abonnement Unibet Coolblue
  woensdag 2 september 2020 @ 17:42:20 #1
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_194849219
Etappe 5: Gap - Privas, 183 km

De strijd om in de vlucht van de dag te zitten was weer bijzonder kort. Opnieuw was de eerste aanval raak en gooide het peloton de boel meteen op slot. Een kopgroepje van zes kreeg ruim baan, met daarin als bekendste naam Tiesj Benoot, wiens vorm blijkbaar aan het verbeteren is na wat rugproblemen. Nils Politt was ook mee, samen met zijn altijd onvoorspelbare ploeggenoot Krists Neilands. Alexis Vuillermoz, Mathieu Burgaudeau en Quentin Pacher vormden de Franse afvaardiging. De kopgroep kreeg nooit veel meer dan drie minuten voorsprong, Tim Declercq en Remi Cavagna hielden de boel strak aan de leiband. Het werd wel een vrij gezapig ritje daardoor, er gebeurde helemaal niets eigenlijk. Dat idee had Politt ook, daarom besloot hij na een tijd aan te vallen. Typisch een actie voor dommekracht Politt, die jongen denkt nooit na. Redelijk snel werd hij ook alweer teruggepakt, maar goed, dan gebeurde er tenminste nog iets. Op een of ander lullig klimmetje moest Wout Poels al lossen, van dat soort wapenfeiten hing de rit aan elkaar. Tot Tiesj Benoot richting het eind van de rit ineens besloot een bocht over te slaan. Geen aanrader, zeker niet als er een vangrail staat. Na een mooie salto kwam hij in het gras terecht, zijn fiets in tweeën gebroken. De andere koplopers gingen door, terwijl Circus Politt andermaal een voorstelling gaf. Blijkbaar toch met het oog op ploeggenoot Neilands, die uiteindelijk de sterkste bleek te zijn van de kopgroep. Een wispelturige jongen, de Let. Op goede dagen kan hij praktisch alles, maar deze dag was toch net niet goed genoeg. Op zeven kilometer van het eind werd hij ingerekend, waarna we met een groot peloton aan de slotklim begonnen. Deceuninck-Quick Step maakte eerst tempo, maar Devenyns en ook Jungels moesten toch vrij snel afhaken. Daarna zagen we wat jongens halfbakken op kop rijden, zoals Polanc en Nieve. Krabbelaars natuurlijk, zeker als Van Aert zich met het spel komt bemoeien. Wout van Aert, groter zijn ze zelden gemaakt. De geweldenaar uit Lille zette zichzelf op kop en reed twee kilometer lang iedereen helemaal de vernieling in. Althans, als je het vanuit een Belgisch perspectief bekijkt. Nadat Van Aert klaar was met werken bleven er nog genoeg renners over, maar omdat Castroviejo en Kwiatkowski meteen wegstuurden leek het al wat. Kuss nam het commando over, waar je dan weer niets over hoorde. De Amerikaan zette Roglic perfect af richting de slotkilometer. Veel aanvallen zagen we verder niet, alleen Rolland probeerde iets. Pas in de absolute slotfase zagen we een uitval van de verrassend sterke Guillaume Martin. Kuss probeerde nog te reageren, maar moest al snel afgeven. Roglic reed daarom maar zelf het gat dicht. Want ja, aan Roglic is gewoon helemaal niets te doen. De valpartij in de Dauphiné lijkt vergeten te zijn, we zijn weer terug bij af. In de afgelopen koersen reed de trein van Jumbo Roglic naar de finish, waarna hij iedereen oprolde in de sprint. Het was nu niet anders. Roglic zette aan en niemand kon volgen. Bernal stuurde heel snel weg. Alaphilippe moest ook vrij snel gaan zitten. Pogacar leek eventjes mee te kunnen, maar moest ook een paar lengtes laten.

Een overwinning voor Roglic derhalve, een overwinning voor ONZE jongens van Jumbo-Visma, al was Dumoulin toch net wat minder blij. De altijd klagende Dumoulin had verwacht dat hij zelf ook wel mee zou kunnen doen, maar het werd volgen. Geheel volgens verwachting, maar zijn lat ligt blijkbaar een stuk hoger. Het besef zal zijn doorgedrongen dat Roglic toch echt de absolute kopman van de ploeg is. Misschien was er na de Dauphiné de hoop dat de Sloveen toch wat last zou hebben van zijn blessures, maar die hoop is nu vervlogen. De topfavoriet voor de eindzege heeft de eerste slag gewonnen, wat we voor de Tour al hadden gedacht komt uit. Hoewel het natuurlijk pas de eerste aankomst bergop is, er komt nog een hoop. Het mag wel al duidelijk zijn voor de rest dat het weinig zin heeft om met Roglic naar de streep te rijden, dan ben je geklopt. Maarja, zie hem maar eens te lossen en zie ook maar eens de trein van Jumbo op te blazen. WE zijn het nieuwe INEOS, wat een feest. Toch geen sinecure om te bevestigen tijdens de Tour, voorlopig lukt dat aardig. Alleen Bennett en Gesink vallen een beetje tegen in het treintje van de killer bees, al ligt dat bij Bennett ook wel aan de valpartij van de eerste dag. Goed, de verschillen bleven verder beperkt. Iets anders viel ook niet te verwachten. Echte tegenvallers waren er niet, of het moet Carapaz zijn geweest. Buchmann verloor ook een paar tellen, maar is nog niet topfit. In principe zijn we niet heel veel wijzer geworden, al zie ik voorlopig wel de bevestiging van de voorbereiding. Op basis van de laatste kilometer is Bernal nog steeds niet opgewassen tegen Roglic. Parijs is evenwel nog ver. We gaan eerst maar eens van Gap naar Privas fietsen. Een rit die op papier voor de sprinters zou moeten zijn, al krijgen we aan het eind van de rit lichtelijk geaccidenteerd terrein voorgeschoteld.




