed source, The Economic Intelligence Unit, and says that Danes have to pay more than twice as much. But again, the errors are mainly due not to incorrect data but to deeper methodological flaws. This category has three different components: change in government spending, top income tax rate and corporate tax. Looking at the first one, why should change in government spending be seen as a measure of the level of fiscal burden? Government spending of 20% of GDP is of course a far lower level of oppression than government spending of 50% of GDP, even if the first country saw its spending increased from 19% and the second saw it decreased from 51%. Clearly, this makes no sense, which is why the authors do not equate the change in freedom with the level in any other part of this index. The two-thirds of the category that is composed by taxes is only somewhat less flawed. Here they at least use the level of taxation and not its change as the measure of the level of fiscal burden. Yet to use only the top income tax rate and the corporate tax rate as a measure of the burden of taxation is misleading for several reasons. First, because in most countries people with lower incomes have a lower marginal tax rate than the top rate. Second, because in some countries there is a much higher possibility of lowering your tax burden through various deductions than in others. And third and perhaps most importantly, because it completely ignores the burden from other taxes. In a country like Sweden, it would be misleading to say that people with low or average income pay 31.5% in taxes while the rich pay 56.5% in taxes. That is because the product created by working is also taxed by a 33% payroll tax and a 25% value added tax. The total tax wedge, the difference between what the employer pays and what the employee gets to keep is almost 60% for most people and more than 70% for the rich. Moreover, it completely neglects forced-savings schemes which some countries, most famously Singapore and Chile, have which act as a substitute for traditional pay-as-you go pension systems. This is basically the system proposed by the Bush administration and other advocates of social security "privatization" in America. In Singapore for example, the government forces people to save some 33% of their income. While one can perhaps argue that forced savings is preferable to pay-as you go pension systems as it is at least not redistributive, anything you are forced to do is clearly not compatible with economic freedom. The exclusion of this means that the level of economic freedom is exagerated in Singapore and some other countries. Moreover, this category should be given a lot more weight than the others. An economy where the government confiscates and controls more than half of all resources cannot be characterized as free by any stretch of the imagination regardless of how much it regulates the economy with other means. High tax rates function as a form of internal tariff, reducing the rewards from productive activities and sharply reducing or eliminating the incentive for the division of labor, thus destroying the market signals on how resources should be allocated. This is enhanced by the increased disincentive to work created by high benefit levels in various forms of welfare and other transfer payments. Moreover, it means that the control of how resources should be spent goes from the private sector to the government. Given its size in many economies today, government taxing and spending should be seen as the most important restriction of economic freedom. To say that all categories of restrictions of economic freedom must be given equal weight is completely arbitrary. The next category is "government intervention," which is defined as the degree to which government directly controls spending. This category includes government consumption expenditure, that is, direct purchases or production of various services, like the military, the police and courts, education, infrastructure, health care, etc. In addition, it also includes government ownership of business. As far as it goes it seems fairly reasonable, although one can question whether received revenues are really the best indicator of the degree of government ownership and the degree to which that ownership restricts economic freedom. However, strangely absent from this category is the degree to which a country practices so-called industrial policy. That is the kind of selective support most famously practiced by Japan and its MITI department, but to a varying extent practiced by most countries including the United States. The fourth category is "monetary policy." One would think that this category would measure the extent to which the government uses monetary policy to manipulate the economy. But according to the explanatory section, economic freedom in the monetary area is not inconsistent with government manipulation of money. That is because "There is no single, accepted theory of the right monetary institution for a free society." Well, left-liberals don't accept the argument that an extensive welfare state is inconsistent with economic freedom. Quite to the contrary they believe it liberates people from poverty and insecurity and liberates women from the patriarchial structures of the traditional family. Does this mean that a large welfare state should not be seen as inconsistent with economic freedom? Likewise, paleoconservatives don't accept the argument that a protectionist trade policy is inconsistent with economic freedom. Does this mean that the category "trade policy" should be erased from the index? Clearly, there can be no doubt that things like high taxes, protectionism and central banking are infringements of economic freedom.Of course, in today's world no country has a fully market-based monetary system but that should ideally mean that no country should be considered free and given a perfect score. Even if one insists on the somewhat misleading requirement that the index should be purely relative and that some countries thus must be given the perfect score, average consumer price inflation during the last decade is hardly the best measure of relative monetary freedom. Relatively low but unexpected inflation can be more redistributive than relatively high but expected inflation. Moreover, monetary policy distorts not just domestic consumer prices but also asset prices, interest rates, and exchange rates. Any estimate of how much the economy is distorted through monetary policy should also include expected inflation versus actual inflation, money supply growth, asset price inflation, exchange rate fluctuations, and interest rate manipulation. Moreover, the index should take into account the extent to which monetary policy is used to finance government and to actively manipulate the economy. Since no country has a market based monetary system all countries could be said to suffer from this, but some countries have no independent monetary policy. This includes countries with a currency board like Hong Kong and Estonia, as well as countries which have "dollarized" their economies like El Salvador and Ecuador, as well as countries which are part of a monetary union, most noteably the Euro zone countries. Since they are influenced by a foreign central bank, their monetary system cannot be considered free, but at least their governments lack the distrectionary power of an independent central bank to finance their operations and control their economy. To estimate the extent to which monetary policy affects relative prices one could look at which sectors experience growth in credit.Admittedly,these indicators should also be taken with a grain of salt as they could be driven by real factors—just like the consumer price index could be driven by real factors—but at least they will indicate the other forms of distortion besides consumer price inflation that monetary policy could create. The fifth category is "Capital flows and Foreign Investments," that is the degree to which these things are regulated by the government. In this area, the methodology seems basically sound. The sixth category is "Banking and Finance," wherein they measure the extent to which government controls banks and financial markets. Their methodology here seems more or less sound apart from the fact that they strangely neglect how both banks and financial markets are manipulated by the government institution known as central banking.Commercial banks are allied with the central bank and strongly influenced by central bank policy which sets their rates, and central banks like the Federal Reserve strongly influence stock markets with their interest rate decisions. Even the slightest changes in wording in Fed statements and speeches from Alan Greenspan are often enough send stockmarkets into a tailspin. They often actively try to "save" the stock market from falling. There are several examples of when central banks like the Federal Reserve have done this. Thus, this category should also take into account the degree to which central banks manipulate financial markets. Moreover, given the impact massive government lending and taxation on capital has on the financial markets, budget deficits and capital gains and dividend taxes should also be considered in this context. The seventh category is "Wages and Prices." It describes to what extent government controls prices. Apparently, it only seems to include direct price and wage controls by the government apart from interest rates, the controlling of which this report consider consistent with the free market. But strangely, they exclude from the index the strong power of unions in many countries like Sweden, Denmark, and Finland to control the most important price of all in the economy (apart from the governmentally controlled interest rate): wages. Countries like Sweden and Denmark have no formally legislated minimum wage, but the unions have been given so much power by the government that they can and do force virtually all companies to bow down and obey their command, including their minimum wages. And the minimum wage levels they impose are far higher than in the United States where the federal minimum wage is less than a third of the average pay. In Sweden, the union imposed minimum wages are usually twice that level. Although some states and cities in the United States impose a somewhat higher minimum wage than what federal law requires, none come even close to the levels in Sweden (Especially since these localites usually have a higher average pay than the U.S. average). While the strong union power in Sweden and many other countries are briefly mentioned in the text of these countries, it has no effect on their scores. Since a minimum wage at two thirds the average level restricts freedom far more than a minimum wage at one third the average level one would expect Sweden to score far worse, but strangely they score the same near-perfect "2." This is even more strange given that they also explicitly note in the text how high levels of unemployment benefits also act as an indirect minimum wage. Lest anyone think that unions are simply a voluntary private entity, it must be emphasized that they derive their power from government regulation that prevents companies from firing union members and workers who are on strike. In Sweden and probably some other countries, they are also given direct and indirect financial support from the government. And given the importance of wages, they together with other direct and indirect (via unions) labor market regulations should be given a separate category. The eighth category is property rights which measures the extent to which property rights and contractual agreements are considered secure. Apparently, this only seems to mean security from private crooks as well as from expropriation. The gross violation of property rights that high levels of taxation constitutes seems irrelevant for this issue. An exclusion which might have been justified if they had already accounted for it by giving the issue of taxation a far higher weighting than other categories but which now gives very misleading results. The ninth category is "regulation." This is supposed to measure to what extent business is inhibited by various forms of regulation. One component in this is how easy it is to get a business license. The second is how tough regulations are after the business gets started. And the third is how consistently these rules are applied. The two first components both seem proper to include, although in the first one should also take into consideration the extent to which it is possible to operate a business without a formal business license. In third world countries that is generally easier to do than in rich countries.The third one is very questionable since it says that the more the government actually carries out their restrictions on freedom the more freedom people have. It does seem reasonable to say that given a certain level of actual restriction it is preferable that it is evenly applied since this decreases the risk of officials abusing their position to extort bribes. But it is backwards to argue—as this index does—that given a certain form of formal freedom restricting regulation they should be applied as much as possible and accordingly freedom should be restricted as much as possible. Even if (which is not certain) this leads to officials abusing their position to extort bribes, this is preferable since the businesses—being willing to pay these bribes—suffer less from paying the bribes than to adhere to the unjust regulation. To take a rather drastic example: the German army and the SS were known for being effective, reliable and loyal to Hitler. Yet few people would consider these traits desirable in that context. Instead it would surely have been preferable for concentration camp guards to be unreliable and corrupt, accepting bribes from Jews who wanted to flee, than for them to be professional and unwilling to be bribed. Again, this might seem like a drastic example but it clearly illustrates the general principle: corruption is bad, but consistent application of unjust laws is worse. Indeed this is noted in the next section where the authors correctly note: "In some circumstances, notes Harvard economist Robert Barro, corruption may be preferable to honest enforcement of bad rules. For example, outcomes may be worse if a regulation that prohibits some useful economic activity is thoroughly enforced rather than circumvented through bribes." Yet the authors take the directly oppositeapproach in this section. The last category, "Informal markets," is the strangest of them all. It gives negative points for having a large informal market, also called an "underground economy." But since informal markets are markets where people do not have their freedom restricted by the state this should if anything be counted as something positive. The larger the informal market the greater chance people have to conduct their business without being taxed and regulated by government officials. In countries with a small informal sector it is far more difficult to find other people with whom you can do business and practice division of labor without having your freedom restricted by the state. Giving negative points in a freedom ranking for a large informal sector is outright Orwellian—"Freedom is slavery." In their explanatory section, the authors try to justify this by saying that they do not really mean to consider informal markets per se as negative for freedom but that they want to use it as a kind of indirect measurement of how much freedom is restricted for businesses operating within the formal sector. The less economic freedom the bigger will the informal sector be, they argue. Yet there are several problems with this. First, even if it were a good indicator of the degree of restrictions on formal businesses it would only confirm what a correct index of economic freedom has already concluded. Second, while it is certainly correct to argue that ceteris paribus—other things being equal—lower economic freedom for businesses operating in the formal sector will increase the relative size of the informal sector, it would be wrong to assume that this is the only or even the most important factor determining the size of the informal sector. The efficiency of the government in cracking down on the informal sector as well as cultural attitudes toward working in the informal sector are probably even more important. Tax evasion is usually more widespread in third world countries with relatively low tax rates than in high-tax Scandinavia because government is less powerful and less efficient in the third world countries than in Scandinavia. Third, the presence of a large informal sector means that the possibility to evade state control is greater and thus in itself constitutes freedom. The informal sector category should therefore be eliminated. So, how would my proposed changes affect rankings in The Economic Freedom Index? As this article is not intended to produce a new index, I will not produce a new ranking list. However, in general the increased weight on taxing and spending and union power as well as the elimination of the informal sector category and revision of the regulation category will probably lower the rank of Sweden, Denmark, and other welfare-state Western European countries. It will also improve the scores for most third world countries. Hong Kong will probably remain number one, while it is more dubious whether Singapore with its high level of forced savings and its use of "industrial policy" can remain in second place. -------- Stefan M.I. Karlsson is an economist currently working in Sweden. Bron Het is een stuk uit het betreffende artikel, niet het hele artikel
[ Bericht 0% gewijzigd door ExtraWaskracht op 12-02-2005 06:53:23 ] |
Landmass | zaterdag 19 maart 2005 @ 20:27 |
dit is niet slecht: http://juno.sourceoecd.org/ The OECD's Online Library of Statistical Databases, Books and Periodicals. |
Landmass | vrijdag 25 maart 2005 @ 14:48 |
quote: http://www.nidi.nl/The Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute NIDI is a research institute of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) engaged in the scientific study of population. Research carried out at NIDI aims to contribute to the description, analysis, explanation and prediction of demographic trends in the past, present and future. The determinants and consequences of these trends for society at large and policy in particular are also studied. NIDI research is characterized by its interdisciplinary approach and international orientation. hebben wel seen een rapportje gemaakt waaruit bleek dat niet-westerse buitenlanders een grote kosten post zijn |
afzuiginrichting | vrijdag 25 maart 2005 @ 19:08 |
DEMOCRATIE & DE GEKOZEN BURGEMEESTER
World Democracy rankings for certain groupings (http://www.worldaudit.org/democracy.htm)
Lagere score is beter::
Finland 1 Denmark 2 New Zealand 2 Sweden 4 Norway 6 Netherlands 7 Australia 8 Canada 9 United Kingdom 10 Belgium 11 Germany 11 United States 13 Austria 14 Spain 16 France 16 Portugal 19 Japan 23 Hungary 24 Czech Republic 25 Poland 27 Italy 28
Finland, Denemarken, Noorwegen en Zweden (allen boven ons in de lijst) kennen GEEN direct gekozen burgemeester, net zoals Nederland en Belgie. In Zweden kennen ze helemaal geen burgemeester. Noorwegen experimenteert ermee, evenals Verenigd Koninkrijk.
In Georgie kennen ze WEL een direct gekozen burgemeester itt. wat Dittrich beweert: Georgie is enige land naast Nederland... Dittrich liegt tegen kiezers, want hij denkt dat ze te dom zijn om het op te zoeken.
Ook in de VS, Italie, Duitsland en nog wat oosteuropese landen met een 'moderne' grondwet kennen ze de gekozen burgemeester.
