Ondanks dat ik jullie allemaal een welverdiende rustdag gun wil ik jullie dit fantastische interview met SAMMY niet onthouden.
Sammy is heel erg gaan geloven in Sammy.
quote:
Sammy Neyrinck (‘Vive le vélo’): ‘Ik val elke dag in slaap in de armen van mijn vrouw. Als het in de Tour alléén moet, protesteert mijn lichaam’
Zijn stukje voor ‘Vive le Vélo’ is die lichtbundel die elke dag op hetzelfde moment de kamer binnenvalt, en voor elk stofje en elke scherf een andere tint bedenkt, van melkwit tot honinggeel. In de Ronde van Frankrijk schrijft Sammy Neyrinck elke avond een gedicht. De Sporza-journalist – deze week wordt hij 49 – stelt eenvoudige vragen en krijgt bijzondere antwoorden. Zullen we dat eens met hém proberen? De 7 hoofdzonden!
Dit artikel is geschreven door
Jeroen Maris
Gepubliceerd op
14 juli 2025
IJDELHEID
SAMMY NEYRINCK «Je móét een beetje van jezelf houden. Dat heb ik onderweg wel geleerd: het leven lukt niet als je je spiegelbeeld alleen maar misprijzen voert. En er zijn best wel wat momenten geweest waarop het me moeilijk viel om mezelf graag te zien. Ik ben kritisch voor wat ik doe en wie ik ben, op het vitterige af, en wanneer de dingen mislopen, komt het strengste oordeel altijd weer van mezelf.
»Nu, maak je vooral geen zorgen: je treft een tevreden man. Ik ken de melancholie, maar niet de depressie. (Denkt na) Er wordt vaak gefocust op wat je verwerft doorheen de jaren. De ervaring, het metier, de herinneringen, het geluk, de mooi dichtgegroeide wonden en de littekens. Maar ouder worden is meer dan jutten alleen. Het is ook: dingen weggooien. Lichter worden. Wat ik niet langer bij me draag – de zorgen die ik achter me gelaten heb, de verlangens die me niet meer sturen, de onrust die verdwenen is – is minstens even bepalend voor wie ik ben vandaag.»
HUMO Vinden anderen je weleens hoogmoedig?
NEYRINCK «Vast wel. Wanneer ik mensen corrigeer, bijvoorbeeld. Want die neiging heb ik nogal: dan heeft iemand het over ik en mijn moeder, en merk ik op dat mijn moeder en ik beleefder is. Dat meen ik nooit kwaad: ik ben een man van goede bedoelingen en warme intenties. Maar het wil al eens stuntelig overkomen, of zelfs ronduit bemoeiziek.»
HUMO Sinds een jaar of vijf ben je zelf in beeld in je Tour-reportages. Een geval van ijdelheid die niet meer te temmen viel?
NEYRINCK «Er was een heel prozaïsche reden: tijdens de coronapandemie wilden we de kijker verzekeren dat we de verplichte afstandsmaatregelen – anderhalve meter, weet je nog? – respecteerden. We vonden dat dat visueel goed werkte, en hebben het behouden. Maar inderdaad, het is de eeuwige splijtzwam voor wie reportages maakt: is een gesprek gebaat bij de zichtbaarheid van de interviewer? Of moet die zich net zo klein mogelijk maken, en buiten beeld blijven? De meeste mensen die me over die Tour-stukjes aanspreken zeggen me dat ze ’t net appreciëren dat ze mijn gezichtsuitdrukking kunnen peilen en mijn lichaamstaal kunnen lezen. Ik geloof zelf ook dat het een extra patina over zo’n stukje legt. Het oogt minder klinisch, en meer empathisch.»
HUMO Die empathie vormt de basis van je reportagewerk.
NEYRINCK «Dat is wat ik beoog. Maar: het mag geen versuikerde empathie zijn. Geen kitsch, geen stroop, geen plakkerigheid, en al helemaal geen gerichte zoektocht naar de traan. Ik probeer om een sfeer van vertrouwen te creëren, en begrip en belangstelling zijn de belangrijkste instrumenten uit mijn gereedschapskist. Maar het mag nooit vrolijke camaraderie worden. Ik ben een journalist: die ene kritische vraag wil ik nog altijd kunnen stellen. En een interview is voor mij geslaagd als m’n gesprekspartner iets verteld heeft waarvan hij of zij tevoren nooit kon bedenken dat hij of zij het zou vertellen.»
