Ik vind het leven en de dood filosofisch gezien wel een beetje griezelig. Je leeft een aantal jaar, die voor jou alles betekenen, maar die voor de mensheid als geheel of zeker voor het miljarden jaren oude universum helemaal niets voorstellen. Ons mensenleven (van 80 jaar) verhoudt zich tot de totale bestaanstijd van het universum als ongeveer 14 seconden tot een heel mensenleven. Daarin ben je totaal geobsedeerd door jezelf, sterker nog, je kunt niks overzien vanuit een ander perspectief dan dat van jezelf, want daar ben je als mens in feite toe veroordeeld. Zelfs de dood kun je niet overzien dan vanuit dat perspectief. Je kunt je dus in feite ook helemaal niet voorstellen hoe het is om er niet meer te zijn, want telkens als je dat probeert voor te stellen, doe je dat vanuit jezelf, alsof je er nog steeds bent, alsof je naar je eigen dood of begrafenis kijkt.
Ik vind het idee van het "niets" dus wel enigszins beangstigend. En het beangstigt me ook wel hoe betekenisloos het leven is en hoe snel het weg kan zijn, hoe kwetsbaar het eigenlijk is, en hoeveel belang we er desondanks aan toekennen.
Of ik dan bang ben voor de dood ... uiteindelijk kun je er niet echt bang voor zijn, want je kunt het je A niet voorstellen en B als de dood er is, ben jij er niet, en omgekeerd.
Ik vind het leven op zich ook wel waardeloos en uitzichtsloos genoeg om het dan maar te accepteren. Er zijn ook weinig dingen meer waarvan ik denk: die wil ik echt nog doen voordat ik doodga. Als het nu eindigt, is het ook allemaal niet zo erg. Ik heb gewerkt, geneukt, gehuild, gelachen, gereisd, ben blij geweest, depri, heb liefdesverdriet gehad, ben vreemdgegaan, heb lekker gegeten en ook ontzettend smerig gegeten, heb auto, fiets, motor gereden, ben op bergen en in de zee geweest, vreemde talen geleerd, mensen uit bijna alle landen van de wereld ontmoet ... tsja wat wil ik nu nog meer? En uiteindelijk was het toch allemaal ontzettend nutteloos.
The problem with socialism is that you eventually run out of other people's money