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt verbetert het hebben van een gekozen burgemeester blijkbaar niet per se het functioneren van een democratie. |
McCarthy | vrijdag 27 mei 2005 @ 15:43 |
http://www.hui.se/
The Swedish Research Institute of Trade (HUI) conducts research on general economic policy issues and particularly questions that are of importance to the retail and wholesale trade industries. |
McCarthy | dinsdag 9 augustus 2005 @ 18:04 |
http://www.pbs.org/wgbh/commandingheights/lo/index.html en ga naar http://www.pbs.org/wgbh/commandingheights/lo/resources/index.html |
zakjapannertje | donderdag 11 augustus 2005 @ 18:41 |
dit is ook wel een aardige:
The Total Economy Database consists of series on
* Real Gross Domestic Product * Population * Employment * Annual Working Hours * GDP per Capita * GDP per Person Employed * GDP per Hour
for at most 99 countries from 1950 onwards. These countries represent about 93 per cent of the world population and, as in particular the smaller and poorer countries are not in the data base, the sample represents an even larger share of world GDP (almost 98%).
Groningen Growth and Development Centre and The Conference Board Total Economy Database, August 2005 |
zakjapannertje | dinsdag 23 augustus 2005 @ 15:49 |
interessante analyse over het wel en wee van de Nederlandse staatsschuld van de afgelopen 35 jaar: Staatsschuld, Begrotingstekort en de Linkse Kabinetten |
McCarthy | dinsdag 23 augustus 2005 @ 15:54 |
quote: wat je ziet is een dalende trend onder lubbers/vanagt
ik krijg zo het idee dat den Uyl ze met een flink tekort opzadelde dat zij dan moetsen repareren.
is dit dus schuld aan het begn of ana het eind van zo;n regeer periode.
bronnen: : PvdA, Volkskrant, Ministerie van Financiën en Wikipedia.
hoi hoi, lekker objectief
Die 2e stat moet denk ik nog wel gecorrigeerd worden met inflatie. Nu krijg je een vals beeld.
[ Bericht 6% gewijzigd door McCarthy op 23-08-2005 16:01:23 ] |
McCarthy | dinsdag 23 augustus 2005 @ 22:35 |
RWI - Raad voor Werk en Inkomen
enkele interresante publicaties hebben die gasten |
zakjapannertje | donderdag 25 augustus 2005 @ 09:32 |
quote:Huwelijksmigrant vlot aan de slag
VOORBURG (ANP) - Migranten die naar Nederland komen om te trouwen, vinden sneller een baan dan asielzoekers. De arbeidsparticipatie van partners uit het buitenland is na een paar jaar zelfs bijna hetzelfde als het gemiddelde in Nederland. Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). . Van de mannen die hier komen om te trouwen of samen te wonen heeft 70 procent na een paar jaar werk gevonden. Bij de vrouwen is dat ongeveer de helft. Het gaat niet alleen over partners van Duitsers en Belgen. Ook betrekkelijk veel jonge Turken en Marokkanen halen een partner uit het land van herkomst. . Van de totale mannelijke beroepsbevolking in Nederland heeft momenteel gemiddeld driekwart een betaalde baan. Bij de vrouwen is dat circa 55 procent. . Het statistisch bureau heeft bekeken hoeveel van de migranten die sinds 1995 naar Nederland zijn gekomen, aan de slag zijn gegaan. „Frappant is dat van de Turkse en Marokkaanse jongens die komen om te trouwen, na een aantal jaar acht op de tien een baan hebben. Dat is iets meer dan de gemiddelde Nederlandse man,” aldus CBS-demograaf J. Latten http://www.refdag.nl/website/artikel.php?id=1226455 |
ExtraWaskracht | donderdag 25 augustus 2005 @ 09:43 |
quote: Mooi natuurlijk dat velen een baan vinden, maar aangezien de Marrokaanse jongens die komen expliciet aangehaald worden vraag ik me af wat het % is voor de Marrokaanse vrouwen die hier komen. |
zakjapannertje | donderdag 25 augustus 2005 @ 09:49 |
quote:Op donderdag 25 augustus 2005 09:43 schreef ExtraWaskracht het volgende:[..] Mooi natuurlijk dat velen een baan vinden, maar aangezien de Marrokaanse jongens die komen expliciet aangehaald worden vraag ik me af wat het % is voor de Marrokaanse vrouwen die hier komen. ongeveer 50 procent, dat is minder dan de gemiddelde voor werkende vrouwen in Nederland, dat is 55 procent:
http://www.cbs.nl/nl/publ(...)kelen/2005/1763k.htm |
sigme | donderdag 25 augustus 2005 @ 10:05 |
Is deze al wel eens getipt?
WHO Statistical Information System (WHOSIS) Evidence and Information for Health Policy:
http://www3.who.int/whosis/menu.cfm
Veel, veel te vinden hier. Onder andere over de kosten en financieëring van gezondheidzorg per land. |
McCarthy | donderdag 25 augustus 2005 @ 11:15 |
tijdschrift http://www.foreignpolicy.com/quote:Founded in 1970 by Samuel Huntington and Warren Demian Manshel, and now published by the Carnegie Endowment for International Peace in Washington, D.C., FOREIGN POLICY is the premier, award-winning magazine of global politics, economics, and ideas. Our mission is to explain how the world works—in particular, how the process of global integration is reshaping nations, institutions, cultures, and, more fundamentally, our daily lives. hebben een leuke globalization index |
Stratos | donderdag 25 augustus 2005 @ 13:59 |
 Bron:Verenigde Naties (United Nations publication (ST/ESA/SER.A.A/219). |
McCarthy | donderdag 25 augustus 2005 @ 14:02 |
hoe word allochtoon gedefinieerd?
Mijn definitie is er een van huidskleur, naar goed. Als iemand zegt dat hij echt nederlander en zelf een echte nederlandse naam heeft maar hij ziet er te donker uit dan is het voor mij gewoon een allochtoon.
Niet dat je dan minderwaardig bent of zo. |
Stratos | donderdag 25 augustus 2005 @ 15:27 |
Allochtonen: mensen die in het buitenland geboren zijn en die naar een ander land vestigen. |
Stratos | donderdag 25 augustus 2005 @ 15:32 |
quote:Op donderdag 25 augustus 2005 14:02 schreef McCarthy het volgende:hoe word allochtoon gedefinieerd? Mijn definitie is er een van huidskleur, naar goed. Als iemand zegt dat hij echt nederlander en zelf een echte nederlandse naam heeft maar hij ziet er te donker uit dan is het voor mij gewoon een allochtoon. Niet dat je dan minderwaardig bent of zo. Dus een blanke uit Amerika die in NL vestigt is volgens U geen allochtoon en een neger uit Amerika dan weer wel?
Een blanke die geboren is in Suriname met een Nederlandse achternaam (dat hebben veel Surinamers trouwens) is volgens U wel een autochtoon maar een neger uit Suriname met een Nederlandse achternaam dan weer niet? |
sigme | donderdag 25 augustus 2005 @ 15:48 |
quote:Standaarddefinitie allochtonen Sinds augustus 1999 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek een nieuwe standaarddefinitie voor allochtonen. Dat moet veel onduidelijkheid over het aantal allochtonen in ons land wegnemen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteerde tot voor kort verschillende definities om het aantal allochtonen te bepalen. Zo werden allochtonen onderscheiden op grond van hun nationaliteit, de nationaliteit en het geboorteland, of het geboorteland en het geboorteland van diens ouders.
Nieuwe definitie Twee veel gebruikte definities waren de beperkte definitie en de ruime definitie. Volgens de beperkte definitie is iemand allochtoon als hij én een van de ouders in het buitenland geboren is of als beide ouders in het buitenland geboren zijn. Naast deze definitie werd ook de ruime definitie gebruikt. Volgens deze definitie is iemand allochtoon als hij óf ten minste een van de ouders in het buitenland geboren is.
Met ingang van augustus 1999 is CBS-breed de standaardde- finitie ingevoerd. Volgens deze nieuwe definitie wordt een persoon tot de allochtonen gerekend als ten minste één ouder in het buitenland is geboren. http://www.cbs.nl/nl/publ(...)/index/index1119.pdf |
zakjapannertje | zondag 28 augustus 2005 @ 15:36 |
quote:België blijft competitief ondanks hoge loonkost
De Belgische loonkost is te hoog voor arbeidsintensieve en minder geautomatiseerde sectoren. Vooral in de traditionele industrietakken zullen daarom nog jobs sneuvelen en zullen bedrijven naar het buitenland verhuizen. Toch doet België het in minder arbeidsintensieve sectoren erg goed. Dat stelt het internationale economisch onderzoeksbureau Business Environment Risk Intelligence (BERI) in zijn Global Labour Force Evaluation Report. De Belgische beroepsbevolking is competitief op het vlak van de productie van goederen waarvoor een hoger niveau van vakkennis en universitaire kennis vereist is. België is een geschikte locatie voor kapitaalintensieve industrieën en diensten die heel wat vaardigheden en infrastructuur vereisen om complexe productieprocessen, onderhoud en technische taken te volbrengen. In een lijst van twintig geavanceerde industriële landen staat België op de vijfde plaats. Voor minder arbeidsintensieve en geautomatiseerde industrietakken is de Belgische loonkost echter te hoog, meent BERI. Traditionele industrietakken zullen daarom nog meer jobs schrappen en naar het buitenland trekken, met name naar de nieuwe EU-lidstaten. Het rapport van BERI onderzoekt de productiviteit en het politieke risico in 120 landen om bedrijven bij te staan in hun investeringen. Het onderzoeksbureau houdt daarbij rekening met het niveau van de lonen, de attitude van de werknemers, productiviteit, technische vaardigheid, wetgeving en absenteïsme. Als een "ideale" situatie 100 punten voorstelt, scoort België 72 punten in de berekening van BERI. Enkel Singapore (88), de VS (74), Zwitserland (73) en Taiwan (73) doen beter. Het merendeel van de Belgische concurrenten in Europa doet het minder goed: Nederland scoort 65 punten, Frankrijk 64, Duitsland 62 en Groot-Brittannië 61.
Landen die aan een industriële opmars bezig zijn, halen ons evenwel snel in. "Portugal haalt nu al 58 punten, Turkije 55, Tsjechië en Hongarije 54 en Polen 50", stelt BERI. http://www.gva.be/nieuws/(...)8-8B4F-3775D89F5D1A} |
Stratos | dinsdag 30 augustus 2005 @ 01:19 |
 Bron: CBS, Centrale Bank van Aruba, Centrale Bank van de Nederlandse Antillen.
 Bron: CBS NL, CBS Aruba.
 Bron: Centrale Bank van Aruba. |
zakjapannertje | dinsdag 30 augustus 2005 @ 13:57 |
quote:Denemarken vriendelijkst voor ontwikkelingslanden
Van de 21 rijkste landen ter wereld is Denemarken het vriendelijkst voor de ontwikkelingslanden. Het Deense beleid ten aanzien van handel, het milieu, immigratie en ontwikkelingshulp is het voordeligst voor deze landen. Dat blijkt uit een ranglijst opgesteld door de Amerikaanse denktank Center for Global Development. Denemarken dankt zijn hoge klassering vooral aan zijn steun voor kwalitatief hoogstaande, kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Op de tweede plaats staat Nederland, gevolgd door Zweden en Australië. Noorwegen en Nieuw-Zeeland delen de vijfde plaats. De Verenigde Staten bezetten de twaalfde plaats. De VS zouden hoger staan als ze niet 70 procent van hun ontwikkelingshulp zouden verschaffen op voorwaarde dat deze wordt uitgegeven aan Amerikaanse goederen en diensten, en als ze minder steun zouden verlenen aan autocratische regimes in Rusland, Jordanië, Pakistan en andere landen. Het milieubeleid van Groot-Brittannië en Duitsland is het gunstigst voor ontwikkelingslanden, het Japanse en Amerikaanse beleid het ongunstigst. http://www.hbvl.be/nieuws(...)6-AF5A-436C16C7FF98} |
sizzler | dinsdag 30 augustus 2005 @ 19:56 |
De afgelopen 10 jaar hebben 136.740 asielzoekers een verblijfsvergunning gekregen. Er waren 289.090 verzoeken ingediend. 47% van alle aanzoeken wordt dus ingewilligd. |
Dezz | woensdag 7 september 2005 @ 09:55 |
Ik vraag me het volgende af; hoe kan het dat er tussen de bevolkingscijfers van het CBS en bv. de gemeente Amsterdam zo'n groot verschil zit?
Inwoners Amsterdam op 1 juli volgens de gemeente Amsterdam: 743.487 Inwoners Amsterdam op 1 juli volgens het CBS: 740 818
Volgens het CBS is de bevolking in Amsterdam gedaalt dit jaar en volgens de gemeente juist gegroeid, ik snap het niet |
du_ke | woensdag 7 september 2005 @ 10:04 |
Apart ik neem aan dat ook het cdb z'n gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie haalt. Je zou het ze eigenlijk eens moeten vragen. |
zakjapannertje | woensdag 7 september 2005 @ 18:18 |
quote:Meeste Europeanen zien niets in politiek Bush
Door onze correspondent
Pogingen van de Amerikaanse president George W. Bush om na zijn herverkiezing de betrekkingen met Europa te verbeteren, lijken onder Europeanen geen indruk te maken. Zij blijven in meerderheid onverminderd kritisch over de wijze waarop de Verenigde Staten internationaal opereren. Dit blijkt uit het vandaag gepubliceerde jaarlijkse onderzoek Transatlantic Trends. Net als vorig jaar is 59 procent van de Europeanen niet te spreken over het internationale optreden van de VS. De manier waarop Bush zich in internationale aangelegenheden manifesteert, keurt 72 procent van de ondervraagden af. Een jaar geleden was er sprake van een soortgelijk percentage. Het onderzoek werd tussen 30 mei en 17 juni verricht in de VS en tien EU-landen, waaronder Nederland. In totaal werden 11.000 mensen van 18 jaar en ouder, telkens 1.000 per land, ondervraagd.
Volgens president Craig Kennedy van het German Marshall Fund, één van de initiatiefnemers van het onderzoek, toont de uitkomst aan dat ondanks de pogingen van de afgelopen tijd om de transatlantische relaties te verbeteren er nog altijd sprake is van ,,een kloof'' tussen Europeanen en Amerikanen.
Begin dit jaar, kort na zijn herverkiezing, bracht Bush een bezoek aan Europa dat alom werd beschouwd als een poging de betrekkingen te verbeteren. De relaties tussen de VS en onder andere Duitsland en Frankrijk waren door de oorlog in Irak flink bekoeld.
