abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_218321014
Etappe 19: Albertville - La Plagne, 129,9 95 km

Waar heb ik nu weer naar zitten kijken? Nou, in eerste instantie naar een processie richting de tussensprint. Die volgde vroeg op de dag, na een lange strook vals plat. Dat vals plat was niet voldoende om Milan in de problemen te brengen, hij pakte de volle buit bij de tussensprint. Het groen is nu wel binnen, als hij iedere dag de finish op tijd haalt. Na de tussensprint kon de koers pas echt beginnen, Lidl-Trek had tot dat moment gecontroleerd en daarna mocht de rest van het peloton ten strijde trekken. We zagen een heleboel renners in de aanval gaan, Visma probeerde weer eens een paar mannen vooruit te sturen en dit lukte matig. Wout was mee, maar hij moest op de Glandon al snel lossen. Jorgenson was ook mee, hij hield het langer vol. Ineens schoof ook Primoz Roglic mee, de Sloveen van Red Bull zat ineens in de kopgroep en dat was toch best verrassend te noemen. Hij koerste een keer aanvallend, dat was natuurlijk een prima zet. Het pakte uiteindelijk heel slecht uit, maar dat weet je op voorhand niet. Op de Glandon waren we getuige van Lenny Martinez die tot drie keer toe aan de auto hing, daarna won hij doodleuk het bergsprintje. Schaamteloos, volstrekt schaamteloos. Hij kreeg achteraf een vrij minimale straf, daar hadden ze meer mee kunnen doen. Na de Glandon daalden we af richting de Madeleine, op die Madeleine besloot Visma alles of niets te gaan spelen. De hele ploeg werd op kop gezet, een voor een werden alle knechten opgerookt. Vooral de matige beurt van Wout viel op, hij moest al snel lossen uit de kopgroep en toen hij op de Madeleine zijn werk ging doen bleek dat werk heel snel klaar te zijn. De rest deed het beter, Benoot en Campenaerts kwamen al beter vooruit. Simon Yates deed ook een duit in het zakje, waarna vooral Sepp Kuss echt gas begon te geven. Dit leverde op een bepaald moment de vreemde situatie op dat we nog maar naar een stuk of tien renners keken. Drie van Visma, drie van UAE en dan nog vier andere renners. We keken naar een koers van twee ploegen, met een hoop figuranten. Na de versnelling van Kuss hielden we zelfs maar vier renners over, even later moest Lipowitz lossen en toen waren ze nog maar met drie. Kuss, Vingegaard en Pogacar. En dat op dik 70 kilometer van het eind. Op dat moment leek het echt een rit voor de eeuwigheid te gaan worden. Na het werk van Kuss ging Vingegaard in de aanval en hij reed zo naar de kopgroep toe, waar Jorgenson nog aanwezig was. Jorgenson mocht op kop rijden tot de top en hij nam ook de afdaling voor zijn rekening. In de afdaling namen hij en Vingegaard risico's, aldus Pogacar. De leider hield afstand en liet die twee hun ding doen, niet zonder daar later nog uitgebreid over te klagen in de media. De immer sympathieke Pogacar is deze Tour wel heel erg over alles aan het zeuren, volgens mij begint hij een beetje in zichzelf te geloven.

Tot dat moment was het een geweldige koers. Roglic vroeg in de aanval, UAE en Visma allebei met een bruggenhoofd, daarna Visma dat vol gaat op de Madeleine en op 70 kilometer van de finish keek je eigenlijk al naar een duel tussen Vingegaard en Pogacar. Het was een epische etappe, maar het werd uiteindelijk toch een enorm suffe rit. De kopgroep met daarin Roglic werd tot de orde geroepen en met een klein groepje kwamen we uiteindelijk beneden in de vallei. Daar viel het heel erg op dat men Lipowitz alleen liet zwemmen, de nummer drie van het klassement reed tussen de groep Pogacar en de groep Onley in. Roglic zakte niet uit, nee, Primoz was mooi met zijn eigen klassement bezig. Op zich is dat wel een redelijke fout, een grotere fout is misschien nog wel dat ze bij Bora besloten dat Lipowitz best dat hele stuk alleen kon afwerken. Waarom niet terug laten zakken naar Onley om daar op het wiel te rijden en zo de derde plek te verdedigen? In de vallei zagen we dat het vooraan stil begon te vallen, Jorgenson had geen zin om het hele stuk in de vallei op kop te rijden. Daar snapte ik eerlijk gezegd ook weinig van, het idee is blijkbaar dat je het Pogacar moeilijk kunt maken als hij een zware dag heeft gehad, dan had je Jorgenson gewoon zo hard mogelijk op kop moeten laten rijden en daarna meteen je aanval moeten plaatsen op de Loze, Pogacar geen moment van rust gunnen. Maar nee, Jorgenson reed niet op kop, hij liet dat uitgebreid aan iedereen weten en dat was het moment voor een deel van de kopgroep om aan te vallen. Het was een gemengde kopgroep, met daarin de beste renners van het peloton, maar ook een aantal gelukkige vluchters. Een van die vluchters was Ben O'Connor, hij zag zodra het stilviel meteen het moment om te demarreren en hij ging er vol voor. Einer Rubio ging mee, de rest was niet aan het opletten. Jorgenson sprong dan zelf maar mee, terwijl iemand als Gall drukker bezig was met het scoren van een bidon. Gall ging later dan wel nog een paar keer in de aanval, maar dat was veel en veel te laat. Ook Lipowitz maakte een pijnlijke fout, alweer. Hij wachtte tot de voorsprong van de koplopers dertig seconden bedroeg en toen ging hij er in z'n eentje achteraan. Die jongen koerst nog niet zo lang en dat zie je op dit soort momenten. Hij kwam in de chasse patate terecht en daar blies hij zichzelf dusdanig op dat hij bijna van het podium kukelde. Hij had een mooie voorgift, maar nu niet meer. Alles ging fout bij Bora, iedere verkeerde keuze werd vol overtuiging genomen. Roglic reed niet in de vallei, dat had hij wel kunnen doen. Lipowitz hield niet in toen hij zag dat hij niet bij de kopgroep ging komen, had hij ook kunnen doen. In plaats daarva reed hij zichzelf echt kapot, Onley was dan weer de lachende derde. De Schot werd keihard gelost op de Madeleine, maar in de afdaling en in de vallei keurde hij met hulp aan een paar ploeggenoten terug. Ze knalden meteen over de groep Vingegaard heen en ze begonnen te knabbelen aan de voorsprong van O'Connor en Rubio. Dat duo had ondertussen drie minuten cadeau gekregen, simpelweg omdat er niemand zin had om te rijden. Visma stuurde Jorgenson vooruit, waarna Vingegaard een paar keer reageerde op een aanval van Gall, verder werd ogenschijnlijk de keuze genomen dat het peloton moest terugkeren. De groep Onley sloot aaan, met in die groep ook een paar knechten van UAE en Visma. Terug bij af, al dat gedoe op de Madeleine voor niets. We begonnen vervolgens aan de matige kant van de Loze en we weten nu waarom dit de matige kant is. Niet lastig genoeg, teveel makkelijke kilometers. Al hangt veel ook af van e koersinstelling van de renners, op de Madeleine was het nog feest en op de Loze werd het ineens een rouwstoet. Yates en Yates reden op kop, net als wat andere knechten, maar niemand plaatste een versnelling. Pogacar vond het wel goed zo kennelijk, Vingegaard ook. Het lossen van Jorgenson vooraan veranderde daar ook niets aan. De Amerikaan reed uiteindelijk weer een slechte rit, vooral als je zag hoe kansloos hij werd gelost door Rubio en O'Connor en hoe weinig hij daarna nog in het peloton kon doen.

