http://www.doingbusiness.org/quote:The Doing Business database provides objective measures of business regulations and their enforcement. The Doing Business indicators are comparable across 155 economies. They indicate the regulatory costs of business and can be used to analyze specific regulations that enhance or constrain investment, productivity and growth.
http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/3/wa/Nieuws?id=1022452quote:Leids old boys network in politiek Den Haag
Leiden is met zes alumni hofleverancier van het huidige kabinet. Oud-Utrechters zijn daarin niet te vinden. De UU is wel ruim vertegenwoordigd in de Eerste en Tweede Kamer en in verschillende adviescolleges.
Dat blijkt uit onderzoek van het Tilburgse universiteitsblad Univers, waarin de lijntjes tussen Den Haag en de universiteiten worden bekeken aan de hand van alumni en oud-medewerkers. Behalve naar het kabinet, de Eerste en de Tweede Kamer is ook gekeken naar het aantal mensen met een universitair verleden dat in belangrijke adviesraden zetelt.
De banden tussen de universiteiten en de Nederlandse politiek zijn sterk. Maar liefst 112 leden van de Tweede Kamer, 67 leden van de Eerste Kamer en 21 leden van het kabinet hebben een wetenschappelijke opleiding gevolgd. De Universiteit Leiden spant de kroon: zes leden uit het kabinet volgden daar een opleiding, net als 22 Tweede-Kamerleden en dertien senatoren.
Andere instellingen die veel actieve politici in hun alumnibestand hebben, zijn de Universiteit van Amsterdam (drie kabinetsleden, 21 kamerleden, elf senatoren) en de Rijksuniversiteit Groningen (één kabinetslid, veertien kamerleden, vijftien senatoren).
Utrecht is een subtopper. In het huidige kabinet zit geen enkele alumnus van de UU. Van de Tweede Kamerleden hebben er twaalf in Utrecht gestudeerd. Daarvan is Femke Halsema, oud-studente criminologie, wellicht het bekendste. In de Eerste Kamer zitten acht oud-Utrechters.
De jonge universiteiten hebben veel minder alumni in Den Haag al is het opvallend dat Tilburg van alle universiteiten de meeste oud-werknemers in het kabinet heeft: drie, te weten de ministers Veerman, Donner en Brinkhorst.
Univers onderzocht ook de samenstelling van de achttien belangrijkste adviescolleges voor regering, parlement en ministeries. Opvallend is dat van de 184 leden slechts 87 als (oud)-hoogleraar, bestuurslid of lid van de Raad van Toezicht verbonden zijn aan een universiteit.
Tilburg heeft maar liefst 19 vertegenwoordigers in deze voorname organen. Utrecht neemt na de UvA en de Erasmusuniversiteit de vierde plek in op deze ranglijst met negen vertegenwoordigers. Bekende namen hier zijn de hoogleraren Adriaansens en De Winter, beiden lid van de Raad Maatschappelijke Ontwikkeling.
Toch even opkomen voor mijn universiteit: Zalm heeft op de Vrije Universiteit gezeten, net als Wouter Bos (cum laude twee studies afgerond), Andre Rouvoet, Margot Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Atzo Nicolaï (twee studies) en Van Aartsen. Balkenende heeft er gestudeerd (twee studies) en les gegeven en Tweede Kamerlid Van Dijk geeft er nog steeds les.quote:Op donderdag 29 september 2005 00:54 schreef zakjapannertje het volgende:
[..]
http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/3/wa/Nieuws?id=1022452
hebben oa een Global Competitiveness Report 2005-2006. kost geld maar de rankings zijn gratisquote:The World Economic Forum is an independent international organization committed to improving the state of the world by engaging leaders in partnerships to shape global, regional and industry agendas.
waaronder Arbeidsmarktanalyse 2005quote:Op dinsdag 23 augustus 2005 22:35 schreef McCarthy het volgende:
RWI - Raad voor Werk en Inkomen
enkele interresante publicaties hebben die gasten
http://www.nieuws.nl/bericht/8/7056quote:Balkenende meest irritante bekende Nederlander
Uitgegeven op 06 oktober 2005 om 16:47 uur
(Novum) - Nederlanders vinden Jan Peter Balkenende de meest irritante bekende Nederlander. Dit blijkt uit een marktonderzoek van het bureau Team Vier. De top 50 irritantste Nederlanders is in de jongste uitgave van het weekblad Nieuwe Revu gepubliceerd. Volgens het tijdschrift irriteert het de Nederlanders het meest, 'dat Balkenende op geen enkele wijze een leider kan en wil zijn'.
De woordvoerder van de minister-president, Gerard van der Wulp laat weten, 'dat Balkenende geen behoefte heeft om te reageren'. De premier is niet de enige politicus die in de lijst voorkomt. Op nummer vier staat zijn collega Gerrit Zalm. In totaal zijn er dertien politici in de top 50 te vinden.
Paul de Leeuw staat op de tweede plaats, gevolgd door Emile Ratelband. "Ik vind het wel een compliment dat ik tussen hoogopgeleide mensen in de top 3 sta", meldt Ratelband aan de Nieuwe Revu. Andere namen die in de lijst voorkomen zijn onder anderen Patty Brard, Gordon en Rachel Hazes.
De laatste editie van de Nieuwe Revu met de top 50 irritantste Nederlanders verscheen in 2001. Toen stond de presentator Willibrord Frequin op nummer 1. Dit jaar is hij gezakt naar nummer 14. Binnenkort stelt het weekblad ook een top irritantste Nederlanders samen, die bepaald wordt door de lezers. Op de website van de Nieuwe Revu kan gestemd worden.