HUMO Vind je ’t makkelijk om naar je werk te kijken?
NEYRINCK «Nee! Mezelf zien: verschrikkelijk. Mezelf horen: vreselijk. Dat heeft vooral te maken met…»
TRAAGHEID
NEYRINCK «…mijn onuitroeibare detaillisme. Een vraag die niet soepel geformuleerd is, een hapering, een tafereel dat we vanuit een andere hoek hadden moeten filmen: ik blijf altijd weer haken aan wat beter had gekund.
»Met mijn bazen bij de VRT heb ik er al vaak discussies over gehad. ‘Het hóéft niet altijd de tien op tien te zijn, Sammy,’ krijg ik dan te horen. ‘Af en toe een zeven of een acht is ook prima.’ En ze hebben gelijk, natuurlijk. Soms beperken de omstandigheden je, soms is de tijd een bazige scheidsrechter, soms vind ik gewoon zelf de oplossing niet. Dat is logisch, volstrekt normaal, maar het voelt altijd weer moeilijk om dat achter me te laten. Frotten op elk vlekje: zo zit ik in elkaar. In het leven buiten m’n werk heeft me dat ook lang parten gespeeld. Ik zag wat goed was, maar ik bleef kijken naar wat nog niet helemáál goed was. Maar ik schuif op in de gewenste richting. Almaar vaker lukt het me om de dingen te relativeren. Om rond me te kijken en te denken: het is goed.»
HUMO Detaillisme en perfectionisme lijken onschuldig. Veel mensen koketteren er zelfs mee, want je die eigenschappen opspelden is tegelijk jezelf complimenteren met je talent en toewijding. Wat dan weleens vergeten wordt: de perfectionist is zelden een zegen voor zijn omgeving.
NEYRINCK (knikt) «Ja, want hij verplicht de groep om mee te gaan in zijn manie. En vaak vindt hij het moeilijk om dingen uit handen te geven. Herkenbaar, ja. Ik heb er al vaak over nagedacht: hoe kan ik dat beter aanpakken? Maar het is, zo vrees ik, iets dat diep in me zit.
»(Denkt na) Nu ben ik wel weer heel streng voor mezelf. Want die controlezucht verhindert me niet om een ploegspeler te zijn. Ik heb dertig jaar lang competitievolleybal gedaan, bij uitstek een teamsport, en op het terrein ging ik voor de glorie van het geheel – niet voor die van mezelf. Zo is het ook in mijn werk: in weerwil van wat sommigen denken, ben ik wél een ploegspeler. Al heel mijn carrière lang ben ik afhankelijk van mensen die beeld vastleggen en geluid registreren, en van collega’s die van dat materiaal vervolgens een kundige montage maken. Van die afhankelijkheid ben ik me altijd bewust geweest. Ik ben een schakel, niet de ketting. Ik vind het ook maar normaal om mezelf in het zweet te werken voor of na een interview: als er met zwaar materiaal gesjouwd moet worden, help ik met plezier. Ik ben geen wieltjeszuiger: ik doe netjes mijn beurten op kop.»
AFGUNST
HUMO Zijn er mensen jaloers op jou, denk je?
NEYRINCK «De titel van mijn boek is ‘Droomjob’, omdat het gewoon ook echt een droomjob ís. De plaatsen waar ik mag komen, de flinters geschiedenis die ik mag verslaan, de mensen die ik mag spreken: het is allemaal behoorlijk opwindend, de vervolmaking van een jongensdroom, en dus voel ik me bijzonder bevoorrecht. Er zijn vast veel mensen die dat óók zouden willen, ja. Net daarom ben ik me er zeer van bewust dat het iets uitzonderlijks is, de paddock van Francorchamps of de backstage van de Tour te mogen binnenstappen, dat dat plaatsen zijn die – hoe klein en prozaïsch ze in werkelijkheid ook blijken te zijn – een magische betekenis hebben. Ik ben dan voortdurend aan het nadenken over hoe ik er het maximum kan uithalen voor de kijker. Want dat is het grote doel: dat voorrecht delen. Ervoor zorgen dat mijn pasje de accreditatie van velen wordt.»
