Nou jongens, dat was me de presentatie wel. Geen wielrenners aanwezig, maar wel een aantal coryfeeën. Onder de bezielende leiding van Pedro Delgado en Carlos de Andres namen Oscar Freire, Miguel Indurain en Oscar Pereiro samen het parcours met ons door.
Laten we het parcours eens even grondig inspecteren.
14 augustus - Etappe 1: Burgos - Burgos (ITT)We trappen af met een tijdrit van acht kilometer. Een korte tijdrit, maar toch een enigszins lastige tijdrit. Een proloog, zo u wilt. Starten doen we dus in de kathedraal van Burgos die 800 jaar bestaat, had iemand dat al gezegd? Tijdens de tijdrit klimmen we naar het kasteel van Burgos, bekend van de eerste etappe van de Ronde van Burgos. Tijdens die ronde eindigen we steevast bij het kasteel, een vrij lastige aankomst is dat altijd. Nu mogen de renners tijdens deze korte tijdrit omhoog. Er liggen wat bergpunten op de top, erg geinig. Daarna snel naar beneden om vervolgens na een rondje door de stad weer ergens in de buurt van de kathedraal te finishen.
15 augustus - Etappe 2: Caleruega - Gamonal (Burgos)Lang was het verhaal dat de tweede rit van start zou gaan in Burgos en zou eindigen in Santo Domingo de Silos, maar gisteren veranderde dat verhaal ineens. 's Avonds pas, na mijn vorige post natuurlijk, klootzakken. Caleruega zou de startplaats van de derde rit zijn, maar is nu de startplaats van de tweede rit geworden. Over voornamelijk vlakke wegen rijden we daarna terug naar Burgos, waar de finish ligt in een buitenwijk. Gamonal, dus. Het zal sprinten worden. Hoewel de wind hier eventueel iets zou kunnen doen, als we mazzel hebben.
16 augustus - Etappe 3: Santo Domingo de Silos - Picón BlancoSanto Domingo de Silos is dus uiteindelijk niet de finishplaats van de tweede rit, maar de startplaats van de derde rit. Aan de aankomst van deze derde rit zal niets veranderen, we gaan daadwerkelijk voor het eerst in de Vueltageschiedenis naar de Picón Blanco. Een redelijk eenvoudige rit, men wil het de renners klaarblijkelijk niet meteen te moeilijk maken. Een onvervalste unipuerto, al is de Alto de Bocos nog wel een vervelend obstakeltje met een tweetal steile kilometers. De Picón Blanco is lastig genoeg om voor wat verschillen te zorgen. Geen slechte berg om de Vuelta mee te beginnen. Met 203 kilometer is het wel meteen de langste rit van de Vuelta, de enige boven de 200 kilometer. Al wil de Vuelta nog wel eens wat dingen aanpassen. Er zijn nog een aantal andere ritten rond de 190 kilometer, daar kunnen zomaar een paar kilometer verdwijnen of juist weer bij gaan komen.
17 augustus - Etappe 4: El Burgo de Osma - Molina de AragónToch de vierde etappe, uiteindelijk. Gisteren was het gerucht nog dat dit pas de vijfde rit zou zijn, maar nee, na de aankomst op de Picón Blanco volgt er een redelijk lange verplaatsing en gaan we verder in het fraaie El Burgo de Osma. De aankomstplaats is eveneens zeer fraai. Niet in Aragón dus, ondanks de naam. Wel in de provincie Guadalajara, daar waar het stevig kan waaien. Als dat nu ook het geval is krijgen we met een bijzonder leuke rit te maken. Als dat niet het geval is hebben we in ieder geval op z'n minst een typisch Spaanse aankomst. In de straten van Molina de Aragón loopt het nog op. Die mogelijkheden waren er, en daar maken ze uiteraard gebruik van. Deze Vuelta biedt meer mogelijkheden voor de sprinters dan normaal, in het kader van de
balans, maar dit zou ook zomaar weer iets voor de puncheurs kunnen zijn. Even afwachten op het exacte parcours, dat duurt nog wel een paar maanden.
