Ooit was‘The Sheriff’ de Belgische dartskoning, tot hij van een ladder viel: “Fantastisch om Van den Bergh bezig te zien, maar het doet ook veel pijn”
Als Dimitri Van den Bergh het vanavond tegen de Brit Dave Chisnall opneemt in de 1/8ste finales van het WK darts, kijkt Erik Clarys (52) met gemengde gevoelens toe als cocommentator bij VTM4. Met trots omdat Clarys als Belgisch dartspionier het pad effende voor Van den Bergh. Maar ook met pijn in het hart omdat een onschuldige val ervoor zorgde dat hij zelf naast de lucratieve vetpotten van het WK greep.
Darts is hotter dan ooit in Vlaanderen. Enkele honderdduizenden landgenoten zullen vanavond op VTM4 kijken hoe Dimitri Van den Bergh zich op het WK een weg naar de kwartfinales probeert te gooien. Elk stuk over de strapatsen van Dancing Dimi in Londen belandt dezer dagen steevast in de top drie van meest gelezen artikels op onze website en ook in Engeland rekenen ze onze landgenoot stilaan bij de grote jongens.
Fulltime prof Van den Bergh mocht dit jaar voor meer dan 400.000 euro aan prijzengeld op zijn bankrekening schrijven. Pakt hij op 3 januari de wereldtitel in Londen, dan levert hem dat nog eens 550.000 euro extra op. Hoe anders was het 25 jaar geleden. In 1995 slaagde Antwerpenaar Erik Clarys erin om als eerste niet-Brit de World Masters, toen zowat het meest prestigieuze dartstoernooi ter wereld, op zijn naam te schrijven. Onderweg naar de titel vloerde hij het nummer drie, twee en één op de wereldranglijst. Hij kreeg er 8.000 euro en amper weerklank in Vlaanderen voor.
“Tijden veranderen. Alles ging er toen gewoon erg amateuristisch aan toe”, zucht de Vlaamse dartspionier, die leerde vogelpikken in het café van zijn tante en vanaf 1988 internationale toernooien begon te spelen. Clarys zou het schoppen tot het nummer elf van de wereld en de kwartfinales van het WK, maar zal de sport altijd moeten combineren met een fulltimejob als dakdekker. “Om het cru te zeggen: vaak speelden wij onze matchen in een soort stal. Enkel het WK was deftig georganiseerd, daar kon je geld verdienen. Die andere toernooien moest je winnen om uit de kosten te raken. Als ik in Australië of Zuid-Afrika ging gooien, legde ik zelf geld op. Je moest internationale wedstrijden spelen om voldoende punten te halen om op het WK te raken.”
Twee pistolen
In 2003 had de Antwerpenaar genoeg van het amateurisme bij dartsbond BDO en stapte hij over naar grote concurrent PDC. “Daar ging het stilaan wel professioneel aan toe. Eindelijk begon ik geld te verdienen: 35.000 euro per jaar aan prijzengeld alleen. Daar kon je wel van leven.” Net als Van den Bergh was Clarys populair bij de Britse fans. Flamboyante dansjes à la Dancing Dimi waren echter niet aan hem besteed. Clarys bijnaam was The Sheriff, gekregen nadat hij na zijn zege op de World Masters met zijn vingers in de lucht schoot. Op de achterkant van zijn shirt stonden twee pistolen en hij betrad elke keer stoïcijns de zaal op de tonen van de westernfilm The Good, the Bad and the Ugly.
The Sheriff stond vooral bekend om zijn onvoorspelbare tactiek. De tv-camera’s en tegenstanders werden vaak verrast door de manier waarop hij uitgooide. “Ik kon enorm goed visueel hoofdrekenen. Daardoor zag ik combinaties die andere spelers niet zagen. Het is saai om te kijken naar iemand die altijd maar naar die twintig gooit, ik wisselde af. En dat vond het publiek geweldig.”
