Tata Steel-baas Hans van den Berg ziet ’groene’ toekomst voor staalbedrijf. ’Eervol werk, maar niet altijd makkelijk’De magie van de Hoogovens? Hans van den Berg: ,,De grootsheid: dat mensen dit allemaal kunnen bouwen, ontwerpen, onderhouden.”
Annet van Aarsen en Bart Vuijk
Gisteren om 07:02* IJMUIDEN Hans van den Berg, de directeur van Tata Steel Nederland is verknocht aan de Hoogovens. Al 32 jaar. Als directeur zit hij in het oog van de storm. Gaat het bedrijf straks de geschiedenisboeken in als veroordeelde vervuiler? Of weet Van den Berg het staalbedrijf om te bouwen naar een schone, groene industrie? ,,Het is eervol werk, maar niet altijd makkelijk.’’U bent als jonge man bij de Hoogovens komen werken en nooit meer weggegaan. Wat is er zo aantrekkelijkDit bedrijf grijpt je, het heeft zó veel facetten. Je kunt heel verschillend werk doen op veel verschillende plekken. Ik loop hier vanaf mijn 28ste rond – sinds oktober 1990 - dus 32 jaar bij elkaar. Ik had toen het beeld hier een paar jaar te werken en dan eens verder te zien. Het is ook toeval dat ik hier ben komen werken.
Ik had een aantal open sollicitaties gedaan, naar bedrijven in het Intermediair Jaarboek, wat je toen nog had. Hoogovens reageerde snel. Mijn vader was een
Philips-man, ik kom uit Brabant en heb in Leiden gestudeerd en gewoond. Dus ik ging hier maar eens kijken en vervolgens ben ik niet meer weggegaan. Dit is mijn werk geworden. Ik ben nu zestig en ik heb nog geen plannen om het bijltje erbij neer te gooien.”
Wat is de magie van de Hoogovens?„Het heeft iets te maken met de grootsheid: dat mensen dit allemaal kunnen bouwen, ontwerpen, onderhouden… Zonder uitzondering zijn de mensen hier trots op wat ze doen. Een van de plekken waar ik in de beginjaren zelf kwam te werken, waren de hoogovens. De trots heeft te maken met die warmte, met het vuur. Met de grote kerels die er rondlopen… Vuur appelleert aan iets. Dat heb je al met een barbecue of een open haard. En wat hier gebeurt, is natuurlijk nog veel indrukwekkender dan een haardvuurtje.
Vloeibaar ijzer, op 1500 graden net zo vloeibaar als water... Ik vind het nog steeds heel mooi om in de fabriek te zijn. Bij de hoogovens, de staalfabriek, de warmbandwalserij. Bij de eindlijnen ook hoor, maar dat is een andere ervaring. Daar is alles schoon, alles ziet er mooi en hightech uit. De ’oergevoelens’ zitten meer aan de zuidkant van het bedrijf. Die oergevoelens heb ik ook. Ik voel me hier erg thuis als doorgeleerd academicus. En gewaardeerd ook. ”
(Tekst gaat door onder de foto)
,,Ik ben in 1989 gepromoveerd in de natuurkunde op supergeleiding, een diepgaand wetenschappelijk onderzoek. Daarna wilde ik weg uit de wetenschap. Ik zou er zelf dus niet voor hebben gekozen, maar ik moest als trainee eerst een jaar naar de afdeling research & development om te leren waar het hier allemaal over gaat. En dat was achteraf ook goed, tot op de dag van vandaag heb ik daar nog plezier van. In 1994 maakte ik die interessante overstap naar de hoogovens. Er was toen een behoorlijke crisis waarbij veel mensen het bedrijf verlieten: iedereen van 55 jaar en ouder ging met pensioen.
Ongelooflijk: ik ben nu zestig: dat zou voor mij vijf jaar geleden zijn. Dat sociaal plan van toen heeft een heleboel gaten in het bedrijf geslagen, met behoorlijk wat vacatures. Zo kwam ik als productiemanager bij de hoogovens terecht, in het ovenhuis, bij de ontwikkeling van het ’vuurvast’. Hoe het gaat, als er ineens zo veel ervaring uit een bedrijf verdwijnt? Best goed, heb ik toen geleerd. De hoogovens staan er nog steeds. Er zat kennelijk ook veel kennis en kunde bij degenen die overbleven. Het bedrijf heeft overigens nu ook een behoorlijk oude bezetting.’’