18 augustus - Etappe 5: Tarancón - AlbaceteNa weer een lange verplaatsing gaan we verder in Tarancón, waarna er een vrij rechte en vlakke tocht volgt richting Albacete, de grootste stad van Castilië-La Mancha. Een klassieke stad voor de Vuelta, er kwam hier al een keer of 20 een rit aan. We bevinden ons hier in de buurt van de geboortegrond van Oscar Sevilla, altijd mooi meegenomen natuurlijk. Het kan hier ook stevig waaien. Zo niet, dan gaan we gewoon sprinten. Dit was wel een van de gaten in mijn schema, maar als je het profiel van de rit bekijkt snap je wel waarom niemand de moeite heeft genomen hier veel aandacht aan te besteden.
19 augustus - Etappe 6: Requena - Alto de la Montaña de CulleraNog een gat in het schema. Een iets leukere invulling dan de vorige rit, we worden na een tocht langs de kust getrakteerd op een aankomst op een heuvel bij een kasteel. Een stevig muurtje van anderhalve kilometer, ze weten het altijd wel weer te vinden in Spanje.
20 augustus - Etappe 7: Gandía - Balcón de AlicanteGandia klopt, een aankomst in Bernia dan weer niet. Het is een andere klim in de omgeving geworden, Balcón de Alicante. Een paar jaar geleden zagen we een aankomst op Balcón de Bizkaia, nu krijgen we te maken met een ander balkon. Dit balkon is iets minder lastig, maar nog steeds vrij pittig. Bernia was een kilometer of vijf aan 11% geweest, deze klim zou een kilometer of vier aan 8% moeten zijn. In feite is het nog iets lastiger, want dat ding is zo onregelmatig als wat. Paar vlakke stukjes en stukjes in dalende lijn tussendoor. Daar waar het omhoog gaat is het ook meteen buitengewoon lastig. Onderweg komen we meer klimmetjes tegen, best een pittig ritje stiekem. De Puerto de Tudons is wel een bekende, de rest gaan we over een paar maanden nog maar eens bestuderen. In ieder geval weer een nieuwe aankomst. In deze omgeving ligt ook Xorret del Cati, je hebt talloze van dit soort grillige klimmetjes in deze regio. Escartin heeft weer lekker gegrabbeld in de grabbelton der steile puisten.
21 augustus - Etappe 8: Santa Pola - La Manga del Mar MenorEen dag die bijna volledig langs de kust wordt afgewerkt. We beginnen in de regio Valencia en eindigen in de regio Murcia, bij Valverde thuis. Uiteraard ontbrak Valverde niet tijdens de presentatie, met een vrij matige verbinding trapte hij wat open deuren in. Het parcours is alvast
muy duro, je verwacht het niet. Hij doet in principe mee aan de Vuelta en kijkt vooral uit naar deze rit en de volgende. Deze rit eindigt bijna thuis, de volgende rit is ook niet ver van de deur. Maar goed, naar wij aannemen wordt dit geen rit voor Valverde. Sprinten. Tenzij het waait, dat doet het in deze regio wel eens vernam ik tijdens de presentatie.