Overigens blijkt uit hetzelfde onderzoek dat voor Bush' streven om elders op de wereld democratie te verspreiden grote steun in Europa bestaat. Van de ondervraagde Europeanen sprak 74 procent zich hiervoor uit, terwijl maar 51 procent van de Amerikanen dit doel onderschrijven. Maar zowel Amerikanen als Europeanen vinden dat het verspreiden van democratie zo veel mogelijk op geweldloze manier moet gebeuren: 39 procent van de Amerikanen vindt dat hierbij militair geweld mag worden gebruikt, tegen 32 procent van de Europeanen.
Net als een jaar geleden vindt een meerderheid van de Europeanen (55 procent) dat de Europese Unie zich meer onafhankelijk van de VS moet opstellen in veiligheidszaken en kwesties van buitenlandse politiek. Een economische teruggang beschouwen zowel Amerikanen als Europeanen als de grootste bedreiging voor zichzelf.
Daarnaast zien Amerikanen terrorisme als een groter gevaar voor zichzelf dan Europeanen: 71 procent versus 53 procent. Aan de andere kant beschouwen Europeanen de gevolgen van klimaatverandering als een grotere bedreiging voor zichzelf dan de Amerikanen (73 procent versus 64 procent).
Het onderzoek werd in de Europese Unie verricht in negen lidstaten waaronder Nederland. Ook in Turkije werden mensen ondervraagd. Uit dat onderzoek bleek dat de steun in Turkije voor het EU-lidmaatschap het afgelopen jaar met tien punten is afgenomen tot 63 procent. In Europa maakt het 42 procent niet uit of Turkije wel of geen lid wordt van de EU. http://www.nrc.nl/buitenland/artikel/1126071487186.html |
zakjapannertje | vrijdag 9 september 2005 @ 15:20 |
quote:166 tt-EEN 166 vr 09 sep 15:14:53 buitenland AIDS LEIDT TOT HONGERSNOOD IN AFRIKA Door de verspreiding van aids wordt tot 70 procent minder landbouwgrond bewerkt in Afrika. Dat zegt een organisatie van Afrikaanse landbouwwetenschappers. In Afrika zijn 25 miljoen mensen getroffen door aids. Veel boeren moeten hun werk opgeven of schakelen over naar minder arbeidsintensieve gewassen. In Kenia zou tweederde van de velden verdwenen zijn. Volgens de hulporgani- satie Oxfam valt het gemiddelde inkomen van een aidspatiënt terug met 60%. In zuidelijk Afrika worden tien miljoen bedreigd met hongersnood. Onder meer Zimbabwe, Lesotho, Malawi, Mozambique, Zambia en Swaziland zijn getroffen. |
zakjapannertje | zaterdag 10 september 2005 @ 15:55 |
quote: GRONINGEN (ANP) - Politieke partijen hebben in Noord-Nederland de meeste leden. . Het percentage kiesgerechtigde burgers dat lid is van een politieke partij, ligt het hoogst in de provincie Groningen. Dat blijkt uit onderzoek van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen, dat vrijdag werd gepubliceerd. . In de noordelijke provincie is 3,5 procent van de kiesgerechtigden lid van een politieke partij. De provincie Limburg is politiek het minst actief. Daar is 1,6 procent van de kiesgerechtigde burgers lid van een partij. . De provincies Drenthe en Friesland doen met respectievelijk 3,4 en 2,8 procent kiesgerechtigde partijleden weinig onder voor Groningen. In Noord-Brabant ligt het percentage leden met 1,7 procent evenals in Limburg opvallend laag. . Volgens hoofd G. Voerman van het documentatiecentrum worden de regionale verschillen in belangrijke mate bepaald door de ontzuiling. De politieke partijen werden in de zuidelijke provincies zwaarder getroffen door de ontzuiling dan in Noord-Nederland. http://www.refdag.nl/website/artikel.php?id=1228832 |
McCarthy | woensdag 14 september 2005 @ 15:39 |
De Wereldbank heeft speciaal deze site opgezet:quote:The Doing Business database provides objective measures of business regulations and their enforcement. The Doing Business indicators are comparable across 155 economies. They indicate the regulatory costs of business and can be used to analyze specific regulations that enhance or constrain investment, productivity and growth. http://www.doingbusiness.org/
3 keer raden welk continent onderaan bungelt. |
zakjapannertje | donderdag 29 september 2005 @ 00:54 |
quote:Leids old boys network in politiek Den Haag
Leiden is met zes alumni hofleverancier van het huidige kabinet. Oud-Utrechters zijn daarin niet te vinden. De UU is wel ruim vertegenwoordigd in de Eerste en Tweede Kamer en in verschillende adviescolleges.
Dat blijkt uit onderzoek van het Tilburgse universiteitsblad Univers, waarin de lijntjes tussen Den Haag en de universiteiten worden bekeken aan de hand van alumni en oud-medewerkers. Behalve naar het kabinet, de Eerste en de Tweede Kamer is ook gekeken naar het aantal mensen met een universitair verleden dat in belangrijke adviesraden zetelt.
De banden tussen de universiteiten en de Nederlandse politiek zijn sterk. Maar liefst 112 leden van de Tweede Kamer, 67 leden van de Eerste Kamer en 21 leden van het kabinet hebben een wetenschappelijke opleiding gevolgd. De Universiteit Leiden spant de kroon: zes leden uit het kabinet volgden daar een opleiding, net als 22 Tweede-Kamerleden en dertien senatoren.
Andere instellingen die veel actieve politici in hun alumnibestand hebben, zijn de Universiteit van Amsterdam (drie kabinetsleden, 21 kamerleden, elf senatoren) en de Rijksuniversiteit Groningen (één kabinetslid, veertien kamerleden, vijftien senatoren).
Utrecht is een subtopper. In het huidige kabinet zit geen enkele alumnus van de UU. Van de Tweede Kamerleden hebben er twaalf in Utrecht gestudeerd. Daarvan is Femke Halsema, oud-studente criminologie, wellicht het bekendste. In de Eerste Kamer zitten acht oud-Utrechters.
De jonge universiteiten hebben veel minder alumni in Den Haag al is het opvallend dat Tilburg van alle universiteiten de meeste oud-werknemers in het kabinet heeft: drie, te weten de ministers Veerman, Donner en Brinkhorst.
Univers onderzocht ook de samenstelling van de achttien belangrijkste adviescolleges voor regering, parlement en ministeries. Opvallend is dat van de 184 leden slechts 87 als (oud)-hoogleraar, bestuurslid of lid van de Raad van Toezicht verbonden zijn aan een universiteit.
Tilburg heeft maar liefst 19 vertegenwoordigers in deze voorname organen. Utrecht neemt na de UvA en de Erasmusuniversiteit de vierde plek in op deze ranglijst met negen vertegenwoordigers. Bekende namen hier zijn de hoogleraren Adriaansens en De Winter, beiden lid van de Raad Maatschappelijke Ontwikkeling. http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/3/wa/Nieuws?id=1022452 |
sizzler | donderdag 29 september 2005 @ 01:55 |
quote: Toch even opkomen voor mijn universiteit: Zalm heeft op de Vrije Universiteit gezeten, net als Wouter Bos (cum laude twee studies afgerond), Andre Rouvoet, Margot Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Atzo Nicolaï (twee studies) en Van Aartsen. Balkenende heeft er gestudeerd (twee studies) en les gegeven en Tweede Kamerlid Van Dijk geeft er nog steeds les. |
Floripas | donderdag 29 september 2005 @ 02:15 |
Dat noem ik eerder 'afzeiken van je eigen universiteit'. |
McCarthy | maandag 3 oktober 2005 @ 17:36 |
quote:The World Economic Forum is an independent international organization committed to improving the state of the world by engaging leaders in partnerships to shape global, regional and industry agendas. hebben oa een Global Competitiveness Report 2005-2006. kost geld maar de rankings zijn gratis |
McCarthy | maandag 3 oktober 2005 @ 17:43 |
quote: waaronder Arbeidsmarktanalyse 2005 |
McCarthy | maandag 3 oktober 2005 @ 17:47 |
The International Economics Study Center (een prof en zijn studenten)
Een "hoofdstuk" van hun website over oa protectionism International Trade Theory & Policy |
McCarthy | maandag 3 oktober 2005 @ 18:11 |
Forbes presents: 2005 Tax Misery Index
check vooral de links naar de tabellen en grafiekjes onderaan |
zakjapannertje | donderdag 6 oktober 2005 @ 23:30 |
quote:Balkenende meest irritante bekende Nederlander
Uitgegeven op 06 oktober 2005 om 16:47 uur
(Novum) - Nederlanders vinden Jan Peter Balkenende de meest irritante bekende Nederlander. Dit blijkt uit een marktonderzoek van het bureau Team Vier. De top 50 irritantste Nederlanders is in de jongste uitgave van het weekblad Nieuwe Revu gepubliceerd. Volgens het tijdschrift irriteert het de Nederlanders het meest, 'dat Balkenende op geen enkele wijze een leider kan en wil zijn'.
De woordvoerder van de minister-president, Gerard van der Wulp laat weten, 'dat Balkenende geen behoefte heeft om te reageren'. De premier is niet de enige politicus die in de lijst voorkomt. Op nummer vier staat zijn collega Gerrit Zalm. In totaal zijn er dertien politici in de top 50 te vinden.
Paul de Leeuw staat op de tweede plaats, gevolgd door Emile Ratelband. "Ik vind het wel een compliment dat ik tussen hoogopgeleide mensen in de top 3 sta", meldt Ratelband aan de Nieuwe Revu. Andere namen die in de lijst voorkomen zijn onder anderen Patty Brard, Gordon en Rachel Hazes.
De laatste editie van de Nieuwe Revu met de top 50 irritantste Nederlanders verscheen in 2001. Toen stond de presentator Willibrord Frequin op nummer 1. Dit jaar is hij gezakt naar nummer 14. Binnenkort stelt het weekblad ook een top irritantste Nederlanders samen, die bepaald wordt door de lezers. Op de website van de Nieuwe Revu kan gestemd worden.
[Copyright 2005, Novum] http://www.nieuws.nl/bericht/8/7056 |
zakjapannertje | dinsdag 11 oktober 2005 @ 00:35 |
quote:Goede innovatie leunt niet op geld
FRANKA ROLVINK
AMSTERDAM - Het is een mythe dat meer geld leidt tot betere innovatie. Er is geen relatie tussen de hoogte van het onderzoeksbudget en de innovatieve prestaties van een bedrijf. Dit concluderen de consultants van Booz Allen Hamilton na een onderzoek onder 1000 beursgenoteerde bedrijven over de hele wereld dat vandaag bekend wordt gemaakt.
De consultants kozen de meest innovatieve ondernemingen en vergeleken hun researchbudget met hun omzet. Daaruit bleek dat de kwaliteit van het innovatieproces belangrijker is dan geld. Desondanks groeide het budget van 2002 tot 2004 met 11,5%.
Microsoft is het bedrijf met het hoogste researchbudget. Concurrent Apple volgt pas op plaats 148, maar is wel degelijk succesvol op het gebied van innovatie, zo menen de onderzoekers. Naar omzet gemeten reserveert Microsoft 21% voor innovatie en Apple maar 5,9%.
Wie succesvol wil zijn, moet een duidelijke strategie, visie en discipline hebben. 'Sommige topmanagers weten niet eens naar welke projecten hun geld voor innovatie gaat. Voor hen is het een black box', zegt Georg List, vice-president en lid van het Europese innovatieteam bij Booz Allen Hamilton.
Joris Beerens, eveneens lid van het innovatieteam, vindt dit een zorgelijke situatie. Hij haalt DSM aan als positief voorbeeld. 'De bestuursvoorzitter van DSM geeft duidelijk aan dat innovatie bij hem hoog op de agenda staat.'
Meer uitgeven aan onderzoek helpt niet, maar te weinig investeren kan wel schadelijk zijn, zo blijkt verder uit het onderzoek. De middenweg moet worden gezocht, tenzij de bestuursvoorzitter echt zicht heeft op een unieke technologie die de concurrentie kan verslaan.
Copyright (c) 2005 Het Financieele Dagblad http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?KrantArtikelId=521854 |
zakjapannertje | dinsdag 18 oktober 2005 @ 16:11 |
hoe corrupt zijn landen tov andere landen? Transparency International zocht het uit:quote:London / Berlin, 18 October 2005 --- More than two-thirds of the 159 nations surveyed in Transparency International’s 2005 Corruption Perceptions Index (CPI) scored less than 5 out of a clean score of 10, indicating serious levels of corruption in a majority of the countries surveyed.
Corruption continues to threaten development
The 2005 Index bears witness to the double burden of poverty and corruption borne by the world’s least developed countries.
“Corruption is a major cause of poverty as well as a barrier to overcoming it,” said Transparency International Chairman Peter Eigen. “The two scourges feed off each other, locking their populations in a cycle of misery. Corruption must be vigorously addressed if aid is to make a real difference in freeing people from poverty.”
Despite progress on many fronts, including the imminent entry into force of the United Nations Convention against Corruption, seventy countries - nearly half of those included in the Index - scored less than 3 on the CPI, indicating a severe corruption problem. Among the countries included in the Index, corruption is perceived as most rampant in Chad, Bangladesh, Turkmenistan, Myanmar and Haiti – also among the poorest countries in the world.
The world has set its sights on halving extreme poverty by 2015. Corruption hampers achievement of the Millennium Development Goals by undermining the economic growth and sustainable development that would free millions from the poverty trap. Fighting corruption must be central to plans to increase resources to achieve the goals, whether via donor aid or in-country domestic action.
Moreover, extensive research shows that foreign investment is lower in countries perceived to be corrupt, which further thwarts their chance to prosper. When countries improve governance and reduce corruption, they reap a “development dividend” that, according to the World Bank Institute, can include improved child mortality rates, higher per capita income and greater literacy.
Nineteen of the world’s poorest countries have been granted debt service relief under the Highly Indebted Poor Countries (HIPC) initiative, testifying to their economic reform achievements. Not one of these countries, however, scored above 4 on the CPI, indicating serious to severe levels of corruption. These countries still face the grave risk that money freed from debt payments now entering national budgets will be forfeited to greed, waste or mismanagement. The commitment and resources devoted to qualifying for HIPC must also be applied to winning the fight against corruption.
Stamping out corruption and implementing recipient-led reforms are critical to making aid more effective, and to realising the crucial human and economic development goals that have been set by the international community.
“Corruption isn’t a natural disaster: it is the cold, calculated theft of opportunity from the men, women and children who are least able to protect themselves,” said David Nussbaum, TI’s Chief Executive. ”Leaders must go beyond lip service and make good on their promises to provide the commitment and resources to improve governance, transparency and accountability.”
