Na de excuses voor het slavernijverleden die premier Rutte en de koning twee jaar geleden maakten, moet er een vervolg komen om een eind te maken aan de achterstelling van de nazaten van tot slaaf gemaakten. Dat was de centrale boodschap bij de Nationale Herdenking Slavernijverleden in het Oosterpark in Amsterdam.
Ook wezen verschillende sprekers erop dat nog lang niet iedereen het belang van de herdenking inziet en dat het "witte superioriteitsgevoel" niet weg is en weer de kop opsteekt.
De Amsterdamse burgemeester Halsema zei dat de geschiedenis helaas geen rechte weg vooruit is, maar dat er ondanks tegenwerking "uiteindelijk maar één uitkomst kan zijn: de inlossing van de universele menselijke belofte van vrijheid voor allen".
Olifant in de kamer
Wendeline Flores van NiNsee (Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis) en voormalig minister-president van Sint-Maarten Silveria Jacobs zeiden dat er ook geld nodig is om een eind te maken aan de structurele achterstelling waar nabestaanden van tot slaaf gemaakten mee te maken hebben.
Volgens Flores worden de kosten anders nog veel hoger, denk bijvoorbeeld voor de zorg die nodig is voor mensen die als gevolg van hun achterstelling kampen met een slechte gezondheid.
Jacobs sloeg een felle toon aan. Ze toonde zich dankbaar voor de excuses, maar "er wordt niet gepraat over hoe we gecompenseerd worden voor de schade die we tot vandaag ervaren. Dat blijft de roze olifant in de kamer".
Demissionair premier Schoof zei er in zijn toespraak niets over, al zei hij wel dat we als samenleving doorgaan op het pad dat is ingeslagen door zijn voorganger en door de koning. Hij herinnerde eraan dat er de laatste twee jaar tal van initiatieven zijn geweest. Schoof wees er onder meer op dat het voor nabestaanden van tot slaaf gemaakten gemakkelijker is geworden om hun achternaam te veranderen. Dit soort initiatieven gaat door, verzekerde hij. "We zijn onderweg."
Om te illustreren dat de verwerking van het slavernijverleden een zaak van iedereen is, citeerde hij de Nederlandse dichter, schrijver en dominee Nicolaas Beets, die in 1853 dichtte: 'Laat de ketens vallen. Breekt, verbreekt het juk!'. Tien jaar later schafte Nederland de slavernij af. Wel volgde daarop een periode van zogenoemd staatstoezicht waarbij de voormalige tot slaaf gemaakten nog tien jaar op de plantages moesten doorwerken.
Na de toespraken werden er kransen gelegd bij het Nationaal Slavernijmonument. Namens de Tweede Kamer deed ondervoorzitter Tom van der Lee (GroenLinks/PvdA) dat. Voorzitter Martin Bosma was ook dit jaar niet bij de herdenking.
De herdenking was vanwege de hitte vervroegd en er waren witte paraplu's en flesjes water uitgedeeld. Ondanks de hitte waren honderden mensen naar het Oosterpark gekomen. Vandaag is het 162 jaar geleden dat de slavernij in Suriname werd afgeschaft. Het Keti Koti-festival waar dit herdacht wordt, gaat nog de hele dag door.
https://nos.nl/artikel/25(...)er-een-vervolg-komenEn daar gaan we weer: de jaarlijkse "we duiken in onze slachtofferrol, we zijn zo zielig en zwaar gedupeerd door ons verleden" happening. Deugder Halsema ziet natuurlijk weer met haar snufferd voorraan.
Vooral deze twee opmerkingen stuiten me enorm tegen de borst:
- Wendeline Flores van NiNsee (Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis) en voormalig minister-president van Sint-Maarten Silveria Jacobs zeiden dat er ook geld nodig is om een eind te maken aan de structurele achterstelling waar nabestaanden van tot slaaf gemaakten mee te maken hebben. Volgens Flores worden de kosten anders nog veel hoger, denk bijvoorbeeld voor de zorg die nodig is voor mensen die als gevolg van hun achterstelling kampen met een slechte gezondheid.
- Jacobs sloeg een felle toon aan. Ze toonde zich dankbaar voor de excuses, maar "er wordt niet gepraat over hoe we gecompenseerd worden voor de schade die we tot vandaag ervaren. Dat blijft de roze olifant in de kamer".
Ze ruiken geld, in dit ubersofte Nederland met zijn enorme aangeprate schuldcomplex moet dat wel te halen zijn volgens hun