Vooraan ging ondertussen O'Connor in de aanval, hij liet Rubio achter. De slotklim was heel lang, maar de kilometers telden op zich redelijk makkelijk af. Vooral omdat ik hier aan het doorspoele was geslagen, er gebeurde letterlijk niets. Er gebeurde helemaal niets. Koers op 70 kilometer van het eind, geen koers in de laatste kilometers. Het was een heel vreemd schouwspel, het werd ook best een frustrerend schouwspel.




Deze aangepaste rit gaat van start in Albertville, een plaats waar we tegenwoordig bijna jaarlijks passeren. Het is de achtste keer dat we hier zijn, de zevende keer sinds 2012. De zesde keer sinds ik stukjes tik, dus is het wat mij betreft ook wel tijd voor een tik op de vingers van de organisatie. Pleur ondertussen maar even een paar jaar op met je Albertville, riep ik ze op in 2021. Toen keerden we het jaar daarna meteen terug, nu zit er dan zowaar een periode van drie jaar tussen. Volgens Prudhomme keren we vaak terug naar Albertville vanwege de goede infrastructuur en de warme atmosfeer, de man is nogal een gewoontedier en als hij ergens in een stad een keer met alle egards is ontvangen keert hij graag terug. Het helpt vaak ook als de lokale burgemeester fan is van de koers, dat moet hier toch ook haast het geval zijn. In 2022 waren we voor het laatst in Albertville, toen reden we naar de Col du Granon, een klim die na een eeuwenlange afwezigheid terugkeerde in koers en een klim die het eindpunt vormde van een fantastische rit. Het was de dag dat Pogacar door een onophoudelijke stroom aan aanvallen van Roglic en Vingegaard werd gesloopt op de Galibier, Roglic kreeg het daar met zijn laatste krachten voor elkaar om zijn jonge landgenoot keer op keer uit de tent te lokken. Door die veelvoud aan inspanningen van Pogacar, hij moest in z'n eentje op alles reageren, kwam hij zichzelf op de slotklim enorm tegen. Vingegaard haalde de sloophamer boven en deelde een genadeloze tik uit, hij legde op de Granon de basis voor zijn eerste eindzege in de Tour. Sindsdien reden we in 2023 tijdens de rit van Moûtiers naar Bourg-en-Bresse nog wel door de stad, maar op een nieuw vertrek was het zowaar even een paar jaar wachten. In 2021 ging er dan weer een rit van start in Albertville die zou eindigen in Valence, waar Cavendish de sprint zou winnen. Centraal in de Alpen van start gaan en eindigen met een massasprint, Thierry heeft tegenwoordig iets beter in de gaten dat dit gekkenwerk is. In 2019 ging er ook een rit van start in Albertville en toen was er net als nu het een en ander aan de hand. We zouden voor we in Albertville van start zouden gaan aankomen in Tignes, maar dat ging vanwege de modderstromen in de afdaling van de Iseran niet door. De volgende dag kon men wel van start gaan in Albertville, maar het parcours moest aangepast worden. De Cormet de Roselend was door modderstromen eveneens onbegaanbaar geworden, waardoor men ervoor koos om vanuit Albertville dwars door de vallei richting Val Thorens te fietsen. Het werd daardoor een rit van amper 60 kilometer, nogal pover voor een laatste bergrit. Na weer wat fantastische tactieken van Movistar wist Vincenzo Nibali zijn vlucht succesvol af te ronden in Val Thorens, terwijl Egan Bernal zijn eindzege wist veilig te stellen. Steven Kruijswijk wist zich dan weer op het podium te fietsen, het laatste hoogtepunt van zijn carrière. In totaal maken we nu al de derde aangepaste rit mee met een start in Albertville, ik stel voor dat we hier nooit meer komen. Brengt ongeluk. Albertville is overigens een plaats in de vallei van de rivieren L'Arly en de Isère. Er wonen ongeveer 20.000 mensen in dit wintersportoord in het departement Savoie. In Albertville werden in 1992 de winterspelen georganiseerd. Veel van de evenementen vonden plaats in de bergen in de omgeving, maar het Olympisch park en het Olympisch huis stonden wel in Albertville. De Tour komt best vaak voorbij Albertville, aangezien de plaats strategisch gezien best lekker tussen de bergen ligt. Desondanks kwam hier slechts één keer kwam een rit aan, in de fameuze Tour van 1998. De zestiende rit van de 'Tour de Dopage' die gewonnen werd door Jan Ullrich eindigde in de stad. De volgende dag zou men vanuit Albertville vertrekken richting Aix-les-Bains, maar dat kwam er niet helemaal van. Festina was inmiddels al uit de Tour gegooid en ook TVM lag nog steeds onder vuur. In Albertville viel de politie binnen in het hotel waar TVM verbleef en in het peloton vond men dat het ondertussen verdacht veel op een heksenjacht begon te lijken. Dus ging men staken. Ploegen als ONCE, Banesto en Riso Scotti gingen zelfs naar huis. In 33 kilometer tijd stopte men twee keer met fietsen en na die tweede staking reed men met een slakkengangetje richting de finish. In Albertville is er kortom altijd wat te doen. Na 1998 ontweek de Tourorganisatie de stad een tijd, maar in 2012 keerde de Tour terug naar deze stad. De elfde rit van die Tour bracht de renners van Albertville naar La Toussuire waar Pierre Rolland won. Daarna kwam de Tour in 2016 ook nog eens langs in Albertville. De 19e rit van die Tour begon hier en eindigde in Saint-Gervais Mont-Blanc, de winst ging naar Romain Bardet. Ook in 2018 ging er hier een rit van start, dat was de elfde rit van die Tour. Een aankomst boven op La Rosière, waar Geraint Thomas wist te winnen. Hij was Dumoulin en Froome de baas, veroverde de gele trui en zou die trui niet meer uit handen geven. Als je ooit, om wat voor reden dan ook, in Albertville bent, moet je eigenlijk naar Conflans. Dat is een middeleeuws dorpje gelegen op een heuvel aan de rand van de stad, hier staan wat kicken gebouwtjes. Maison Rouge enzo, zit ook een museum in. Oude poort, kasteeltje, nouja, dat soort werk. Merken de renners verder vrij weinig van, want we gaan midden in Albertville van start in het Parc Olympique Henry Dujol, tussen het Olympisch stadion en de Halle Olympique d'Albertville in. Leuk, maar dit kennen we inmiddels wel. Nog een reden om Albertville te ontwijken: Alex Baudin komt hier vandaan. De renner van EF, die in zijn tijd bij AG2R zo dom was om de pijnstiller tramadol te gebruiken. Hij kwam overigens nog goed weg, tramadol was door de UCI verboden, maar stond nog niet op de dopinglijst. Betrapt worden op het gebruik van de pijnstiller leverde daarom geen schorsing op, je verloor alleen je uitslagen in de koers waarin je betrapt werd. Er staat dus een streep door de 73e plaats van Baudin in de Giro van 2023, ach. Hij stond daarna even een paar maanden aan de kant, maar keerde een jaar later veel sterker terug met een 21e plaats in de Giro. Dit jaar maakte hij de overstap naar EF en namens die ploeg heeft hij al een paar keer opvallend in beeld gereden tijdens deze Tour. Jammer, ik mag hem niet. Zoals ik Albertville ook niet mag.




De avond voor de koers kwam de organisatie ineens met het volgende bericht:
quote:
Changes to Stage 19 - Albertville - La Plagne

The discovery of an outbreak of contagious nodular dermatitis affecting cattle in a herd located specifically in the Col des Saisies has necessitated the culling of the animals. In light of the distress experienced by the affected farmers and in order to preserve the smooth running of the race, it has been decided, in agreement with the relevant authorities, to modify the route of Stage 19 (Albertville–La Plagne) and to avoid the ascent to the col des Saisies.

🚩 The ceremonial start will take place as planned at the exit of Albertville. After a 7 km parade, riders will head towards the D925, where the official start will be given. The race will then rejoin the original route shortly before Beaufort (at km 52.4 on the original schedule).
Due to this change, which notably bypasses the Col des Saisies, the stage will now cover a total distance of 95 km instead of the originally planned 129,9 km.