HUMO Is jaloezie weleens de poppenspeler, en jij de marionet?
NEYRINCK «O, daar wil ik in ’t geheel niet flauw over doen: ja. Af en toe gebeurt het gewoon, af en toe zie ik iemand met iets waar ik naar verlang, en denk ik: ik wil dat óók. (Denkt na) Ik ben fundamenteel ongeduldig. Wanneer ik iemand iets zie bereiken waar ik zelf ook naar streef, moet ik me inprenten dat ik mogelijk óók nog aan de beurt kom. Dat wachten een groot en nuttig werk kan zijn. Eigenlijk zit het zo: ik ben gedreven, op het rusteloze af. Uit die gedrevenheid volgt ongeduld. En uit dat ongeduld volgt – soms – jaloezie.
»Je zou denken dat de jaren me dat geduld geleerd hebben. Maar het is net omgekeerd, ik vind wachten nog móéilijker dan vroeger, en eigenlijk is dat helemaal niet zo gek: hoe ouder je wordt, hoe minder tijd er nog is.»
HUMO Je loopbaan leest wel als een proeve van geduld. Je hebt geen blitzcarrière gemaakt, wel stap voor stap je reikwijdte vergroot.
NEYRINCK «Klopt. Om tot op de plaats te komen waar ik nu ben, heb ik moeten wachten. Ik heb kansen moeten krijgen, en kansen moeten afdwingen. En ik herinner me elke eerste keer, hoe het telkens als een mijlpaal aanvoelde: de eerste live interventie in ‘Het journaal’, de eerste keer live commentaar, de eerste keer een stukje in de Tour... Het was telkens een horde, en soms nam ik die verkéérd – en moest ik dus opnieuw beginnen. Het is een proces geweest, ja. (Glimlachje) De geduldige odyssee van een ongeduldige reiziger.»
HUMO De atleet streeft een palmares
na. Geldt dat ook voor de sportverslaggever?
NEYRINCK «Van de grote competities – de Olympische Spelen, het Europees en het wereldkampioenschap voetbal, de Ronde van Frankrijk – weet ik alleszins uit het hoofd wanneer ik er voor het eerst bij was, en aan hoeveel edities ik zit. Ik hou dat wel bij, ja, en ik ben daar zeker niet de enige in. Atleten kennen hun erelijst ook uit het hoofd, hoor – zelfs zij die het tegendeel beweren.
»Sportlui bepalen bij voorkeur zelf hun moment van afscheid. Dat herken ik. Ik mag er niet aan denken dat ze me dit jaar zouden hebben gezegd: ‘Geen Tour voor jou, Sammy. Het is een beetje op.’ Met zo’n boodschap zou ik het echt moeilijk hebben. Ik hoop dat ik het zélf zal aanvoelen wanneer ik de kijker in de weg zit.»
HUMO Moet de erelijst nog verder worden gestoffeerd?
NEYRINCK «Voor sommige dingen heb ik tevergeefs mijn beurt afgewacht, voor andere moet die beurt allicht nog komen. (Twijfelt even) Zal ik hier een concrete ambitie uitspreken? Ach, vooruit maar: ik zou weleens een eigen programma willen maken – een docureeks, bijvoorbeeld. Geen idee of dat één van de beurten is die ik tevergeefs heb afgewacht, dan wel één van de beurten die nog zullen komen. Van mezelf weet ik dat ik er klaar voor ben. Maar op de omstandigheden – is er interesse, zijn er middelen? – heb ik natuurlijk geen grip.
»Ik jaag niet op records, ik ben niet op zoek naar wat anderen jaloers maakt. Maar later, wanneer het allemaal gedaan zal zijn, wil ik wel graag kunnen zeggen dat ik hier en daar een steen heb verlegd. Een klein maar prachtig verschilletje maken, af en toe: eigenlijk is dát mijn ambitie in het leven. En weet je wat heel fijn voelt? In het VRT-archief zit intussen een en ander waarvan ik durf te zeggen: ‘Ja, dit mág hier zitten. Hier ben ik trots op.’ (Verlegen lachje) Maar zo hardop uitgesproken vind ik het plots weer onnodig pocherig klinken. Over naar de volgende hoofdzonde!»