Ja hoor, we zijn weer eens in het onvermijdelijke Gap. Het is nog net geen Pau, maar het begint er bijna op te lijken. Vorig jaar eindigde de 17e rit van de Tour in deze stad met 42.600 inwoners. Een omvangrijke kopgroep kreeg ruim baan van het peloton, op het laatste klimmetje van de dag bleek Matteo Trentin de beste te zijn van die kopgroep. In de trui van Europees kampioen wist hij na een aardige solo een fraaie te boeken. Onder meer Asgreen, Van Avermaet, Mollema en Teuns hadden mooi het nakijken. 20 minuten later kwam het peloton pas binnen, onder aanvoering van Alaphilippe. Daarvoor was het dan wel weer vier jaar geleden dat de Tour nog eens in Gap was, daarom is het nog net geen Pau. In totaal zijn we hier nu wel al 26 keer geweest, dat had niet echt gehoeven. Gap is vooral bekend als finishplaats, waarbij de gevaarlijke afdalingen het meest blijven hangen. In 2015, toen de oude Ruben Plaza zo ongeveer zijn laatste kunststukje uit wist te halen, gooide Barguil na een stuurfout Geraint Thomas in het skoekeloen bijvoorbeeld. En in 2003 maakten we natuurlijk de valpartij van Joseba Beloki mee, plus het veldrijden van Armstrong. Vertrekken vanuit Gap is dus eigenlijk een stuk veiliger. Krijg je ook geen vreemde kornuiten aan het feest zoals Alexandre Vinokourov of Rui Costa, het is nogal een sinistere erelijst. Gap, gelegen in het departement Hautes-Alpes, is in principe niet een enorm boeiende stad, al maakt men in het roadbook net als vorig jaar wel gewag van het feit dat het volgens L'Equipe in 2013 de meest sportieve stad van heel Frankrijk was. Is op zich niet heel gek, genoeg voorzieningen in de omgeving. De lokale wintersporters wijken vaak uit naar Orcières-Merlette, daar waar de vorige rit eindigde. De daar benoemde bekende skiërs komen eigenlijk allemaal uit Gap. Ook de zesmalige wereldkampioen rally Sébastien Ogier komt uit Gap, hij schijnt nog een tijd skileraar te zijn geweest in Orcières. Verder zijn ze hier blijkbaar ook behoorlijk goed in ijshockey en is dit een geweldige locatie voor mensen die met een parachute uit een vliegtuig willen springen. Veel meer valt er niet te vertellen over Gap, het valt allemaal een beetje tegen. In het centrum van Gap is er wel een leuk pleintje en een aardige kathedraal, maar het houdt niet over. In het roadbook beginnen ze over het Château de Charance, terwijl dat domein toch een aardig eind buiten de stad ligt. Maar hey, als ze dat willen kunnen ze het krijgen ook.