[Copyright 2005, Novum]
http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?KrantArtikelId=521854quote:Goede innovatie leunt niet op geld
FRANKA ROLVINK
AMSTERDAM - Het is een mythe dat meer geld leidt tot betere innovatie. Er is geen relatie tussen de hoogte van het onderzoeksbudget en de innovatieve prestaties van een bedrijf. Dit concluderen de consultants van Booz Allen Hamilton na een onderzoek onder 1000 beursgenoteerde bedrijven over de hele wereld dat vandaag bekend wordt gemaakt.
De consultants kozen de meest innovatieve ondernemingen en vergeleken hun researchbudget met hun omzet. Daaruit bleek dat de kwaliteit van het innovatieproces belangrijker is dan geld. Desondanks groeide het budget van 2002 tot 2004 met 11,5%.
Microsoft is het bedrijf met het hoogste researchbudget. Concurrent Apple volgt pas op plaats 148, maar is wel degelijk succesvol op het gebied van innovatie, zo menen de onderzoekers. Naar omzet gemeten reserveert Microsoft 21% voor innovatie en Apple maar 5,9%.
Wie succesvol wil zijn, moet een duidelijke strategie, visie en discipline hebben. 'Sommige topmanagers weten niet eens naar welke projecten hun geld voor innovatie gaat. Voor hen is het een black box', zegt Georg List, vice-president en lid van het Europese innovatieteam bij Booz Allen Hamilton.
Joris Beerens, eveneens lid van het innovatieteam, vindt dit een zorgelijke situatie. Hij haalt DSM aan als positief voorbeeld. 'De bestuursvoorzitter van DSM geeft duidelijk aan dat innovatie bij hem hoog op de agenda staat.'
Meer uitgeven aan onderzoek helpt niet, maar te weinig investeren kan wel schadelijk zijn, zo blijkt verder uit het onderzoek. De middenweg moet worden gezocht, tenzij de bestuursvoorzitter echt zicht heeft op een unieke technologie die de concurrentie kan verslaan.
Copyright (c) 2005 Het Financieele Dagblad
http://ww1.transparency.org/cpi/2005/2005.10.18.cpi.en.htmlquote:London / Berlin, 18 October 2005 --- More than two-thirds of the 159 nations surveyed in Transparency International’s 2005 Corruption Perceptions Index (CPI) scored less than 5 out of a clean score of 10, indicating serious levels of corruption in a majority of the countries surveyed.
Corruption continues to threaten development
The 2005 Index bears witness to the double burden of poverty and corruption borne by the world’s least developed countries.
“Corruption is a major cause of poverty as well as a barrier to overcoming it,” said Transparency International Chairman Peter Eigen. “The two scourges feed off each other, locking their populations in a cycle of misery. Corruption must be vigorously addressed if aid is to make a real difference in freeing people from poverty.”
Despite progress on many fronts, including the imminent entry into force of the United Nations Convention against Corruption, seventy countries - nearly half of those included in the Index - scored less than 3 on the CPI, indicating a severe corruption problem. Among the countries included in the Index, corruption is perceived as most rampant in Chad, Bangladesh, Turkmenistan, Myanmar and Haiti – also among the poorest countries in the world.
The world has set its sights on halving extreme poverty by 2015. Corruption hampers achievement of the Millennium Development Goals by undermining the economic growth and sustainable development that would free millions from the poverty trap. Fighting corruption must be central to plans to increase resources to achieve the goals, whether via donor aid or in-country domestic action.
Moreover, extensive research shows that foreign investment is lower in countries perceived to be corrupt, which further thwarts their chance to prosper. When countries improve governance and reduce corruption, they reap a “development dividend” that, according to the World Bank Institute, can include improved child mortality rates, higher per capita income and greater literacy.
Nineteen of the world’s poorest countries have been granted debt service relief under the Highly Indebted Poor Countries (HIPC) initiative, testifying to their economic reform achievements. Not one of these countries, however, scored above 4 on the CPI, indicating serious to severe levels of corruption. These countries still face the grave risk that money freed from debt payments now entering national budgets will be forfeited to greed, waste or mismanagement. The commitment and resources devoted to qualifying for HIPC must also be applied to winning the fight against corruption.
Stamping out corruption and implementing recipient-led reforms are critical to making aid more effective, and to realising the crucial human and economic development goals that have been set by the international community.
“Corruption isn’t a natural disaster: it is the cold, calculated theft of opportunity from the men, women and children who are least able to protect themselves,” said David Nussbaum, TI’s Chief Executive. ”Leaders must go beyond lip service and make good on their promises to provide the commitment and resources to improve governance, transparency and accountability.”
Progress has been made against corruption
An increase in perceived corruption from 2004 to 2005 can be measured in countries such as Costa Rica, Gabon, Nepal, Papua New Guinea, Russia, Seychelles, Sri Lanka, Suriname, Trinidad & Tobago and Uruguay. Conversely, a number of countries and territories show noteworthy improvements – a decline in perceptions of corruption – over the past year, including Estonia, France, Hong Kong, Japan, Jordan, Kazakhstan, Nigeria, Qatar, Taiwan and Turkey.
The recent ratification of the United Nations Convention against Corruption established a global legal framework for sustainable progress against corruption. The Convention, which will enter into force in December 2005, will accelerate the retrieval of stolen funds, push banking centres to take action against money laundering, allow nations to pursue foreign companies and individuals that have committed corrupt acts on their soil, and prohibit bribery of foreign public officials. Low-income countries that embrace and implement the Convention will have a head start in the race for foreign investment and economic growth.