🕝 As a result, the start in the neutral zone will be given at 2:30 p.m., one hour later than originally scheduled.
Wielrennen blijft een merkwaardige sport. Ik heb al ontzettend veel meegemaakt ondertussen, maar dat er een rit aangepast moet worden wegens de ontdekking van een 'besmettelijke nodulaire huidziekte' in een kudde runderen op een berg waar we zouden passeren moet toch wel zo'n beetje het toppunt zijn. We hebben vanuit Albertville een keer een rit moeten aanpassen vanwege een modderstroom, dat is dan nog iets waar je je wel wat bij kunt voorstellen. Maar dat we een rit aanpassen omdat er wegens een of andere ziekte een paar koeien geruimd zijn stond zeker niet op mijn bingokaart. De Col des Saisies wordt bij naam genoemd, daar zouden die dieren rondgelopen hebben (RIP aan de nabestaanden), maar in aanloop naar die Saisies zouden we ook nog over een andere klim rijden. Vanuit Albertville zouden we naar Ugine rijden, waar na negen kilometer al de tussensprint zou plaatsvinden, om vervolgens 11 kilometer aan 5% te klimmen naar de Côte d'Héry-sur-Ugine. Eindelijk een keer een bergrit met een lastig begin, eindelijk een keer geen eeuwigdurend stuk vals plat of helemaal plat in het begin. Een buitengewoon explosief begin na een superzware bergrit een dag eerder, daar keek ik wel naar uit. Zitten die verdomde boeren ons weer in de weg. No farmers no food zeggen ze dan, maar dus ook wel farmers geen Tour. De terreur stopt nooit. Omdat ze op de Col des Saisies blijkbaar in zak en as zitten slaan we die klim over, het is een buitengewoon bijzonder verhaal. Geen idee over hoeveel koeien het gaat of over hoeveel boeren het gaat, geen idee of ze daadwerkelijk langs de klim te vinden waren of juist een stuk verderop, alles is onduidelijk. Nogal onbevredigend om dan zomaar twee beklimmingen te schrappen. Nog veel onbevredigender om geen alternatief te vinden. Waarom niet de Col de la Forclaz Queige in het parcours opnemen? Had je vanuit Albertville op dezelfde manier kunnen beginnen om dan vrijwel meteen na de start in ieder geval nog een klimmetje mee te pakken. Nu rijden we vanuit Albertville de vallei in en blijven we in de vallei tot we Beaufort bereiken. In die vallei rijden we ook langs de voet van de Bisanne, maar die klim komt heel dicht in de buurt van de Saisies en het is dan wel weer enigszins logisch dat we daar niet aan beginnen. We werken dezelfde neutralisatie af in Albertville, maar daarna rijden we al snel een andere kant op. We gaan op weg naar de D925, om dan volledig door de vallei naar Beaufort te rijden. Buitengewoon jammer, een leuke rit wordt op deze manier toch lichtelijk onthoofd. Met 130 kilometer was deze rit al aan de korte kant, maar in combinatie met een zware bergrit met 5000 hoogtemeters een dag ervoor had het spektakel kunnen opleveren. Dat kan nu nog steeds, maar er is nu een langer stuk te overbruggen door de vallei voor we aan de eerste klim beginnen. In de eerste grofweg 17 kilometer van deze aangepaste etappe rijden we continu over dezelfde brede weg door de vallei. Een mooie weg, dat wel. Breed en goed asfalt, terwijl de natuur fantastisch is. Veel bossen, maar ook veel bergen in de verte. Daarnaast rijden we langs een mooi stroompje, Doron de Beaufort. Dit watertje komt soms in beeld, ziet er goed uit. De weg slingert een beetje en onderweg komen we in Queige (waar je beneden had kunnen komen na de Col de la Forclas Queige) een paar vluchtheuvels en rotondes tegen, maar verder is het ineens een buitengewoon makkelijke aanloop geworden. Weliswaar niet helemaal vlak, de weg in de vallei loopt richting Beaufort steeds een beetje omhoog. Voor we Beaufort bereiken komen we na een kilometer of 13 uit in Villard-sur-Doron en als we dit plaatsje bereiken zijn we een meter of 300 hoger uitgekomen dan in Albertville. De meeste van die hoogtemeters verzamelen we als we net zijn vertrokken, zodra de rit officieel is begonnen gaat het twee kilometer omhoog aan bijna 5%. Oké, toch nog een soort van explosieve start, maar daarna komen we alleen maar vals plat werk tegen. Na 13 kilometer komen we dus zonder veel verdere bijzonderheden uit in Villard-sur-Doron, waar de afdaling van de Col des Saisies had moeten eindigen. Hier hadden we beneden moeten komen om dan pas een paar kilometer door de vallei naar Beaufort te rijden. Nu bereiken we vanuit Villard-sur-Doron de vallei en vanaf dat moment rijden we verder op de manier zoals men het oorspronkelijk voor ogen had. Van Villard-sur-Doron rijden we vier kilometer nog steeds over een brede weg vrijwel volledig rechtdoor richting Beaufort, door een vallei die inmiddels wat breder is geworden. Veel bergweides, inmiddels. De weg tussen beide plaatsjes in loopt eventjes heel licht naar beneden, maar dat stelt verder weinig voor. Daarna is het eventjes zo goed als vlak, tot we na ongeveer 17 kilometer uitkomen in Beaufort. Hier zou de tussensprint kunnen zijn, of in Villard-sur-Doron, maar dat is op het moment van schrijven allemaal nog niet bekend. Lekker, man. Toen we voor het laatst door Beaufort reden, in de Tour van 2023, lag daar wel de tussensprint. Toen reden we via de normale route over de Cormet de Roselend op weg naar het altiport van Courchevel, nu pakken we dan weer de alternatieve route richting de Cormet de Roselend. We volgen dezelfde weg als in 2021 en 2018, we komen in Beaufort een aantal rotondes tegen en voorbij de tweede slaan we rechtsaf. We gaan daarna beginnen aan de Col du Pré. De vlakke aanloop valt nog mee, maar het oorspronkelijke parcours was alsnog een pak beter.



In het pittoreske Beaufort liggen dus enkele rotondes, zo'n beetje de eerste verkeersobstakels van de dag. Voorbij die twee rotondes slaan we rechtsaf en rijden we via een brug over het stroompje dat we in de eerste 17 kilometer steevast hebben gevolgd. Aan de andere kant van het water begint de weg meteen omhoog te lopen, we staan hier op het punt te beginnen aan de eerste zware klim van de dag, de Col du Pré. We rijden via een paar bochten door het toeristische Beaufort omhoog, terwijl de klim van buitencategorie is begonnen. De komende 12,6 kilometer gaat het aan 7,7% omhoog, ik weet niet of het daardoor terecht een klim van buitencategorie is. Hoe dan ook bijzonder lastig, hoewel het eerste deel van de klim nog redelijk meevalt. In de eerste kilometer gaat het aan 7% omhoog, waarna we in de haarspeldbochtjes buiten het dorp twee kilometer aan ongeveer 8% gaan klimmen. Daarna zwakt het af richting 5%, de kilometer daarna is het zelfs bijna zo goed als vlak. We rijden over een brede en rechte weg richting het dorpje Arêches, waar het tweede deel van de klim begint. Dit tweede deel van de klim is een stuk lastiger. Meteen in Arêches gaat het een kilometer omhoog aan 9,5%, met de nodige haarspeldbochten. Dat is sowieso wel het verhaal van de rest van de klim, heel veel haarspeldbochten. Ook hoge percentages, al komt er nu wel even een makkelijkere kilometer aan 7,5% aan. Daarna gaat het evenwel twee kilometer lang aan 9,5% omhoog. We bevinden ons dan op vier kilometer van de top en krijgen nog drie lastige kilometers voorgeschoteld. Eerst een kilometer aan 8,7%, dat lijkt ook lastig maar het valt best mee in vergelijking met de kilometers daarna. Twee kilometer met percentages boven de 10%. De voorlaatste kilometer van de klim stijgt het zelfs aan 11%. Richting de top zwakt het vervolgens af naar 4,5%. Na ongeveer 30 kilometer, op ongeveer 65 kilometer van de streep (het is wat giswerk zonder een officieel profiel), komen de renners boven op de Col du Pré, een klim die in 2018 debuteerde in de Tour. Het is een zijweg van de klim naar Cormet de Roselend, in feite. Een veel steilere zijweg, zoals nu wel blijkt. Warren Barguil kwam toen als eerste boven, dat lijkt nu een moeilijker verhaal te worden. In 2021 kwam de klim ook voorbij in de Dauphiné, in een rit die zou eindigen op dezelfde locatie als deze rit. Daarover later meer, natuurlijk. Tijdens de negende rit van de Tour van 2021 passeerden we ook op de Col du Pré, Nairo Quintana kwam toen als eerste boven. Ik herinner me van die rit vooral de armzalige poging van zowel Michael Woods als Wout Poels om punten te scoren met het oog op de bergtrui. Wout reed nota bene in de bollen, maar die trui was hij na deze rit meteen weer kwijt.