De renners beginnen gewoon in het centrum van Gap, ergens in de buurt van een grote parkeerplaats. Tijdens de neutralisatie rijden we kriskras door de stad over een weg met nogal wat rotondes, valt vooral op. Buiten Gap gaat de rit echt van start, op een enorm brede weg. De eerste drie kilometer van de rit gaat het aan een procent of drie gemiddeld. Er zitten een paar steilere bochten bij, buiten dat stelt het niet veel voor. Normaal wel een ideale gelegenheid voor een aantal sterke vluchters om snel weg te rijden, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand daar tijdens deze rit veel zin in heeft. Een paar bochten later wordt de weg kaarsrecht en gaat het op een behoorlijk vlakke manier volledig rechtdoor tot we de route van de vorig rit bereiken. Het is eerst een paar kilometer helemaal vlak, daarna wordt er heel voorzichtig gedaald. Zo voorzichtig dat je het amper gaat merken, maar we komen toch een paar meter lager uit. Na 20 kilometer komen de renners uit in Veynes, waar gisteren de tussensprint lag. Sinds een paar kilometer bevinden we ons op de weg waar gisteren ook al over gereden werd, een weg die vermoedelijk niet echt is blijven hangen. Toen sloegen de renners ergens in deze buurt linksaf om te gaan klimmen, nu hadden we dus naar rechts gemoeten. Doen we niet, we rijden door de vallei verder naar beneden, al is naar beneden rijden wel een lichte overdrijving. Voor we door Veynes fietsen komen we overigens eerst nog door Pré Roubert, waar een pizzeria zit met de naam Loulou. Alaphilippe beunt blijkbaar een beetje bij buiten het koersen om, die jongen is van alle markten thuis. Dit weer geheel terzijde natuurlijk. Na Veynes is het een kleine 20 kilometer fietsen tot aan Serres, daar gaan we de bekende weg verlaten. Het blijft licht naar beneden lopen, terwijl de weg enorm breed en enorm recht blijft. Aan het eind van deze vrij obligate tocht door het dal slaan we in Serres na 38 kilometer rechtsaf, waarna er zowaar een klein beetje geklommen moet worden. In de tussenliggende 18 kilometer zijn we op een rotona na verder niets van enig belang tegengekomen. Het licht stijgende deel dat na Serres volgt brengt ons naar de tussensprint van de dag, na 47,5 kilometer in L'Épine. Tien kilometer lang loopt de weg omhoog, al overwinnen we niet veel meer dan 200 hoogtemeters in dit stuk. Stelt dus weinig voor, al slingeren we in het begin wel lekker rond door een mooie omgeving. Na een tijd verdwijnen de rotswanden een beetje uit beeld en gaat het op een veel rechtere manier verder langs L'Épine. In die piepkleine dorpje ligt dus de tussenspring, dat ze daar geld voor hebben zeg. Er valt weinig te beleven hier, maar een paar kilometer verderop ligt wel een kicken observatorium, het Observatoire des Baronnies Provençales.



Voorbij de tussensprint blijft het nog twee kilometer vals plat omhoog lopen, daarna gaan we in feite 60 kilometer lang vals plat naar beneden rijden. Al klinkt dat wel wat makkelijker dan het is, na een tijd rijden we de Drôme binnen en daar is het terrein altijd grillig. We gaan dus best vaak op en af, blijkbaar verzamelen we nog aardig wat hoogtemeters ook. Toch is de lange, lange weg naar beneden vrij simpel. Al is het wel wat bochtiger dan we tijdens het begin van de rit gewend zijn geraakt, in de auto zou je zomaar wagenziek kunnen worden van deze weg. Het blijft wel steeds enorm breed, met over het algemeen een behoorlijke laag asfalt. Voor de renners zal het dus niet zo heel spannend zijn. Het peloton wordt gestuurd door een behoorlijk leeg terrein, ze kunnen vaak in de verte kijken en zien dan weinig. Af en toe passeren we een dorpje, zoals Moydans of Rosans, nou, daar valt niet veel te beleven. Toch wel een beetje een gekke weg. Soms gaat het een tijdje best stevig naar beneden, met zowaar een paar scherpe bochten. Dan weer een klein knikje omhoog, om vervolgens een aantal kilometer vals plat naar beneden verder te fietsen. Ach, het is ver van de finish, er zal niet echt gekoerst worden. Na 66 kilometer rijden de renners in Verclause over een leuk bruggetje, na een paar heftigere bochten in dit dorpje gaat het buiten Verclause weer een aantal kilometer op een makkelijke manier verder. De weg lijkt alleen maar breder te worden, terwijl we zowaar weer wat mooie bergen zien verschijnen langs de kant van de weg. Even verderop fietsen we ook weer langs wat fraaie rotswanden, terwijl de rivier Eygues in beeld komt. Langs deze rivier gaat het verder, op de makkelijkst denkbare manier. Lichtjes naar beneden bollen zonder gekke bochten, niks aan de hand. Na 73 kilometer rijden we langs Rémuzat, alwaar de renners recht tegen een gekke rots aankijken. Het is hier inmiddels zo goed als vlak, tijdelijk loopt de weg ook nog even kort omhoog.



