Zoals de lieftallige
@Columbiafan reeds benoemde begint morgen de Vredeskoers, de belangrijkste rittenkoers op de kalender. Eindelijk traditioneel weer in mei, niet langer traditioneel op Altenberg. Voor de koers is dat waarschijnlijk beter, voor de referenties naar de prof niet zo. Dat is best jammer, want, tenzij je het echt opgaat zoeken in het Franse circuit, heel veel echte beklimmingen zijn er niet bij de junioren. De laatste twee jaar kon corona nog als reden genoemd worden, nu niet meer. Ze hebben het parcours van vorig jaar gewoon copy + paste gedaan, erg jammer. Dat gezegd hebbende gaan we hier kijken naar vijf etappes in vier dagen en de eindpodia hier zijn een vrij goede richtmeter naar later. Degenen die hier goed scoren, zie je vaak ook terug in een regenboog in september. Shocking, ik weet het. Klacht: Bob Jungels organiseert zijn wedstrijd gelijktijdig met deze. Nu volgt een hoop gebrabbel over fietsende jongens.
Laten we in het kader van een nieuwtje eens beginnen met de Portugezen. Hier vinden we de vliegende snor. Antonio Morgado is een gevestigde naam, maar stiekem is dit eigenlijk pas de derde keer dat hij zich komt meten in een internationaal peloton. De allereerste keer in een rittenkoers, zelfs. De vorige twee keren waren namelijk in Trento en Leuven. Inderdaad, de twee (inter)continentale kampioenschappen. De referenties zijn dus tamelijk miniem, maar we weten wel dat de tijdrit op dag twee in Trebenice hem niet echt ligt. Hij zal met andere woorden dus ergens tijd moeten gaan pakken. Dat kan in sprints, want hij is bijzonder rap en explosief, dat kan solo, want hij is het gewend om alleen te rijden en met een kwartier voorsprong binnen te komen. Wat was dat nieuwtje, vraagt u? Nou, later dit jaar zullen de Europese kampioenschappen gehouden gaan worden in Anadia, een gemeente precies tussen Lisboa en Porto in. U kunt wel raden dat de snor deze héél hoog op de agenda heeft gezet. Morgado zal hier gesteund worden door zijn Barraida ploeggenoot Gonçalo Tavares, ook een aardige coureur. Een paar niveaus lager, maar wat wil je. Stiekem vind ik dit een gevaarlijke klant, want dit doet me denken aan de tandem Simmons en Sheffield. Andere renners, maar zelfde recept. Tavares zou zomaar eens kunnen gaan profiteren. Wie verder Portugal zegt, zegt Barraida, maar er is er één voor wie dat niet opgaat: Tiago Santos. Een renner van Alcobaça, zowaar. Arme Tiago wordt net als iedereen steevast op minuten gereden door Morgado, maar eindigt wel altijd op het podium. Voor een eerstejaars lang niet gek.
De meeste sterren geef ik aan Emil Herzog. Niet zo vreemd, hij was hier vorig jaar, ondanks een valpartij op de eerste dag, 2e tussen Hagenes en Uijtdebroeks in. Dit seizoen al goed voor 5 overwinningen, maar dat vind ik eigenlijk niet zo boeiend. De situatie is nu wel iets anders dan vorig jaar. Toen was hij de underdog, ditmaal zal iedereen op zijn achterwiel gaan rijden. Een ander punt is dat we met nationale ploegen gaan rijden en dus kan hij niet rekenen op de Auto Eder brommers die de boel stil liggen. Maakt dat wat uit? Ik denk het eigenlijk niet. Zoals gezegd is het parcours gelijk aan dat van vorig jaar en dus kunnen we kijken naar de tijdrit van toen. Herzog werd die dag 5e, op een tiental seconden van Uijtdebroeks. Zelfs zonder significante progressie gaat hij op de meesten hier al een zaakje doen. Ook in de sprint hoeft Herzog voor niemand wakker te liggen, dus ik denk dat hier de eindwinnaar staat. Ter ondersteuning krijgt hij mee Mauro Brenner. Brenner, die naam ken ik. Ja, dit is het broertje van Marco. Hoe ik dit precies dien te verwoorden weet ik niet want zo geweldig gaat het niet met Marco momenteel, maar laten we zijn junioren zelve dan als uitgangspunt nemen. Mauro is ten opzichte van die Marco honderd klassen minder. Hij rijdt vooral lokaal in Duitsland en Oostenrijk en wil nog wel eens winnen, maar verwacht hier geen wonderen. Matteo Gross, dat zal de voornaamste Duitser worden om Herzog aan een overwinning te helpen. Hij geeft me enorme Lührs vibes, in de zin dat hij kan leunen op de Auto Eder dominantie om daarna gewoon direct prof te worden. Dit is geen informatie, maar een constatering. Goed renner desalniettemin. Max Märkl heeft vorig jaar ook een oké indruk achtergelaten. Volgens zover ik weet geen familie van.