U stond na de overstap met de laarzen in de klei?,,Ja, zo voelde het wel. Iedere dag had het ritme van de productie, de 24 uursdienst. Ik heb wel eens uitgerekend dat ik vierduizend ochtendwijdingen heb meegemaakt. De ochtendwijding is de terugkoppeling van de chef van de wacht aan de bedrijfsleiding.’’
Mensen bij Tata zijn trots op de Hoogovens, zoals ze het bedrijf zijn blijven noemen. Heeft dat te maken met hoe het bedrijf met de werknemers omgaat?,,Ik denk dat we altijd een sociaal bedrijf zijn geweest. Zo staan we ook bekend. We zijn ook vooruitstrevend in organisatieontwikkeling. In de jaren 90 begon de trend van de zelfsturende teams en dat hebben we hier ver doorgevoerd. Mensen voelen zich erg verbonden met het bedrijf. En in onze arbeidsvoorwaarden hebben we altijd goed voor de mensen gezorgd. Tot op de dag van vandaag. Daar hebben FNV en andere vakverenigingen overigens een grote rol in gespeeld.
We zijn nu volop bezig met een sociaal akkoord voor het groen staal, in de toekomst moeten we fabrieken sluiten. We gaan de overgang naar nieuwe installaties maken. Wat betekent dat voor onze mensen? We zullen met minder mensen gaan werken, er is omscholing en bijscholing nodig. Hoe komen we tot een goed pakket voor onze mensen en hoe zorgen we ervoor dat ze de oude installaties tot het laatste moment goed kunnen bedrijven?’’
Aan de andere kant: er hangt een donkere wolk boven het bedrijf. Naast trots zijn er grote zorgen: over de gezondheid, over de omgeving.,,Er zijn zorgen en er is ook verwarring. 2018 – het jaar dat we die grafietemissies hebben veroorzaakt - is een kantelpunt geweest. De trots van de werknemers past niet bij het beeld dat toen is ontstaan. Veel mensen voelen zich daar echt door geraakt. Hoe moeten we daarmee omgaan, wat is ons verhaal? Vroeger hoefde je op een verjaardagsfeestje niets uit te leggen als je bij Hoogovens, Corus of Tata werkte. Tegenwoordig wel, dat heeft een grote impact op de mensen. Er speelt nog iets anders: voor medewerkers is het soms moeilijk om de zorgen en de kritiek te begrijpen. Mensen die al lang in het bedrijf zitten - 30, 40 jaar en soms langer - hebben in al die jaren een enorme vooruitgang meegemaakt. Ze hebben gezien dat dingen die vroeger werden geaccepteerd, niet meer worden gepikt. Ze zeggen: er is al zó véél verbeterd.’’
,,Toen ik hier kwam werken, had ik zo’n oma-autootje. Een witte Volvo 340 waarmee ik vanuit Leiden naar de Hoogovens reed. Als je in die tijd kwam aanrijden over de A9, zag je onder bepaalde omstandigheden de rookgassen van de sinterfabriek als een bruine deken richting Amsterdam trekken. Dat was toen normaal, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Ik heb moeten leren om er op een andere manier naar te kijken.
We hebben veel vooruitgang geboekt, maar als ik op het terrein rijd en ik zie een slobber uit de staalfabriek ontsnappen - zo’n grote bruine wolk ijzeroxide - dan denk ik: dat kan dus niet meer. Volgens de vergunning mogen we er tien per maand hebben en we zitten aanmerkelijk lager. Maar we moeten het verder terugdringen. We moeten meer doen om de impact op het milieu te verminderen. Buiten de fabriek, maar ook in de fabriek.”
Wat heeft u gedaan en wat gaat u doen?
,,Op die sinterfabriek is een filterinstallatie gebouwd, een hogedrukwasser. En die is na 10 jaar vervangen door een doekfilter. We zijn in hoog tempo de volgende verbeteringen aan het aanbrengen. We hebben een pakket in uitvoering, waarvoor we 300 miljoen euro hebben uitgetrokken. Probleem daarbij: intussen zijn de prijzen flink gestegen. Het grootste project is bij onze pelletfabriek, de grootste bron van uitstoot van stikstofoxiden en ook van fijnstof en de zogeheten Zeer Zorgwekkende Stoffen en fijnstof.