Noodlot slaat toe
Na achttien jaar krasselen kon Clarys eindelijk voor het grote geld gaan spelen, maar toen sloeg het noodlot toe. Ironisch genoeg nadat hij de gevaarlijke stiel van dakdekker had ingeruild voor een job in de fabriek van land- en tuinbouwketen Aveve. “Ik stond in juni 2006 net op het punt om professioneel darter te worden, toen in het fabriek van een ladder viel. Ik kwam terecht op mijn rechterarm, dramatisch genoeg mijn werparm. Een vijfvoudige breuk was het gevolg. Het ergste wat je als darter kan overkomen. Op anderhalf jaar tijd ben ik maar liefst twaalf keer geopereerd om toch maar opnieuw te kunnen gooien. Het haalde allemaal niks uit. Ik maakte te veel kalk aan in mijn gewricht. Uiteindelijk hield ik er een elleboogprothese en een stevig litteken aan over. Ik kon mijn arm amper een graad of twintig plooien en mijn pols niet meer draaien.”
In 2008 draaide The Sheriff de knop om. Als het rechterpistool niet meer schiet, dan maar met links proberen. “Drie jaar lang bleef ik trainen om met mijn linkerarm even precies te worden als met mijn rechterarm. Al die tijd bleef ik hoop koesteren. Maar het was niet goed genoeg. Met mijn rechterarm kon ik tot op de millimeter juist gooien, met mijn linker tot op de centimeter. Het verschil tussen wereldtop en een meeloper zijn. Ik wou geen meeloper zijn. Ik zou verliezen van spelers die ik vroeger blindelings had verslagen. In 2011 heb ik tegen mezelf gezegd: nu houdt het op.”
Negen jaar later kleuren de Belgen het WK darts en verdienen ze meer dan het tienvoud van wat Clarys ooit kreeg. De 52-jarige Antwerpenaar werkt ondertussen als magazijnier in een etikettenfabriek in Wommelgem. Tussendoor mist hij geen enkele match van het WK. “Ik vind het fantastisch om te zien wat de Belgen nu presteren, maar tegelijkertijd doet het enorm veel pijn. Alles wat ik hen zie doen, deed ik twintig jaar geleden op training ook. Ik ben te vroeg geboren en ben te vroeg moeten stoppen. Als ik in dit tijdperk had kunnen spelen, had ik nooit meer moeten werken.”
Nuchtere analist
Toch profiteert Clarys ook een beetje mee van de plotse populariteit van het darts. Hij werd deze week opgevist als cocommentator bij VTM4. Als nuchtere analist is hij een verademing in vergelijking met het soms schreeuwerige commentaar. “Hopelijk is het de start van een tweede carrière. Ik ben blij dat de sport bij ons eindelijk media-aandacht krijgt. Ik zie zeker vijf talentvolle Belgen die de stap naar de wereldtop kunnen zetten.”
En wat verwacht Clarys van Dimitri Van den Bergh op dit WK? “Hij zal woensdag zijn 1/8ste finale tegen Dave Chisnall relatief makkelijk winnen. Maar dan heeft hij de pech dat hij in de kwartfinales al botst op het nummer één van de wereld, Michael van Gerwen. Als Dimitri zijn gemiddelde van meer dan 100 punten per drie darts kan aanhouden, is ook de Nederlander te verslaan. Voor Van den Bergh is het een groot voordeel dat er geen publiek is. Zonder publiek is Dimitri net iets beter dan met publiek en voor Van Gerwen geldt het omgekeerde.”
Clarys praat nog steeds met veel passie over zijn geliefde darts, maar gooien doet hij zelf niet meer. Ook niet met links. “Nee, dat is definitief voorbij. Ik raak geen pijl meer aan.”
![f754d8ac-499d-11eb-8da1-a6992883290f_web_scale_0.2538071_0.2538071__.jpg?maxheight=513&maxwidth=767&scale=both]()