De Belgische nationale ploeg oogt zeer sterk, maar had desondanks nog beter kunnen zijn. De veelgenoemde Vlad Van Mechelen is wederom van de partij en heeft een voorjaar achter de rug vergelijkbaar met Van Aert. Voldoende en/of goed, maar die grote vis ontbreekt. Hij is het dus eigenlijk aan zichzelf verplicht om hier eens of vaker te winnen. Zelfs een eindpodium hoort tot echt de mogelijkheden. Dan zal zijn tijdrit wel beter moeten zijn geworden, want daar verloor hij vorig jaar zijn voornaamste tijd. Wat dat betreft zou België ook kunnen gokken op Maxence Place en Duarte Marivoet, wiens ambities liggen bij klassementen. Duarte Marivoet, is dat dan de vreemdste namen hier? Neen, ik presenteer u Robbe Dhondt. Hoe spreek je dit uit? De Hond, Dont? Geen idee. In ieder geval recent ritwinnaar in Gipuzkoa, waar de finish lag in San Sebastian. Dan weet u wel hoe het profiel er die dag uit zal hebben gezien. Resumerend, dit zijn de namen die, in volgorde, achter hem eindigde: Van Mechelen, Morgado, Huising, Sentjens, Tavares. Dat spreekt voor zich. Niels Driesen is dan weer een wat saaiere naam, maar wel iemand om te volgen. Dit is namelijk een eerstejaars en hij eindigt overal vooraan. Zijn meest in het oog springende uitslag is een podiumplek in de Tour de la Pévèle. Dan denkt u hey, dat lijkt ergens op. Ja, deze wedstrijd gaat een keer of honderd over de gevreesde Mons-en-Pévèle, zij het in tegengestelde richting van wat wij kennen uit Roubaix. Tot slot dan nog een naam noemen, ook deze klinkt: het is Aaron Dockx, de veldrijder. Tevens ook meer dan dat, want dit is de nummer zeven van Roubaix. Dit is iemand die in België heel lang onverslaanbaar was en ooit Belgisch kampioen werd in de massasprint. Harde uitspraken ga ik over hem niet doen, want het is een stap in het onbekende, maar intrigerend is het wel. België kan op genoeg paarden wedden.
Zojuist genoemd is de Tour de la Pévèle, weet u wie de winnaars zijn van de afgelopen twee jaar? Elmar Abma en Menno Huising, hier aan de start voor
. Daarmee komen we ook aan bij een grote favoriet, want ondanks een zege dokkerend over de keien is Huising in de eerste plaats een ambiërend klimmer. Dat maakt het niet vreemd dat hij in Gipuzkoa een rit én het eindklassement won. Echter wil die wedstrijd ons ook niet alles zeggen. We weten namelijk nog steeds niet hoe de verhoudingen tussen hem en Morgado echt liggen. Twee keer eindigde ze in dezelfde tijd en door een gebrek aan bonificaties was dit ook direct de eindstand. Het verschil werd gemaakt door precies één positie. Het net iets dikkere voorwiel van Clement Sanchez voorkwam een identieke score tussen de twee. We gaan hier dus meer leren en ik kijk er erg naar uit. Elmar Abma zou, getuige de vlakte van de tijdrit, daar wel eens als winnaar uit de bus komen. Verwacht hier geen eindklassement van, want dit is een zware reus. Zijn voorjaar is behoorlijk in de soep gelopen, dus het wordt tijd voor revanche. Nederland brengt ook twee heel interessante eerstejaars naar voren. Mika Vijfvinkel staat bij zowaar twee ploegen onder contract. Hij verdedigt de kleuren van Proximus in het veld en die van AG2R op de weg. Referenties zijn miniem (wel twee keer 4e in Roubaix, trouwens), maar dit lijkt een renner voor de klassiekers te worden. De tweede eerstejaars is Mees Vlot, die wat beter omhoog gaat. Recent winnaar in Montes, dat is bepaald niet vlak. Voormalig Nederlands kampioen tijdrijden, bovendien.
Iedere juniorenwedstrijd tegenwoordig een alinea moeten wijden aan de Esten, dat maakt mij gelukkig, trots en blij. Ze zijn er weer en ze zijn weer goed. De razendsnelle Ragilo, de alleskunner Pajur, ze zijn er. Met Pajur hebben we het over de velodromejuicher. Heel even dacht hij namelijk Roubaix gewonnen te hebben. Helaas, Niels Michotte was allang binnen. Daar kunnen we om lachen, maar het geeft wel iets aan: er stond, na het wereldkampioenschap in Leuven, wederom een Est op het podium in een grote wedstrijd. Pajur was ook tweede in Montes, Pajur was ook tweede in Bohemia, Pajur is de winnaar van Flobecq. De werken van het fenomeen Frank Aron Ragilo zullen inmiddels gekend zijn, dus ik richt mij tot Oliver Ruster. Dit is een eerstejaars die vorig jaar, als nieuweling, indruk maakte in de wedstrijd van Ramunas Navardauskas. Kent u die nog? Zijn koers is een van de belangrijkste daar in de Baltische staten. Niet mis, dus.
Omdat ik geen zin meer heb om te typen, ga ik hierna ordinair aan name dropping doen. Ik wil namelijk afsluiten met een favoriet van mij. Want eindelijk, hij is weer van de partij. Mihajlo Stolic is gearriveerd. Deze gozer is snel. Een Serviër in een Hongaarse ploeg, dan begrijp je dat hij nergens aan de bak komt en dit soort mogelijkheden schaars zijn. Zijn programma is volkomen ruk. Grote druk op zijn schouders dus. Dat was vorig jaar echter ook het geval en toen wist hij iedereen radicaal uit het wiel te sprinten en een etappe te winnen. Nu volgt name dropping.
Pavel Novak, Milan Kadlec (Tsjechië), Kristian Egholm, Lucas Toftemark, Malte Hellerup, Frederik Lykke, Alfred Grenaae (Denemarken), Dario Igor Belletta, Tommaso Bessega, Alessio Delle Vedove (Italië), Mathieu Kockelmann, Niels Michotte (Luxemburg), Simen Evertsen-Hegreberg, Kasper Haugland, Jørgen Nordhagen (Noorwegen), Dominik Ratajczak (Polen), Neo Viking* (Zweden), Tomas Sivok (Slowakije), Thibaud Gruel, Noa Isidore, Colin Savioz, Léandre Lozouet (Frankrijk).
* Kan er geen reet van, maar gewoon een toffe naam
[ Bericht 0% gewijzigd door Koffieplanter op 05-05-2022 16:18:46 ]