Wealth does not determine progress against corruption
Wealth is not a prerequisite for successful control of corruption. New long-term analysis of the CPI carried out by Prof. Dr. Johann Graf Lambsdorff shows that the perception of corruption has decreased significantly in lower-income countries such as Estonia, Colombia and Bulgaria over the past decade.
In the case of higher-income countries such as Canada and Ireland, however, there has been a marked increase in the perception of corruption over the past ten years, showing that even wealthy, high-scoring countries must work to maintain a climate of integrity.
Similarly, the responsibility in the fight against corruption does not fall solely on lower-income countries. Wealthier countries, apart from facing numerous corruption cases within their own borders, must share the burden by ensuring that their companies are not involved in corrupt practices abroad. Offenders must be prosecuted and debarred from public bidding. The opportunity for ensuring sustainable progress also lies in the hands of the World Trade Organization, which needs to actively promote transparency and anti-corruption in global trade.
The lessons are clear: risk factors such as government secrecy, inappropriate influence of elite groups and distorted political finance apply to both wealthy and poorer countries, and no rich country is immune to the scourge of corruption.
Transparency International urges the following actions:
By lower-income countries
* Increase resources and political will for anti-corruption efforts.
* Enable greater public access to information about budgets, revenue and expenditure.
By higher-income countries
* Combine increased aid with support for recipient-led reforms.
* Reduce tied aid, which limits local opportunities and ownership of aid programmes.
By all countries
* Promote strong coordination among governments, the private sector and civil society to increase efficiency and sustainability in anti-corruption and good governance efforts.
* Ratify, implement and monitor existing anti-corruption conventions in all countries to establish international norms. These include, the UN Convention against Corruption, the OECD Anti-bribery Convention, and the regional conventions of the African Union and the Organization of American States.
dat dat nu pas aan bod komt. we zijn al op pagina 4quote:Op dinsdag 18 oktober 2005 16:11 schreef zakjapannertje het volgende:
hoe corrupt zijn landen tov andere landen? Transparency International zocht het uit:
[..]
http://ww1.transparency.org/cpi/2005/2005.10.18.cpi.en.html
(helemaal beneden scrollen voor de ranglijst)
het blijft subjectief maar beter iets dan niets. Er zijn ook andere organisaties die het meten. Het gefet iig ene indicatie hoe het zit.quote:The TI Corruption Perceptions Index is a composite survey, reflecting the perceptions of business people and country analysts, both resident and non-resident. It draws on 16 different polls from 10 independent institutions. For a country to be included, it must feature in at least 3 polls.
quote:The Energy Statistics Division (ESD) of the IEA collects, processes and publishes data and information on energy production, trade, stocks, transformation, consumption, prices and taxes as well as on greenhouse gas emissions.
The geographical coverage of the IEA's statistics includes the 30 OECD Member countries and over 100 non-OECD countries world-wide.
http://www.dft.nl/nieuws/(...)eggen_het_beste.htmlquote:Linkse stemmers beleggen het beste
AMSTERDAM (ANP) - Stemmers op de SP zijn de succesvolste beleggers. Goede tweede zijn de mensen die op de PvdA stemmen.
De SP-stemmers behaalden over de afgelopen acht jaar een gemiddeld jaarrendement van 2,5 procent. PvdA’ers waren goed voor een rendement van 2,3 procent.
Dit blijkt uit het Beleggers Onderzoek 2005 van SNS Fundcoach onder 3495 personen. De SP-stemmers zijn weliswaar de beste, maar ze zijn tevens het minst sociaal. Ze nemen in de meeste gevallen beleggingsbeslissingen zonder die af te stemmen met hun partner. Ook hebben ze het minste beleggerservaring. De meest sociale beleggers zijn stemmers op de PvdA en VVD. Zij nemen beslissingen het vaakst na overleg met hun partner.
De slechtste beleggers zijn mensen die stemmen op ChristenUnie (min 0,3 procent rendement) en SGP (min 2,4 procent rendement). De SGP-stemmers hebben de meeste wijzigingen aangebracht in hun portefeuille, gevolgd door de stemmers op de ChristenUnie. Dit is volgens het onderzoek de reden dat het gemiddelde rendement zo laag was.
Het is opvallend dat de mensen met de slechtste rendementen de meeste tijd in beleggingen steken. Zo is de SGP’er gemiddeld 132 minuten per week bezig met zijn beleggingen. De SP- en CDA-stemmers besteden met gemiddeld 84 minuten de minste tijd aan hun beleggingen.
http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?KrantArtikelId=526995quote:De banenmotor draait op durfkapitaal
FRANKA ROLVINK
Werknemers zijn vaak bang voor de harde opsplitstactiek van durfkapitalisten. Dat is niet nodig. Ze zorgen juist voor banen.
AMSTERDAM - Ze vernietigen werk, splitsen elk bedrijf op dat ze overnemen, gedragen zich als barbaren en verkopen een bedrijf emotieloos zodra ze menen genoeg winst te kunnen maken. Zo luidt de kritiek op durfinvesteerders. De nieuwe Duitse vice-kanselier Franz Müntefering noemde hen zelfs een 'Heuschreckenschwarm' ofwel sprinkhanenplaag.
Haaks op deze gevoelens staat het onderzoek dat het Centrum voor Entrepreneurial and Financial Studies van de technische universiteit in München deed voor de European Private Equity and Venture Capital Association. Daaruit blijkt dat de bedrijven die in handen zijn van durfinvesteerders, vanaf het jaar 2000 tot en met 2004 zo'n één miljoen nieuwe banen wisten te scheppen.
Dit is een groei van gemiddeld 5,4% per jaar. Het is bovendien bijna acht keer meer dan het aantal banen dat Europese bedrijven creëerden die niet leefden onder het strakke beleid van durfinvesteerders.