Na de top van de klim gaat het een aantal kilometer naar beneden, over een weg die dus niet al te breed is. Weggetje heeft ook wat bochten, een paar pittige haarspeldbochtjes zelfs. Toch een vrij listige afdaling daardoor, zeker als het gaat regenen, en die kans is groter dan nul. Wel is het redelijk overzichtelijk, dat scheelt dan weer. Na een kort stukje dalen wordt het uitzicht ineens adembenemend mooi. De klim zelf was al best fraai, maar nu wordt het pas echt genieten. In de verte zien de renners de bergen en het Lac de Roselend liggen. Het gaat goed en wel twee kilometer redelijk steil naar beneden, voor de renners langs het meer komen te rijden. Ze rijden over de stuwdam, wat toch ook wel weer een wonderlijke weg is. Op de dam is het een kilometer vlak, maar daarna loopt de weg een kilometer omhoog aan 3%, gevolgd door een vals platte kilometer aan minder dan 2%. Dit brengt ons naar de top van de Col du Méraillet, voor zover je van een col mag spreken. Eenmaal boven bevinden we ons nog steeds in de buurt van het meer en langs het meer gaat het nu een kilometer lang naar beneden, over een brede weg. Paar bochtjes, maar prima te doen. Als dit korte afdalinkje gedaan is loopt de weg direct weer omhoog. We gaan beginnen aan de Cormet de Roselend. Althans, een deel van Cormet de Roselend. Normaal gesproken beklim je dit ding vanuit Beaufort, deden we in de Tour van 2023 ook nog, maar tijdens deze rit doen we vanuit Beaufort de Col du Pré, waardoor we op een ander punt aansluiting vinden bij de klim naar de Cormet de Roselend. Vanuit Beaufort is dat ding 20 kilometer lang, de renners hoeven nu alleen de laatste zes af te haspelen. Door een schilderachtige omgeving gaat het een kilometer omhoog aan 6%, waarna het twee kilometer lang aan ongeveer 8% omhoog gaat. In de laatste kilometers richting de top wordt het aanzienlijk minder lastig. Steeds een procentje minder, van 6,5% naar 5,5% om af te sluiten met een laatste kilometer aan 4,3%. Na ongeveer 43 kilometer bereiken we de top van deze klim van de tweede categorie, na de enorm zware Col du Pré valt deze uitsmijter van zes kilometer aan ongeveer 6% dan vaak toch een beetje tegen. Cormet de Roselend komt de laatste jaren veel te vaak voor in de Tour, de laatste jaren is het echt schering en inslag. In 2023 reden we onderweg naar Courchevel, waar Felix Gall zou winnen op het vliegveld, onderweg vanuit Beaufort over deze klim. In 2021 reden we dan weer via de Col du Pré naar de top van de Cormet de Roselend. Bij die gelegenheid waren we onderweg naar Tignes, waar - toeval of niet - Ben O'Connor vanuit de vlucht zou winnen. Het was een goedmakertje voor Tignes, want in de Tour van 2019 zou die plaats de aankomst zijn van de etappe over de Iseran. We reden wel over de Iseran, maar door een modderstroom konden we niet naar beneden en dus eindigde de rit. Mag ook meegenomen worden in het lijstje van bizarre toestanden, al vind ik een omleiding vanwege een of andere huidziekte toch nog net wat brisanter. De dag na de rit naar Tignes zouden we naar Val Thorens gaan en onderweg naar Val Thorens zouden we ook over Cormet de Roselend rijden, maar op die klim was eveneens sprake geweest van een modderstroom en een deel van de weg was daardoor onbegaanbaar geworden. De beklimming werd geschrapt, het was dus puur toeval dat we in 2019 niet over deze weg reden. In de omliggende jaren kwam de klim dan wel weer voorbij, in 2018 reden we net als nu via de Col du Pré naar de top en in 2020 werd de klim een keer van de andere kant bedwongen, de kant waarlangs we nu gaan afdalen. In een verder verleden kwamen onder meer kleppers als Claudio Chiappucci, Alex Zülle en Alejandro Valverde ooit als eerste boven op deze klim. Of Michael Rasmussen in 2007, dat waren nog eens tijden. Totdat ze dat probleem vakkundig wisten op te lossen, wellicht dat Cassani Tadej Pogacar ook op een opmerkelijke plaats heeft gespot. Dat laatste zinnetje schreef ik dan weer in 2021, in 2025 sta ik hier nog steeds volledig achter.