De komende kilometers gaan we nog wel meer fotogenieke plaatsen tegenkomen, de Eygues heeft prima z'n best gedaan om een mooie kloof te produceren. Een deel van die kloof slaan we wel over als we door een smal tunneltje fietsen, aan de andere kant van de tunnel ligt het mooiste werk voorlopig achter ons. Het is nog steeds vrij vlak, het grootste daalwerk lijkt eveneens achter ons te liggen. Het gaat zelfs weer wat omhoog, of misschien lijkt dat maar zo. Een tijdje later rijden de renners langs Saint-May, een kleine nederzetting gebouwd op een rots. Ziet er best leuk uit, al valt het hier ook niet mee om een lelijke plek te vinden. De rotswanden van de kloof komen even later weer wat dichterbij, het natuurschoon neemt dus weer zo. Af en toe fietsen de renners onder een stenen overkapping door, zo dicht fietsen we hier langs de wanden. Een stukje uitgehakt in de rotsen omdat er anders geen plek meer was voor een weg. De Eygues laat zichzelf ook weer een paar keer zien, terwijl we door de Gorges de Saint-May fietsen. In de buurt van Sahune, waar we na 86 kilometer passeren, laten we de kloof wel definitief voor wat het is. Het blijft evenwel vlak, al komen we onder de streep vast een paar meter lager uit. Heel geleidelijk dan, zo geleidelijk dat het niet te zien is. In Sahune geven ze aan dat we ons in het parc naturel régional des Baronnies provençales bevinden, we nemen het maar voor waar aan. In het park komen we de komende 15 kilometer nog eens honderd meter lager uit, maar laten we zeggen dat het gewoon vlak is. We blijven wel de Eygues volgen en de weg die langs deze rivier ligt blijft bochtig. Brede weg wel, die een paar jaar geleden nog is opgelapt. De komende kilometers maken we niet bijzonder veel mee. Af en toe rijden we door een dorpje waar wat vluchtheuvels te vinden zijn, vlak voor Les Pilles rijden we door een tunneltje en in Aubres komen we naast een klein stukje bergop ook nog een rotonde tegen. Dat zijn de belangrijkste wapenfeiten onderweg naar Nyons, waar we na 101 kilometer aankomen. Best een leuk stadje, dat Nyons. We slaan bij een rotonde rechtsaf, rijden over de Eygues en fietsen dooet het centrumpje van deze plaats met 7000 inwoners. Stiekem zijn we weer een beetje terug bij af, want Nyons wordt ook wel eens Petit Nice genoemd. Het klimaat schijnt hier hetzelfde te zijn als in Nice, bovendien is er hier eveneens een Promenade des Anglais. Geen weg langs de kust, maar een smalle weg tussen de olijfbomen door in de heuvels boven het plaatsje. Want olijven, dat is hier de lokale specialiteit.



Het hoogtepunt van Nyons is dan weer de Romaanse brug over de Eygues, een brug waar we helaas niet over kunnen fietsen. We fietsen over een andere brug, de Pont de l'Europa, alwaar allerlei vlaggen van verschillende Europese landen hangen. In Nyons komen de renners tijdens hun tocht door het centrum twee rotondes tegen. Na de tweede rotonde begint de weg alvast omhoog te lopen, we gaan weer een soort van klimmen. De komende tien kilometer loopt het steeds een beetje omhoog, we komen ongeveer 200 meter hoger uit. Het is vooral heel veel vals plat dus, als we langs de olijfgaarden Nyons verlaten en op weg gaan naar Rousset-les-Vignes. Dit klimmetje, voor zover je van een klim mag spreken, heeft zelfs een naam. De Col de Novezan, jawel. Een paar kilometer aan 2,5% en een aantal nog vlakkere kilometers, dat hadden we zonder naam ook wel afgekund. Na een tijd komen we uit in het dorpje Novezan, vandaar de naam. Hier slaan we bij een rotonde rechtsaf, waarna het nog een beetje verder omhoog gaat naar Rousset-les-Vignes. Dit gezellige dorpje bereiken we na 112 kilometer. Hier hebben ze niet alleen olijfgaarden, we zien inmiddels ook een boel wijngaarden verschijnen. De weg wordt in Rousset-les-Vignes wat smaller, terwijl het meteen naar beneden gaat. Aan de rand van het dorp volgt er een vrij scherpe bocht naar rechts, daarna fietsen we weer een aantal kilometers op een makkelijkere manier verder langs de wijngaarden. Een kilometer of vijf gaat het naar beneden, maar niet op een al te lastige manier. Vooral veel rechtdoor, onzichtbaar naar beneden. De wijngaarden zijn dan weer niet onzichtbaar, er komt werkelijk geen eind aan. Na een tijd komen we een rotonde tegen, waar we linksaf slaan. Op weg naar Taulignan zien we ook wat lavendelvelden in beeld, ter variatie. Kort na de bocht naar links gaat het zowaar een halve kilometer omhoog, maar daarna gaat het weer lichtjes naar beneden tot in Taulignan. Dit dorpje, dat we na 119 kilometer bereiken, heeft een historisch stadscentrum. We rijden bijna recht op de oude stadspoort af en fietsen daarna langs de stadsmuren af. Pittoresk weer hoor, ze weten het altijd wel uit te zoeken in de Tour.