22 augustus - Etappe 9: Puerto-Lumbreras - Alto de VelefiqueDe eerste week sluiten we af met een stevige bergrit. We gaan van start in Murcia en bekijken daarna een aantal bergen in Andalusië. Startplaats Puerto Lumbreras zat blijkbaar ook in de Vuelta van 2018, mooi, dat gaat mij weer wat schrijfwerk schelen. Enfin, een flinke bergrit dus. De Alto Collado
Venta Luisa is een kilometer of 30 lang, al is het gemiddelde percentage van iets meer dan vier niet direct heel aansprekend. Deze berg brengt ons in de buurt van de top van Calar Alto, maar die berg waar de Vuelta in 2017 aankwam gaan we net niet helemaal bereiken. Wel het hoogste punt van deze Vuelta, blijkbaar. Netjes onder de 2000 meter. We dalen af richting de kust en gaan daarna via een ander kort klimmetje naar de Velefique, waar voor het laatst in 2009 een rit aankwam. Toen was ONZE Robert Gesink bijna de winnaar, hij reed Valverde en de rest mooi uit het wiel. Helaas voor hem kwam hij niet meer in de buurt van Hesjedal en de grapjas David Garcia Dapena, waardoor hij het met een derde plaats moest doen. De Velefique zagen we daarna in 2017 in de Vuelta, als opwarmertje richting het observatorium van Calar Alto waar Superman Lopez richting de sterren vloog. Prima rit joh, niks meer aan doen. Warempel nog een behoorlijke lengte ook.
24 augustus - Etappe 10: Roquetas de Mar - Rincón de la VictoriaNa de eerste rustdag gaan we verder in Andalusië, waar helaas geen aankomst bergop bij Los Reales op het programma staat. In plaats daarvan rijden we de ganse dag langs de kust, waarna er pas in de finale een klimmetje op het parcours ligt. Pittig klimmetje wel, een kilometer of vijf aan 9% gemiddeld. Steile kilometer tussendoor aan 11%. Na de klim is het 15 kilometer fietsen tot de finish, voornamelijk in dalende lijn. Dit zal normaal gesproken een dag voor de vluchters zijn, niet direct heel spectaculair.
25 augustus - Etappe 11: Antequera - Valdepeñas de JaénEen terugkeer naar Valdepeñas de Jaén, dat gerucht berustte dus op waarheid. In 2010 debuteerde de debiel steile muur van Valdepeñas, iedereens favoriete renner Igor Antón won toen glorieus. Eén jaar later keerde de klim al terug, toen ging de zege naar Joaquim Rodriguez, toch wel de grootste specialist op dit soort debiel steile klimmetjes in die jaren. Twee jaar later volgde de voorlopig laatste aankomst in Valdepeñas de Jaén, opvallend genoeg ging die rit ook van start in Antequera. Na het steilste gedeelte in Valdepeñas de Jaén sloegen de renners toen rechtsaf in plaats van linksaf in het dorp, men had een nóg steilere straat gevonden. Dani Moreno won toen, ook wel een specialist in die jaren. Benieuwd wat we dit jaar gaan doen, naar links of naar rechts? Benieuwd ook welke Spaanse springveer dit jaar wint, het is eigenlijk wel tijd voor een laatste kunstje van Valverde. In de Vuelta van 2017 reden we onderweg naar Sierra de la Pandera ook nog even door Valdepeñas de Jaén, maar na acht jaar vond men het dus weer eens tijd voor een aankomst. Kan gewoon. Ik neem dus ook wel aan dat iedereen weet dat we het hier over klimmen aan meer dan 20% hebben. Anders kom je er vanzelf wel achter.
26 augustus - Etappe 12: Jaén - CórdobaHey, dit gerucht klopte dus. Van Jaén naar Córdoba, op zich niet de meest interessante rit van allemaal. Córdoba is ook wel een klassieker in de Vuelta, al dateert de laatste aankomst alweer van 2014. Toen won John Degenkolb, een renner van zijn type zal het tijdens deze rit lastiger gaan hebben. Een dubbele beklimming in de finale. De tweede klim heet blijkbaar de Alto del 14%? Creatieve naam wel. Meer hoeven we waarschijnlijk ook niet te weten. Hoewel ik na een korte zoektocht vermoed dat de 14% vooral slaat op het steilste gedeelte van de klim en zeker niet op het gemiddelde. Maarja, lijkt me een ritje voor de vluchters dus dit zoeken we later helemaal uit. Al kom ik een paar uur later tot de conclusie dat m'n geheugen me lelijk in de steek laat, want tijdens die rit in 2014 zat deze klim van 14% ook in het parcours. Toen wel slechts één keer, deze finale is door de dubbele beklimming een stuk lastiger. Ook in 2011 zat deze klim in het parcours toen we aankwamen in Córdoba, bij die gelegenheid voerde Liquigas een prachtig showtje op. Een mooi showtje nu zou ook leuk zijn, maar ik blijf bij mijn mening dat dit een rit voor de vluchters zal zijn. Na één beklimming van de Alto del 14% blijven er al praktisch geen sprinters meer over, als we twee keer zo'n klim moeten bedwingen heeft geen enkele sprinter nog zin in.