Progress has been made against corruption
An increase in perceived corruption from 2004 to 2005 can be measured in countries such as Costa Rica, Gabon, Nepal, Papua New Guinea, Russia, Seychelles, Sri Lanka, Suriname, Trinidad & Tobago and Uruguay. Conversely, a number of countries and territories show noteworthy improvements – a decline in perceptions of corruption – over the past year, including Estonia, France, Hong Kong, Japan, Jordan, Kazakhstan, Nigeria, Qatar, Taiwan and Turkey.
The recent ratification of the United Nations Convention against Corruption established a global legal framework for sustainable progress against corruption. The Convention, which will enter into force in December 2005, will accelerate the retrieval of stolen funds, push banking centres to take action against money laundering, allow nations to pursue foreign companies and individuals that have committed corrupt acts on their soil, and prohibit bribery of foreign public officials. Low-income countries that embrace and implement the Convention will have a head start in the race for foreign investment and economic growth.
Wealth does not determine progress against corruption
Wealth is not a prerequisite for successful control of corruption. New long-term analysis of the CPI carried out by Prof. Dr. Johann Graf Lambsdorff shows that the perception of corruption has decreased significantly in lower-income countries such as Estonia, Colombia and Bulgaria over the past decade.
In the case of higher-income countries such as Canada and Ireland, however, there has been a marked increase in the perception of corruption over the past ten years, showing that even wealthy, high-scoring countries must work to maintain a climate of integrity.
Similarly, the responsibility in the fight against corruption does not fall solely on lower-income countries. Wealthier countries, apart from facing numerous corruption cases within their own borders, must share the burden by ensuring that their companies are not involved in corrupt practices abroad. Offenders must be prosecuted and debarred from public bidding. The opportunity for ensuring sustainable progress also lies in the hands of the World Trade Organization, which needs to actively promote transparency and anti-corruption in global trade.
The lessons are clear: risk factors such as government secrecy, inappropriate influence of elite groups and distorted political finance apply to both wealthy and poorer countries, and no rich country is immune to the scourge of corruption.
Transparency International urges the following actions:
By lower-income countries
* Increase resources and political will for anti-corruption efforts. * Enable greater public access to information about budgets, revenue and expenditure.
By higher-income countries
* Combine increased aid with support for recipient-led reforms. * Reduce tied aid, which limits local opportunities and ownership of aid programmes.
By all countries
* Promote strong coordination among governments, the private sector and civil society to increase efficiency and sustainability in anti-corruption and good governance efforts. * Ratify, implement and monitor existing anti-corruption conventions in all countries to establish international norms. These include, the UN Convention against Corruption, the OECD Anti-bribery Convention, and the regional conventions of the African Union and the Organization of American States. http://ww1.transparency.org/cpi/2005/2005.10.18.cpi.en.html
(helemaal beneden scrollen voor de ranglijst) |
McCarthy | vrijdag 25 november 2005 @ 15:41 |
http://www.airports.org/
soort internationale branche organisatie van de luchtvaartindustrie hebben aardig wat stats |
McCarthy | vrijdag 25 november 2005 @ 18:40 |
quote: dat dat nu pas aan bod komt. we zijn al op pagina 4
maar goedquote: The TI Corruption Perceptions Index is a composite survey, reflecting the perceptions of business people and country analysts, both resident and non-resident. It draws on 16 different polls from 10 independent institutions. For a country to be included, it must feature in at least 3 polls. het blijft subjectief maar beter iets dan niets. Er zijn ook andere organisaties die het meten. Het gefet iig ene indicatie hoe het zit. |
McCarthy | vrijdag 25 november 2005 @ 18:41 |
wat ook een interresante index is is de risico index voor investeerders. Meet welke randen zaken doen risicovol is. Kost een aardige duit om op te vragen.
Zal eens rondneuzen |
McCarthy | zaterdag 26 november 2005 @ 23:39 |
deze is goed hoor 
 IEA Energy Statisticsquote:The Energy Statistics Division (ESD) of the IEA collects, processes and publishes data and information on energy production, trade, stocks, transformation, consumption, prices and taxes as well as on greenhouse gas emissions.
The geographical coverage of the IEA's statistics includes the 30 OECD Member countries and over 100 non-OECD countries world-wide. |
zakjapannertje | maandag 5 december 2005 @ 21:44 |
quote:Linkse stemmers beleggen het beste
AMSTERDAM (ANP) - Stemmers op de SP zijn de succesvolste beleggers. Goede tweede zijn de mensen die op de PvdA stemmen. De SP-stemmers behaalden over de afgelopen acht jaar een gemiddeld jaarrendement van 2,5 procent. PvdA’ers waren goed voor een rendement van 2,3 procent. Dit blijkt uit het Beleggers Onderzoek 2005 van SNS Fundcoach onder 3495 personen. De SP-stemmers zijn weliswaar de beste, maar ze zijn tevens het minst sociaal. Ze nemen in de meeste gevallen beleggingsbeslissingen zonder die af te stemmen met hun partner. Ook hebben ze het minste beleggerservaring. De meest sociale beleggers zijn stemmers op de PvdA en VVD. Zij nemen beslissingen het vaakst na overleg met hun partner. De slechtste beleggers zijn mensen die stemmen op ChristenUnie (min 0,3 procent rendement) en SGP (min 2,4 procent rendement). De SGP-stemmers hebben de meeste wijzigingen aangebracht in hun portefeuille, gevolgd door de stemmers op de ChristenUnie. Dit is volgens het onderzoek de reden dat het gemiddelde rendement zo laag was. Het is opvallend dat de mensen met de slechtste rendementen de meeste tijd in beleggingen steken. Zo is de SGP’er gemiddeld 132 minuten per week bezig met zijn beleggingen. De SP- en CDA-stemmers besteden met gemiddeld 84 minuten de minste tijd aan hun beleggingen. http://www.dft.nl/nieuws/(...)eggen_het_beste.htmlquote:De banenmotor draait op durfkapitaal FRANKA ROLVINK
Werknemers zijn vaak bang voor de harde opsplitstactiek van durfkapitalisten. Dat is niet nodig. Ze zorgen juist voor banen. AMSTERDAM - Ze vernietigen werk, splitsen elk bedrijf op dat ze overnemen, gedragen zich als barbaren en verkopen een bedrijf emotieloos zodra ze menen genoeg winst te kunnen maken. Zo luidt de kritiek op durfinvesteerders. De nieuwe Duitse vice-kanselier Franz Müntefering noemde hen zelfs een 'Heuschreckenschwarm' ofwel sprinkhanenplaag.
Haaks op deze gevoelens staat het onderzoek dat het Centrum voor Entrepreneurial and Financial Studies van de technische universiteit in München deed voor de European Private Equity and Venture Capital Association. Daaruit blijkt dat de bedrijven die in handen zijn van durfinvesteerders, vanaf het jaar 2000 tot en met 2004 zo'n één miljoen nieuwe banen wisten te scheppen.
Dit is een groei van gemiddeld 5,4% per jaar. Het is bovendien bijna acht keer meer dan het aantal banen dat Europese bedrijven creëerden die niet leefden onder het strakke beleid van durfinvesteerders.
Hiermee lijkt de verwachte Europese overnamegolf door durfkapitalisten goed nieuws voor Europese beleidsmakers. Werkgelegenheid is voor hen een grote zorg. Met name in Duitsland moet het aantal banen flink toenemen.
Van de niet-financieel gestuurde bedrijven kwam die groei nauwelijks, aldus de onderzoekers. Bij financiële instellingen als ABN Amro en Rabobank werden de afgelopen jaren vooral veel banen geschrapt. Bij de telecommers KPN , AT&T , MCI en BellSouth werd ook al flink gereorganiseerd en bedrijven als Opel, Unilever , Wolters Kluwer en Michelin moesten in de afgelopen jaren het vet van de botten snijden, voordat ze weer verder konden.
Duizenden werknemers verloren hun baan. Voor bedrijven van durf-investeerders lag dit anders. Vooral familiebedrijven, die door de 'barbaren' waren overgenomen, konden rekenen op een banengroei van 7% per jaar. Startende (lees: kleine) bedrijven boekten relatief de grootste vooruitgang.
In de IT- en transportgerelateerde industrieën lieten de bedrijven van durfinvesteerders hun beursgenoteerde evenknieën met 10% achter zich. Ook in de gezondheidssector, de biotechnologie, de bouw en de consumentgerelateerde sectoren was er winst voor het durfkapitaal. Alleen in de chemie en bij de dienstverleners deden beursgenoteerde bedrijven het beter.
Conclusie: de no-nonsenseaanpak van durfinvesteerders mag alom gevreesd zijn, maar voor aandeelhouders én werknemers pakt die prima uit. Wie snel en hard maatregelen treft, hoeft later geen gevoeliger acties te ondernemen.
Copyright (c) 2005 Het Financieele Dagblad http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?KrantArtikelId=526995quote:Zalm voor eerlijke katoen na weddenschap
De Nederlandsche Bank gaat een deel van de eurobiljetten drukken met eerlijk geproduceerde katoen. In eerste instantie wordt 5 tot 10 procent van de biljetten 'eerlijk' gedrukt; later wordt de hoeveelheid verdubbeld. Die toezegging heeft minister Zalm van Financiën gedaan. Hij wil zich hard maken voor een eerlijke prijs voor katoen voor Afrikaanse boeren. 'De wereldmarkt voor katoen wordt verstoord door exportsubsidies. Het kan eerlijker en het moet eerlijker', zei Zalm. De minister kwam met de belofte na een verloren weddenschap met de jongerenafdeling van de vakcentrale CNV. De organisatie verkocht de afgelopen maanden meer dan 12.000 symbolische eerlijke euro's voor het goede doel. Zalm dacht dat de jongeren dat niet zouden redden. De minister vindt het 'de mooiste verloren weddenschap tot nu toe'. http://www2.rnw.nl/rnw/nl/news/zijlijn/#4674054

[ Bericht 9% gewijzigd door zakjapannertje op 06-12-2005 00:47:17 ] |
zakjapannertje | dinsdag 13 december 2005 @ 18:15 |
quote:'Den Haag verwaarloost Europa'
Regering en parlement verwaarlozen Europees beleid. Binnenlandse politici vergroten daarmee de kloof tussen de EU en de burger. Dat stelt de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in een nieuw, kritisch rapport naar aanleiding van het Nederlandse "nee" tegen de Europese grondwet.
Het adviesorgaan besloot na het referendum van 1 juni op eigen initiatief advies uit te brengen aan de regering. De speciaal voor dit doel opgerichte werkgroep sluit in haar analyse nauw aan bij de eerdere bevindingen van de Raad van State. Die trok in oktober al harde conclusies over het falen van nationale politici op het gebied van Europa.
Evenals de raad hekelt de AIV de gebrekkige belangstelling van Kamer en kabinet voor Europees beleid. 'De verwaarlozing door Nederlandse politici van de beslissende momenten waarop effectief invloed kan worden uitgeoefend, heeft serieuze gevolgen.' Zo leidt dit er volgens de raad toe dat ambtenaren ongehinderd overbodige regelgeving kunnen produceren.
Als die regelgeving dan ook nog wordt uitgelegd als 'Brusselse bemoeizucht', verzaken politici helemaal hun verantwoordelijkheid. Niet alleen gaan ze daarmee voorbij aan de invloed die ze zelf kunnen uitoefenen, ook wekt dit bij de burger de indruk dat niemand meer greep heeft op het besluitvormingsproces. 'Dit zet de burger op het verkeerde been', aldus het adviesorgaan.
Door het gebrek aan bemoeienis met Europa zou Den Haag voor een groot deel zelf verantwoordelijk zijn voor de veelbesproken "kloof" tussen de EU en de burger. Eigenlijk zijn er meerdere kloven, zo stelt het adviesorgaan, dat wijst op de afwezigheid van vertrouwen in zowel bestuurders als de Europese instellingen als zodanig.
Pikant is dat de kloof volgens de AIV ook duidelijk bleek uit de reactie van minister-president Balkenende op de referendumuitslag. 'Europa gaat de burger te snel, het is te veel en de Unie wordt te groot. Immers, zó had de burger gesproken', vat het rapport de officiële lezing samen. In werkelijkheid zou het veel ingewikkelder liggen. Zo klaagden veel mensen in onderzoeken ook over een gebrek aan kennis en informatie.
Wat betreft de aanbevelingen onderschrijft de AIV eveneens wat de Raad van State eerder te zeggen had. Zo moet de Kamer zich veel intensiever en in een eerder stadium bezighouden met het Nederlandse standpunt in Europese debatten. Bovendien zouden ministers het parlement systematischer moeten informeren over de standpunten die zij innemen.
Verder wil het adviesorgaan dat Nederlandse europarlementariërs vaker voor overleg naar Den Haag komen. Voor de extra parlementaire aandacht zouden de fracties meer menskracht moeten vrijmaken. Daarnaast stelt de AIV dat er maatregelen in samenspraak met andere lidstaten genomen kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is het openbaar maken van de vergaderingen van vakministers. http://www.overheidsinfor(...)sp?artidt=Art_019505 |
zakjapannertje | zaterdag 17 december 2005 @ 12:39 |
quote:Veel Afrikaanse leiders zijn hun idealen vergeten door correspondent Koert Lindijer, 6 december 2005
In veel landen in Afrika zijn regeringen uiterst corrupt. Vaak zijn het leiders die ooit met de beste bedoelingen aan de macht kwamen, bijvoorbeeld om dictatoriale regimes te verdrijven, maar inmiddels dezelfde machtsbelangen hebben als hun voorgangers.
Een korte wandeling door de Ethiopische hoofdstad toont de grote belangen die er op het spel staan. Een Ethiopische vriend leidde me onlangs in Addis Abeba rond: "Kijk, dat nieuwe hoge gebouw is van de echtgenote van premier Meles", wees hij me aan. "En dat daar is van aan de regeringspartij verbonden hoge partijleden. En dat superdure hotel en die fabriek, die zijn van de Saoedi-Arabische zakenpartner van de regering. En zie je die vrachtwagens, die behoren tot de vloot van Effort, een semi-staatsbedrijf van de partij." Na veertien jaar bestuur heeft de partij van premier Meles Zenawi grote zakenbelangen. De macht opgeven is niet gemakkelijk.