Buiten Taulignan slaat het peloton rechtsaf, ze gaan op weg naar Salles-sous-Bois. De komende vijf kilometer is het zo goed als vlak, het enige nadeel is dat we over een weg rijden met wat verlept asfalt. Het gaat wel vooral rechtdoor, tot in Salles. Daar liggen er wel wat bochten op de renners te wachten, waarna ze buiten het dorp aan de eerste gecategoriseerde klim van de dag beginnen. In Salles-sous-Bois zelf begint de weg al voorzichtig omhoog te lopen, daarna gaan we vier kilometer klimmen aan ongeveer 4%. De Col de Serre Colon is derhalve slechts een klimmetje van de vierde categorie, enorm lastig is het niet. Wel bochtig, vooral in het begin komen we een paar mooie bochten tegen. Tijdens het steilste stuk tikken we net de 6% niet aan, de rest stijgt vooral aan 4%. Richting de top, die we na 130 kilometer bereiken, wordt het nog wat makkelijker. Aan de andere kant van de Col de Serre Colon gaat er gedaald worden richting Montélimar, een plaats die we over 14 kilometer bereiken. Groen klimmetje wel, de Serre Colon. Op de top zien we ook wat windmolens staan, dat vind ik toch altijd meer iets voor Spanje. De afdaling begint makkelijk, al was het asfalt hier in 2014 niet optimaal. Na een tijdje eigenlijk volledig rechtdoor gereden te hebben komen we ineens een aantal bochten tegen, een stuk of zeven achter elkaar. Toch even slalommen, waarna het weer wat rechter naar beneden gaat. Na een kilometer of vijf dalen sluit de weg waarover we aan het dalen zijn aan op een andere, bredere weg. Er volgen nog wel wat bochten, maar al snel is het dalen gedaan. Goed, de weg loopt nog wel een beetje verder naar beneden, maar dit noemen we gewoon vlak. Het gaat rechtdoor tot in Espeluche, waar de renners wel wat bochten en een rotonde tegenkomen. Iets smallere passage in het dorp, maar buiten Espeluche gaan we vrolijk een kilometer of zeven rechtdoor tot we de buitenwijken van Montélimar binnenfietsen. In deze stad waren we in 2016 nog, toen ging hier een rit van start. Het is de stad van de noga, daarvan produceren ze hier zo ongeveer 3000 ton per jaar. Nogamuseum erbij, je kent het wel. Kasteeltje ook, niks mis mee. Na 144 kilometer rijden we Montélimar binnen, nog 40 kilometer te gaan tot aan de finish.



Bij het binnenrijden van Montélimar komen we een rotonde tegen, daarna fietsen we over het industrieterrein richting het centrum. Als we door de eerste woonwijken rijden gaat de weg lichtjes naar beneden. Bij de volgende rotonde gaat het naar rechts, daarna gaat het een tijd rechtdoor tot aan de volgende rotonde. Daar gaat het naar links, waarna we naar het centrum van Montélimar rijden. We rijden over de Roubion en zien het kasteel op de heuvel liggen. Het centrum rijden we niet in, we slaan aan de andere kant van het water linksaf en rijden over een weg met nogal wat rotondes langs de historische kern af. Eenmaal buiten de stad rijden we over een brede edoch lichtelijk bochtige weg richting Le Teil, daar waar de volgende rit van start zal gaan. Via een flinke brug rijden we over het Canal Dérivation de Montélimar en vervolgens rijden we na 152 kilometer Le Teil binnen. Over Le Teil ga ik lekker helemaal niks zeggen, dat doen we morgen wel. Vlak voor we Le Teil definitief betreden rijden we eerst nog over de Rhône, ze hebben hier best een kicken bruggetje neergezet, de Pont du Teil. Enfin, daarna slaan we heel snel rechtsaf en laten we Le Teil voorlopig even voor wat het is. Het gaat nu drie kilometer rechtdoor over een vlakke weg, daarna gaan we bij de volgende rotonde naar links, waarna het nog een kilometer of vier vooral rechtdoor gaat over behoorlijk vlakke wegen. Uiteindelijk komen we uit in Meysse, waar het peloton linksaf slaat. Niet lang daarna loopt de weg omhoog, we gaan beginnen aan de tweede en ook meteen laatste gecategoriseerde klim van de dag, de Côte de Saint-Vincent-de-Barrès. Klimmetje van de vierde categorie, ongeveer drie kilometer aan 4%. Spannend is anders, tijdens het steilste stuk gaat het amper aan 5% omhoog. Ach, het is in ieder geval wel een vrij mooie klim. Brede weg, aan de zijkanten af en toe weer wat mooie rotswanden. Richting de top, die we na 167 kilometer bereiken, wordt het terrein wel weer wat meer open. Voorbij de top rijden we langs de akkers langs Saint-Vincent-de-Barrès, een dorpje dat iets hoger op de heuvel ligt. Van een afstandje zien de renners de restanten van een oud kasteel, ziet er ook in het dorp zelf niet verkeerd uit.