WOEDE
HUMO Wat maakt je kribbig tijdens de Ronde van Frankrijk?
NEYRINCK «Het specifieke aplomb van onze zuiderburen die belast zijn met de ordehandhaving. Je begrijpt vast wat ik bedoel, nee? Je hebt de juiste pasjes en doorgangsbewijzen, maar stoot op een flik of één van de honderden agents de sécurité die nogal intens zijn jour de gloire beleeft omdat hij op een punt staat waar hij niemand mag doorlaten. ‘Maar ik heb het correcte doorgangsbewijs, meneer.’ ‘Neen is neen. Hier komt niemand voorbij.’ Díé conversatie (lacht). Maar eigenlijk vind ik het wel plezierig om me telkens weer voorbij zo’n combinatie van stugheid en verliefdheid-op-de-macht te manoeuvreren. Het hoort bij het chaotische nomadenbestaan dat we drie weken lang leiden in de Tour.»
HUMO Word je vaak écht boos?
NEYRINCK «Ik geloof dat de luide woede een stadium is dat ik oversla. Ik heb mezelf alleszins nog niet vaak kwaad gezien. Nee, ik trek me meteen terug in een grote, stille teleurstelling. Niet dat dat voortdurend gebeurt, hoor. Maar wanneer je mij hard en diep raakt, de harpoen recht in het hart mikt, is dat niet iets dat ik met schouderophalen klasseer. Die ontgoocheling is donker en hoekig, en bewaar ik ergens diep binnenin. Ik weet dat dat niet geheel strookt met het beeld dat de meeste mensen van me hebben, maar wanneer ik onrechtvaardig behandeld word, ben ik níét de empathische, zachtaardige versie van mezelf die je op televisie ziet.
»Nu goed, dan heb ik het over uitzonderlijke momenten. Wat me wérkelijk bezighoudt, wat ertoe doet, is het goede. En ik slaag er almaar beter in om dat te vinden – in mezelf en in iedereen rond me.»
HEBZUCHT
NEYRINCK «Ik ben opgegroeid met West-Vlaamse filosofie. ‘Door hard te werken geraak je vooruit.’ En: ‘Geld is niet belangrijk, maar het is verdorie wel handig als je het hebt.’ Die levenswijsheden ben ik trouw gebleven, geloof ik.»
HUMO Je interviewees verdienen vaak aardig meer dan jij – zeker als het om mensen gaat die in voetbalstadions hun arbeidsprestaties leveren.
NEYRINCK «Zoals iedereen spiegel ik me weleens aan anderen, aan de mensen die me omringen, maar daar probeer ik zo weinig mogelijk conclusies aan te verbinden. Zéker als het om topvoetballers gaat: als ik zou becijferen hoeveel rijker zo iemand geworden is tijdens ons interview, en hoeveel meer dat is dan ík in die tien minuten verdiend heb, ik zou kierewiet worden. Er gewoon niet aan denken lijkt me de verstandigste oplossing (lacht). Maar ernstig: gelukkig zijn met wat je hebt is een waardevol doel, en ik denk dat ik het dicht benader.»
HUMO Hoe verliefd ben je op comfort? Ben je een luxepoes, Sammy?
NEYRINCK «Op dat vlak ben ik een kameleon: ik kan heel goed leven in een wereld waarin alles sober en karig is, net zoals ik heel goed kan leven in een wereld waarin alles weelderig en buitenissig is. Dat moet ook wel als je elk jaar drie weken in de Tour spendeert, en je nooit weet of je die avond in een muf berghok dan wel in een fraaie hotelkamer slaapt. (Peinzend) Maar ik beschik dus over een groot aanpassingsvermogen, ik ben iemand die makkelijk in de omgeving opgaat. Alleen pafferige overdaad ligt me niet – in pakweg Monaco val ik toch liever buiten het straatbeeld.»
HUMO Zijn er spullen waaraan je bijzonder bent gehecht zonder dat ze per se een grote financiële waarde hebben?