Daar gaan we een geavanceerde filterinstallatie bouwen, waarvan het eerste deel in 2023 in bedrijf moet komen. Het eerste deel pakt stof, fijnstof en ZZS aan. Het tweede deel van de installatie wordt een denox-installatie die de stikstofoxiden sterk gaat terugdringen. Die moet in 2025 klaar zijn. Het terrein is al vrijgemaakt. Aan de grootte van dat terrein kun je zien wat voor een enorme installatie dat wordt.’’
En dan de toekomst: groen staal, DRI-technologie op waterstof... Zijn jullie het bedrijf opnieuw aan het uitvinden?„Zo voelt het wel, hoewel grote brokken van de technologie die we in de toekomst gaan gebruiken al wel bestaan. Zoals het DRI-proces, maar dan op aardgas. Die installaties draaien tegenwoordig al bij andere bedrijven, daar zijn we ook wezen kijken. Maar ze moeten naar waterstof om te schakelen zijn en zo ver is de techniek nog niet.’’
Zijn die toekomstige ontwikkelingen bij Tata Steel Nederland te vergelijken met het begin van de industrialisatie?,,Voor de staalindustrie is dat zeker het geval. Het is echt een revolutionaire ontwikkeling die wereldwijd navolging moet krijgen. De totale staalindustrie draagt veel bij aan de uitstoot van CO2. Wij maken hier in IJmuiden zeven miljoen ton staal, de hele wereld maakt 1500 miljoen ton. De totale capaciteit is 2000 miljoen ton, laten we zeggen: gelijk aan 300 bedrijven zo groot als IJmuiden. Wereldwijd gaat het de komende decennia om een ombouw van ongelooflijke proporties. Die CO2 moet echt de lucht uit, dat is een doel dat groter is dan Tata Steel Nederland, groter dan de regio. We werken aan een wereldwijde ontwikkeling die belangrijk is.
Ons doel is het maken van producten die de wereld vooruithelpen. We zijn intussen met 8 miljard mensen op de wereld en die willen een menswaardig bestaan. Een dak boven hun hoofd, fatsoenlijke voeding, transport, al dat soort dingen. Daar speelt staal een belangrijke rol bij, misschien wel de belangrijkste. Maar met het maken van staal willen we onszelf niet van de aardbol af fikken. Hoe meer we erover nadenken, hoe belangrijker we het vinden. We zijn hier niet als enige mee bezig, maar het wordt een enorme opgave. En hoe eervol het ook is om dit allemaal te mogen doen, het is niet altijd makkelijk. Eervol? Ja zo ziet ik dat. Het is zeer eervol werk.’’
Er zijn mensen die daar anders over denken...,,Daar kan ik me alles bij voorstellen.’’
De buren willen weten wat u tegen uw partner zegt als u thuiskomt na een zware uitstoot.,,Wij wonen vlakbij, in Beverwijk-West, met veel plezier. Thuis horen we het bedrijf wel eens, maar verder hebben we er weinig last van. Het is prettig vlakbij het werk te wonen. Ik ontmoet onze medewerkers bij de Vomar en we gaan regelmatig in Wijk aan Zee uit eten. En ik kom graag op het strand. Het is een mooie leefomgeving en het bedrijf is ook mooi: een indrukwekkend gezicht als ik ’s avonds over de Kanaaldijk in IJmuiden rijd.
Mijn vrouw werkt ook bij Tata, bij de juridische afdeling. We hebben samen een goed beeld van het bedrijf. Om de hoek wonen betekent ook een extra drijfveer om de milieu-impact van het bedrijf écht te verminderen. Het is niet zo dat wij thuis gedetailleerd praten over een uitstoot die we op het werk hebben gehad. Zo werkt het niet. Maar van die emissies baal ik ontzettend.’’
Doet u voldoende om de impact van het bedrijf op de omgeving te verminderen?,,We zijn hard aan het werk om schonere installaties te kunnen bouwen. En dan is de vraag: hoe komen we daar, van waar we nu zijn? Ik denk dat de tegenstellingen niet zo groot zijn: ook wij willen zo snel mogelijk die transitie maken. En dan is ook de vraag: hoe krijgen we de situatie acceptabel voor de omwonenden en de omgeving. Dat mensen echt merken dat we wat aan het doen zijn. Dat is nog onvoldoende, moet ik constateren. Ik hoop echt dat we in 2023 een groot verschil kunnen maken.’’
