[Wegwielrennen] #1 De enige sport die er toe doet.

quote:

Wout van Aert verkende woensdag samen met bondscoach Sven Vanthourenhout en Greg Van Avermaet het tijdritparcours van de Olympische Spelen. Nadien sprak hij samen met de andere Belgische wielrenners met de pers. “Ik voel mij beter dan verwacht”, stak Van Aert van wal. “Ik was natuurlijk erg moe zondagavond, daardoor heb ik wel goed kunnen slapen op de vlucht. De jetlag en de aanpassing aan het klimaat is tot nu toe goed meegevallen, al hebben we alleen maar rustige ritjes gedaan. Ik had verwacht dat ik veel vermoeider zou zijn.”

Van Aert reed woensdag voor het perspraatje met bondscoach Sven Vanthourenhout en Greg Van Avermaet op zijn tijdritfiets over de Fuji speedway in Gotenba. “Ik heb het tijdritparcours vandaag volledig verkend. Morgen ga ik de Mikuni Pass en de Fuji klim bekijken van de wegrit. De finale van de wegrit heb ik vandaag automatisch gezien want dat is een beetje hetzelfde als op het circuit hier. Het valt op dat het hier nergens vlak is, ook de finale is nog lastig op en af. Maar als ik mijn ploegmaats mag geloven, denk ik dat vooral die twee klimmen het heel zwaar gaan maken.”

Zijn ijzersterke Tour wordt Van Aert zowel in de tijdrit als in de wegrit naar voor geschoven als ��n van de topfavorieten. “Procentueel maak ik meer kans in de tijdrit omdat je daar alles in de hand hebt. Als je goed voorbereid bent en je hebt goeie benen, dan kom je automatisch op het niveau uit dat je gewend ben. De wegrit is meer onvoorspelbaar. Het kan best zijn dat ik mij zaterdag super voel, maar dat ik met lege handen achterblijf. Dat gebeurt zo vaak in de koers. Ik bekijk het als een h��l grote kans. Ik heb de benen ervoor, maar ik ga mij zeker niet de druk opleggen dat het nu moet gebeuren.”

“Als ik het tijdritparcours zelf mocht tekenen had ik het zeker makkelijker gemaakt”
Toch is Van Aert niet helemaal tevreden met het tijdritparcours dat hij woensdag aantrof. “Als ik het zelf mocht tekenen had ik het zeker makkelijker gemaakt. Het is in principe te lastig. Er is ��n stuk van vijf kilometer oplopend en aansluitend vijfhonderd meter die echt steil zijn. Daar heb ik mijn gewicht tegen ten opzichte van Remco Evenepoel en Primoz Roglic bijvoorbeeld. Ik geef mij niet op voorhand gewonnen, maar het is zeker veel lastiger dan het parcours van de tijdrit in de Tour die ik won. Het is moeilijk om in te schatten wie de grote favorieten zijn. Ik zou Roglic zeker als favoriet naar voor schuiven als ik wist dat hij honderd procent was. Remco ook. Ik denk dat het voor Ganna een beetje hetzelfde is als voor mij. Ook Rohan Dennis is een vraagteken. Veel mijn concurrenten reden de Tour de France niet, dus kan je het moeilijk afmeten.”

“Ik focus mij nu eerst op de wegrit. Als ik zie hoe ik herstel in de Tour, dan moeten die drie dagen die ertussen zijn zeker genoeg zijn om opnieuw top te zijn tegen de tijdrit. Ik denk dat het combineerbaar is om van beiden een groot doel te maken.”

“Remco hoeft op die Mikuni Pass zeker niet te wachten op mij”
Of Van Aert zaterdag al de grote topfavoriet is? “Voor mij is dat Pogacar, maar ik zal wel ��n van de favorieten zijn zeker? Ik vrees niet dat de andere landen vooral naar Belgi� zullen kijken, maar het is wel logisch dat ze ons in de gaten zullen houden. Dat is elke koers zo.”

In de Belgische ploeg moet Van Aert wel het kopmanschap delen met Remco Evenepoel. “De rolverdeling tussen mij en Remco is duidelijk. We hebben allebei een beschermde rol. Remco hoeft op die Mikuni Pass zeker niet te wachten op mij. Als hij daar met de besten meekan, dan is dat alleen in zijn voordeel en dat van de ploeg. Ben ik er daarna nog bij of in de buurt, dan denk ik dat ik wel iets meer kans heb om de koers af te maken. We moeten gewoon een goed plan maken hoe we de koers het best aanpakken. Voor mij zal alles afhangen van hoe ik over die Mikuni Pass geraak.”