Profiteren Eerder dit jaar sprak ik in de Ugandese hoofdstad Kampala met een familielid van president Yoweri Museveni. "Zijn vrouwen, zijn kinderen, zijn kleinkinderen en neven, allemaal profiteerden ze van hem en willen ze die positie niet meer opgeven'', vertelde hij me. Museveni's broer Salim Saleh is een notoir corrupte zakenman. Museveni's zoon Muhoozi maakt een bliksemcarrière in het leger. En zijn vrouw Janet staat verkiesbaar bij de parlementsverkiezingen van volgend jaar.
Toen Museveni in 1986 aan de macht kwam, toonde hij zich aanvankelijk huiverachtig om president te worden: hij wilde een 'collectief leiderschap' van zijn guerrillastrijders. Volgens een medewerker uit die dagen heeft Museveni inmiddels een reusachtig ego gekregen. Twintig jaar geleden vuurde Museveni giftige pijlen af op de oude garde van Afrika, op de stelende Moi van Kenia en Mobutu in Zaïre. "De corruptie in Uganda valt nu te vergelijken met die in Kenia in de nadagen van Moi'', zei de medewerker. "Tussen de staatskas en de huishoudpot van Museveni is geen verschil meer. Zijn boerderijen worden bewaakt door ambtenaren, zijn koeien gehoed door regeringsmilitairen.''
Verkeerde bevrijders In Ethiopië was niet iedereen verrukt van de partij van premier Meles. Al drie dagen nadat Meles' guerrillastrijders in 1991 het gehate regime van de militair Mengistu Haile Mariam omver hadden gegooid, vond er in Addis Abeba een betoging plaats tegen het nieuwe regime. De inwoners van de hoofdstad voelden zich door de verkeerde bevrijders bevrijd. Meles reageerde daarop rustig maar arrogant: "De stadsbewoners begrijpen onze boerenbeweging nog niet, door een correcte politieke opvoeding zal het ze duidelijk worden".
"De nieuwe leiders", zo noemde de toenmalige Amerikaanse president Clinton de tot presidenten geworden guerrillastrijders. Ze organiseerden hun economieën op basis van het beleid van het Internationale Monetaire Fond, en omdat ze harde en bloedige dictaturen omver gooiden, beleden ze democratische waarden. Ze waren goed opgeleid, geen ophoog geklommen tirannieke dorpsleiders. Hun no-nonsense aanpak hoorde bij hun tijd: ze vervulden in hun chronische instabiele landen een historische en noodzakelijke rol.
Waanidee Leiders als Meles, Museveni en de Rwandese president Kagame zijn allen erudiet, zelfverzekerd en arrogant. Na lange tijd aan de macht zijn ze hun posities gaan ervaren als door God gegeven, alleen hún beleid is correct. Hun families en medewerkers wakkeren dat waanidee aan, want met het monopolie op de macht valt er veel geld te verdienen in Afrika. De cirkel is rond: zij die de dinosaurussen van het Afrikaanse politieke toneel verdreven, zijn nu zelf een obstakel geworden voor vooruitgang. De beste hoop is dat hun opvolgers op een andere wijze aan de macht zullen komen. http://www2.rnw.nl/rnw/nl(...)ruptie?view=Standard |
Tafkahs | vrijdag 24 maart 2006 @ 21:05 |
centraal dan maar |
McCarthy | vrijdag 24 maart 2006 @ 21:10 |
quote: |
zakjapannertje | zaterdag 25 maart 2006 @ 13:53 |
quote:Belastingparadijzen kosten fiscus 212 miljard
Het bestaan van belastingparadijzen kost de wereldwijde overheden jaarlijks 212 miljard euro aan gederfde belastingopbrengsten. Tot die conclusie komt een rapport van het Tax Justice Network. Dat is een internationale coalitie van fiscale deskundigen, die is voortgekomen uit de andersglobalistenbeweging. Het rapport wordt in België uitgegeven door het Financieel Actie Netwerk en het Réseau contre la Spéculation Financière.
Het rapport baseert zijn conclusie op gegevens van drie verschillende bronnen. Zowel de Bank voor Internationale Betalingen, Merrill Lynch als de Boston Consulting Group schatten het wereldwijde vermogen dat offshore geparkeerd is, op 9.000 tot 10.000 miljard dollar. Het Tax Justice Network telt daar nog 2.000 miljard bij voor materiële activa als vastgoed, vliegtuigen, en royaltyrechten. Als dat vermogen van 11.500 miljard dollar belegd wordt met een rendement van 7,5 procent, bedraagt de opbrengst ongeveer 850 miljoen dollar. De voorheffing in de offshore-centra zou ongeveer 7,5 procent bedragen, terwijl de gemiddelde marginale aanslagvoet voor een vermogend individu volgens Forbes 37,5 procent bedraagt. Het verschil is dus 30 procent, of 255 miljard dollar (212 miljard euro).
Dat bedrag is ongeveer anderhalf keer het bruto binnenlands product van Denemarken, en drie maal zoveel als nodig is om de Milleniumdoelstellingen te verwezenlijken. Die doelen, door de Verenigde Naties ontwikkeld, beogen onder meer de halvering van de wereldwijde armoede en toegankelijkheid tot het basisonderwijs voor alle kinderen.
In feite ligt het bedrag aan gederfde belastingen nog hoger. De studie gaat immers alleen uit van offshore belegde vermogens. Fiscale optimalisatie door multinationals is er niet in opgenomen. Illegale constructies evenmin.
In de studie worden 72 belastingparadijzen geïndentificeerd. Opmerkelijk is dat ook België op de lijst staat. Dat heeft veel te maken met het bestaan van coördinatiecentra in ons land, die multinationals de mogelijkheid bieden hun belastingaanslag te beperken. ,,Het bestaan van belastingparadijzen is zeer schadelijk, omdat het vrijwel uitsluitend de miljonairs en de multinationals zijn die ervan kunnen profiteren'', betoogt François Gobbe van het Tax Justice Network. Volgens hem is de gewone burger, maar ook de gewone kmo, het slachtoffer van de paradijzen. Zij moeten immers wel de volle pot aan de fiscus betalen. Ook hekelt Gobbe de internationale competitie op fiscaal vlak, die een race to the bottom in de hand werkt.
De Oeso is al jarenlang bezig met een kruistocht tegen belastingparadijzen, en heeft daarmee ook succes geboekt. Veel schadelijke praktijken, zoals de Belgische coördinatiecentra, zijn of worden afgeschaft. Van de offshore-paradijzen werken er 33 met de Oeso samen om hun regimes aan te passen. In het voortgangsrapport van 2004 staan nog vijf paradijzen op de zwarte lijst: Andorra, Liberia, Liechtenstein, de Marshall-eilanden en Monaco. Desondanks stelt het rapport van het Tax Justice Network vast dat het aantal paradijzen de afgelopen 25 jaar verdubbeld is. Het Network baseert zijn lijst van paradijzen op onderzoekswerk van de Britse academici John Christensen en Mark Hampton.
SP.A-kamerlid Dirk Van der Maelen, die een rapport over het onderwerp voorbereidt, betitelt de Oeso-inspanningen als ,,muizenstapjes'', en stelt vast dat er hoe langer hoe meer kritische geluiden komen over de toepassing van de Oeso-regels. ,,Vergeet niet dat ook België door de Oeso al op de vingers is getikt omdat ons land weigert het bankgeheim op te heffen''.
Van onze redacteur Ruben Mooijman http://www.standaard.be/Kanaal/Index.aspx?kanaalid=17&artikelId=G5EQ263I
[ Bericht 40% gewijzigd door zakjapannertje op 25-03-2006 14:49:34 ] |
zakjapannertje | zaterdag 25 maart 2006 @ 22:09 |
quote:Gezinsplanning derde wereld neemt af
DEN HAAG - Sinds de Amerikanen in 2001 besloten geen ontwikkelingsgeld meer uit te geven aan abortusklinieken en de verspreiding van voorbehoedsmiddelen, zijn veel klinieken in de derde wereld noodgedwongen gesloten.
Dat schrijft minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking in antwoord op vragen van de SP. Er zijn volgens haar veel minder anticonceptiemiddelen beschikbaar gekomen, vooral voor mensen in verafgelegen gebieden.
Terwijl de vraag naar gezinsplanning toeneemt in de derde wereld, blijft het gebruik van anticonceptiemiddelen steken op 39 procent. Als gevolg daarvan gebeuren er naar schatting van de bewindsvrouw 300.000 abortussen extra per jaar.
De internationale organisatie voor gezinsplanning, IPPF, liep door het Amerikaanse beleid zo’n 41 miljoen dollar mis. In Kenia sloot de Family Planning Association vijf van haar veertien klinieken. http://www.refdag.nl/arti(...)wereld+neemt+af.html
en we waren zo goed bezig  |
McCarthy | maandag 15 mei 2006 @ 17:38 |
http://www01.imd.ch/wcc/quote:The World Competitiveness Yearbook (WCY) is the world’s most renowned and comprehensive annual report on the competitiveness of nations, ranking and analyzing how a nation’s environment creates and sustains the competitiveness of enterprises.
Features 61 national and regional economies Overall ranking; rankings by population size; rankings by peer group and regional rankings Includes 312 different criteria, grouped into four Competitiveness Factors Hard data are taken from international and regional organizations and private institutes Survey data are drawn from the Executive Opinion Survey (4,055 respondents) Aggregates data over a 5-year period Ensures accuracy through collaboration with 58 Partner Institutes worldwide Published without interruption since 1989 quote:the WORLD competitiveness SCOREBOARD 2006 (2005 rankings are in brackets)
(1) USA 1 (2) HONG KONG 2 (3) SINGAPORE 3 (4) ICELAND 4 (7) DENMARK 5 (9) AUSTRALIA 6 (5) CANADA 7 (8) SWITZERLAND 8 (10) LUXEMBOURG 9 (6) FINLAND 10 (12) IRELAND 11 (15) NORWAY 12 (17) AUSTRIA 13 (14) SWEDEN 14 (13) NETHERLANDS 15 (18) BAVARIA 16 (21) JAPAN 17 (11) TAIWAN 18 (31) CHINA MAINLAND 19 (26) ESTONIA 20 (22) UNITED KINGDOM 21 (16) NEW ZEALAND 22 (28) MALAYSIA 23 (19) CHILE 24 (25) ISRAEL 25 (23) GERMANY 26 (24) BELGIUM 27 (33) ILE-DE-FRANCE 28 (39) INDIA 29 (35) SCOTLAND 30 (36) CZECH REPUBLIC 31 (27) THAILAND 32 (20) ZHEJIANG 33 (32) CATALONIA 34 (30) FRANCE 35 (38) SPAIN 36 (42) MAHARASHTRA 37 (29) KOREA 38 (40) SLOVAK REPUBLIC 39 (47) COLOMBIA 40 (37) HUNGARY 41 (50) GREECE 42 (45) PORTUGAL 43 (46) SOUTH AFRICA 44 (52) SLOVENIA 45 (44) JORDAN 46 BULGARIA 47 (43) SAO PAULO 48 (49) PHILIPPINES 49 (41) LOMBARDY 50 (48) TURKEY 51 (51) BRAZIL 52 (56) MEXICO 53 (54) RUSSIA 54 (58) ARGENTINA 55 (53) ITALY 56 (55) ROMANIA 57 (57) POLAND 58 CROATIA 59 (59) INDONESIA 60 (60) VENEZUELA 61
[ Bericht 20% gewijzigd door McCarthy op 15-05-2006 17:46:48 ] |
McCarthy | woensdag 24 mei 2006 @ 18:47 |
Forbes Tax Misery & Reform Index 2006
het staat in het tijdschrift Forbes Globalquote:Companies, People, Ideas Tax Misery & Reform Index Jack Anderson, 05.22.06
Asia continues to look attractive in our annual ranking of tax burden. And even China's bum score may be deceiving. Our 2006 Tax Misery & Reform Index offers a global view of the top marginal rates of taxation--the ones that typically most affect a successful entrepreneur. The news is good as the rates generally continue to decrease around the world.
The Misery scores--a sum of six tax rates--are lower in 16 of the locations this year, with France decreasing the most (although still in the top position). There was no change in 28 locations, and only 8 increased Tax Misery (7 of them just slightly). Overall, the original European Union-15 and China have the highest levels of Tax Misery--China because of its extraordinary social security and pension rates. The lowest levels generally continue to be in the rest of Asia, the Middle East, Russia and the U.S. (Keep in mind that countries at the bottom of our chart are the most tax-friendly to entrepreneurs and wage earners, while those at the top are the harshest.)
China's "miserable" score comes with a big qualifier. Social taxes tend to have income caps that spare the highest earners, and special tax holidays for foreign investors and expatriates keep the "effective" rate of taxation (as opposed to the top "marginal" rate) closer to the other Asian countries. But a specific measurement of net take-home pay (after income and social taxes) for a top executive reveals that only one other Asian country, Japan, leaves the executive with less than China does. And the Chinese taxman's work is never done: A new levy on the 45 billion pairs of disposable wooden chopsticks used annually will push conservation as well as increase revenues.
Almost half of the countries on the bright side of global taxation are Asian, including Hong Kong and Taiwan. Singapore continues to lower levies, and Korea codified its new low 17% flat tax (but only for expatriates), which is less than half the top 39% local rate in the Misery Index. India remains at the low end, despite this year's five-point upturn. Japan, although reducing its Misery score, has been hardening its tax treatment of expatriates and remains, with China, the tax worry of the Asian region. Indeed, Japan is not likely to be improving its score in the short run, if expectations of higher consumption taxes to close a massive budget deficit prove out. The nation oughtn't take current glimmers of economic growth for granted.
Not surprisingly, eight of the top ten countries on our list are European. France, though still at the top of the Misery Index, also showed the most reform this year (with a reduction of eight points) by reducing taxes under besieged Prime Minister Dominique de Villepin. A top individual progressive tax rate of 40% is down from 48%. A high earner is now charged this on his incremental salary and investment income, as well as an 11% flat tax on all pay.
Germany, despite a record of reform since 2000, went substantially in the other direction this year. The reforms that were anticipated under former chancellor Gerhard Schröder were not realized. Instead, taxes were increased in 2006 by the new coalition government of Chancellor Angela Merkel. (Our index records planned tax moves, ahead of their full enactment--so we must adjust when implementation falls short.)
We show Germany from the perspective of Berlin--where state and local taxes are a significant factor. (Same in the U.S.--note the difference between New York and Texas.) A top-earning Berlin entrepreneur is now looking at 14 additional points of Misery.