Na het klimmetje is het een kilometer vrij vlak, vervolgens begint de weg wel naar beneden te lopen. Vooral rechtdoor, in eerste instantie dus langs Saint-Vincent-de-Barrès. Hier wordt de brede weg wel even gesplitst door wat vluchtheuvels, maar op dat punt na is het voorlopig vrij makkelijk fietsen. Drie kilometer gaat het licht naar beneden, met alleen wat flauwe bochten onderweg. In de buurt van Saint-Lager-Bressac is het ondertussen zo goed als vlak geworden, ook hier komen we op een aantal vluchtheuvels na verder geen obstakels tegen. We bevinden ons nog steeds op het terrein van de boeren, links en rechts zien we vooral veel akkers verschijnen. Langs die akkers gaat het een paar kilometer behoorlijk rechtdoor over een vrij vlakke weg, tot we in Planas een rotonde tegenkomen. Richting die rotonde gaat het wel weer kort naar beneden, waarna we bij die rotonde naar links gaan. Op zich best een link punt, met flinke vaart op de rotonde af en daarna natuurlijk weer een verhoging in het midden van de weg. Kan eventueel wel een chute plaatsvinden, zo op tien kilometer van het eind. Na die rotonde is het wel weer even een aantal kilometer wat makkelijker. De renners fietsen langs Chromérac, we bevinden ons nu alweer op 6,5 kilometer van het eind. In Chromérac komen we drie rotondes tegen, terwijl de weg inmiddels al een tijdje omhoog aan het lopen is. In en rond Chromérac loopt het ongeveer twee kilometer omhoog aan 3% gemiddeld, met heel kort een wat steiler stukje aan 5%. Na de laatste rotonde in Chromérac gaat het kort naar beneden, onderweg naar Alissas. Hier komt de volgende rotonde in beeld, terwijl we opnieuw omhoog gaan. Weer een kilometer of twee in stijgende lijn, maar wel met wat vlakkere fases tussendoor. Richting het eind van dit stuk halen we zelfs nog even de 5,4% blijkbaar. Daarna duiken we weer kort naar beneden, richting een rotonde die op 2,5 kilometer van het eind volgt. Een lastig punt, vooral omdat we de rotonde in volle vaart naderen. Daarna wordt de weg ook nog wat smaller omdat we onder een oude spoorbrug door moeten fietsen. Je mag hier zowel links als rechts passeren, ik zou denk ik toch voor rechts gaan. Na de rotonde is het een paar meter vlak, maar dat duurt niet lang. Al snel begint de weg opnieuw te stijgen, tot op iets meer dan een kilometer van het eind. Het steilste stuk van de finale komen we hier tegen, het gaat heel kort aan 6,4% omhoog. Voorbij dit lastigste punt wordt het weer wat vlakker, waarna we onder de boog van de laatste kilometer door gaan rijden. Ook hier komen we weer een rotonde tegen, terwijl de weg wat smaller is geworden door een vluchtheuvel in het midden. Ook deze rotonde naderen we weer in dalende lijn, al met al best een technische finale. Bij de rotonde gaan we naar rechts, daarna gaat het nog even een meter of 200 omhoog. Vervolgens zal het in de laatste meters van de rit zo goed als vlak zijn. De weg is weer breed, wel komen we nog een rotonde tegen op 300 meter van het eind, waarna de weg flauw naar links blijft lopen tot aan de finish. Ik denk dat ik deze finale niet helemaal snap, de straat waar we finishen lijkt eigenlijk meer een achterafweggetje te zijn. Mag hopen dat ze hier nog wat nieuw asfalt neerleggen voor de gelegenheid, via Streetview lijkt het in ieder geval nergens op. Enfin, wel spektakel. Ook wat waard. Al las ik net ergens dat het wel de bedoeling is dat die rotonde op een meter of 300 van het eind weggehaald gaat worden, dat zou al iets schelen. Nieuw laagje asfalt erbij en het lijkt misschien zelfs op een normale fininish, al blijft je die lange flauwe bocht naar links wel houden.






Na 183 kilometer eindigt de rit in Privas, een stadje met 8.700 inwoners in de Ardèche. Partnerstad van Zevenaar, wow. Eén keer eerder was de Tour hier. In 1966, een eeuwigheid geleden. De 15e rit van die Tour vertrok vanuit Privas. De aankomst zou zijn in Bourg d'Oisans, alwaar de Bask Luis Otaño als eerste over de streep kwam. Sindsdien is de Tour nog wel eens door Privas gereden, maar er vertrok nooit meer een rit en er kwam ook nog nooit een rit aan. In 2015 passeerden we hier, vijf jaar later krijgen ze in dit stadje eindelijk de eerste aankomst voorgeschoteld. Privas is zelfs de hoofdstad van de Ardèche, daarmee is het blijkbaar de kleinste hoofdstad van eender welk departement. De stad schijnt bekend te zijn vanwege de slag om Privas in 1629, toen kwam Lodewijk XIII hier langs om de Hugenoten in de pan te hakken. De oude brug in het dorp, die uit de 12e eeuw stamt, is daarom later naar hem vernoemd. Overigens finishen we niet eens echt in Privas, we bevinden ons in een van de buitenwijken. Lac, het oudst bewoonde deel van de gemeente. Hier zijn de restanten van een oude Romeinse villa gevonden, wat me overigens nog geen reden lijkt om er dan maar plompverloren in het midden van het niets te finishen. Een aankomst in Privas zelf had toch meer de verbeelding gesproken. Misschien wel met uitzicht op de Tour Diane de Poitiers, een kicken gebouwtje dat vernoemd is naar de voormalige barones van deze plek. Ik moet zeggen dat ik Privas verder niet heel erg vind imponeren, al is het door de locatie in de Ardèche wel een populaire plek. Hotels, campings, noem het allemaal maar op. Je zal alleen wel een stukje moeten reizen om de echt mooie plekjes tegen te komen. Al kun je in Privas zelf wel nog genieten van de locale specialiteit, de kastanje. Gekonfijte kastanje, zelfs. De marron glacé, een kastanje met een hoop suiker. Ik begin er zelf niet meteen van te watertanden, maar het is hier echt een delicatesse. Het idee is blijkbaar ooit bedacht door Clement Faugier, een voormalig burgemeester van Privas. Ze houden in Privas sowieso wel van eten, er is jaarlijks een voedselfestival en een kastanjefestival. Je moet toch wat om de boel een beetje op te vrolijken.