27 augustus - Etappe 13: Belmez - Villanueva de la SerenaGeen start in de stad Córdoba, maar in Belmez, een klein dorpje met een kasteel dat wel in de provincie Córdoba ligt. Deze rit zou eindigen in Don Benito, maar het is uiteindelijk Villanueva de la Serena geworden. Deze stad ligt wel in de buurt van Don Benito en we rijden tijdens de finale van de rit ook door Don Benito. We komen derhalve nog steeds aan in Extremadura, een regio die vaak genegeerd wordt. Dit jaar niet, nee, het is feest in Extremadura. In Villanueva de la Serena, waar de lokale specialiteit blijkbaar de tortilla is, komen we voor het eerst aan. Het wordt een vlakke rit, de sprintertjes hebben het behoorlijk goed voor elkaar tijdens deze Vuelta.
28 augustus - Etappe 14: Don Benito - Pico VilluercasToch nog Don Benito. Niet als aankomstplaats, maar plaats van vertrek. Tijdens deze rit blijven we in Extremadura, zoveel luxe hebben ze nog nooit gehad in deze armzalige regio. Een nieuwe aankomst bergop voor de Vuelta, Pico Villuercas. De klim ziet er werkelijk schitterend uit. Escartin en Kiko Garcia hebben de klim al verkend, de beelden werden getoond tijdens de presentatie. Fraaie beelden, terwijl 16 kilometer aan 6,5% op zichzelf al vrij verleidelijk klinkt. Ik was wel bevreesd voor een unipuerto, maar men heeft het parcours toch iets spannender weten te maken. We bedwingen de Pico Villuercas eerst van de andere kant, die nogal de moeite waard schijnt te zijn. Drie kilometer aan 13%, jawadde.
Hormigón ook nog eens, zo'n vervelende betonweg. Dat gaat alvast pijn doen. Vervolgens rijden de renners naar beneden en gaat het via een lus die volgens mij iets korter had kunnen zijn weer omhoog. Hoe dan ook, een beter ontwerp dan verwacht. Al kan het altijd beter natuurlijk. Zo had deze rit ook best iets langer mogen zijn, maar goed. Een nieuw klim, in een gebied waar we zelden komen. Top.