As with China, you have to consider special provisions for multinationals and expatriates. Here France has also been making concessions, but elsewhere in Europe this flexibility is being limited. This only makes seemingly high-tax China, which gives the foreign direct investor a ten-year tax holiday, more of a magnet for international capital.
Jack Anderson is an international tax attorney in the U.S. and EU, and a member of the French bar, the U.S. Tax Court and the California and New York bars. He is also a CPA, M.B.A. and partner in an international law firm in Paris. E-mail: jack.anderson@wanadoo.fr bron: http://www.forbes.com/business/global/2006/0522/032.html
 quote:Overall Tax Burden and Government Spending Jack Anderson, 05.22.06, 12:00 AM ET
After examining the Forbes Global Misery and Reforn Index, you now can look at all taxes at all levels of national and local government and total government spending, The Overall Tax Burden and Government Spending Table (click here to download PDF) , which measures total tax burden in OECD countries as a percentage of gross domestic product, (“GDP”). This table uses the most recent official numbers available which are for 2004 and thus there is a time lag, but this gives us a good picture of what is happening. This Table is done to make sure that a reduction in the top marginal rate shown in the Misery & Reform Index is not lost through a change in the tax base, deductions or the progressiveness of rates or in the creation of new or hidden taxes at national, regional or local levels. This Table generally follows the Misery & Reform Index ranking with six of the top ten OECD countries in the Misery and Reform Index are also at the top of the Overall Tax Burden and Government Spending Table.
More specifically, this Table shows as does the Index that globally the tax bite dropped slightly from the prior year, with sixteen countries reducing total burden, six remaining constant and eight increasing tax burden. Despite this reduced overall taxation burden , it continues to remain in all of the countries above the levels of taxation of 1965 and only nine countries have decreased total taxation since1980 as a percentage of GDP. Of course, in absolute amounts, the government coffers have grown with their economies to historically unprecedented colossal amounts. The only surprise is there are not more dramatic tax revolutions as there have been historically. The confusing statements about the falling power and shrinking size of governments and the rising power of global corporations, at least in terms of what governments consume in taxes from the GDP of the country’s entrepreneurs and in absolute terms, is misplaced. Specifically, the nine exceptional countries, almost half now released from the burden of communism, that have decreased the amount of taxes in terms of the percentage of the GDP consumed by their government since 1980 are as follows: Belgium, Czech Republic, Hungary, Ireland, Japan, Netherlands, Poland, Slovakia and USA.
We also again include the Overall Government Spending results by each of the governments. Many governments are continuing the trend to reduce taxes, but the harder task of reducing spending is still to be accomplished. Only one-half of the countries reduced spending from the prior year. The solution to deficits is not to reverse the trend in tax reform, at least for those on the top of the Table and Index, but to control spending growth while the economic growth increase the absolute amount of tax revenue.
Comparing the Overall Tax Burden to the Overall Government Spending shows that all countries are spending more than they are taxing. This overall trend is not just a Keynesian cyclical exception. This difference in burden and spending is only partially covered by the increasing “budget deficit”. This difference is also partially covered by additional “revenues” that governments do not consider to be “taxes” including user fees and service charges, “profits” from government owned companies and monopolies and the sale of state assets, such as privatizations of state owned companies or sale of its real estate or its gold reserves. Thus the Overall Tax Burden is understated and hidden from taxpayers, but not from Forbes readers. Also note that the budget deficit that is covered by government borrowings require future taxes to repay the debt and currently service the interest payments (now among the top two or three expenditures of too many governments and these increased government borrowings also indirectly increase the interest rate paid the entrepreneur as an additional “tax”). The reality is the appearance of progress in tax burden in the analysis is partly masked and false due to government misreporting.
While the Misery & Reform Index charts the marginal tax cost on a growing business and its top executive, it is also important to look at the total taxes imposed by a country at all levels, national and local, as compared to its GDP to measure the overall burden.
Importantly, we also look in this table at Overall Government Spending at all levels of government, which in all cases is greater than the Overall Tax Burden. The resulting deficits are covered by debt, hidden taxes, profits from state owned monopolies and the privatization and sale of government assets. This allows the reader to be aware of the broader base of current and future total taxation issues. This is the latest official data from the OECD and is for 2004. It takes governments a year to count their colossal tax revenues and expenditures. bron: http://www.forbes.com/business/global/2006/0522/032a.html

[ Bericht 18% gewijzigd door McCarthy op 25-05-2006 12:10:12 ] |
zakjapannertje | vrijdag 26 mei 2006 @ 20:22 |
er zijn geen excuses meer om geen groente te eten want:quote:Kassen gebruiken geen aardgas meer in 2020 KAREL BECKMAN
BEMMEL - De glastuinbouw streeft ernaar om in 2020 geen fossiele brandstoffen (gas en olie) meer te gebruiken. Alle nieuw te bouwen kassen moeten dan 'energieneutraal' zijn.
Dit kondigde Frans Hoogervorst, voorzitter van de ondernemersorganisatie Glaskracht, woensdag aan bij de opening van 's werelds eerste 'energieproducerende' kas. De experimentele kas van kwekerij Stef Huisman in het Gelderse Bemmel produceert meer energie dan hij gebruikt. Dit is mogelijk doordat overtollige warmte in de zomer ondergronds wordt opgeslagen en in de winter wordt opgepompt om de kas te verwarmen. Netto moet de kas zelfs warmte overhouden.
Hoogervorst verwacht dat glastuinders de komende jaren massaal zullen overstappen op soortgelijke 'gesloten' kassen. Volgens Hoogervorst kan de glastuinbouw alleen voortbestaan als de afhankelijkheid van aardgas sterk wordt teruggedrongen. De sector, die direct en indirect werk biedt aan honderdduizend mensen, gebruikt ongeveer 4 mrd m3 aardgas per jaar, 10% van het binnenlandse verbruik. De gasprijs is in twee jaar tijd verdubbeld naar euro 0,22 per m3. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) heeft becijferd dat bij de huidige gasprijzen het gemiddelde tuindersbedrijf verlies lijdt.
Het Productschap Tuinbouw verwacht dat de sector de komende drie jaar euro 800 mln zal investeren in energiemaatregelen, zoals gesloten kassen. Daarbovenop vraagt de sector van de regering eenmalig euro 210 mln subsidie voor energieprojecten. Dat is volgens het productschap evenveel als de overheid in één jaar extra aan aardgasbaten incasseert van de glastuinbouw dankzij de verdubbeling van de gasprijzen.
Het kabinet neemt binnenkort een beslissing over het plan, dat wordt gesteund door VVD, PvdA en CDA in de Tweede Kamer.
Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?KrantArtikelId=542321 |
zakjapannertje | vrijdag 23 juni 2006 @ 20:02 |
leuke boekenrecensie:
Hoe het Westen niet rijker werd, en de rest trouwens ook niet
Het Westen is niet groot geworden dankzij de ideologie van vrije handel. Het voldeed zelf nooit aan de eisen die het anderen tegenwoordig opdringt. De Koreaanse Cambridge-econoom Ha-Joon Chang biedt een tegengeluid. |
McCarthy | maandag 17 juli 2006 @ 10:36 |
 |
sigme | zaterdag 19 mei 2007 @ 05:07 |
Een jongetje dat wordt geboren in San Marino heeft een hogere levensverwachting dan mannen in welk ander land ook: 80 jaar. Vrouwen worden met 86 gemiddeld het oudst in Japan.
Dat blijkt uit cijfers die de Wereldgezondheidsorganisatie vrijdag heeft gepresenteerd. Mannen in Sierra Leone hebben volgens de WHO de laagste levensverwachting: 37. Zo oud wordt ook de gemiddelde vrouw in Swaziland.
Voor baby’s is Afghanistan het zwaarste land om te overleven. Van de duizend kinderen die daar levend worden geboren overlijden er 165 binnen een jaar. In Singapore en IJsland gebeurt dat slechts met twee van elke duizend baby’s.
Moeders hebben het vooral zwaar in Sierra Leone. Daar overlijden tweeduizend van elke honderdduizend vrouwen die een kind ter wereld brengen. In Ierland valt dat lot slechts vier op de honderdduizend vrouwen ten deel.
De cijfers zijn gebaseerd op gegevens uit 2005. http://www.volkskrant.nl/(...)_San_Marino_en_Japan
[ Bericht 6% gewijzigd door sigme op 19-05-2007 05:14:31 ] |
McCarthy | zondag 24 juni 2007 @ 12:55 |
 |
Floripas | zondag 24 juni 2007 @ 13:02 |
-edit- offtopic -edit-
[ Bericht 91% gewijzigd door Rock_de_Braziliaan op 24-06-2007 14:08:44 ] |
zakjapannertje | zondag 24 juni 2007 @ 17:25 |
speciaal voor McCarthy, een artikel uit het Cato Institute:
Immigrants: Too Much of a Burden?
By Daniel T. Griswold | Friday, June 22, 2007
As the U.S. Congress and the Bush Administration haggle over immigration reform, the issue has become a subject of contentious debate among the U.S. public. As Daniel Griswold argues, the negative impacts of immigrants to taxpayers and society as a whole are grossly exaggerated — while their numerous positive effects are frequently overlooked. |
Rock_de_Braziliaan | dinsdag 3 juli 2007 @ 23:04 |

http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/6228236.stm
Met dank aan Problematique. 14.gif |
zakjapannertje | donderdag 5 juli 2007 @ 15:31 |
"We moeten onze welvaart redden"
04/07/2007 10:30
Marcia De Wachter maakte een sterkte-zwakteanalyse van de Belgische economie. Belangrijker nog: de directeur bij de Nationale Bank beschreef welke maatregelen we hoogdringend moeten nemen, als we met onze welvaart bij de groep van geïndustrialiseerde landen willen blijven behoren: 'We hebben geen keuze.' |
zakjapannertje | dinsdag 10 juli 2007 @ 02:29 |
quote: Population Forecast for the Next 15,000 Days
By Joseph Chamie | Monday, July 09, 2007
Currently at 6.7 billion, the world population continues to increase. The more populous areas are getting bigger, while migration to the west has increased populations there as well. What does an increasing population mean for all of us? Joseph Chamie analyzes the population forecasts for the year 2050.
The overall forecast for tonight and the next 15,000 days — up to the year 2050 — is for persistent demographic accumulation, especially in urban areas in the global south, declining levels of reproduction, widespread aging, continuing broad bands of migration streams and scattered mortality disturbances.
Turning to the details, the world is now at an all-time high of 6.7 billion people. The six billion mark was set in 1999, only 12 years after the earlier high of five billion in 1987. The current level of accumulation is 78 million people per year.
Unequal distribution
This is lower than the record annual high of 89 million set in the late 1980s. The seven billion mark is expected to be reached in about 1,500 days, in 2011. The current global forecast for mid-century is about nine billion people, but also possible is a high of 11 billion — or a low of eight billion.
The planet’s human population is growing at 1.2% per year, markedly lower than the all-time record high of 2.0% set back in the 1960s. A more detailed look across the map shows great variability, regionally and nationally — as well as significant demographic turbulence and instability in some areas.
Nearly all of the demographic accumulation during the coming 15,000 days — about 2.5 billion people — is expected to occur among the less-developed regions. This accumulation amounts to a 50% increase by mid-century, with some areas, especially in Africa, expected to experience even higher levels of accumulation.
More accumulation
Today, six countries — India, China, Pakistan, Nigeria, Bangladesh and Indonesia — account for half of the world’s yearly demographic accumulation. India’s annual accumulation — one-fifth of global growth — is equal to the combined totals for China, Pakistan and Nigeria.
Most of the more-developed regions, in contrast, will see little if any demographic accumulation. The population of the European continent peaked several years ago and is now declining. And many places, such as Italy, Germany, Japan and Russia, are experiencing — or will experience — demographic shortfalls.
Low fertility levels
The forecast is for Europe’s population to be 10% smaller by mid-century, with the working-age population likely experiencing a 25% decline. About the same is expected in East Asia for countries such as Japan, Singapore and the Republic of Korea.
However, areas of notable exception to these demographic shortfalls are Australia, Canada and the United States, where demographic accumulations of 30-40% are expected by the end of the forecast period, due in large part to continuing high streams of migration.
A depressed low fertility system covers close to half of the world’s population, with European countries and Japan experiencing the lowest recorded fertility levels, at 1.1 to 1.5 births per woman.
Higher life expectancy
While fertility highs remain in most of Africa and parts of Western and South Asia, these levels are falling, especially in urban areas. By the end of the 15,000-day forecast, global fertility is expected to hover around the replacement rate.
Global improvements in mortality are expected to continue, with more people reaching advanced ages. However, scattered mortality disturbances, heavy at times, will occur mainly in Africa and Asia, with isolated disturbances in Eastern Europe.
Migration patterns
A rapidly moving, high-pressure HIV/AIDS epidemic is causing a mortality tsunami, ravaging much of sub-Saharan Africa and some parts of South and East Asia.
Broad bands of migration streams, with many immigrants entering or remaining illegally, will persist and possibly intensify. The streams are moving primarily from the south in a northerly direction and also from east to west.
In addition, there will be continued migration activity within countries, with many seeking shelter in large cities, especially along the warmer seacoasts.
A widening age gap
As a result of lower fertility and longer lifespans, a widespread aging front is rapidly sweeping across the globe. This front, beginning in Europe and travelling from west to east, will result in extraordinary shifts in age structures towards elevated ages.
The numbers and proportions of elderly will likely reach historically unprecedented high levels. In many areas, one person out of three is expected to be over age 65 — and the number of persons of working age per one older person will fall sharply, from the current level of about four to two or fewer by mid-century.
More problems in the offing
These shifts in age structures will exert seismic pressures on social, economic and political conditions in all countries and areas, especially in the north. The pressures from this aging front are expected to precipitate political squalls and produce unpleasant conditions for many localities and government bodies.
It should be noted that the broad migration streams noted earlier are not expected to eliminate the pressures from the enormous and rapidly expanding aging front.
For some areas, replacement migration can offset forecasted declines in the size of overall populations — and of working-age populations. However, replacement migration cannot realistically offset population aging because the numbers involved are simply far too high.
A challenging future
The extended long-term forecast for the next 15,000 days remains unsettled. While the outlook for some areas is partly sunny and pleasant, unstable and uncomfortable conditions are expected to persist in many regions and localities.