(Tekst gaat door onder de foto)
Velsen Noord - Tata Steel directievoorzitter Hans van den Berg
© united photosWat merken de buren dan volgend jaar?,,Perceptie is een lastig iets. Als wij zeggen dat we bronnen van stank verminderen, maar je ruikt toch nog regelmatig iets, dan denk je: dat lukt dus niet. En dat kan ik me goed voorstellen. Ik denk dat met name de stofschermen - eind volgend jaar moeten ze er staan - merkbaar verschil gaan maken. Er moet nog wel een natuurvergunning voor komen. En oplossingen voor een aantal vraagstukken: hebben de vogels er last van? Wat is de impact op de natuur? Hoe compenseren we de stikstofuitstoot tijdens de bouw? Het moet allemaal netjes geregeld worden. Het is niet zomaar iets, die stofschermen worden 18 meter hoog.’’
Eind november had u bezoek van het Openbaar Ministerie. Er loopt een onderzoek naar eventuele strafbare gedragingen van Tata Steel Nederland. U zegt zelf: Tata wordt gezien als een van de grootste vervuilers van Nederland. Er zijn mensen die zelfs zeggen dat Tata een criminele organisatie is. Hoe is het om zulke beschuldigingen te krijgen?,,Nou, dat is moeilijk. Vooral omdat ik denk dat we hier naar beste eer en geweten bezig zijn, met het maken van producten die een meerwaarde hebben voor de samenleving. Dat moet beter en dat moet schoner, en zo snel mogelijk, maar de terminologie die soms gebruikt wordt, komt wel binnen. Dat kun je rustig zeggen, de beschuldiging ’criminele organisatie’ is verschrikkelijk. Het Openbaar Ministerie is bij Tata Steel langs geweest om een zogenaamde schouw te doen, om te kijken hoe bepaalde processen eruitzien. Ik denk dat het goed is dat ze zien hoe het werkt en wat de grootsheid van het proces is.’’
Is er enig inzicht hoe lang dat onderzoek gaat duren?,,Nee, we weten niets over de voortgang en of de aangiften tegen het bedrijf worden gevolgd door een rechtszaak. Ik zie het wel met vertrouwen tegemoet, maar het is ook een onzekere periode en het duurt lang. Dat maakt het niet gemakkelijker. Maar ik heb vertrouwen in het rechtssysteem. Ik lig er niet wakker van. Het zijn andere dingen die de hele tijd in mijn hoofd spelen. Zoals de voortgang van het groenstaalproject. De belangen zijn groot. En dan denk je: doen wij echt de goede dingen, gaat het wel snel genoeg, doen we het wel met de juiste partijen? We hebben veel stakeholders, doen we dat op de goede en optimale manier?’’
Over stakeholders gesproken: wij zijn benieuwd naar de rol van de Tata Steel in India, het moederbedrijf.,,India kijkt naar Nederland als een bedrijf dat zijn eigen broek op moet houden. We hebben een zelfstandige raad van bestuur en een eigen raad van commissarissen waar T.V. Narendran – de ceo van Tata Steel wereldwijd - als voorzitter in zit. De directie is verantwoordelijk voor de strategische ontwikkeling. We hebben de laatste 4,5 jaar geen dividend betaald, twee jaar verlies gedraaid en de winst van de andere jaren in onze eigen installaties gestopt, in het verhogen van kwaliteit.
En wij voorzien dat we de komende jaren ook al het kapitaal nodig zullen hebben voor vergroening. Als je het niet doet, die groene transitie niet maakt, heeft het bedrijf geen toekomst. We moeten die transitie maken. Als je de publieke opinie ziet, dan moet je gewoon als groot bedrijf zo hard mogelijk CO2 uit het proces zien te krijgen.’’
Het moederbedrijf wordt wel eens gezien als de kwaaie pier...,,Ja, daar zijn dingen over geschreven die in onze ogen niet kloppen, ik formuleer het voorzichtig. We hebben sinds de overname in 2007 de eerste tien jaar ongeveer 100 miljoen per jaar aan dividend betaald. Dat is voor een bedrijf van onze grootte niet zo vreemd. Er is een beeld geschapen dat er enorme geldstromen vanuit Nederland naar het zusterbedrijf in Engeland en naar India zijn gegaan - vele miljarden - dat is gewoon niet waar. Dan zou deze directie zijn werk niet goed gedaan hebben. En de laatste jaren hebben wij de gelegenheid gekregen het geld in het bedrijf te houden.’’