NEYRINCK «Ik heb nog steeds al mijn cd’s. Die zijn allicht mijn antwoord op de ‘Je kunt één iets redden uit je brandende huis’-vraag – ná mijn geliefden, natuurlijk.
»Ik ben een heel grote muziekliefhebber. Voor Studio Brussel werken was mijn ándere jongensdroom. Nog altijd vind ik het heerlijk om me te bekommeren over de vraag welke muziek m’n werk nodig heeft. De juiste compositie vinden – dat ene stukje muziek dat dezelfde adem heeft als de reportage die we op dat moment tegen de klok in elkaar willen knutselen – is voor mij een prachtig precieus werkje. Die liefde stamt uit mijn tienerjaren, en ze is in al die jaren niet van vorm veranderd. Muziek raakt me nog altijd op precies dezelfde plaats in mijn hart als toen.»
GULZIGHEID
NEYRINCK «Ik herinner me nog precies hoe het vroeger voelde om voor een cd te sparen. Dat aanzwellende verlangen – alsof er in m’n borst iets groots en wilds groeide! En dan het moment waarop ik genoeg had, die cd kon kopen, en ’m voor het eerst in m’n deck mocht schuiven… Ik koester een klein heimwee naar de trillende sensatie van dat moment, maar net zo goed herinner ik me dat er ook iets spijtigs aan kleefde – dat de vervulling van het verlangen ook iets van me afnam. Ik begon dan meteen te denken aan de volgende plaat waar ik voor zou sparen.
»Toen wist ik nog niet dat dat gevoel één van de rode draden in m’n bestaan zou worden. Want zo is het ook in m’n volwassen leven: ik ben heel goed in verlangen, maar zodra dat ingelost is, snak ik al naar het volgende. Ik kan heel erg opgaan in het maken van een reportage. Verlangen naar het moois dat ik zou willen maken, verliefd worden op iets dat er nog niet is, op een mogelijkheid. En als dan na hard werken het resultaat er is, en het is bevredigend, ben ik heel even voldaan – maar dan flitst dat gevoel weg, en klauwen mijn gedachten alweer naar de volgende reportage. Dat is precies hetzelfde als dat snakken naar die nieuwe cd tijdens mijn tienerjaren.
»Het is een gulzigheid die me vooruitbrandt, maar er zit ook een scherp randje aan. Verlangen is prachtig. Maar verlangen is ook gevaarlijk. Het doet je in de toekomst leven terwijl je in het nu hoort te zijn. Het is tijdverlies, en ik wil helemaal geen tijd verliezen. Dat is wat ik nu heel erg aan het proberen ben: minder bezig zijn met wat nog zou kunnen komen, met wat ver weg aan de einder ligt, en veel meer met wat er al is. Het geluk zien dat voor m’n voeten ligt. Dat is een klus voor mij, want ik ben nooit een onbezorgde flaneur geweest. Er zit weinig of niets nonchalants in mij, terwijl ik zou willen van wel. Een béétje meer schouderophalend door het leven gaan. Je m’en fous! Whatever will be, will be!»
HUMO Welke eerste keer zou je graag nog beleven?
NEYRINCK «Me vervelen. In mijn volwassen leven is dat nog nooit gebeurd, en op zich lijkt het me ook helemaal geen aanlokkelijk idee. Maar het zou betekenen dat ik helemaal ben waar ik hoor te zijn: in het nu in plaats van in het later.»
HUMO In je werk omhels je veel meer dan alleen het kleine, poëtische stukje: je doet heel verschillende dingen. Is dat ook een vorm van gulzigheid?
NEYRINCK «Ik streef heel bewust naar die afwisseling. Ik wil me niet beperken tot één sport, tot één vorm, tot één kunstje. En dus geef ik commentaar én maak ik reportages, doe ik interviews na wedstrijden én heb ik langere gesprekken, volg ik het wielrennen maar ook Formule 1 en voetbal en eender welke andere sport die m’n blikveld kruist. Ik heb ook collega’s die scherpe keuzes hebben gemaakt, en iets helemaal willen uitpuren. Dat begrijp ik volkomen, maar voor mij zou het niet werken. Ik zwenk graag heel veel kanten tegelijk uit. Ik ben met overgave, welja, gulzig.»