29 augustus - Etappe 15: Navalmoral de la Mata - El BarracoDit gerucht klopte dus helemaal. Het parcours is alleen veel beter dan ik had verwacht. Amai, dit mag er zijn zenne. Een ideaal parcours voor een vroege aanval. La Centenera is een klim die blijkbaar nog nooit is gebruikt, met 15 kilometer aan iets meer dan 5% is die klim alvast de moeite waard. Na de Puerto de Pedro Benardo moeten de renners over de Puerto de Mijares, die 20 kilometer lang is, gemiddeld gaat ook deze aan iets meer dan 5% omhoog. Wellicht had de klim een paar steilere kilometers kunnen gebruik om echt ideaal terrein te vormen voor een aanval, maar we kunnen niet alles hebben. Na een vrij lange afdaling en een stukje vlak volgt er nog een klim van 7 kilometer, die niet buitengewoon lastig lijkt te zijn. Een paar kilometer aan 6%. Daarna een korte afdaling en dan komen we uit op de geboortegrond van Sastre en Jimenez. Victor Sastre, welteverstaan. De vader van Carlos, welhaast een heilige figuur in deze omgeving dankzij zijn fietsschool. Carlos groeide op in de buurt van Madrid, maar genoot later wel zijn opleiding als wielrenner in El Barraco. Nu nog steeds zijn thuisbasis, het mag daarom geen verrassing heten dat de voormalig winnaar van de Tour heeft geholpen bij het ontwerpen van deze rit. Laatste rit van de tweede week, geen enkel excuus om je in te houden. Het zou fantastisch zijn als we hier al koers zien op de Mijares, als iemand de Jimenez in zichzelf naar boven haalt. Hoewel de beklimmingen qua percentages dus niet heel schokkend zijn. Derhalve zou het ook heel goed kunnen dat we vooral naar de Sastre in de renners gaan kijken en dat het dus nogal saai wordt. Een ode aan Chava Jimenez of een ode aan Carlos Sastre? Laten we het een keer positief bekijken en uitgaan van een ode aan Jimenez. Het kan. In ieder geval sowieso prettig om een keer een bergachtige rit te hebben zonder aankomst bergop, dat zou de Vuelta in principe nog wel vaker mogen proberen. Een langere klim en daarna nog een kortere klim is ook een recept dat we vooral kennen uit de Giro, werkt daar vaak behoorlijk. Wellicht dat het in Spanje ook kan werken, in ieder geval de moeite van het proberen waard.
31 augustus - Etappe 16: Laredo - Santa Cruz de BezanaNa de tweede rustdag bevinden de renners zich opeens in Cantabrië. We zien dit jaar zowaar een groot deel van Spanje. Geen Baskenland, dat is wel buitengewoon jammer. We zullen een jaar moeten wachten. Enfin, deze rit zou eigenlijk eindigen in Soto de la Marina maar het is Santa Cruz de Bezana geworden. Maakt verder vrij weinig uit, want we bevinden ons nog steeds aan de Cantabrische kust. In principe een rit voor de sprinters, al komen we in het binnenland wel nog een paar klimmetjes tegen. Stelt niet gek veel voor, dit wordt ondanks een paar heuveltjes onderweg een massasprint.
1 september - Etappe 17: Unquera - Lagos de CovandongaJa, dit gerucht klopte dus helemaal. Start in Cantabrië, daarna gaan we klimmen in Asturië. De organisatie heeft zowaar iets van deze rit weten te maken. Normaal stelt zo'n rit richting Covadonga niets voor. Mirador del Fito, hooguit. Dit jaar hebben ze warempel een andere klim gevonden. Een noviteit, naar verluidt. La Collada Llomena, om het debuut te vieren mogen de renners er meteen twee keer overheen. Een kleine acht kilometer aan 9% gemiddeld, dat is straffe kost. Eén ander probleem blijft wel bestaan: dicht bij Covadonga is er niet veel te vinden. Zelfs met de toevoeging van deze dubbele beklimming blijft dat zo, na de tweede keer op de top van de Collada Llomena is het 45 kilometer fietsen tot de voet van de klim naar Lagos de Covadonga. Daardoor gaan de eerdere beklimmingen niet veel opleveren, behalve dat de renners iets vermoeider richting de slotklim trekken. Met 181 kilometer is de rit ook nog eens relatief lang. Op zich ben ik eigenlijk best wel tevreden met deze rit. Je weet dat Covadonga een flopshow gaat worden, zeker omdat de volgende rit enorm zwaar gaat zijn. Maar met de toevoeging van een nieuwe klim en een redelijk acceptabele lengte valt deze rit te accepteren als investering. Er gaat hier helemaal niets gebeuren, maar de renners worden wel een beetje uitgeput met het oog op de volgende dag. Deze rit zelf wordt voor de vluchters, noteer maar vast. Covadonga wordt ook te vaak gebruikt. Nee, het is geen Spaanse Alpe d'Huez of wat je er ook van wil maken. Of nouja, ergens ook weer wel. We zitten er niet op te wachten en dringen er ook niet op aan. Maar goed, als het moet, dan maar zo.