Troubling scattered clouds are also forming on the horizon due to intensifying aging, mortality disturbances and migration streams. http://www.theglobalist.com/StoryId.aspx?StoryId=5961 |
zakjapannertje | dinsdag 31 juli 2007 @ 11:17 |
quote: Squaring America's Rogue Global Image with Booming U.S. Global Earnings
By Joseph Quinlan | Saturday, January 01, 2000
Anti-Americanism has surged during the past five years, largely due to the U.S.-led war in Iraq, even as U.S. foreign affiliates have seen extraordinary profit growth. This begs an obvious question: If the world is so disapproving of the United States, why does it continue to desire and purchase U.S. goods and services?
It is a major paradox: The global image of the United States has never been lower — but the global earnings of U.S. multinationals have never been higher.
According to the latest results from the 47-nation Pew Global Attitudes Survey, anti-Americanism is more widespread than ever.
How the world views the United States
Favorable ratings of the United States fell in 26 of the 33 nations for which Pew has comparable data back to 2002. Not surprisingly, U.S. foreign policy, notably the war in Iraq, has been instrumental in lowering the U.S.’s image in the eyes of the world, but it is not the only cause.
Global support for the U.S.-led war on terrorism continues to decline, at the same time as the United States is the nation blamed most often for damaging the environment.
The survey also pointed to a deepening dislike of American values, ideas and customs — and a growing backlash against American ideas of democracy. In addition, the survey found negative attitudes toward American ways of doing business.
Many admirers
However, in 42 of 46 foreign nations surveyed, majorities say they admire U.S. technological and scientific capabilities. The poll also indicates widespread admiration for U.S. cultural exports — although in many nations, majorities believe that it is bad and worrisome that American ideas and customs are spreading to their nations.
By region, U.S.’s popularity continues to decline in the Middle East, Latin America, China, Turkey and Brazil. America’s popularity in “New Europe” has begun to slip as well, while among traditional allies of the United States in Western Europe, public opinion towards the United States has never been lower.
Plunging image
America’s image in France and Germany has plunged during the past year. Only 30% of Germans and 39% of those living in France have a positive view of the United States — a worrisome trend, considering that Germany and France are among the largest and most profitable markets in the world for U.S. multinationals.
In Britain, the U.S.’s image has sunk to a new low: Only a slim majority (51%) maintains a favorable view of the United States, which is down sharply from 75% in 2002.
Anti-Americanism has rarely been as prevalent and widespread as in the past five years. These circumstances have led many analysts to worry about a possible boycott or backlash against U.S. goods and services.
Sour image, soaring profits
I am one of those analysts who thought high-profile U.S. brands were at particular risk — but nothing of the sort has materialized. Indeed, U.S. global earnings, as measured by foreign affiliate income, have soared during the past half-decade.
Remarkably, the sinking U.S. image overseas coincided with a more than doubling of U.S. global earnings. In 2006, foreign affiliate earnings totaled a record $291.5 billion — a 170% jump from 2001’s cyclical low. U.S. multinationals reported a synchronized, global profit boom, with record earnings in virtually every region of the world.
Better economical gains
In Germany, where the image of the United States has plummeted, U.S. affiliate earnings nearly tripled between 2002 and 2006. During the same period, affiliate earnings more than doubled in France and the United Kingdom.
And the good times roll on: In the first quarter of 2007, U.S. global earnings soared 12% from the same period a year ago, rising to a quarterly record of $75.7 billion. U.S. global earnings are currently running at another record-breaking pace — a trend that flies in the face of the anti-U.S. findings of the Pew survey and many others like it.
What explains the apparent paradox of America’s battered global image on one hand — and booming global earnings on the other?
The conundrum explained
For starters, strong global demand and a weak U.S. dollar have boosted U.S. global earnings during the past few years. Beyond these cyclical forces, however, other factors are at work.
U.S. global brands — both consumer and business-to-business — remain among the strongest in the world and continue to inspire deep loyalty among foreign customers. In a recent ranking conducted by BrandZ, eight of the top ten and 15 of the top 20 most valuable brands in the world were American.
The boom in global earnings also reflects corporate America’s peerless global reach and the extraordinary success of U.S. firms in building global networks and leveraging global resources, while tailoring goods and services to local tastes.
Reflection on U.S.'s strengths
Many U.S. multinationals deliver goods and services through foreign affiliates that are embedded in local communities. In many cases, these affiliates are just as local as the locals, providing cover during times of rising anti-Americanism.
Strong global capabilities in marketing, logistics, finance and after-sales services have helped offset America’s rogue image. Superior products, especially the U.S. information technology capabilities, have boosted U.S. companies’ global earnings as well.
Finally, the disconnect between the poor image/strong earnings could lie with the survey itself. Foreign attitudes toward Americans are often more positive than attitudes toward the United States as a nation. http://www.theglobalist.com/StoryId.aspx?StoryId=6346 |
zakjapannertje | woensdag 1 augustus 2007 @ 11:43 |
quote: How the U.S. Middle Class Became 10% Poorer
By Jacob Kirkegaard | Wednesday, August 01, 2007
Much has been made of stagnant U.S. middle class wages in the face of record corporate profits and a booming stock market. As Jacob Kirkegaard explains, the OECD has redefined the middle class — to the detriment of the United States but to the benefit of other major economies.
The OECD in Paris has monumental news for middle class America. The OECD, of course, is the most trusted source for internationally comparative data on economic issues in the developed world.
Its statistical department, in cooperation with member states’ national statistical agencies, is engaged in an exercise to turn often diverse national statistical surveys of very different “middle classes” into cross-country datasets that enable true comparisons across countries.
Statistics at play
So what’s the bombshell buried in the statistical pile? As it turns out, the OECD statisticians have just — in one fell swoop — lowered the estimated income for the average American worker by more than 10%, and at the same time raised incomes for the middle classes of other major countries by up to more than 30%.
Sadly, it will likely be lost on CNN’s Lou Dobbs (and his viewers) that the culprit here is not globalization or wicked foreign workers competing on an uneven playing field — but a matter of mere statistical validity.
Evidently, all statistical work is caught between statistical accuracy (which researchers like) — and the need to keep costs and the burden of respondents down (which is preferred by taxpayers and those who are measured).
Changing data
Subsequently, what the OECD has used until recently as a proxy for the “middle class” was the set of data that was most widely available across member states. It is the concept of the "average production worker" (APW).
This group includes adult full-time workers who are directly engaged in a production activity in the manufacturing sector, including manual (non-supervisory) workers and minor shop-floor supervisory workers. Excluded were non-manual (supervisory) workers, part-timers and all workers outside the manufacturing sector.
Better representation
Those statistics represented the industrial economy quite well but also ensured that a relatively small (and declining) subset of workers outside booming sectors like technology or finance came to represent the “middle class” statistically.
Another distorting factor was that, in the case of the United States, the manufacturing sector is typically far more unionized than the rest of the economy. And that means their wages are higher than in non-unionized fields of the economy.
However, as a result of better statistical data-gathering across other sectors of the economy in more countries, the OECD recently updated its definition of “the middle class.” It now focuses on "the average worker" — rather than “the average production worker.”
A wide range
This new proxy for the middle class captures a far larger group than the old one — and includes essentially the entire private-sector economy. It ranges from mining and quarrying, utilities, construction, wholesale/retail/repair, hotel/restaurants and transportation to financial services and real estate — and includes both manual and non-manual workers.
Included in middle class income are all wages, cash supplements, bonuses, overtime pay, holiday pay, Christmas bonuses etc.
Varying effects
Interestingly enough, this one change in statistical methodology has very different effects on the middle classes in different OECD countries.
While the United States saw a decrease in average income of 10% — the biggest decline of all 30 member states — the income of the British middle class rose by 32%. Similarly, France's, Germany's and Japan's average income increased by 28%, 20% and 17%, respectively.
A small consolation for U.S. middle class workers would be that the incomes of its nearby Canadian brethren also declined by 5%.
Effects of unions
In the United States (and Canada), the manufacturing sector is highly unionized, especially in comparison to other sectors of the economy. Detroit’s auto workers, in particular, have traditionally enjoyed a status of “princes of labor,” earning far higher wages than most other U.S. private-sector workers, especially in many services sectors like construction, hotels and restaurants.
Now that these services sectors are included in calculating “the middle class” pay level, the average income of the U.S. middle class has evidently gone down quite substantially.
Accurate results
Mind you, lest CNN’s Lou Dobbs and other prognosticators of doom get too excited, it is important to remember that this decline in income is a statistical correction. U.S. income levels in the past had appeared higher than they were in reality.
Moreover, it is quite revealing that even the inclusion of the very high earning levels in the financial services sectors in the middle class — especially as supervisory workers (management) are now also counted — did not in the aggregate in the case of the United States act as a sufficient counterweight to the inclusion of more low-income workers.
Contrast that with the situation in the UK, where evidently the inclusion of the financial sector of the city of London boosted “average middle class incomes” by about a third. Either London's bankers earn far more than Wall Street's, or there are far more low wage middle class people in the United States than in the UK.
Richest middle class
The result of all this is that today, the richest middle class in the OECD is found in Britain. In 2006, an average single British middle class worker earning the average wage, net of taxes and in PPP terms, had an income nearly 50% higher than his U.S. counterpart — $35,000 compared to $25,000.
As a matter of fact, U.S. middle class workers found themselves outside the top ten in the OECD.
Marriage not a solution
And it doesn’t even help to marry. A British middle class family with two children and two incomes of 100% and 67% of average wages still earns over 40% more (in PPP terms, net of taxes) than their U.S. counterparts ($65,000 compared to $45,500). In fact, U.S. families in this category rank only 15th in the OECD.
It may well be outside the realm of sanity to an American visiting London that a small lunch salad at Wimbledon is £8 — or more than $16. But the truth is that it is probably not outside the purchasing power of the middle classes — or at least not the British one. http://www.theglobalist.com/StoryId.aspx?StoryId=6369 |
Lyrebird | zondag 19 augustus 2007 @ 02:59 |
Abortion Raises Crime Rates, Economist Says By Fred Lucas CNSNews.com Staff Writer August 09, 2007
(1st Add: Includes additional comments from John Lott.)
(CNSNews.com) - Legalized abortion has led to increased crime, according to a recently published study of people born before and after the Supreme Court's 1973 Roe v. Wade decision.
The study seems to completely contradict the findings published in the New York Times bestseller, "Freakonomics," and has sparked a heated debate among academics, news reporters and commentators.
"Freakonomics," by economist Steven Levitt and journalist Stephen Dubner, claimed that legalized abortion reduced crime.
The new study concluded that legalized abortion increased murder rates about 7 percent.
These findings were published in April 2007 in the academic journal Economic Inquiry and were included in the new book, "Freedomnomics," by John R. Lott, published in June. Lott's book is, in many ways, a conservative response to the liberal claims in Levitt's book.
Lott's study argues that after the high court ruled that states must allow abortion, more permissive sexual behavior and less contraception produced three things: an increase in out-of-wedlock births, a reduction in the number of children placed for adoptions, and fewer married parents.
"Those are contradictory directions," Lott, an economist and senior research scientist at the University of Maryland, told Cybercast News Service. "What ties them together is liberalized abortion rules. It affected decisions on premarital sex and careful contraception. It's a matter of economics. When something seems less costly, there's more of it."
Lott noted there are many good single mothers doing an excellent job rearing their children. But those children almost never get as much attention as children in a two-parent family, he said. Further, children in single-parent families statistically have more social development problems and thus statistically are more likely to be criminals.
Levitt and Dubner, conversely, concluded that "liberalized abortion led to less unwantedness, and unwantedness leads to high crime; legalized abortion, therefore, led to less crime."
Outside of the Lott and Levitt debate, there are at least two other studies - one from the United States and one from Great Britain - that suggest no correlation between legalized abortion and lower crime rates.
Ted Joyce, an economics professor at City University of New York, conducted a study, concluding there is "little evidence to support the claim that legalized abortion caused the reduction in crime."
The British study, done by two U.K. professors and Leo Kahane of California State University-East Bay, determined it was "unable to find a link between the legalization of abortion and reductions in crime in England and Wales."
Dueling data on abortion
Because there is often more demand for something that is less costly, said Lott, fewer men felt obligated to marry women as in the past because of liberalized contraception and abortion laws. But when it came to an actual abortion, far fewer women than anticipated could go through with it and decided to keep their babies, Lott said.
Out-of-wedlock births were 5 percent of all births between 1965 to 1969, according to Lott's study. That rose to 16 percent of all births 20 years later. Among blacks, the number jumped from 35 percent to 62 percent.
Although crime rates fell in the 1990s, the drop was in arrests of older people born before the Roe v. Wade ruling, according to Lott. And those born four years after Roe v. Wade were more likely to commit murder. As a result, murder rates increased between 0.5 percent and 7 percent as a result of abortion, the study concluded.
However, a 2001 analysis by Levitt of the University of Chicago and John Donohue, a law professor at Yale University, showed otherwise.
Their study looked at Alaska, California, Hawaii, New York and Washington: the five states that had legalized abortion before 1973.
"Between 1988 and 1994, violent crime in the early legalizing states fell 13 percent compared to the other states," they reported. And "between 1994 and 1997, their murder rates fell 23 percent more than those other states."
"Freakonomics" further reports: "The states with the highest abortion rates in the 1970s experienced the greatest crime drops in the 1990s, while states with low abortion rates experienced smaller crime drops. ... Since 1985, states with high abortion rates have experienced a roughly 30 percent drop in crime relative to low-abortion states."
The information from the Donohue and Levitt study, however, over-simplifies the data, according to Lott.
As for the state-by-state comparisons, the Levitt-Donohue study data were collected on the false premise that abortion was entirely banned in 45 states before Roe, Lott said.
"No state banned abortions. They allowed exceptions for the life or the health of the mother," he said. "Kansas, of all places, had a lot of abortions. In California, prior to 1969, hospitals had a three-doctor panel that would decide whether the mother's life or health was in danger (to warrant an abortion). In Kansas, the woman's doctor could decide."
"Some states had a fair number of abortions. Some were more restrictive," he said. "You can't assume there was zero before Roe."
Questions surrounding researchers
Further, in 2005, The Economist magazine reported that two economists with the Federal Reserve Bank of Boston determined that the Levitt-Donohue study was filled with statistical errors. The magazine opined, "To be politically incorrect is one thing; to be simply incorrect, quite another."
Levitt was traveling this week and deferred comment to Donohue.
In a written statement, Donohue did not comment on either study. He instead raised questions concerning Lott's research methods and said, "I am a social scientist, however, so Lott's behavior has in my mind, put him outside the bounds of scientific discourse."
Donohue was referring to Lott's 1998 book, "More Guns Less Crime," which was roundly criticized in some academic circles and on blogs for allegedly being founded on faulty research. Lott also admitted to going on to one of the blogs under a different name to defend his work, a practice that many academics engage in.