Cormet de Roselend is een klim met een stevige Tourgeschiedenis, veel recente Tourgeschiedenis ook. In 2018 kwam Warren Barguil hier als eerste boven, nadat hij ook al als eerste boven was op de Col du Pré. In 2020 reden we van een andere kant omhoog en was Hirschi godbetert als eerste boven, hij piekte volledig tijdens deze coronatour. In 2021 reden we ook omhoog via de Pré en was Quintana net als op de Pré als eerste boven op de Roselend, door een overdosis tramadol voelde hij zijn benen niet. De voorlopig laatste passage dateert van 2023, toen reden we klassiek vanuit Beaufort omhoog en was Ciccone als eerste boven. De pas is overigens genoemd naar het voormalige dorpje Roselend, een dorpje dat in 1960 is opgeofferd om plaats te maken voor het stuwmeer dat we tijdens de klim zien passeren. Het kerkje uit het dorp is destijds afgebroken en als herinnering herbouwd aan de oever van het stuwmeer. Sneu voor dat dorpje, maar het levert wel mooie plaatjes op. Voor de derde keer een passage over de Col du Pré om daarna boven te komen op de Roselend, voor de zoveelste keer volgt daarna een levensgevaarlijke afdaling richting Bourg-Saint-Maurice. Na de klim begint een lange afdaling van een kleine 20 kilometer naar dit stadje. Een afdaling die in het verleden nog wel eens voor problemen heeft gezorgd. Zo reed Johan Bruyneel in 1996 tijdens de afdaling van de Roselend rechtdoor het skoekeloen in. Wonderbaarlijk genoeg zonder veel gevolgen, het zou natuurlijk wreed zijn om dat jammer te noemen, maar de man heeft daarna wel een spoor van vernieling achtergelaten in de sport. De afdaling begint nochtans makkelijk, het gaat eerst een kilometer rechtdoor naar beneden, daarna komen de bochten pas. In vijf kilometer tijd krijgen we te maken een aantal haarspeldbochten en andere bochtjes, maar dit stelt relatief weinig voor omdat de weg behoorlijk breed is en het terrein vrij kaal. Daardoor is alles overzichtelijk, net zoals het in de laatste kilometers van de klim enorm kaal en overzichtelijk zal zijn. Na dit stuk wordt de weg weer wat rechter en wordt het ook wat vlakker. Een tussenstuk van een kilometer of drie, waarna het echte werk gaat beginnen. Voorbij Crêt Bettex wordt de weg ineens een stuk smaller en gaat het veel steiler naar beneden. We komen nu uit bij het deel waar Johan Bruyneel nog wel eens wakker van zal schrikken. Vrij snel bereiken we zijn bocht en toegegeven, dat is ook best een lastige bocht. Daarna komen er nog wat lastige bochten, waaronder een aantal haarspeldbochten. De renners rijden inmiddels door een bos, waardoor het overzicht wat minder is. Ook het feit dat de weg dus een stuk smaller is helpt niet mee. In latere tijden zijn hier nog wel eens wat renners in het skoekeloen gesukkeld, David Arroyo en Michael Rogers onder meer. De vorige keer dat we over deze weg afdaalden reden we uiteindelijk over de Loze naar Courchevel en over de afdaling van de Loze was toen veel te doen. Iedereen sprak schande van die afdaling, terwijl niemand sprak over de afdaling van de Roselend. Deze afdaling is pas echt gevaarlijk, daarvoor is voldoende bewijs geleverd in het verleden. Het lastige stuk van de afdaling duurt zes kilometer, we hoeven niet vreemd op te kijken als er een nieuwe memorabele duik in het skoekeloen te noteren valt. Na het lastige deel dalen we nog een aantal kilometer verder richting Bourg-Saint-Maurice, maar dat stelt minder voor. We komen na ongeveer 62 kilometer uit in Bourg-Saint-Maurice, waar wat drempeltjes liggen. Vanuit Bourg-Saint-Maurice kun je aan allerlei beklimmingen beginnen. In 2018 reden we naar La Rosière, waar Geraint Thomas zou winnen. Je kan ook naar Les Arcs, of je blijft gewoon in Bourg-Saint-Maurice zelf, waar in de Tour van 2009 Mikel Astarloza een rit zou winnen. Die werd helaas afgepakt omdat hij stout was geweest, maar in onze harten is Astarloza nog steeds de man die ooit won in Bourg-Saint-Maurice. In de plaats waar in de Tour van 2018 nog een rit van start ging slaan de renners komen de renners een stuk of vier rotondes tegen, we rijden dwars door het centrum om vervolgens buiten de stad een tijd door de vallei te rijden op weg naar de slotklim, een belangrijke klim voor ONS.

Bekijk deze YouTube-video


Voorbij Bourg-Saint-Maurice een vlak stuk in de vallei van liefst 13 kilometer, dat is toch wel een behoorlijke domper op enige feestvreugde die na de Col du Pré ontstaan zou kunnen zijn. Weer ideaal terrein voor Visma om de koers eerst te dynamiteren en daarna alles weer stil te laten vallen. Perfecte bodem voor nog een tactische disasterclass, we zetten ons schrap. We gaan op weg naar Aime en na twee kilometer heel licht vals plat in Bourg-Saint-Maurice loopt de weg buiten de stad een kilometer of 11 vals plat omlaag. Het is een enorm brede weg, eentje die zo nu en dan een beetje bochtig is. Daar gaan de renners weinig van merken, het is een enorm makkelijk stuk van de rit. Een moment om even op adem te komen, om de schade op te meten na de beklimming en de afdaling van de Roselend. Een moment om een scheve situatie recht te zetten, want die kan zomaar zijn ontstaan. Onderweg naar Aime is er soms een mooi uitzicht, verder is het echt een saai stukje rit. Af en toe opletten voor wat vluchtheuvels, dat is het enige. De enorm brede weg gaat na 75 kilometer eindigen in Aime, waar de renners rechtsaf een wat smallere afslag nemen. Aan het eind van de afslag volgt er een bocht van 180 graden naar links en daarna rijden de renners via een brug over de Isère. Na een tocht door de vallei van de Isère fietsen we nu over de rivier, aan de andere kant van het water beginnen we bijna meteen aan de slotklim van deze buitengewoon korte etappe. We rijden tot nu toe nog steeds over dezelfde weg als in de Tour van 2023, toen we tijdens de 17e rit over de Roselend via de Col de la Loze naar Courchevel zouden rijden. Voor de Col de la Loze reden we ook nog over de Côte de Longefoy, een debuterende klim. Een klim die de eerste meters deelt met de slotklim van vandaag. We gaan terugkeren naar een klim die we sinds 2002 niet meer in de Tour hebben gezien. We waren toentertijd nochtans getuige van een bijzonder gedenkwaardige rit, zeker voor de liefhebbers van het vlaggetje. Buiten ons land heeft het ogenschijnlijk minder indruk gemaakt, want de klim verdween bijna 20 jaar uit koers. In 2023 reden we na de eerste meters van de slotklim rechtsaf een andere weg in, nu blijven we op de hoofdweg en die hoofdweg gaat ons naar La Plagne brengen. Een naam die voor ons Nederlanders klinkt als een klok, maar wat voor klim is het eigenlijk?