In Gap wordt het overdag 23 graden, geen kans op regen en weinig wind. In Privas ongeveer hetzelfde verhaal, al schijnt het daar harder te gaan waaien. Als dat klopt krijgen we toch best wat tegenwind in de laatste kilometers. Ik zie Ewan zich nu alweer verschuilen achter alle grote jongens, brrr. Beginnen doen we om 13:10, na een neutralisatie van tien minuten gaat het om 13:20 echt van start. De meelezende mannen van Eurosport zijn er uiteraard meteen weer bij, hallo Jan en Bobbie. :W Sorry dat ik altijd zoveel lelijke dingen over jullie zeg, maar van de andere kant kunnen jullie het ook moeilijk met me oneens zijn toch? Sporza is er om 14:20 bij en de NOS, who gives a fuck? De finish wordt verwacht tussen 17:18 en 17:41.



De vorige voorspelling klopte zowaar heel aardig, het kan dus wel. Nou, dan kunnen we weer vol vertrouwen door naar de volgende. Dit wordt weer een sprint, maar dan wel een iets andere dan normaal. Toch een finale met wat hoogteverschil, al is het ook weer niet zo lastig dat we ineens met een piepklein groepje gaan sprinten. Nee, de meeste sprinters moeten hier wel een eind kunnen komen. Hoewel het dus wel een beetje hard gaat waaien, onderweg krijgen we bijvoorbeeld in Montélimar nog meer wind voorgeschoteld. In het stuk na Montélimar staat de wind vooral tegen, dus daar gaan we geen waaiers meer krijgen. In het stuk voor dit stadje zijn er wel wat stroken waar de wind wat gunstiger staat. Kan toch wat extra nervositeit toevoegen aan de rit, hoewel de wind op basis van de huidige voorspellingen net niet goed genoeg staat. Na Montélimar sowieso niet meer en vanuit daar is het nog 40 kilometer tot de finish. Hoe dan ook, zoiets kan wel zorgen voor extra gedoe, dus we kunnen wel een sprintje gaan krijgen van de echte krachtpatsers. Wij denken dan natuurlijk allemaal aan één man. Een legende, eigenlijk. De man die gisteren twee kilometer op kop reed. Dat hebben we nog nooit iemand zien doen. Iedereen zat af te zien in zijn wiel. Impressionant. Hallucinant. Het was dat hij de tegenstand ook wat gunde, anders had hij gewoon zo door kunnen rijden tot aan de finish. 25 gemiddeld, jongens toch. Amai.
1. Van Aert. Wout. Van Aert. De man, de legende. De beste wielrenner ooit? Zelfs als simpele knecht weet hij meer aandacht te genereren dan de winnaar van de rit. Want ja, die Roglic werd wel mooi in een zetel naar de finish gebracht door Wout. Wout had eigenlijk kunnen winnen, moeten winnen misschien wel. Zoals hij iedere rit kan winnen, want Wout doet iedere dag dingen die wij andere mensen nog nooit hebben zien doen. Zo nam hij bijvoorbeeld tijdens de derde rit de fiets van iemand anders mee met zijn voet, een paar meter zelfs. Hebben jullie dat ooit iemand anders zien doen? Ik niet. Wout is uniek. Er is geen tweede Wout. Van Aert. Wout Van Aert. Een fenomeen. Majestueus. Hij mag. De ketens worden losgebroken. Het juk van Jumbo-Visma valt van zijn schouders. De weg wordt vrijgemaakt en hij sprint iedereen los uit het wiel. Ze zien hem niet meer terug, ze ruiken alleen in de verte nog wat benzinelucht. Van Aert steekt de handen in de lucht, België steekt de handen in de lucht. Michel en José gaan staan. Karl krijgt er spontaan een hanekam van. Delirium.
2. Bennett. Een meter of 100 achter Van Aert gaat Sam Bennett als tweede over de streep bollen. Een Bennett in goede doen kan dit soort finales ook wel aan. Het mag van hem ook wel tijdelijk wat lastiger zijn, met daarna een vlakke uitloper. Is goed voor de explosieve beentjes. Bovendien moet de Patbonus toch een keer getoond worden aan het publiek, anders wint de Denkbonus.
3. Sagan. Valt toch een beetje tegen he? Als hij inderdaad achter Bennett eindigt is ie waarschijnlijk mooi z'n groene trui kwijt, dat zou toch wel bijzonder zijn. Of nouja, eigenlijk ook weer niet. Het is het gewoon niet meer helemaal, en dat zie ik tijdens deze Tour niet meer veranderen. Een derde plek is eigenlijk nog genereus, maar dat ligt ook deels aan het feit dat ik Ewan niet erken. Achja, als het gaat waaien wappert die pygmee er vanzelf wel af. Laten we daar op hopen.
4. Nizzolo. Kampt toch met wat probleempjes, blijkbaar. Beetje last van de maag of van de darmen ofzo, desalniettemin derde tijdens de vorige sprintrit. Dit is wel iets lastiger, maar dat is eigenlijk helemaal niet slecht voor Nizzolo. Hij laat toch met enige regelmaat zien dat hij de lastigere parcoursen ook prima aankan.
5. Trentin. Gewoon, om Krek te pesten.
We have always been at war with Eastasia.
  woensdag 2 september 2020 @ 17:42:30 #2
454292 Koffieplanter
Violence. Speed. Momentum.
pi_194849223
Venturinigod.
Put these foolish ambitions to rest.
pi_194849225
Van kwart wiel naar de rest staat niet op foto :?
pi_194849226
WERELDCOUREUR
BESTE COUREUR VAN HET MOMENT
NIEMAND DOET DAAR IETS VAN AF