HUMO Ben je ook gulzig in de prozaïsche zin van het woord? Op vlak van eten, drinken en andere detailhandelaren in opwinding dan wel troost?
NEYRINCK «Wat ik nooit, maar werkelijk nóóit zal doen, is roken. Dat heb ik mezelf beloofd nadat mijn grootmoeder aan keelkanker was overleden. Haar ziekbed was van zo’n wreedheid… Bovendien voel ik me schuldig, want als klein manneke ging ik bij de kruidenier haar pakjes Belga-zonder-filter halen. Omdat dat me opgedragen werd, natuurlijk, maar toch. Enfin: ik leid een leven zonder rookwaren, en ik weet waarom.
»Ik drink wel graag alcohol. Bier, of een glas wijn. Of champagne! Ik consumeer nooit kolossale hoeveelheden – controleverlies vind ik geen aanlokkelijk idee, dat zal je vast niet verbazen – maar ik ben evenmin het type van de zuinige slokjes. Laat er maar vrolijkheid zijn! Dat is opnieuw iets dat mensen mogelijk niet met me associëren, maar ik ben heus niet de braafste jongen van de klas. De schelm en de deugniet zijn nog altijd wakker. Wat ik wel heel jammer vind: je krijgt in deze tijd nauwelijks nog de ruimte om een keertje onbezorgd een wildebras te zijn. Want álles wordt gefilmd. Niets wordt nog aan het moment zelf gelaten: wat je gedaan en gezegd hebt, kan altijd weer opgediept en tegen je gebruikt worden. Ik vind dat echt een hoogst onprettig kantje aan onze samenleving. Onstuimigheid wordt afgestraft.»
HUMO Nog een laatste benadering van deze hoofdzonde: gulzigheid gaat over wat je hoopt te krijgen, te winnen, maar er valt in het leven ook veel te verliezen.
NEYRINCK «Dat weet ik, en ik kan je zelfs zeggen hoelang ik dat al weet: zeven jaar. Zolang al is mijn vader er niet meer. Zijn dood is een grote cesuur geweest in mijn leven. Het is een bladwijzer die voor altijd op dezelfde plaats blijft zitten in het boek, en het brutaal onderverdeelt in een voor en een na.
»Wat is het mooiste dat je over iemand kunt zeggen, het liefste? Ik denk: ‘Ik praat graag met jou.’ En ik praatte héél graag met mijn vader. Hij was mijn inspiratiebron, mijn gids en mijn klankbord. Die intimiteit mis ik nu al zeven jaar, en het wil niet wennen. Ik had het zo graag met hem gehad over de stand van de wereld, over de penibele actualiteit. En bij uitbreiding: over de grote levensvragen. Niet dat we over alles hetzelfde dachten – helemaal niet, zelfs – en dat hij alle antwoorden had. Maar toch: zijn raad was altijd wijs. Ik kon schuilen bij hem – en ik denk dat dat de ultieme schoonheid is die een vader en een zoon samen kunnen bereiken. (Zucht)Dat afscheid, dat zit nog in me. Ik krijg het niet weggeslikt. En misschien hoeft dat ook helemaal niet?»
ONKUISHEID
HUMO Je bent opgegroeid in en trouw gebleven aan Marke, bij Kortrijk. De Amerikaanse wielerlegende Greg LeMond heeft daar ook een poos gewoond. Op een dag zag je vader hem de apotheek buitenstappen…
NEYRINCK «…en toen heeft hij beslist dat ik onder geen beding profwielrenner mocht worden. Want LeMond had geen aspirientjes in zijn handen gehad, als je begrijpt wat ik bedoel. Het was spul – dat had mijn vader heel duidelijk gezien. En dat choqueerde hem dus zodanig dat hij bij thuiskomst zei: ‘Jij blijft uit het peloton.’»
HUMO Zie je doping als een vorm van onkuisheid?