2 september - Etappe 18: Salas - Alto de GamoniteiroJAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
Eindelijk.
De Gamoniteiro. Het is zover jongens. Het is eindelijk gelukt. Mijn leven is compleet.
Altu d’El Gamoniteiru, zo moet je dat in het Asturisch noemen, wij houden het maar gewoon op de Gamoniteiro. Een beul van een klim, dat heb ik sinds 2014 aan iedereen duidelijk proberen te maken. In 2021 gaat het dan eindelijk gebeuren, iedereen gaat deze klim ontdekken. Ik heb er zin in jongens, dat willen jullie niet weten. Ik zit te popelen. De rit zelf is ook gewoon prima. Het is eigenlijk het makkelijkste parcours, met alle voor de hand liggende klimmetjes. Helemaal niks mis mee. Precies zoals de geruchten waren, maar dat is helemaal goed. We pakken de San Lorenzo mee, die kennen we. Daarna bedwingen we de Cobertoria langs de andere kant, die klim kennen we ook allemaal. We rijden Pola de Lena binnen, waarna we via een omweg richting de voet van de Angliru rijden. Maar die klim laten we dit jaar een keer links liggen, in plaats daarvan bedwingen we de Cordal van een minder bekende kant, waarna we weer terug zijn in Pola de Lena, alwaar we beginnen aan de Cobertoria van de zwaarste kant. Vlak voor de top van de Cobertoria slaan de renners dan rechtsaf, waarna het nog eens zes kilometer loeiend steil omhoog gaat over een geitenpad. De Gamoniteiro. TOPSHOW. Is het al 2 september? Relatief korte rit, maar dat is in dit geval geen bezwaar, eerder een pluspunt. Loodzware rit, een combinatie van San Lorenzo en Cobertoria is altijd al de moeite waard, maar daarna nog de Cordal en de Gamoniteiro, dat mag er zijn hoor. Hier gaan we spektakel voorgeschoteld krijgen, al zullen we voor dat spektakel waarschijnlijk wel moeten wachten tot op de Gamoniteiro zelf. Maar dan wordt het smullen. Oh oh oh jongens. Schitterend.
3 september - Etappe 19: Tapia (@Slobeend) - Monforte de LemosHelaas kan het niet alle dagen feest zijn. Dit is dan weer een rit van drie keer helemaal niks. Het begint nog goed, flink wat heuveltjes in de buurt van Renato. Maar daarna, wat doen ze in hemelsnaam daarna? We rijden rechtstreeks naar Monforte de Lemos, zonder ergens ook maar één heuvel mee te pakken. Monforte de Lemos is de hoofdstad van de Ribeira Sacra, daar heb ik het al over gehad. Men wil die regio, die misschien tegen de tijd dat de Vuelta verreden wordt werelderfgoed is geworden, in de picture zetten. Hoe dan? Op deze manier in ieder geval niet. Kom op jongens, volg dan die riviertjes daar en pak een paar bergjes mee. Maar nee, rechtdoor naar school en kantoor. Gewoon een rit voor de sprinters hoor, geen genot.