In de laatste 19,1 kilometer van de rit rijden de renners aan 7,2% gemiddeld omhoog naar La Plagne. De klim begint met een kilometer aan 7%, over een brede weg slingeren we al vrij stevig omhoog. We zijn op weg naar een skistation, uiteraard is de weg breed. Redelijk goed asfalt ook, maar als we in de tweede kilometer van de klim door het dorpje Mâcot rijden komen we wel wat obstakels tegen. Het gaat in het dorp aan 5% omhoog, maar ze hebben hier vooral de boel opgeleukt met een boel drempels en wegversmallingen. Buiten het dorp slaan we bij een rotonde rechtsaf en daarna rijden we een bos binnen waar we in korte tijd enorm veel haarspeldbochten gaan tegenkomen. Een stuk of 12 haarspeldbochten in de komende kilometers, terwijl er behoorlijk stevig geklommen moet worden. In de derde kilometer van de klim gaat het in het bos ineens aan 9% omhoog, een kilometer later gaat het aan 8% omhoog en als de haarspeldbochten elkaar in een nog hogere frequentie opvolgen gaat het zelfs een kilometer aan 10% omhoog. De brede weg wekt niet direct die indruk, maar het is hier in het bos echt lastig. Al dat bochtenwerk kan ook wel meehelpen om de boel wat meer op een lint te trekken en het wat sneller uit te dunnen, dit is nu al een betere klim dan de Col de la Loze via Courchevel. Na drie zeer zware kilometers volgt er echter wel weer een wat makkelijkere kilometer, de weg vlakt wat af en we gaan slechts aan 5% omhoog. Aan het eind van deze wat makkelijkere kilometer komen we wat meer in de bewoonde wereld terecht, we reden enkele kilometers door een fraai bos, maar nu verschijnen de chaletjes ruimschoots in beeld. De haarspeldbochten blijven dan weer een constante, ook als het in de komende twee kilometer aan 8,5% omhoog zal gaan. Tussen de chaletjes in komen we overigens nog steeds veel bomen tegen, maar soms is er ook een passage zonder veel beschutting en dan krijgen de renners weer een aardig uitzicht over de vallei aangeboden. Na een kilometer aan 8% gaat het in de buurt van het gehucht Priarond ineens een kilometer aan bijna 10% omhoog, door de snelweg omhoog ziet het er optisch niet zo uit, maar het gaat echt lastig genoeg zijn. Na deze zeer steile kilometer gaat het dan wel weer twee kilometer aan 6% omhoog, terwijl we nog steeds van haarspeldbocht naar haarspeldbocht hollen. De klim is behoorlijk onregelmatig, zeker als je bedenkt dat het een weg is naar een skistation. Dat zijn vaak van die keurig aangelegde wegen, hier hebben ze een paar keer de kortste weg naar boven genomen. Na deze twee kilometer aan 6% hebben we 12 kilometer geklommen, we hoeven hierna nog maar zeven kilometer af te leggen naar de finish. In het restant van deze rit blijft de klim onregelmatig, de weg blijft breed en het aantal wintersportoorden neemt steeds meer toe. Het begin van de berg is nog best vredig, verder richting de top heeft de commercie dan weer volledig toegeslagen. Jammer, verder is het een mooie berg. Veel bossen, met veel verschillende soorten begroeiing. Na de wat makkelijkere kilometers gaat het ineens weer aan 9% omhoog, deze klim weet niet wat ie wil. Er zitten wel genoeg lastige kilometers tussen voor de renners om het verschil te maken, dit hoeft zeer zeker geen snoozefest te worden. Na de zware kilometer aan 9% gaat het dan weer een kilometer aan 7,5% omhoog, in de volgende twee kilometer klimmen we dan weer aan 7% terwijl we Plagne 1800 bereiken. Hetzelfde verhaal als in Courchevel, de hele berg is volgebouwd met wintersportresorts, de naam slaat vaak op het aantal meters boven zeeniveau, en in het geval van La Plagne klopt dat ook nog. In Courchevel smokkelden ze een meter of 100, Plagne 1800 ligt daadwerkelijk op 1800 meter. We rijden verder een enorm brede weg door dit onooglijke oord heen, het voordeel is dan wel weer dat we in de verte uitzicht hebben op een paar fraaie rotsachtige bergtoppen. Plagne 1800 bereiken we op drie kilometer van de finish, via nog meer haarspeldbochten rijden we door dit oord heen. We slaan met 2,5 kilometer voor de boeg in dit plaatsje bij een rotonde rechtsaf, terwijl het in die kilometer aan 7,5% omhoog gaat. De laatste lastige kilometer van de klim, in de laatste tweee kilometer van de etappe gaat het niet meer zo steil omhoog. In de voorlaatste kilometer hoeft er zelfs maar aan 5% geklommen te worden, over een weg die nog steeds waanzinnig breed is rijden we Plagne Centre binnen. Hier komen we wat minder haarspeldbochten tegen, maar wel allerlei vluchtheuvels. Op anderhalve kilometer van de finish komen we ter hoogte van de lokale gymzaal, de Salle Deportes Pierre Leroux, nog een rotonde tegen. Hier gaat het naar links en daarna bereiken we een nieuwe weg. Nog steeds breed, heel breed. We komen heel wat wintersporttoestanden tegen, de renners rijden onder meer tegen een gigantisch appartementencomplex aan met de bescheiden naam Le France. Het ziet er niet uit, hier tijd doorbrengen moet toch gelijk staan aan de hel op aarde. We komen bij het hotel nog een haarspeldbocht tegen, waarna we de slotkilometer betreden. In deze slotkilometer gaat het aan 7% verder naar de finish, terwijl we in de laatste meters van de rit nog twee brede haarspeldbochten tegenkomen. In die bochten komen we nog piekjes tot 10% tegen, je kunt zelfs in de laatste meters nog het verschil proberen te maken. Via de brede haarspeldbochten bereiken we de laatste meters van de klim, we gaan nog een paar flauwe bochten nemen terwijl we passeren onder de kabelbaan. Die bochten aan het eind zijn door de brede weg dan weer niet zo boeiend, het ziet er ditmaal op papier erger uit dan in de realiteit. Na een flauwe kromming naar rechts op 100 meter van het eind eindigen we in La Plagne op een grote parkeerplaats, omgeven door lelijke chaletjes en leuke appartementen. Deze bizar korte rit van 95 kilometer eindigt met een beklimming van de buitencategorie, een lastige. Negentien kilometer aan dik 7% gemiddeld, de moeite. Een onregelmatige klim, al heb je weer verschillende bronnen met verschillende meningen. Ik geloof de kaartjes van de organisatie, maar ik geloof ook de AltimetriasGoden. Zij houden het wat meer stabiel op 8%, zonder kilometers vol uitschieters. Af en toe een piekje tot 10%, maar meer niet. Als we die bron geloven, en ik geloof de AltimetriasGoden altijd, is de klim juist wel redelijk redelmatig. Alsnog lastig, zeker na bijna drie weken koers. Lastig genoeg om gaten te laten ontstaan, alleen in de laatste 100 meter zal dat wel meevallen aangezien de weg afvlakt op de parkeerplaats. De precieze finishlocatie is Plagne Villages, in totaal zijn er in deze omgeving zeven Plagnes waarvan we er drie zien. Liefst 21 haarspeldbochten in totaal, jawadde!





La Plagne is een groot wintersportgebied in de Franse Alpen, meer bepaald in de Tarentaisevallei in het departement Savoie. Het wintersportgebied opende in 1961 en werd in 2003 verenigd met het naburige gebied Les Arcs onder de naam Paradiski, een van 's werelds grootste skigebieden. Beide domeinen zijn eigendom van Compagnie des Alpes. La Plagne is 's werelds meest bezochte skigebied, met zo'n 2,5 miljoen bezoekers per jaar. La Plagne was het geesteskind van Pierre Borrione, de burgemeester van Aime. In 1959 nam de gemeente de beslissing om een skioord op te richten en in 1960 ging Aime daarvoor de samenwerking aan met de gemeenten Bellentre, Longefoy en Macôt. Samen hoopten ze hiermee een antwoord te bieden op de sterk achteruitgaande land- en mijnbouw en de bevolkingsafname die daarmee gepaard ging. In verschillende fases werden de bergen buiten Aime volgebouwd met allerlei dorpjes, een aantal daarvan passeren we tijdens de slotklim. De site la-plagne.com geeft geweldige beschrijvingen van de Plagnes die we tijdens de klim passeren. Kijk bijvoorbeeld maar naar de omschrijving van Plagne 1800: Plagne 1800 was voorheen een dorp van zilverloodmijnbouw. De site is rustig en aangenaam met zijn residenties en chalets in bergstijl. Dit dorp zal aan jouw wensen van cocooning en gemoedsrust voldoen. Je zal er je thuis voelen, eenvoudigweg goed. Het aanbod van accomodatie is zeer gevariëerd, in residenties, hotel, chalet, UCPA… Het kliënteel is internationaal, veel dienstverleners drukken zich uit in de taal van Shakespeare. Van cocooning zal weinig sprake zijn voor de renners, ze mogen aan de bak. Veel kracht om de taal van Shakespeare te spreken zal er ook niet zijn. In de buurt van Plagne 1800 rijden ze tevens langs een bobbaan, Bobsleigh La Plagne Piste Olympique de la Plagne. In 1992 was dit de olympische bobbaan tijdens de winterspelen in Albertville, zo is de cirkel aan het eind van de rit toch weer rond. De baan zal gerenoveerd en opnieuw gebruikt worden voor de Olympische Winterspelen 2030, uiteraard kun je hier naast bobsleeën ook rodelen en aan het mensonterende skeleton doen. De enige bobsleebaan van Frankrijk die nog in gebruik is, staat in het roadbook. Direct langs de brede weg omhoog te vinden, het is voor de renners na de finish wellicht een makkelijke manier om weer beneden te komen. Van Plagne 1800, een dorpje met een meer traditioneel Savoyaards uiterlijk, rijden we naar Plagne Centre. Plagne Centre is een skidorp in het wintersportgebied La Plagne, deel van Paradiski. Paradiski - grootse naam - is dan weer een groot wintersportgebied dat bestaat uit Les Arcs/Peisey-Vallandry en La Plagne, gebieden die met elkaar verbonden zijn door een netwerk van skiliften en pistes. Er liggen ook gewoon wegen, je kunt met de fiets hier ook een aardig rondje op en af maken. De renners worden weer eens gematst, ze hadden ook omhoog naar Les Arcs kunnen gaan om af te dalen en dan nog naar La Plagne te gaan, maar goed. Plagne Centre bevindt zich tussen 1940 en 2020 meter boven zeeniveau op het grondgebied van de gemeente La Plagne Tarentaise in het departement Savoie. Plagne Centre opende in 1961 met 2 liften en 4 pistes als het eerste skidorp van het nieuwe skigebied La Plagne. In de jaren 60 tot 90 werden er rondom Plagne Centre verschillende andere dorpen ingeplant, waaronder Plagne Aime 2000 in het westen, Plagne Villages in het oosten en Plagne 1800 in het noorden. Plagne Centre fungeert als het commerciële centrum van het skigebied. Architecturaal wordt het dorp gekenmerkt door eenvoudige modernistische blokken en torens met gevels in hout. Dat klopt wel ja, inderdaad. Van Plagne Centre kun je nog alle kanten op, maar wij rijden naar Plagne Villages en daar zal de rit eindigen. Plagne Villages opende in 1972 als derde skidorp van La Plagne, na Plagne Centre en Plagne Aime 2000. Het dorp werd vormgegeven als een slingerend lint van appartementsgebouwen van vier hoog, in moderne interpretaties van de chaletstijl. Een nieuw type urbanisme, aldus la-plagne.com! Het langzame levensrythme en de ontspannen sfeer die heerst in Plagne Villages verklaren het succes bij gezinnen, volgens dezelfde site. Natuurliefhebbers moeten schijnbaar naar Dou du Praz, dat is het zonovergoten plateau dat net buiten Plagne Villages ligt. Het biedt een prachtig panorama, met zicht op de Tarentaisevallei en de Saint Jacques. De omgeving is bucolisch, voor onvergetelijke tochten, temidden van prachtige, bewaard gebleven ruimtes, met een overvloed aan dennenbomen en prachtige vergezichten. Wow, wat een prachtige propaganda. Wat vooral blijft hangen is dat dit alles relatief nieuw is, pas een jaar of 50/60 is er iets te doen op deze bergen. Dat verklaart ook waarom La Plagne pas in 1984 debuteerde in koers, de eerste aankomst bergop in dit skigebied werd gewonnen door Laurent Fignon. Drie jaar later keerde de Tour terug naar La Plagne en weer won Fignon, de kans is heel groot dat de tweevoudig Tourwinnaar voor altijd de recordhouder op La Plagne zal blijven. Sinds 1987 zijn we nog maar twee keer naar La Plagne getrokken, een skigebied dat ook populair is bij bepaalde ploegen. Alpecin-Deceuninck gaat hier graag op hoogtestage, een aantal renners van die ploeg hebben in aanloop naar de Tour ook weer lang in La Plagne gezeten. Van der Poel heeft hier ook al eens voorbereiding op de Tour afgewerkt, een rondje over bekende wegen zit er voor hem alleen niet in.