God, Almachtige, Jezus, Alfa, Omega. Wout _O_.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
pi_194849229
JUMBO KOEKOEK
Op woensdag 9 november 2016 06:02 schreef Anonymousz het volgende:
#superniger2020
pi_194849234
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
pi_194849235
WoutGod
Jack does it in real time...
pi_194849236
Geweldig dit.
  Moderator woensdag 2 september 2020 @ 17:42:52 #9
355459 crew  noodgang
noodgang
pi_194849237
Wuyts heeft een extra pakje tissues nodig
pi_194849239
Sunweb wel erg goed.
pi_194849242
Je gunt Bol nu ook wel een rit.
  woensdag 2 september 2020 @ 17:43:10 #12
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_194849243
Respect voor Bol ook.
  woensdag 2 september 2020 @ 17:43:18 #13
458878 -XOR-
highbrow marxist
pi_194849245
Belgisch commentaarhokje gewit.
We have always been at war with Eastasia.
pi_194849246
En driekwart peloton bergop eraf rijden en een sprint winnen

Wout is een hele grote
pi_194849256
Merckxiaans.
Ik doe het ff rustig aan.
  Moderator woensdag 2 september 2020 @ 17:43:39 #16
351614 crew  ijs_beer
ijskoud de lekkerste
pi_194849260
Wout. _O_
Op donderdag 15 juni 2017 16:53 schreef Cyan9 het volgende:
IJsbeer is inderdaad officieel cute. :D
Op donderdag 30 juli 2020 16:27 schreef Guanabana het volgende:Houdt @:ijs_beer een beetje van ouder? En dan niet 40 jaar ouder, maar laten we zeggen bijvoorbeeld, iets van 5 jaar ouder?
pi_194849261
quote:
1. Van Aert. Wout. Van Aert. De man, de legende. De beste wielrenner ooit? Zelfs als simpele knecht weet hij meer aandacht te genereren dan de winnaar van de rit. Want ja, die Roglic werd wel mooi in een zetel naar de finish gebracht door Wout. Wout had eigenlijk kunnen winnen, moeten winnen misschien wel. Zoals hij iedere rit kan winnen, want Wout doet iedere dag dingen die wij andere mensen nog nooit hebben zien doen. Zo nam hij bijvoorbeeld tijdens de derde rit de fiets van iemand anders mee met zijn voet, een paar meter zelfs. Hebben jullie dat ooit iemand anders zien doen? Ik niet. Wout is uniek. Er is geen tweede Wout. Van Aert. Wout Van Aert. Een fenomeen. Majestueus. Hij mag. De ketens worden losgebroken. Het juk van Jumbo-Visma valt van zijn schouders. De weg wordt vrijgemaakt en hij sprint iedereen los uit het wiel. Ze zien hem niet meer terug, ze ruiken alleen in de verte nog wat benzinelucht. Van Aert steekt de handen in de lucht, België steekt de handen in de lucht. Michel en José gaan staan. Karl krijgt er spontaan een hanekam van. Delirium.
pi_194849266
Sparen voor het WK :')

Hij moet werken, Michel
  woensdag 2 september 2020 @ 17:43:50 #19
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_194849267
Ongekend.

Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
  woensdag 2 september 2020 @ 17:43:56 #20
14505 OProg
A Life in Music
pi_194849271
HET IS FANTASTISCH!!
"Het is oorlog, bedankt Vannoppen, bedankt Van der Linden. Dit is het laatste dat ik voor de Belgische ploeg gedaan heb. Ze kunnen allemaal de boom in."
Improv: Rich Tapestry of Life
  Moderator woensdag 2 september 2020 @ 17:44:21 #21
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194849286
Ik kan mijn pick m wel stoppen inmiddels
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_194849288
Volgend jaar Evenepoel en Van Aert die alle etappes gaan winnen in de Tour.
Als je geen kop hebt kan je niet uit het raam kijken.
pi_194849292
Van AertGOAT
Gino ♥
pi_194849295
CCC gaat ook redelijk af.

Van Avermaet komt achter Alaphilippe, Yates, Bernal, Miguel binnen.
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  Moderator woensdag 2 september 2020 @ 17:44:48 #25
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194849298
quote:
0s.gif Op woensdag 2 september 2020 17:43 schreef AllesKaputt het volgende:

[..]

Ik zat er boenk op.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')