Laatst was de grote baas van Tata steel India in Nederland, maar hij ging alleen naar Den Haag. Hoe zit dat,,Het ging om een kennismakingsgesprek met het ministerie van Economische Zaken. En ik zat naast hem. We waren in gesprek over de staaltransitie. De Nederlandse overheid wil natuurlijk weten: wat is de commitment van Tata Steel. En omgekeerd wil het bedrijf weten waar het aan toe is: we staan voor hele grote transitie-uitgaven. Een bezoek aan de fabriek past niet altijd in de agenda. We spreken Narendran elke week, dat gaat makkelijk via Teams. Hij is ook vaak bij de vergaderingen van de raad van commissarissen. En af en toe gaat hij de site op.’’
Heeft Nederland staalindustrie nodig? We kunnen ook wel zonder.,,Laten we eerlijk zijn: de wereldwijde productstromen zijn enorm met elkaar verweven. Maar je ziet dat dat wat aan het veranderen is. Dat men denkt: ja, maar moeten we niet wat meer zelf maken: medicijnen, mondkapjes of staal. En dan komt er zo’n oorlog die niemand verwacht had, die een enorme impact heeft op de bevoorradingsketen. Alle aanvoerlijnen zijn met elkaar verweven maar ik denk dat dat meer lokaal gaat worden. Wij hebben een geweldige erfenis gekregen van onze voorgangers. Een bedrijf dat nu 104 jaar bestaat, en dat op een ideale plek gebouwd is.
We staan op droge grond, aan zee, boven NAP, hebben altijd over de hele wereld grondstoffen kunnen kopen en hebben goede aan- en afvoermogelijkheden. Deze hele configuratie die door onze voorgangers is opgebouwd is echt een ongelooflijk mooie erfenis. En ook nu nog zie je dat inderdaad de logistieke positie, met onze eigen zeehaven en het Noordzeekanaal, de wegen en spoorwegen, ideaal is. We klagen allemaal wel, maar dat is in grote delen van de wereld echt anders. De omgeving is ook groot geworden door het bedrijf.’’
Er is toch wel een betere plek? De Eemshaven of de Maasvlakte?,,Er zijn ook mensen die zeggen: we kunnen niet alles in Groningen doen, kerncentrales bouwen en al dat soort dingen. Wij moeten de verantwoordelijkheid nemen om het hier tot een succes te maken. Groen staal in een schone omgeving, dat is waar we zo hard en zo snel mogelijk naartoe willen. Dat is een lonkend perspectief. Ik denk dat we dan in de top van de wereld kunnen meedraaien. En dat de omgeving dan weer ongelooflijk trots op ons zal zijn.’’
Woont u over 10 jaar in een schoon Beverwijk?,,We zullen zien; ooit ga ik natuurlijk een keer met pensioen. Ik hoop dat ik de start van de nieuwe installaties nog mag meemaken. Je weet nooit of je wel gezond blijft maar dat is een sterke persoonlijke drijfveer. Ik heb de positie, ik kan er veel aan doen... We moeten echt grote stappen gaan zetten.’’
SteelsailorWat doet Hans van den Berg als hij niet werkt? Zeilen is een grote hobby, zie ook zijn Twitternaam: Steelsailor. ,,Ik hou van staal, ik hou van zeilen’’, zegt hij zelf. Maar zijn zeilboot is van polyester. ,,Zeilen vind ik geweldig maar mijn tijd is beperkt. Ik heb een paar mooie tochten gemaakt, met vrienden naar Engeland bijvoorbeeld. De boot betekent ontspanning. Soms ga ik zondagmiddag naar de boot, een beetje klussen, een beetje klooien. En dan denk ik: o, ik ga heel even liggen. En dan slaap ik twee uur op die boot om daarna weer naar huis te rijden. Kom ik thuis, vraagt mijn vrouw: is het gelukt met klussen? Ja hoor, zeg ik dan…’’
©
https://www.haarlemsdagblad.nl/cnt/dmf20221221_47414334-------
Deze ontboezeming van de sympathieke Tata Steel-baas Hans van den Berg geeft duidelijk aan
hoezeer de staalgigant velen in de IJmond en elders aan het hart ligt.
Het een en ander geeft dus ook te denken waar het sterk doorgeschoten milieukwesties betreft en angsten, die ten onrechte een negatief licht werpen over het intussen al meer dan honderd jaar oude bedrijf.
Wellicht heeft Tata Steel nog vele succesvolle decennia voor de boeg bij het realiseren van alle vereiste aanpassingen.
En geduld blijft een schone zaak!
Fijne Kerst!
Scjvb