NEYRINCK «Ha, zijn we dáár aanbeland? Ik had er nog nooit op die manier over nagedacht, maar inderdaad, zo zou je ’t kunnen noemen. Ik heb me in het verleden vaak bedrogen gevoeld. En ik hoop echt dat die tijden niet snel zullen terugkeren. Als het nodig is, zal ik de vraag trouwens stellen – óók bij wijze van voorbeeld aan Tadej Pogacar, óók aan Wout van Aert. Maar: alleen als ze gefundeerd is. Als ik honderd procent zeker weet dat er iets niet klopt. En dat is nu niet het geval.
»Ik heb een massief respect voor topsporters, omdat ik wéét wat ze ervoor opofferen. Er wordt veel uit zo’n leven gegomd, hoor. Maar dopinggebruik is een vorm van liegen, en daar trek ik de lijn, ook buiten de sport: als je niet eerlijk bent, verlies je mijn respect.»
HUMO De wereld van de topsport wordt beheerst door jonge, aantrekkelijke mensen, en de cultus van het lichaam wordt er heel ernstig beleden. En journalisten, die horen weleens iets.
NEYRINCK (glimlacht) «Ik word weleens door collega’s gebrieft over iets, maar eerlijk: het boeit me nauwelijks. En ik ga dat soort privédingen ook nooit gebruiken in m’n journalistiek werk. Ook al evolueert het vak meer en meer in die richting, ja. Ik interview ook weleens de partner of een familielid van een atleet, maar dat is nooit een zoektocht naar smeuïgheid. Ik zou me à la limite nog kunnen voorstellen dat ik een wielrenner eens vraag of seks op de dag voor een wedstrijd kan. Maar verder dan dat – nee.»
HUMO Van wielerjournalisten is dan weer bekend dat ze, voor een optimale concentratie, vanaf tien dagen vóór de Tourstart voor onthouding moeten kiezen.
NEYRINCK «En als je echt in topvorm wilt beginnen: vanaf een maand voor de start (lacht).
»Ik slaap heel slecht tijdens de Tour of andere buitenlandse missies. Thuis vallen mijn vrouw en ik vaak in elkaars armen in slaap. Als het dan plots drie weken alléén moet, protesteert mijn lichaam. Een tedere vorm van fantoompijn! In 2010 ben ik vijf of zes weken weggeweest, voor het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Dat was héél lang. Nu goed, er zijn mensen die zes maanden op een boorplatform zitten – dan heb ik niets te klagen, natuurlijk.
»In het buitenland mis ik het fysieke contact met mijn vrouw. Tegen het einde is dat: tanden op elkaar, ogen op de kalender, en doorbijten. En dan is ze daar, de glorieuze thuiskomst (lacht).»
HUMO Je bent al lang samen met je vrouw. Is de liefde iets waar je beter in wordt naarmate je het langer doet?
NEYRINCK «Misschien wel. Wat mijn vrouw en ik heel sterk maakt is dat we elkaar al kennen van vóór mijn carrière bij de VRT. Dat is goed, want zo hebben we een sterk fundament kunnen bouwen voor ik in het circus stapte. En als je dan vervolgens nagenoeg alles samen beleeft, raak je heel innig met elkaar verknoopt. Mijn vrouw heeft het hele parcours – de dromen en de verwachtingen, de teleurstellingen en de momenten van groot geluk – meegemaakt. Ze heeft me ook zoveel gegund, zoveel toegestaan. Zij heeft veel meer opgeofferd voor mij dan ik voor haar. Daar ben ik haar zo dankbaar voor.
»Ik had het net over het gemis wanneer ik in het buitenland ben. Maar eigenlijk zit daar ook een groot voordeel aan. Ons liefdesleven heeft een pauzeknop, en die wordt geregeld ingedrukt door mijn werkgever. Het is een luwte die je cadeau krijgt, zo’n opdracht in het buitenland, een tijdelijke verwijdering die ervoor zorgt dat je je geliefde in een nieuw licht kunt zien. Want door een poos zonder elkaar door de dagen te hollen krijgen verlangen en gemis weer een brede bedding. En dan kom je thuis, en is er dat salvo van passie. Ik kan het iedereen aanraden, zo’n pauzeknop: ze houdt de liefde levendig.»
HUMO Dat het zich maar naar Parijs haast dan, dat peloton!