Hiermee lijkt de verwachte Europese overnamegolf door durfkapitalisten goed nieuws voor Europese beleidsmakers. Werkgelegenheid is voor hen een grote zorg. Met name in Duitsland moet het aantal banen flink toenemen.
Van de niet-financieel gestuurde bedrijven kwam die groei nauwelijks, aldus de onderzoekers. Bij financiële instellingen als ABN Amro en Rabobank werden de afgelopen jaren vooral veel banen geschrapt. Bij de telecommers KPN , AT&T , MCI en BellSouth werd ook al flink gereorganiseerd en bedrijven als Opel, Unilever , Wolters Kluwer en Michelin moesten in de afgelopen jaren het vet van de botten snijden, voordat ze weer verder konden.
Duizenden werknemers verloren hun baan. Voor bedrijven van durf-investeerders lag dit anders. Vooral familiebedrijven, die door de 'barbaren' waren overgenomen, konden rekenen op een banengroei van 7% per jaar. Startende (lees: kleine) bedrijven boekten relatief de grootste vooruitgang.
In de IT- en transportgerelateerde industrieën lieten de bedrijven van durfinvesteerders hun beursgenoteerde evenknieën met 10% achter zich. Ook in de gezondheidssector, de biotechnologie, de bouw en de consumentgerelateerde sectoren was er winst voor het durfkapitaal. Alleen in de chemie en bij de dienstverleners deden beursgenoteerde bedrijven het beter.
Conclusie: de no-nonsenseaanpak van durfinvesteerders mag alom gevreesd zijn, maar voor aandeelhouders én werknemers pakt die prima uit. Wie snel en hard maatregelen treft, hoeft later geen gevoeliger acties te ondernemen.
Copyright (c) 2005 Het Financieele Dagblad
http://www2.rnw.nl/rnw/nl/news/zijlijn/#4674054quote:Zalm voor eerlijke katoen na weddenschap
De Nederlandsche Bank gaat een deel van de eurobiljetten drukken met eerlijk geproduceerde katoen. In eerste instantie wordt 5 tot 10 procent van de biljetten 'eerlijk' gedrukt; later wordt de hoeveelheid verdubbeld.
Die toezegging heeft minister Zalm van Financiën gedaan. Hij wil zich hard maken voor een eerlijke prijs voor katoen voor Afrikaanse boeren. 'De wereldmarkt voor katoen wordt verstoord door exportsubsidies. Het kan eerlijker en het moet eerlijker', zei Zalm.
De minister kwam met de belofte na een verloren weddenschap met de jongerenafdeling van de vakcentrale CNV. De organisatie verkocht de afgelopen maanden meer dan 12.000 symbolische eerlijke euro's voor het goede doel. Zalm dacht dat de jongeren dat niet zouden redden. De minister vindt het 'de mooiste verloren weddenschap tot nu toe'.
http://www.overheidsinfor(...)sp?artidt=Art_019505quote:'Den Haag verwaarloost Europa'
Regering en parlement verwaarlozen Europees beleid. Binnenlandse politici vergroten daarmee de kloof tussen de EU en de burger. Dat stelt de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in een nieuw, kritisch rapport naar aanleiding van het Nederlandse "nee" tegen de Europese grondwet.
Het adviesorgaan besloot na het referendum van 1 juni op eigen initiatief advies uit te brengen aan de regering. De speciaal voor dit doel opgerichte werkgroep sluit in haar analyse nauw aan bij de eerdere bevindingen van de Raad van State. Die trok in oktober al harde conclusies over het falen van nationale politici op het gebied van Europa.
Evenals de raad hekelt de AIV de gebrekkige belangstelling van Kamer en kabinet voor Europees beleid. 'De verwaarlozing door Nederlandse politici van de beslissende momenten waarop effectief invloed kan worden uitgeoefend, heeft serieuze gevolgen.' Zo leidt dit er volgens de raad toe dat ambtenaren ongehinderd overbodige regelgeving kunnen produceren.
Als die regelgeving dan ook nog wordt uitgelegd als 'Brusselse bemoeizucht', verzaken politici helemaal hun verantwoordelijkheid. Niet alleen gaan ze daarmee voorbij aan de invloed die ze zelf kunnen uitoefenen, ook wekt dit bij de burger de indruk dat niemand meer greep heeft op het besluitvormingsproces. 'Dit zet de burger op het verkeerde been', aldus het adviesorgaan.
Door het gebrek aan bemoeienis met Europa zou Den Haag voor een groot deel zelf verantwoordelijk zijn voor de veelbesproken "kloof" tussen de EU en de burger. Eigenlijk zijn er meerdere kloven, zo stelt het adviesorgaan, dat wijst op de afwezigheid van vertrouwen in zowel bestuurders als de Europese instellingen als zodanig.
Pikant is dat de kloof volgens de AIV ook duidelijk bleek uit de reactie van minister-president Balkenende op de referendumuitslag. 'Europa gaat de burger te snel, het is te veel en de Unie wordt te groot. Immers, zó had de burger gesproken', vat het rapport de officiële lezing samen. In werkelijkheid zou het veel ingewikkelder liggen. Zo klaagden veel mensen in onderzoeken ook over een gebrek aan kennis en informatie.
Wat betreft de aanbevelingen onderschrijft de AIV eveneens wat de Raad van State eerder te zeggen had. Zo moet de Kamer zich veel intensiever en in een eerder stadium bezighouden met het Nederlandse standpunt in Europese debatten. Bovendien zouden ministers het parlement systematischer moeten informeren over de standpunten die zij innemen.
