Pieter Omtzigt was dinsdag in vorm tijdens het debat over de financiering van politieke partijen. ‘Als een partij giften accepteert van een miljoen – ik kijk even naar D66 – van 1,2 miljoen – ik kijk even naar het CDA – of businessclubs heeft – ik kijk naar de VVD –, dan kun je de schijn van belangenverstrengeling bijna niet ontlopen, want deze mensen hébben belangen.’ Eindelijk gaat de Kamer iets doen aan de Nederlandse folklore dat politici en bestuurders zonder controle in staat zijn hun eigen integriteit te bewaken.
Giften van gulle geldschieters leiden ook nog eens tot een ongelijk politiek speelveld. Jammer dat in dat verband de olifant in de Kamer niet werd genoemd, te weten het grote geld waarmee de Postcodeloterij aan politieke beïnvloeding doet. Niet direct via de partijkassen, wel via goededoelenorganisaties die allerlei vingers in de pap hebben. Omtzigt noemde als afschrikwekkend lobbyvoorbeeld ING, die zelf de wet schreef waarmee banken honderden miljoenen belastingvoordeel kregen. Maar wat te denken van de Klimaatwet, ingediend door Jesse Klaver en Diederik Samsom, waarvan de eerste versie uit de pen was gevloeid van Milieudefensie en Natuur & Milieu?
Beide clubs ontvangen ruimhartig miljoenen van de Postcodeloterij. Dankzij de steun van de loterij wist Milieudefensie bij de rechter af te dwingen dat Shell in 2030 de eigen CO2-uitstoot moet halveren, plus die van de klanten aan de pomp. Onlangs kregen 29 bedrijven, waaronder Tata Steel, Albert Heijn en KLM, van Milieudefensie dezelfde aanzegging. Afgelopen week schreef Ingrid Thijssen van VNO-NCW hierover een bezorgde brief in het FD. Als niet de politiek maar belangengroepen via de rechter de dienst gaan uitmaken, zijn Nederlandse bedrijven hun leven niet langer zeker, aldus Thijssen.
Milieudefensie, Urgenda of Vluchtelingenwerk combineren een bescheiden achterban met een ruim voorziene kas. Dankzij de Postcodeloterij, zelf bijna een multinational, met een jaaromzet aan loterijen van ruim een miljard. Oprichter Boudewijn Poelmann, nu met retraite, dankt er zijn plek in de Quote 500 aan. Ruim dertig jaar geleden besloot Poelmann het slaperige wereldje van de loterijen op te schudden. Hij was afkomstig van de ontwikkelingsorganisatie Novib, wat de blijvende voorkeur voor linkse liefdadigheid verklaart. Poelmann zocht het in organisaties die spektakel maken, BN’ers op televisie en een drammerige verkoopstijl. Al snel wisten Poelmann en zijn medefirmanten niet hoe ze het geld op kregen. Aanvankelijk was er forse kritiek op de combinatie van een mooi geweten met een bloeiende bankrekening. NRC schamperde over ‘de Bul Super en Hiep Hieper van de liefdadigheid’.
Die kritiek is allang verstomd. Het beginsel van Poelmann was: ‘Iedereen die ertoe doet, krijgt geld.’ Dat is nog altijd de toverformule. Duizelingwekkende dwarsverbanden tussen loterij, goede doelen, koningshuis, bestuurders en BN’ers maakten de Postcodeloterij onaantastbaar. Poelmann betaalde aan de inhuldiging van Willem-Alexander in 2013 meer dan de gemeente Amsterdam of het Rijk. Niet alleen Marjan Minnesma van Urgenda drinkt soms een kopje thee in het Torentje, in Syp Wynia’s internetkrant Wynia’s Week las ik dat ook Poelmann en Joop van den Ende al eens langs kwamen. Dat was in 2011, nadat in de formatie van Rutte I was afgesproken dat zou worden bezuinigd op cultuur en aidsbestrijding, en de vraag was of de Postcodeloterij niet kon bijspringen.
Zo maakt de politiek zich kwetsbaar voor de schijn van belangenverstrengeling. Twintig jaar geleden moest een loterij nog minimaal 60 procent van de inleg afdragen aan goede doelen. Dat percentage is een paar jaar geleden verlaagd naar 40 procent. De Postcodeloterij hield afgelopen jaar 225 miljoen euro over voor ‘de organisatie’. Ooit was er een akkefietje met Justitie over de licentie van de loterij. Poelmann laadde een bus vol prominenten, en toog naar Den Haag, waarop Justitie razendsnel inbond. Dit alles heeft Ineke Holtwijk opgetekend in haar boek De mannen van de droomfabriek (2015). Tegenwoordig is er nauwelijks reuring meer over de Postcodeloterij, domweg omdat iedereen die iets voorstelt, precies zoals Poelmann zei, aan de zegekar is gebonden.
Stichtingen die zeggen het algemeen belang te dienen, kunnen gek genoeg namens u en mij procederen. Dat doen Milieudefensie en Urgenda, momenteel dankzij de Postcodeloterij de machtigste lobby van Nederland. Thijssen van VNO-NCW maakte bezwaar, waarop ze van Donald Pols van Milieudefensie te horen kreeg dat er niets aan de hand is. Als bedrijven zich aan de wet houden, hebben ze geen centje pijn. Maar de rechter heeft zich zowel in de Urgendazaak tegen de staat als die tegen Shell niet op een specifieke wet gebaseerd, maar op de grondrechten die zijn vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Mensenrechten (EVRM). De belangrijkste zijn in dit verband het recht op leven en het recht op een ongestoord gezinsleven. Het probleem met grondrechten is dat ze nogal eens botsen. Zo is er ook een grondrecht op arbeid, dat in het gedrang komt als straks de diepste wens van menig activist van Milieudefensie in vervulling gaat en Tata Steel wordt gesloten. Het is om deze reden dat de rechter niet moet doen alsof hij politicus is. Knopen worden doorgehakt met steun van de kiezer, niet door een ongekozen rechter.
Daarom ook had de VVD in het verkiezingsprogramma van vorig jaar aanvankelijk geschreven dat rechters zich niet langer op het EVRM mogen beroepen. Vluchtelingenwerk (ruim voorzien van Postcodeloterij-geld) schoot meteen met scherp. De mensenrechten bruuskeren, het is een schande. De VVD wist niet hoe snel ze de keutel weer moest intrekken.
https://www.volkskrant.nl(...)ttps%3A%2F%2Ft.co%2F