Van Aert start zaterdag uiteraard wel met het vertrouwen in het zenit na dubbele winst (tijdrit/ Champs-�lys�es) in het slotweekend van de Ronde van Frankrijk. “Het laatste weekend van de Tour was een beetje surrealistisch. En dan meteen vertrekken naar Tokio, dat was wel goed om de decompressie tegen te gaan. Zo dacht ik meteen aan de Spelen en niet te veel aan wat er gepasseerd is. Het is altijd goed om in de winning mood te zitten. Dat geeft het vertrouwen om het af te maken. Als je enkel via training jezelf voorbereidt ben je conditioneel top, maar dan zijn er toch meer twijfels.”

“De hitte is zeker geen vijand”
De temperaturen halen in Japan de voorbije dagen vlotjes de dertig graden. Kan de hitte een bondgenoot zijn voor Van Aert? “Het is zeker geen vijand voor mij. Ik kan goed met de warmte om. Je voelt wel dat het helemaal iets anders is dan bij ons. Die vochtigheid maakt toch een groot verschil. Dat wordt zeker een factor en er gaan zeker jongens daardoor erdoor zakken, maar ik denk wel dat ik daar goed mee kan omgaan.”

”Het doet me wel iets om op de Olympische Spelen te zijn. Ik keek als kind van s’ ochtends tot ’s avonds alle sporten van de Spelen. Ik krijg van Greg (Van Avermaet, nvdr.) ook veel mee over hoe het is om in het olympisch dorp te zijn, dat is natuurlijk wel helemaal anders. Ook door corona natuurlijk. Ik ben ook nog nooit in Japan geweest, dus het is gewoon al leuk om hier rond te fietsen en toch een klein beetje cultuur mee te krijgen. Ik vind het wel bijzonder. Een olympische titel in het wielrennen plaats ik een beetje op gelijke hoogte met een wereldtitel of de Ronde van Vlaanderen. Met dat verschil dat zo’n olympische titel vier jaar meegaat.”

Mauri Vansevenant: “Ik denk dat er rare dingen zullen gebeuren”
Amper ��n jaar prof en toch staat Mauri Vansevenant zaterdag aan de start van de olympische wegrit. “Het is een parcours dat me ligt”, aldus de West-Vlaming van Deceuninck – Quick-Step. “Het zijn allemaal brede wegen zodat er niet hoeft gewrongen te worden en ook de warmte is normaal niet in mijn nadeel. Maar het zal wel een loodzware wedstrijd worden waarbij op het eind ieder op zijn plaats terechtkomt.”

Over zijn opdracht is Vansevenant duidelijk. “Ik zal Remco en Wout zolang mogelijk moeten bijstaan en eventueel nog iets doen in de finale. Beetje controle houden, onverwachte wendingen oplossen. Tegenover de concurrentie zou het een voordeel zijn als we nog met een paar man samenzitten om de mentale druk hoog te houden.”

Alles draait rond de kopmannen, weet Vansevenant. “Ik denk dat ze allebei in heel goede conditie zijn en dan is er heel veel mogelijk. Remco heeft hier echt naartoe geleefd en Wout heeft een Tour gereden waarin hij alleen maar sterker werd. We staan dus met twee renners aan de start die het kunnen, hopelijk lukt het ook. Maar er kunnen er maar drie op het podium staan en we zijn heus niet het enige sterke team: Itali�, Spanje… Het is moeilijk om vooraf te zeggen wie op het podium zal staan.”

Vansevenant is al sinds vorige week in Japan en maakte van de gelegenheid gebruik om de laatste honderdvijftig kilometer van het parcours te verkennen. “H��l zwaar en zeker ook de hitte mag je niet onderschatten. Het zal toch een wedstrijd worden van ongeveer zes uur. Na verloop van tijd begin je moeilijker te eten en te drinken en dan gaat de aftakeling nog zoveel sneller. Ik denk dat er rare dingen zullen gebeuren. De Mikuni Pass? Je kan het moeilijk met iets vergelijken met wat wij kennen. Zeven kilometer aan tien procent, daarvoor moet je al naar de Alpen aan maar daar zijn ze wat langer en minder steil. Eens je aan het klimmen bent, kom je tussen de bomen en valt de wind volledig weg. Dan begin je echt te zweten en wordt het afzien tot en met.”