Verder wil het adviesorgaan dat Nederlandse europarlementariërs vaker voor overleg naar Den Haag komen. Voor de extra parlementaire aandacht zouden de fracties meer menskracht moeten vrijmaken. Daarnaast stelt de AIV dat er maatregelen in samenspraak met andere lidstaten genomen kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is het openbaar maken van de vergaderingen van vakministers.
http://www2.rnw.nl/rnw/nl(...)ruptie?view=Standardquote:Veel Afrikaanse leiders zijn hun idealen vergeten
door correspondent Koert Lindijer, 6 december 2005
In veel landen in Afrika zijn regeringen uiterst corrupt. Vaak zijn het leiders die ooit met de beste bedoelingen aan de macht kwamen, bijvoorbeeld om dictatoriale regimes te verdrijven, maar inmiddels dezelfde machtsbelangen hebben als hun voorgangers.
Een korte wandeling door de Ethiopische hoofdstad toont de grote belangen die er op het spel staan. Een Ethiopische vriend leidde me onlangs in Addis Abeba rond: "Kijk, dat nieuwe hoge gebouw is van de echtgenote van premier Meles", wees hij me aan. "En dat daar is van aan de regeringspartij verbonden hoge partijleden. En dat superdure hotel en die fabriek, die zijn van de Saoedi-Arabische zakenpartner van de regering. En zie je die vrachtwagens, die behoren tot de vloot van Effort, een semi-staatsbedrijf van de partij."
Na veertien jaar bestuur heeft de partij van premier Meles Zenawi grote zakenbelangen. De macht opgeven is niet gemakkelijk.
Profiteren
Eerder dit jaar sprak ik in de Ugandese hoofdstad Kampala met een familielid van president Yoweri Museveni. "Zijn vrouwen, zijn kinderen, zijn kleinkinderen en neven, allemaal profiteerden ze van hem en willen ze die positie niet meer opgeven'', vertelde hij me. Museveni's broer Salim Saleh is een notoir corrupte zakenman. Museveni's zoon Muhoozi maakt een bliksemcarrière in het leger. En zijn vrouw Janet staat verkiesbaar bij de parlementsverkiezingen van volgend jaar.
Toen Museveni in 1986 aan de macht kwam, toonde hij zich aanvankelijk huiverachtig om president te worden: hij wilde een 'collectief leiderschap' van zijn guerrillastrijders. Volgens een medewerker uit die dagen heeft Museveni inmiddels een reusachtig ego gekregen. Twintig jaar geleden vuurde Museveni giftige pijlen af op de oude garde van Afrika, op de stelende Moi van Kenia en Mobutu in Zaïre. "De corruptie in Uganda valt nu te vergelijken met die in Kenia in de nadagen van Moi'', zei de medewerker. "Tussen de staatskas en de huishoudpot van Museveni is geen verschil meer. Zijn boerderijen worden bewaakt door ambtenaren, zijn koeien gehoed door regeringsmilitairen.''
Verkeerde bevrijders
In Ethiopië was niet iedereen verrukt van de partij van premier Meles. Al drie dagen nadat Meles' guerrillastrijders in 1991 het gehate regime van de militair Mengistu Haile Mariam omver hadden gegooid, vond er in Addis Abeba een betoging plaats tegen het nieuwe regime. De inwoners van de hoofdstad voelden zich door de verkeerde bevrijders bevrijd. Meles reageerde daarop rustig maar arrogant: "De stadsbewoners begrijpen onze boerenbeweging nog niet, door een correcte politieke opvoeding zal het ze duidelijk worden".
"De nieuwe leiders", zo noemde de toenmalige Amerikaanse president Clinton de tot presidenten geworden guerrillastrijders. Ze organiseerden hun economieën op basis van het beleid van het Internationale Monetaire Fond, en omdat ze harde en bloedige dictaturen omver gooiden, beleden ze democratische waarden. Ze waren goed opgeleid, geen ophoog geklommen tirannieke dorpsleiders. Hun no-nonsense aanpak hoorde bij hun tijd: ze vervulden in hun chronische instabiele landen een historische en noodzakelijke rol.
Waanidee
Leiders als Meles, Museveni en de Rwandese president Kagame zijn allen erudiet, zelfverzekerd en arrogant. Na lange tijd aan de macht zijn ze hun posities gaan ervaren als door God gegeven, alleen hún beleid is correct. Hun families en medewerkers wakkeren dat waanidee aan, want met het monopolie op de macht valt er veel geld te verdienen in Afrika. De cirkel is rond: zij die de dinosaurussen van het Afrikaanse politieke toneel verdreven, zijn nu zelf een obstakel geworden voor vooruitgang. De beste hoop is dat hun opvolgers op een andere wijze aan de macht zullen komen.
quote:Op zaterdag 2 juli 2005 11:32 schreef McCarthy het volgende:
Van de IMF siteThe Dynamic Implications of Foreign Aid and Its Variability Aid and Growth: What Does the Cross-Country Evidence Really Show? 'What undermines aid's impact on growth?'
http://www.standaard.be/Kanaal/Index.aspx?kanaalid=17&artikelId=G5EQ263Iquote:Belastingparadijzen kosten fiscus 212 miljard
Het bestaan van belastingparadijzen kost de wereldwijde overheden jaarlijks 212 miljard euro aan gederfde belastingopbrengsten.
Tot die conclusie komt een rapport van het Tax Justice Network. Dat is een internationale coalitie van fiscale deskundigen, die is voortgekomen uit de andersglobalistenbeweging. Het rapport wordt in België uitgegeven door het Financieel Actie Netwerk en het Réseau contre la Spéculation Financière.