Lott disputed the criticism.
Despite those controversies, Lott's commentaries continue to be reviewed and published in such places as The New York Times and The Wall Street Journal, as well as other establishment media.
The two sides of the abortion debate take predictable stances on the conflicting data.
"Lott offers so many unfounded, fallacious, racist, and confused assumptions that his overall opinions are useless," said Marjorie Signer, spokeswoman for the Religious Coalition for Reproductive Rights, in a statement sent to Cybercast News Service.
"To speculate that abortion is responsible for various and sundry social trends is irresponsible and misses critical points," she said.
"Abortion has always been an option that women at all socioeconomic levels have considered, and many abortions are performed for medical reasons. Trying to correlate abortion with social trends smacks of pseudo-science and shows little understanding of women's lives and decisions," Signer added.
Yet David O'Steen, executive director of the National Right to Life Committee, said making abortions more accessible would almost necessarily lead to more crime.
"If you increase a violent activity, it will lead to a coarsening of society," O'Steen told Cybercast News Service. "It would be extraordinary if it did not lead to a more violent society." |
zakjapannertje | dinsdag 28 augustus 2007 @ 00:08 |
quote:Geen olie, wel hersens 27/08/2007 13:00 Volgens een studie van de Wereldbank zijn België en Luxemburg samen het tiende rijkste land per capita in de wereld. Wie bij 'rijke landen' alleen denkt aan olie, ertsen of fabrieken mist een groot deel van het verhaal. Volgens economen van het milieudepartement van de Wereldbank vertegenwoordigen ongrijpbare, immateriële elementen immers meer dan driekwart van de globale rijkdom. In een studie van 2005 maken Kirk Hamilton en zijn collega's een onderscheid tussen drie vormen van kapitaal: 'natuurlijk', 'geproduceerd' en 'immaterieel' kapitaal. Natuurlijk kapitaal, goed voor 4 procent van de totale wereldrijkdom, is de som van landbouwgrond, bossen en niet hernieuwbare bronnen zoals olie, gas, kolen en mineralen. Geproduceerd kapitaal in de vorm van machines, infrastructuur, en verstedelijkt land vertegenwoordigt 18 procent. De overige 78 procent bestaat uit 'kapitaal dat wel een economische waarde heeft, maar dat je niet op je voet kunt laten vallen', zegt Hamilton. Wat landen echt rijk maakt, is volgens de studie de brainpower en de instituties die die bruikbaar maken. Kennis en vaardigheden, het onderwijssysteem waardoor die ontwikkeld worden en de sociale instituties waarin ze kunnen worden gebruikt, zijn dus cruciaal. De term 'instituties' moeten we breed begrijpen. 'Iets alomvattends zoals de rechtsstaat valt daaronder, maar ook een wijkcomité', zegt Hamilton. Alles samengeteld blijkt Zwitserland het meest welvarende land met een rijkdom van 648.241 dollar per hoofd. Denemarken en Zweden vervolledigen de top drie, met respectievelijk ongeveer 73.000 en 135.000 dollar per capita minder. België en Luxemburg, die in de studie als één entiteit worden behandeld, staan op de tiende plaats met 451.714 dollar per hoofd, dat is goed 30.000 meer dan Nederland. Het kapitaal van België en Luxemburg is voor 1 procent natuurlijk, voor 13 procent geproduceerd en voor 86 procent immaterieel. Onderaan de lijst van 120 landen bungelt Ethiopië met slechts 1965 dollar per capita, net daarboven staan Nigeria, Burundi en de Democratische Republiek Congo. Opmerkelijk is dat de dertig welvarende OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) gemiddeld maar 2 procent van hun rijkdom halen uit natuurlijke bronnen, terwijl dat bij de armste landen maar liefst 26 procent is. BRON: WHERE IS THE WEALTH OF NATIONS? Measuring Capital for the 21st Century (2005), te downloaden van www.worldbank.orgJan Jagers http://www.knack.be/nieuw(...)n24-article7450.html
Ethiopie is trouwens nauwelijks een kolonie geweest |
Rock_de_Braziliaan | vrijdag 31 augustus 2007 @ 13:57 |
quote:Onderzoek: celstraf werkt averechts
DEN HAAG - Gevangenisstraf helpt niet. Criminelen die een celstraf ondergaan, worden na hun vrijlating vaker veroordeeld dan criminelen die niet in de gevangenis hebben gezeten. Dat blijkt uit onderzoek van de criminologen Paul Nieuwbeerta en Arjan Blokland. De twee onderzoekers van het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) vergeleken voor hun studie bijna drieduizend criminelen van 26 tot 28 jaar. Daaruit blijkt dat criminelen die een celstraf opgelegd krijgen, in de drie jaar na hun vrijlating meer veroordelingen op hun naam hebben dan daders die niet in de gevangenis terechtkomen. De onderzoekers noemen de resultaten opmerkelijk. ,,Het toont in ieder geval aan dat een gevangenisstraf ex-gedetineerden niet van nieuwe delicten weerhoudt. Celstraf werkt in zekere zin averechts.''
Leerschool? Naar de oorzaak van dat averechtse effect is het echter gissen, aldus de onderzoekers. Nieuwbeerta betwijfelt of de uitkomst een bevestiging is van het idee dat de gevangenis de beste leerschool is voor criminelen. Zo zaten de onderzochte gedetineerden gemiddeld maar vier maanden vast. ,,Ik kan me moeilijk voorstellen dat nieuwe gevangenen in zo'n korte periode de kneepjes van het vak van medegevangenen leren en daardoor na hun straf extra actief worden. Of dat ze zo gehard uit de gevangenis komen dat ze zich vaker op het criminele pad begeven.''
Nieuwbeerta zoekt de verklaring eerder in de periode ná de vrijlating.
,,Ex-gedetineerden hebben een grote kans hun baan, hun partner en hun huis kwijt te raken. Hun omgeving reageert anders op hen. Ze dragen een bepaald stigma met zich. Dat maakt dat ze mogelijk verder maatschappelijk ontwricht raken.''
Een andere mogelijke oorzaak is dat criminelen die een celstraf hebben uitgezeten beter bij de politie bekend zijn en na hun vrijlating scherper in de gaten worden gehouden en dus vaker worden opgepakt. Maar die kans acht Nieuwbeerta klein. ,,De politie kan niet aan iedereen die vrijkomt na een celstraf extra aandacht besteden. Het is niet zo dat er dan een signaal afgaat op het politiebureau.''
Methode De twee criminologen gingen in hun onderzoek als volgt te werk. Ze koppelden iemand die bijvoorbeeld op zijn 27e voor het eerst tot een celstraf werd veroordeeld aan mensen die op dezelfde leeftijd een vrijwel identiek strafblad hadden. Zij zijn gedurende hun 27e levensjaar echter (nog) niet de gevangenis in gegaan, of kregen slechts een boete of een taakstraf opgelegd. Vervolgens onderzochten ze van alle proefpersonen het aantal keren ze in de drie jaar erna werden veroordeeld.
De onderzoekers kozen bewust voor de leeftijdscategorie 26-28 jaar, omdat de criminele carrière van de proefpersonen zich dan al dusdanig heeft ontwikkeld dat ze goed te vergelijken zijn. Bovendien piekt crimineel gedrag aan het einde van de jongvolwassenheid en neemt die tijdens de volwassenheid weer geleidelijk af. Met andere woorden: vanaf het 26e levensjaar onderscheidt de beroepscrimineel zich van de boefjes.
Het onderzoek beperkte zich tot mensen van maximaal 28 jaar omdat de kans dat iemand daarna nog voor het eerst tot een gevangenisstraf wordt veroordeeld steeds kleiner wordt.
Het onderzoek wordt binnenkort gepubliceerd in het tijdschrift Mens en Maatschappij . http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=98917 |
zakjapannertje | zondag 9 september 2007 @ 00:58 |
artikel over hoe en waarom de Verenigde Staten van een bad boy op gebied van internationale handel veranderde naar een land dat zich wel hield aan de internationale handelsregels en hoe dat tot stand kwam:
A nation of outlaws A century ago, that wasn't China -- it was us |
zakjapannertje | woensdag 26 september 2007 @ 10:22 |
quote:Het einde van de middenklasse 25/09/2007 15:00 De globalisering maakt de wereld rijker. Maar de kloof tussen arm en rijk wordt groter, en de loontrekkende middenklasse verarmt zienderogen. Oók bij ons. Knack verzamelde nieuwe cijfers, die de mythe van de verzuurde, vadsige Vlaming onderuithalen. Een van de centrale ijkpunten die het verdwijnen van de middenklasse kunnen illustreren, zijn de kosten van het wonen. Houden we meer over dan vroeger nadat we de huur of hypotheekrente betaald hebben? Veel mensen hebben de indruk dat het vroeger makkelijker was om met het inkomen van één enkele broodwinner een woning te kopen of te huren. Dat zou te wijten zijn aan het feit dat de woonkosten sneller zijn gestegen dan de inkomens. Kristof Heylen van het Hoger Instituut van de Arbeid (HIVA-KU-Leuven) onderzocht het voor ons. De tabel 'De prijs van het wonen' toont een groot verschil tussen huurders en afbetalende eigenaars. Wat de huurder overhoudt na de betaling van zijn huur (het resterende inkomen), ligt nu bijna 500 euro lager dan in 1976. Bij de afbetalende eigenaars is het resterende inkomen juist sterk gegroeid. Dat 'tweestromenland' heeft niet enkel te maken met de huurprijzen, maar evenzeer met het feit dat de groep huurders nu meer bestaat uit mensen met een lager inkomen. Kristof Heylen van het HIVA splitste de gegevens verder uit naar hoge en lage inkomens. Daaruit blijkt dat er ook bij afbetalende eigenaars grote verschillen zitten achter de gemiddelden: het resterende inkomen bij de 20 procent eigenaars met de laagste inkomens ligt nu lager dan in 1985. De 30 procent hoogste inkomens zagen hun resterend inkomen fors stijgen. Het is hier - op dit snijpunt van de evolutie van arbeidsinkomens met de evolutie van onroerende vermogens(inkomens) - dat de dualisering in de Vlaamse samenleving het best zichtbaar wordt. John Vandaele  http://www.knack.be/nieuw(...)n24-article8386.html |
zakjapannertje | donderdag 27 september 2007 @ 23:16 |
quote: quote:Europa scoort op anti-corruptielijst
Door Perro de Jong
27-09-2007 Perro de Jong over CPI-index
Op de nieuwe ranglijst van Transparency International van de minst corrupte landen doet Europa het ongekend goed. Zelfs zorgenkindje Roemenië ging volgens de anti-corruptie waakhond het afgelopen jaar met sprongen vooruit. Ook buiten de Europese Unie zijn er positieve ontwikkelingen, maar die zijn niet noodzakelijk gebaseerd op aanwijsbare trends. Want wat doet bijvoorbeeld Suriname opeens bij de snelle stijgers? In vergelijking met 2006 gaat Suriname omhoog van de 90e naar de 72e plaats. De voormalige Nederlandse kolonie deelt nu een plaats met grote jongens Brazilië en China. Toch is er in Suriname geen sprake geweest van grote politieke of economische verschuivingen. Toen een aantal Amerikaanse landen vorig jaar een anti-corruptie declaratie tekende, was Suriname niet eens van de partij. Ook bij het enige Transparency International kantoor in de regio, op Trinidad, hebben ze geen verklaring. "Ik was zelf net zo verbaasd dat Suriname opeens zo omhoog is geschoten", zegt directeur Victor Hart. "Het sluit ook helemaal niet aan bij de rest van de verschuivingen in de regio."
Achilleshiel Dit soort onverklaarbare uitschieters laat de achilleshiel zien van de CPI, de Corruptie Perceptie Index die TI sinds 1995 elk jaar publiceert. De scores zijn niet gebaseerd op harde feiten maar op indrukken van ondernemers en experts uit de 180 onderzochte landen. Die zijn lastig te verifiëren. Indrukken vormen ook de basis van de goede resultaten in de EU. Denemarken mag zich nu het minst corrupte land ter wereld noemen, samen met Finland en Nieuw-Zeeland. Nederland haalde Zwitserland in en steeg van de 9e naar de 7e plaats. Ook de nieuwe lidstaten boekten bijna allemaal forse vooruitgang. "Indrukken kunnen natuurlijk door allerlei zaken beïnvloed worden, maar door de bank genomen geven ze toch een realistisch beeld" zegt Transparency's Europa-directeur, Miklos Marschall. Volgens hem is het misschien wel voor het eerst in de geschiedenis van de CPI dat er sprake is van zo'n duidelijke trend van overal kleine verbeteringen. En die trend schrijft hij toe aan het EU-lidmaatschap:"Bij het proces van toetreding werd druk uitgeoefend van buitenaf", zegt Marschall. " Je ziet het resultaat daarvan niet alleen in landen als Slovenië en Estland maar ook in relatief corrupte landen als Bulgarije en Roemenië".
Smeergeld Ook de Wereldbank, die bekend staat om de stringente eisen waar cliënten aan moeten voldoen, benadrukt het belang van de CPI. "Indrukken doen er wel degelijk toe", zegt Daniel Kaufmann, de directeur van het kenniscentrum van de Wereldbank in Washington. "Wat de ondernemers en de burgers van een land vinden, beïnvloedt hoe ze stemmen en hoe ze investeren. Bovendien zijn de vragen tegenwoordig heel rigoureus en wetenschappelijk. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd hoeveel smeergeld een bedrijf precies heeft moeten betalen. Dat is heel iets anders dan subjectieve vragen als 'is er volgens u veel of weinig corruptie in uw land?"
De lijst van Transparency International en de eigen bevindingen van de Wereldbank komen volgens Kaufmann voor meer dan negentig procent overeen. En dat geldt zeker voor Europa.
Overigens moet de impact van de Europese Unie ook weer niet overschat worden. Met een rapportcijfer van 3,7 staat kersvers EU-lid Roemenië nu op ongeveer dezelfde hoogte als Ghana en Colombia. "Er is nog veel werk te doen", beaamt ook Europa-directeur Marschall. Of de veranderingen werkelijk meer zijn dan kortstondige euforie over het EU-lidmaatschap zal de lijst van volgend jaar moeten uitwijzen. http://www.wereldomroep.nl/actua/europa/070927anti-corruptie |
EchtGaaf | woensdag 28 november 2007 @ 13:06 |
edit : verkeerd topic. |