4 september - Etappe 20: Sanxenxo - MosDit is dan wel weer een regelrechte topshow. Van Sanxenxo naar Mos, dat wisten we al. Dat Pereiro de rit zou ontwerpen ook. Dat hij z'n best zou doen om wat onbekende heuveltjes te vinden, dat ook. Maar dit? Jeetje, hij heeft zichzelf overtroffen hoor, onze Oscar. Dit wordt een bijzonder verraderlijk ritje. Het zijn geen enorme beklimmingen, maar het wordt wel lekker explosief. Al loop je wel het risico dat mensen zich hier in gaan houden met het oog op de afsluitende tijdrit. Van de andere kant moeten de klimmers hier dan juist weer een laatste poging wagen om wat tijd te pakken met het oog op die tijdrit. In het altijd natte en gure Galicië kan het weer ook nog een rol spelen. Ik heb wel zin in deze rit. Ja, goed gedaan meneer Pereiro. Afsluiten met een klimmetje van acht kilometer, die vooral in het begin steil lijkt te zijn. Een omwenteling valt hier niet uit te sluiten. Creatief is het in ieder geval. Met de tijdrit die nog komt moet je ook niet willen afsluiten met een bergrit, dan is zo'n soort heuvelrit eigenlijk leuker. De organisatie spreekt zelf van een mini Luik-Bastenaken-Luik, toe maar.
5 september - Etappe 21: Padrón - Santiago de Compostela (ITT)We beginnen met een tijdrit in een kathedraal en eindigen met een tijdrit richting een andere kathedraal. Een Año Xacobeo, dus is er een symbolische finish in het bedevaartsoord Santiago de Compostela. Daar zijn we al vaker aangekomen, voor het laatst in 2014. Toen was de tijdrit kort, nu is ie behoorlijk lang geworden. De kortste weg tussen Padrón en Santiago was 22 kilometer, ze hebben er nog 11 kilometer bij weten te fantaseren. Via wat heuveltjes rijden we naar de heilige plek voor vele pelgrims. Het einde van hun route en in dit geval ook het einde van de route van de renners. Door die heuveltjes kan het zomaar nog een lastige tijdrit worden. Hier kun je in principe nog wel met minuten smijten, waardoor de Vuelta spannend kan blijven tot de laatste seconde. Hoewel Pogacar van plan is om deel te nemen, dus die fietst hier iedereen naar huis natuurlijk. Als een echte mijnwerker.
Al met al ben ik behoorlijk tevreden met dit parcours. Het gemis van het Baskenland is groot, maar verder heeft de organisatie best wat mooie ritten weten te ontwerpen. Sowieso, alleen al vanwege de Gamoniteiro krijgt dit parcours minstens een 8. Er zijn meer leuke ritten, en meer leuke nieuwe beklimmingen. Weinig herhaling, dat is altijd een pluspunt. Op de onvermijdelijke Covadonga na zie ik weinig minpunten. Ja, die rit naar Monforte de Lemos is een gemiste kans. Iets meer kansen voor de sprinters is prima, wellicht trek je daardoor ook een keer wat grotere namen onder de sprinters aan. Het is wel weer een typische Vuelta, met ook weer een paar muurtjes. Nee, ik kan hier wel goed mee leven eigenlijk. Ritten zoals naar El Barraco en die naar Mos kunnen heel leuk worden. De Gamoniteiro wordt fantastisch. De Velefique is de moeite waard, Pico Villuercas wordt een leuke ontdekking. Paar ritten voor de vluchters ook, maar dat is niet erg. Een fatsoenlijke tijdrit om de boel mee af te sluiten, benieuwd hoe dat uit gaat pakken. Is het echt zoveel beter dan een parade in Madrid? Gaan we gewoon meemaken, wat een bofkonten zijn we toch. Ik zie het helemaal zitten. Met een rit in het Baskenland erbij was ik voor een 9 gegaan, nu ga ik het toch bij een 8 houden. Een paar van de vlakke ritten spelen zich ook af in gebieden waar het nog wel eens wil waaien, aangezien ik toevallig positief gestemd ben ga ik daar maar gewoon vanuit. Als het niet waait is etappe 8 wel kut natuurlijk, zit je in het weekend naar een rit voor de sprinters te kijken. Maarja, zou dus ook zomaar waaiergenot kunnen zijn. Sommige ritten hadden net wat langer mogen zijn, of hadden net iets anders ontworpen kunnen worden, maar nee, ik ben niet al te kritisch vandaag. Gewoon goed. Niks meer aan doen.
[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 12-02-2021 01:34:31 ]