Het rapport baseert zijn conclusie op gegevens van drie verschillende bronnen. Zowel de Bank voor Internationale Betalingen, Merrill Lynch als de Boston Consulting Group schatten het wereldwijde vermogen dat offshore geparkeerd is, op 9.000 tot 10.000 miljard dollar. Het Tax Justice Network telt daar nog 2.000 miljard bij voor materiële activa als vastgoed, vliegtuigen, en royaltyrechten. Als dat vermogen van 11.500 miljard dollar belegd wordt met een rendement van 7,5 procent, bedraagt de opbrengst ongeveer 850 miljoen dollar. De voorheffing in de offshore-centra zou ongeveer 7,5 procent bedragen, terwijl de gemiddelde marginale aanslagvoet voor een vermogend individu volgens Forbes 37,5 procent bedraagt. Het verschil is dus 30 procent, of 255 miljard dollar (212 miljard euro).
Dat bedrag is ongeveer anderhalf keer het bruto binnenlands product van Denemarken, en drie maal zoveel als nodig is om de Milleniumdoelstellingen te verwezenlijken. Die doelen, door de Verenigde Naties ontwikkeld, beogen onder meer de halvering van de wereldwijde armoede en toegankelijkheid tot het basisonderwijs voor alle kinderen.
In feite ligt het bedrag aan gederfde belastingen nog hoger. De studie gaat immers alleen uit van offshore belegde vermogens. Fiscale optimalisatie door multinationals is er niet in opgenomen. Illegale constructies evenmin.
In de studie worden 72 belastingparadijzen geïndentificeerd. Opmerkelijk is dat ook België op de lijst staat. Dat heeft veel te maken met het bestaan van coördinatiecentra in ons land, die multinationals de mogelijkheid bieden hun belastingaanslag te beperken. ,,Het bestaan van belastingparadijzen is zeer schadelijk, omdat het vrijwel uitsluitend de miljonairs en de multinationals zijn die ervan kunnen profiteren'', betoogt François Gobbe van het Tax Justice Network. Volgens hem is de gewone burger, maar ook de gewone kmo, het slachtoffer van de paradijzen. Zij moeten immers wel de volle pot aan de fiscus betalen. Ook hekelt Gobbe de internationale competitie op fiscaal vlak, die een race to the bottom in de hand werkt.
De Oeso is al jarenlang bezig met een kruistocht tegen belastingparadijzen, en heeft daarmee ook succes geboekt. Veel schadelijke praktijken, zoals de Belgische coördinatiecentra, zijn of worden afgeschaft. Van de offshore-paradijzen werken er 33 met de Oeso samen om hun regimes aan te passen. In het voortgangsrapport van 2004 staan nog vijf paradijzen op de zwarte lijst: Andorra, Liberia, Liechtenstein, de Marshall-eilanden en Monaco. Desondanks stelt het rapport van het Tax Justice Network vast dat het aantal paradijzen de afgelopen 25 jaar verdubbeld is. Het Network baseert zijn lijst van paradijzen op onderzoekswerk van de Britse academici John Christensen en Mark Hampton.
SP.A-kamerlid Dirk Van der Maelen, die een rapport over het onderwerp voorbereidt, betitelt de Oeso-inspanningen als ,,muizenstapjes'', en stelt vast dat er hoe langer hoe meer kritische geluiden komen over de toepassing van de Oeso-regels. ,,Vergeet niet dat ook België door de Oeso al op de vingers is getikt omdat ons land weigert het bankgeheim op te heffen''.
Van onze redacteur Ruben Mooijman
http://www.refdag.nl/arti(...)wereld+neemt+af.htmlquote:Gezinsplanning derde wereld neemt af
DEN HAAG - Sinds de Amerikanen in 2001 besloten geen ontwikkelingsgeld meer uit te geven aan abortusklinieken en de verspreiding van voorbehoedsmiddelen, zijn veel klinieken in de derde wereld noodgedwongen gesloten.
Dat schrijft minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking in antwoord op vragen van de SP. Er zijn volgens haar veel minder anticonceptiemiddelen beschikbaar gekomen, vooral voor mensen in verafgelegen gebieden.
Terwijl de vraag naar gezinsplanning toeneemt in de derde wereld, blijft het gebruik van anticonceptiemiddelen steken op 39 procent. Als gevolg daarvan gebeuren er naar schatting van de bewindsvrouw 300.000 abortussen extra per jaar.
De internationale organisatie voor gezinsplanning, IPPF, liep door het Amerikaanse beleid zo’n 41 miljoen dollar mis. In Kenia sloot de Family Planning Association vijf van haar veertien klinieken.
quote:The World Competitiveness Yearbook (WCY) is the world’s most renowned and comprehensive annual report on the competitiveness of nations, ranking and analyzing how a nation’s environment creates and sustains the competitiveness of enterprises.