In 1995 eindigde de negende rit van de Tour de France in La Plagne, we vertrokken vanuit Le Grand Bornand en na een afwezigheid van acht jaar keerden we weer terug naar het toen nog behoorlijke verse skigebied. Een rit die vergelijkbaar had moeten zijn met deze rit, toen reden we ook over de Saisies en passeerden we langs de klim in Ugine, maarja, nu lijkt de rit uiteindelijk toch niet. De rit die in 1995 niet ingekort werd zou gewonnen worden door Alex Zülle, maar dat was verder niet het verhaal. Zülle won vanuit de vlucht en vanuit die vlucht hield hij knap stand, maar de beklimming van La Plagne van 1995 is vooral bekend geworden dankzij Miguel Indurain. Hij deed iets wat toen ongezien was, maar nu haast normaal. In de gele trui besloot hij zich op de klim op kop van de groep der favorieten te posteren. Hij besloot daarna al zittend zijn eigen tempo te rijden en één voor één haakte de tegenstand af. Niemand kon zijn tempo volgen, ze konden gaan staan op de pedalen wat ze wilden maar Big Mig stoomde gewoon vrolijk verder. De verschillen liepen enorm snel op, als een stroomtrein, als een pletwals, als een sneeuwkanon reed Indurain omhoog naar La Plagne. Voor de rustdag had hij het geel veroverd in de tijdrit, hij reed daar uiteraard weer eens iedereen naar huis. Dat was logisch, dat was voorspelbaar. Een Zülle verloor vier minuten, van die vier pakte hij er in La Plagne twee terug, maar het was toch vooral de dominante stijl van Indurain die opviel. Hij werd tweede, achter Zülle. De nummer drie, Pavel Tonkov, eindigde op vier minuten. Pantani op 4:30, Virenque op zes minuten en ga zo maar door. Indurain reed iedereen de vernieling in, het was opvallend dat hij dat zittend deed en het was opvallend dat de renners om beurten afhaakten. Een paar jongens deden nog even een poging om hem te volgen, maar de een na de ander kwam zichzelf enorm tegen. Iedereen had het lastig die dag, vraag dat ook maar aan de mannen van de Lotto. Die eindigden op La Plagne bijna allemaal buiten tijd, omdat ze als enigen clean reden natuurlijk! De prestatie van Indurain op La Plagne was natuurlijk een straffe stoot, hij imponeerde daadwerkelijk een keer bergop in de laatste Tour die hij zou winnen. Maar natuurlijk was het niet zo'n straffe stoot als het meesterwerkje dat we zagen tijdens de Tour van 2002. De voorlopig laatste keer dat de Tour eindigde in La Plagne, sindsdien kwam alleen de Dauphiné een keer terug, tot nu. In 2002 reden we tijdens de 16e etappe van Les Deux Alpes naar La Plagne, bijna direct na de start reden de renners over de Galibier en op de Galibier reed Michael Boogerd samen met een aantal andere renners weg. Na de Galibier daalde men af naar Valloire om nog even de Telegraphe mee te pakken, daarna werd er dan nog wat verder gedaald om vervolgens aan de Madeleine te beginnen, een klim die we gisteren ook nog zagen. Op de Madeleine ging Boogerd vanaf de voet zo'n beetje in de aanval, hij liet zijn vluchtgenoten achter en hij begon aan een lange solo. Het was nog een kilometer of 90 fietsen tot de finish, vooral in die jaren leek zoiets natuurlijk een onmogelijke opgaven. Tegenwoordig kijken we nergens meer van op, in die tijd was het nogal gewaagd. Boogerd beschikte alleen over wonderbenen die dag, hij liep de hele Madeleine lang uit op het peloton. Ook in de afdaling verloor hij geen tijd, waarna hij een eeuwigdurend stuk in de vallei moest overbruggen tot de voet van de slotklim naar La Plagne. Met een mooie voorgift begon hij aan de slotklim, maar het is een lange klim en zeker in die jaren was het goed mogelijk om heel snel heel veel minuten te verliezen. Ik herinner met die dag nog heel goed, ik herinner me vooral hoe zenuwslopend ik het vond. Uiteraard was ik in die tijd een vlaggetjesjongen die volledig achter Boogerd stond, ik hoopte dat hij zou winnen. In aanloop naar de slotklim liep hij alleen maar verder uit ten opzichte van de achtervolgende groep, met daarin iemand als Miguel Martinez. Juist, de vader van plakbidonman. De voorsprong op het peloton begon alleen wat terug te lopen, het was zo rond de voet van de klim een minuut of zeven. Tegenwoordig weet je dan dat een renner het wel gaat halen, maar het waren andere tijden. Zeker na zo'n ontzettend lange solo lag het enorm voor de hand dat hij in zou storten, dat hij plotseling heel snel heel veel tijd zou verliezen. Toen de voorsprong terugliep naar zes minuten ging Carlos Sastre ineens in de aanval, Boogerd moest toen nog tien kilometer afleggen tot de top van La Plagne. De situatie begon ineens heel penibel te worden, want Sastre maakte per kilometer een halve minuut goed. Boogerd had het zwaar, de inspanningen van de dag begonnen door te wegen. De kilometers werden steeds langer, de klim duurde in mijn beleving drie dagen. Helemaal penibel werd het toen Lance Armstrong in de aanval ging, hij ging achter Carlos Sastre aan en hij zou ook bij Sastre aansluiten. In de laatste kilometers zakte de voorsprong naar drie minuten, daarna ging het zelfs naar twee minuten. Als je de beelden nu terugkijkt ziet het er overigens minder spannend uit, toen ik in 2002 keek hield ik het niet van de spanning. Een absolute afkeer van Lance Armstrong werd mij met de paplepel ingegoten, ik vreesde enorm dat de Amerikaan Boogerd alsnog bij zou halen. Met angst en beven zaten we voor de televisie, terwijl Mart Smeets Mike continu bemoedigend aan het toespreken was. Natte wind Breukink zei bij het ingaan van de slotkilometer dan weer dat het goed was. Een kleine twee minuten voorsprong, dat kon hij niet meer verspelen. Maar toch, van bijna zeven minuten terug naar twee minuten, van harte ging het niet. Boogerd verloor gedurende de klim zijn ritme, maar aan het eind herpakte hij zich weer. Sastre kwam een tijdje heel snel dichterbij, maar in de laatste paar kilometer stabiliseerde het gat zich weer wat. Armstrong sloot aan bij Sastre maar besloot verder geen punt van de rit te maken, zodoende kon Michael Boogerd een loodzware bergrit met een aankomst bergop na een buitengewoon lange solo op zijn naam schrijven. Zijn passage aan de finish is natuurlijk ook legendarisch geworden, het kettinkje kreeg een kus, de tanden waar Nils Politt nog een puntje aan kan zuigen schitterden nog nooit zo prominent in beeld. Boogerd boekte een fabelachtige ritzege, en in het land was het feest. Bij mij, althans. Een magnifieke solo, en dan ook nog eens Armstrong af weten te houden. Hij kan er zelf natuurlijk veel beter over vertellen dan ik dat kan, zeker hij met zijn onovertroffen geheugen. De filmpjes en de interviews vliegen je langs alle kanten om de oren, de Tour de France keert voor het eerst in 23 jaar terug naar La Plagne en dus is dit het moment van Boogerd.