De kleine Mauri is niet de eerste van de familie die onder de olympische ringen mag presteren. Ook vader Wim was van de partij op de Spelen van Athene (2004, red). “Maar ik heb hem niks gevraagd”, lacht Mauri. “Je kan beide wedstrijden niet vergelijken. Elke wedstrijd is anders en we zijn intussen zeventien jaar verder. Maar voor mij is het alvast een fantastische ervaring. De kans is re�el dat ik nooit nog op de Olympische Spelen geraak want moet allemaal wat meezitten: parcours, conditie… Ik probeer er zoveel mogelijk van te genieten en dat lukt me redelijk goed.”

Greg Van Avermaet: “Logisch om hier te rijden in functie van twee kopmannen die heel sterk zijn”
Titelverdediger Greg Van Avermaet (36) heeft er naar eigen zeggen geen moeite mee om dit keer niet als kopman uitgespeeld te worden. “Mijn conditie is minder dan vijf jaar geleden en in de Tour heb ik ook geen bevestiging gekregen dat de topvorm er is. Het is dus logisch om hier te rijden in functie van twee kopmannen die heel sterk zijn. Wout heeft bewezen dat hij in supervorm zit. Wat hij in de Tour gedaan heeft, is ongezien. Op elk parcours zou hij zijn kans hebben. Remco is een geval apart. Hij is een supertalent en hij vindt hier een parcours op zijn maat. Maar hij heeft natuurlijk geen referenties uit voorbije koersen. Hij heeft hier wel hard naartoe gewerkt dus ik denk wel dat hij in orde gaat zijn.”

“Voor mezelf ben ik vooral blij om er terug bij te zijn. Het zijn mijn derde Spelen en het is altijd een eer. Mijn olympische titel van Rio is een herinnering voor het leven. De Olympische Spelen gaan over alle sporten en alle landen heen. Je wordt er veel meer op aangesproken dan op een zege in pakweg Parijs-Roubaix. Mijn exacte rol moet nog besproken worden, maar ik schik mij naar de ploegtactiek. De ploeg is sowieso sterker dan in Rio. Een olympische wedstrijd is moeilijk te vergelijken met een gewone wedstrijd. Geen oortjes, een kleiner peloton, ploegen van vijf man, veel renners die niet gewend zijn om World Tour te rijden… Het wordt een heel open koers, moeilijk te controleren. Aanvallend koersen, zoals Wout graag doet, is hier zeker een voordeel.”

Tiesj Benoot: “Het wordt zaak om Wout en Remco fris aan de laatste klim te laten beginnen”
Tiesj Benoot (27) verdween anoniem en met rugpijn uit de Tour maar oogt hier weer een stuk beter. “Ik ben na de Tour ook nog een paar dagen naar Malaga getrokken om wat te wennen aan de warmte. Uiteraard ben ik gemotiveerd: met twee topfavorieten aan de start zijn, dat is toch iets uniek voor een land als Belgi�. Wij zijn met drie renners om hen zo goed mogelijk te ondersteunen, dat motiveert automatisch.”

“Ik zie geen probleem met het feit dat we twee kopmannen hebben, integendeel. Wout heeft zijn spurt, Remco is misschien iets beter bergop, ze hebben elk hun wapens. Het wordt zaak om hen fris aan de laatste klim te laten beginnen. We hebben die een eerste keer verkend en het is �cht lastig. Een beetje te vergelijken met een van die laatste beklimmingen in San Sebastian, maar dan dubbel zo lang. Er gaan niet veel renners samen bovenkomen.”

“Andere favorieten inschatten is moeilijk. Veel renners komen uit de Tour, vaak is dat top of flop. En dan komt er nog een jetlag bovenop. Op basis van de Tour is Pogacar de te kloppen man, Wout ook natuurlijk. Pogacar gaat misschien wel last hebben van decompressie, vorig jaar was hij ook niet top op het WK. Maar er zijn nog favorieten hoor. Ik kwam daarnet de Britten tegen op training: Thomas, de broers Yates, Hart… dat is ook geen misse ploeg hoor.”