Features 61 national and regional economies Overall ranking; rankings by population size; rankings by peer group and regional rankings Includes 312 different criteria, grouped into four Competitiveness Factors Hard data are taken from international and regional organizations and private institutes Survey data are drawn from the Executive Opinion Survey (4,055 respondents) Aggregates data over a 5-year period Ensures accuracy through collaboration with 58 Partner Institutes worldwide Published without interruption since 1989
quote:the WORLD competitiveness SCOREBOARD 2006
(2005 rankings are in brackets)
(1) USA 1
(2) HONG KONG 2
(3) SINGAPORE 3
(4) ICELAND 4
(7) DENMARK 5
(9) AUSTRALIA 6
(5) CANADA 7
(8) SWITZERLAND 8
(10) LUXEMBOURG 9
(6) FINLAND 10
(12) IRELAND 11
(15) NORWAY 12
(17) AUSTRIA 13
(14) SWEDEN 14
(13) NETHERLANDS 15
(18) BAVARIA 16
(21) JAPAN 17
(11) TAIWAN 18
(31) CHINA MAINLAND 19
(26) ESTONIA 20
(22) UNITED KINGDOM 21
(16) NEW ZEALAND 22
(28) MALAYSIA 23
(19) CHILE 24
(25) ISRAEL 25
(23) GERMANY 26
(24) BELGIUM 27
(33) ILE-DE-FRANCE 28
(39) INDIA 29
(35) SCOTLAND 30
(36) CZECH REPUBLIC 31
(27) THAILAND 32
(20) ZHEJIANG 33
(32) CATALONIA 34
(30) FRANCE 35
(38) SPAIN 36
(42) MAHARASHTRA 37
(29) KOREA 38
(40) SLOVAK REPUBLIC 39
(47) COLOMBIA 40
(37) HUNGARY 41
(50) GREECE 42
(45) PORTUGAL 43
(46) SOUTH AFRICA 44
(52) SLOVENIA 45
(44) JORDAN 46
BULGARIA 47
(43) SAO PAULO 48
(49) PHILIPPINES 49
(41) LOMBARDY 50
(48) TURKEY 51
(51) BRAZIL 52
(56) MEXICO 53
(54) RUSSIA 54
(58) ARGENTINA 55
(53) ITALY 56
(55) ROMANIA 57
(57) POLAND 58
CROATIA 59
(59) INDONESIA 60
(60) VENEZUELA 61
bron: http://www.forbes.com/business/global/2006/0522/032.htmlquote:Companies, People, Ideas
Tax Misery & Reform Index
Jack Anderson, 05.22.06
Asia continues to look attractive in our annual ranking of tax burden. And even China's bum score may be deceiving.
Our 2006 Tax Misery & Reform Index offers a global view of the top marginal rates of taxation--the ones that typically most affect a successful entrepreneur. The news is good as the rates generally continue to decrease around the world.
The Misery scores--a sum of six tax rates--are lower in 16 of the locations this year, with France decreasing the most (although still in the top position). There was no change in 28 locations, and only 8 increased Tax Misery (7 of them just slightly). Overall, the original European Union-15 and China have the highest levels of Tax Misery--China because of its extraordinary social security and pension rates. The lowest levels generally continue to be in the rest of Asia, the Middle East, Russia and the U.S. (Keep in mind that countries at the bottom of our chart are the most tax-friendly to entrepreneurs and wage earners, while those at the top are the harshest.)
China's "miserable" score comes with a big qualifier. Social taxes tend to have income caps that spare the highest earners, and special tax holidays for foreign investors and expatriates keep the "effective" rate of taxation (as opposed to the top "marginal" rate) closer to the other Asian countries. But a specific measurement of net take-home pay (after income and social taxes) for a top executive reveals that only one other Asian country, Japan, leaves the executive with less than China does. And the Chinese taxman's work is never done: A new levy on the 45 billion pairs of disposable wooden chopsticks used annually will push conservation as well as increase revenues.
Almost half of the countries on the bright side of global taxation are Asian, including Hong Kong and Taiwan. Singapore continues to lower levies, and Korea codified its new low 17% flat tax (but only for expatriates), which is less than half the top 39% local rate in the Misery Index. India remains at the low end, despite this year's five-point upturn. Japan, although reducing its Misery score, has been hardening its tax treatment of expatriates and remains, with China, the tax worry of the Asian region. Indeed, Japan is not likely to be improving its score in the short run, if expectations of higher consumption taxes to close a massive budget deficit prove out. The nation oughtn't take current glimmers of economic growth for granted.
Not surprisingly, eight of the top ten countries on our list are European. France, though still at the top of the Misery Index, also showed the most reform this year (with a reduction of eight points) by reducing taxes under besieged Prime Minister Dominique de Villepin. A top individual progressive tax rate of 40% is down from 48%. A high earner is now charged this on his incremental salary and investment income, as well as an 11% flat tax on all pay.
Germany, despite a record of reform since 2000, went substantially in the other direction this year. The reforms that were anticipated under former chancellor Gerhard Schröder were not realized. Instead, taxes were increased in 2006 by the new coalition government of Chancellor Angela Merkel. (Our index records planned tax moves, ahead of their full enactment--so we must adjust when implementation falls short.)
We show Germany from the perspective of Berlin--where state and local taxes are a significant factor. (Same in the U.S.--note the difference between New York and Texas.) A top-earning Berlin entrepreneur is now looking at 14 additional points of Misery.
As with China, you have to consider special provisions for multinationals and expatriates. Here France has also been making concessions, but elsewhere in Europe this flexibility is being limited. This only makes seemingly high-tax China, which gives the foreign direct investor a ten-year tax holiday, more of a magnet for international capital.
Jack Anderson is an international tax attorney in the U.S. and EU, and a member of the French bar, the U.S. Tax Court and the California and New York bars. He is also a CPA, M.B.A. and partner in an international law firm in Paris. E-mail: jack.anderson@wanadoo.fr
bron: http://www.forbes.com/business/global/2006/0522/032a.htmlquote:Overall Tax Burden and Government Spending
Jack Anderson, 05.22.06, 12:00 AM ET
After examining the Forbes Global Misery and Reforn Index, you now can look at all taxes at all levels of national and local government and total government spending, The Overall Tax Burden and Government Spending Table (click here to download PDF) , which measures total tax burden in OECD countries as a percentage of gross domestic product, (“GDP”). This table uses the most recent official numbers available which are for 2004 and thus there is a time lag, but this gives us a good picture of what is happening. This Table is done to make sure that a reduction in the top marginal rate shown in the Misery & Reform Index is not lost through a change in the tax base, deductions or the progressiveness of rates or in the creation of new or hidden taxes at national, regional or local levels. This Table generally follows the Misery & Reform Index ranking with six of the top ten OECD countries in the Misery and Reform Index are also at the top of the Overall Tax Burden and Government Spending Table.