‘Er is een camper langs het parcours en daar trekt iemand een blikje Heineken open. Ik kan de druppels condens zien, hoor dat sissende geluid, tssssjjj, en denk alleen maar: ik wou dat ik daar stond. Er komt een jochie naast me rennen, een Nederlands ventje, en dat roept: ‘Doe het voor mij, doe het voor mij.’

pi_218321017
Laatste Nederlandse renner die zowel in de Pyreneeën en de Alpen won in één tour, Theunissen of Rooks :?
Op maandag voel ik me als Robinson Crusoë: Op zoek naar Vrijdag!
Het leven is als Lucille Werner: het kan raar lopen!
pi_218321018
Jaaaa Thymen _O_
Het beste adres voor al uw primeurs!
pi_218321020
Thymen held _O_
Op vrijdag 16 oktober 2020 11:18 schreef molloot200 het volgende: De ESF Playlist Hero :Y
Het ESF-playlist topic
pi_218321021
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 juli 2025 17:34 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]
Een kans op, in ieder geval.
Nee joh, Pogacar ging remmend in de finale. Had makkelijk nog kunnen winnen als hij wilde.
pi_218321022
Hij lijkt veel emotioneler dan vorige week
  vrijdag 25 juli 2025 @ 17:35:33 #7
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_218321024
Die eindsprint was Gesinkesque
  vrijdag 25 juli 2025 @ 17:35:34 #8
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_218321025
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 juli 2025 17:33 schreef capuchon_jongen het volgende:
Arensman heeft een cadeautje gekregen van Pogacar en Vingegaard. met een groot strik er rond :')
Klopt, maar hij heeft het wel netjes uitgepakt.
  vrijdag 25 juli 2025 @ 17:35:36 #9
489162 Pvt.Webster
101st Airborne Division
pi_218321026
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 juli 2025 17:33 schreef capuchon_jongen het volgende:
Arensman heeft een cadeautje gekregen van Pogacar en Vingegaard. met een groot strik er rond :')
Dat wel, volgens mij konden ze dat sprinten wel een paar honderd meter eerder doen als ze zouden willen. Pogi had er geen zin in.

Achja, mooie overwinning :D
"He was there to do his duty, and he did it — he never let a buddy down in combat, in France, Holland, or Germany — but he never volunteered for anything and he spurned promotion."
  vrijdag 25 juli 2025 @ 17:35:39 #10
31936 Dr_Flash
CubeMeister
pi_218321027
Poffedikkie dat was nog even spannend zeg _O_
Salivili hipput tupput tapput äppyt tipput hilijalleen
  vrijdag 25 juli 2025 @ 17:35:42 #11
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_218321028
Hallo NOS, WIJ WILLEN BOOGIE
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
pi_218321029
Sierra Nevada
Superbagniere
La Plagne

Best een aardig rijtje.
pi_218321032
Gewonnen in de Pyreneeën en in de Alpen, petje af voor Thymen ! _O_ w/ :B
"You can call me Susan if it makes you happy"
pi_218321033
Dat je dit ook doet met al een hele Giro in je benen, blijkbaar heeft Thymen zes weken koers nodig om op z'n best te zijn _O-
Demain, on roule
  vrijdag 25 juli 2025 @ 17:35:55 #15
213134 Momo
WLR en ESF hooligan
pi_218321035
Boogie moet het interview zo doen
pi_218321038
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 juli 2025 17:35 schreef TheVulture het volgende:
Laatste Nederlandse renner die zowel in de Pyreneeën en de Alpen won in één tour, Theunissen of Rooks :?
Volgens ChatGTP alleen Jansen, maar dat in opeenvolgende jaren, dus niet in 1 tour.
🕰️₿🕰️₿🕰️₿🕰️₿🕰️₿🕰️ TikTok next Block
pi_218321039
Thymen Arensman, die kent u niet straks in alletalkshows.
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
  Moderator vrijdag 25 juli 2025 @ 17:36:14 #18
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_218321040
Nee hij had commentaar moeten doen Staf.
pi_218321042
Hele mooie overwinning!
  Moderator vrijdag 25 juli 2025 @ 17:36:16 #20
358144 crew  capuchon_jongen
Belg
pi_218321043
Tactisch gepoker doet ze de das om
Ik ben een man met een onverklaarbare fascinatie voor capuchons. Ze zijn mijn tweede huid—altijd om me heen, altijd vertrouwd. Ik draag ze niet alleen, ik lééf erin. Het voelt magisch als iemand er zachtjes aan trekt, een speels moment vol onverwachte connectie. En als mijn capuchon ergens blijft haken? Pure vreugde! Een klein avontuur in het alledaagse, alsof de wereld me even vasthoudt. Capuchons en ik? Een onafscheidelijk duo
pi_218321044
VPP denkt dat hier wint?
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Album top 100 2024
pi_218321045
Mooie zege van Thymen, maar wederom een gunst van Pogi. Niet meer.
pi_218321046
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 juli 2025 17:35 schreef WAvanBuren het volgende:
Sierra Nevada
Superbagniere
La Plagne

Best een aardig rijtje.
Dat zijn de grote afspraken :Y
pi_218321047
quote:
0s.gif Op vrijdag 25 juli 2025 17:35 schreef Mykonos het volgende:
Dat je dit ook doet met al een hele Giro in je benen, blijkbaar heeft Thymen zes weken koers nodig om op z'n best te zijn _O-
Topfavoriet voor de Vuelta!
  FOK!fotograaf vrijdag 25 juli 2025 @ 17:36:30 #25
842 Zorro
Z
pi_218321049
Nog kans dat Milan buiten tijd komt? Nee? Jammer...
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')