More specifically, this Table shows as does the Index that globally the tax bite dropped slightly from the prior year, with sixteen countries reducing total burden, six remaining constant and eight increasing tax burden. Despite this reduced overall taxation burden , it continues to remain in all of the countries above the levels of taxation of 1965 and only nine countries have decreased total taxation since1980 as a percentage of GDP. Of course, in absolute amounts, the government coffers have grown with their economies to historically unprecedented colossal amounts. The only surprise is there are not more dramatic tax revolutions as there have been historically. The confusing statements about the falling power and shrinking size of governments and the rising power of global corporations, at least in terms of what governments consume in taxes from the GDP of the country’s entrepreneurs and in absolute terms, is misplaced. Specifically, the nine exceptional countries, almost half now released from the burden of communism, that have decreased the amount of taxes in terms of the percentage of the GDP consumed by their government since 1980 are as follows: Belgium, Czech Republic, Hungary, Ireland, Japan, Netherlands, Poland, Slovakia and USA.
We also again include the Overall Government Spending results by each of the governments. Many governments are continuing the trend to reduce taxes, but the harder task of reducing spending is still to be accomplished. Only one-half of the countries reduced spending from the prior year. The solution to deficits is not to reverse the trend in tax reform, at least for those on the top of the Table and Index, but to control spending growth while the economic growth increase the absolute amount of tax revenue.
Comparing the Overall Tax Burden to the Overall Government Spending shows that all countries are spending more than they are taxing. This overall trend is not just a Keynesian cyclical exception. This difference in burden and spending is only partially covered by the increasing “budget deficit”. This difference is also partially covered by additional “revenues” that governments do not consider to be “taxes” including user fees and service charges, “profits” from government owned companies and monopolies and the sale of state assets, such as privatizations of state owned companies or sale of its real estate or its gold reserves. Thus the Overall Tax Burden is understated and hidden from taxpayers, but not from Forbes readers. Also note that the budget deficit that is covered by government borrowings require future taxes to repay the debt and currently service the interest payments (now among the top two or three expenditures of too many governments and these increased government borrowings also indirectly increase the interest rate paid the entrepreneur as an additional “tax”). The reality is the appearance of progress in tax burden in the analysis is partly masked and false due to government misreporting.
While the Misery & Reform Index charts the marginal tax cost on a growing business and its top executive, it is also important to look at the total taxes imposed by a country at all levels, national and local, as compared to its GDP to measure the overall burden.
Importantly, we also look in this table at Overall Government Spending at all levels of government, which in all cases is greater than the Overall Tax Burden. The resulting deficits are covered by debt, hidden taxes, profits from state owned monopolies and the privatization and sale of government assets. This allows the reader to be aware of the broader base of current and future total taxation issues. This is the latest official data from the OECD and is for 2004. It takes governments a year to count their colossal tax revenues and expenditures.
http://www.fd.nl/ShowKrantArtikel.asp?KrantArtikelId=542321quote:Kassen gebruiken geen aardgas meer in 2020
KAREL BECKMAN
BEMMEL - De glastuinbouw streeft ernaar om in 2020 geen fossiele brandstoffen (gas en olie) meer te gebruiken. Alle nieuw te bouwen kassen moeten dan 'energieneutraal' zijn.
Dit kondigde Frans Hoogervorst, voorzitter van de ondernemersorganisatie Glaskracht, woensdag aan bij de opening van 's werelds eerste 'energieproducerende' kas. De experimentele kas van kwekerij Stef Huisman in het Gelderse Bemmel produceert meer energie dan hij gebruikt. Dit is mogelijk doordat overtollige warmte in de zomer ondergronds wordt opgeslagen en in de winter wordt opgepompt om de kas te verwarmen. Netto moet de kas zelfs warmte overhouden.
Hoogervorst verwacht dat glastuinders de komende jaren massaal zullen overstappen op soortgelijke 'gesloten' kassen. Volgens Hoogervorst kan de glastuinbouw alleen voortbestaan als de afhankelijkheid van aardgas sterk wordt teruggedrongen. De sector, die direct en indirect werk biedt aan honderdduizend mensen, gebruikt ongeveer 4 mrd m3 aardgas per jaar, 10% van het binnenlandse verbruik. De gasprijs is in twee jaar tijd verdubbeld naar euro 0,22 per m3. Het Landbouw Economisch Instituut (LEI) heeft becijferd dat bij de huidige gasprijzen het gemiddelde tuindersbedrijf verlies lijdt.
Het Productschap Tuinbouw verwacht dat de sector de komende drie jaar euro 800 mln zal investeren in energiemaatregelen, zoals gesloten kassen. Daarbovenop vraagt de sector van de regering eenmalig euro 210 mln subsidie voor energieprojecten. Dat is volgens het productschap evenveel als de overheid in één jaar extra aan aardgasbaten incasseert van de glastuinbouw dankzij de verdubbeling van de gasprijzen.
Het kabinet neemt binnenkort een beslissing over het plan, dat wordt gesteund door VVD, PvdA en CDA in de Tweede Kamer.
Copyright (c) 2006 Het Financieele Dagblad
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |