Nu de tijdritten erop zitten en het eerste deel van de regenbogen is uitgedeeld, is het tijd voor het echte werk. We beginnen wederom direct met de coup de grâce, de koers bij de junioren. Vanuit Richmond wordt er gereden naar Harrogate, daar waar er drie plaatselijke ronden dienen te worden afgelegd en waar de nieuwe wereldkampioen gekroond zal worden. Ondertussen moet er, ook nog voor het lokale circuit, er wel behoorlijk geklommen worden. Vrijwel direct vanuit het vertrek loopt de weg omhoog voor Barden Moor. Een twee kilometer lange klim van gemiddeld zo'n 5%. Het duurt ongeveer een uur en dan staat de zwaarste van allemaal op het programma: Crayden Hill. Hier zal voor een enkeling mogelijk al duidelijk worden dat het er niet in zit vandaag. Na ook Hill End te hebben afgerond komt men op in Harrogate voor drie rondjes en iemand mag de regenboog de zijne maken. Misschien om hem nooit meer aan te mogen doen, misschien ook wel.
![9a3VGxZ.png]()
Iemand die hem bij een eventuele overwinning niet zou mogen dragen is Quinn Simmons. Andere discipline, zelfde topfavoriet. Zijn tijdrit ging niet helemaal als gepland. Hoewel hij nog heel aardig begon en direct de beste tijd noteerde, zakte hij vervolgens volledig onorthodox weg en eindigde zelfs niet op het podium. Desalniettemin krijgt hij gewoon weer de vijf sterren, want zijn vorm blijft uitstekend. Simmons is de op een na beste dit jaar, hij heeft de mogelijkheden om alleen aan te komen en hij heeft iets wat Brenner niet kan zeggen: een heel sterke sprint. Simmons is erg rap, zeker na een zware wedstrijd. Afgelopen week nog, in Koksijde, klopte hij van Uden in een sprint van een uitgedunde groep. Met andere woorden, Simmons heeft de meeste mogelijkheden tot winst.
Daarin schuilt mogelijk ook direct een gevaar, niet alleen voor Simmons zelf, maar eveneens voor de rest. In datzelfde Koksijde reden ze namelijk allemaal op zijn wiel en hij geraakte er niet vanaf. Ook dan is de rest niet klaar met Amerika, want dan komt daar Magnus Sheffield kijken. Terwijl de rest staarde naar het achterwiel van Simmons, kon Sheffield maximaal profiteren en na een simpele demarrage was de race gedaan. Alhoewel, Sheffield zelf moest nog afrekenen met de ook erg rappe Watson, maar die kwam er nauwelijks naast, laat staan erover. Amerika heeft met twee grote favorieten de sleutel dus in handen. Staar je dood op Simmons en je hangt, laat Simmons rijden en je hangt. Mochten ze het echt bont willen maken, dan kunnen ze ook nog samen wegrijden van de rest, zoals ze ook al meer dan eens hebben gedaan. Sheffield is als eerstejaars bezig aan een zeer indrukwekkend seizoen met meerdere overwinningen en podiumplekken.
Misschien wel de beste mogelijkheid om de regenboog volgend jaar wel te zien is het Godenkind, Marco Brenner. Hij stelde afgelopen maandag niet teleur en eindigde als eerstejaars derde. Om hier morgen een gouden medaille aan te voegen, moet hij doen wat hij al het hele jaar doet: de rest in hun hemd zetten. De meest logische vraag om te stellen rond Brenner is of de lokale rondes zwaar genoeg zijn om er gewoon van weg te rijden. Duitsland moet er een harde wedstrijd van maken en hopen dat het al vroeg losbarst. We geven Marcootje uiteraard het voordeel van de twijfel, want er is gewoon geen betere dit jaar. Brenner is ook niet kansloos in een sprint met een gering clubje, maar hij is op dat moment erg afhankelijk van wat hij met zich mee zou krijgen.
De Squadra is net als vorig jaar gevuld met talent en in de breedte hoeven ze voor weinig onder te doen. Dat talent was maandag ook wel te zien toen Tiberi, ondanks technisch malheur, het voor elkaar kreeg om wereldkampioen te worden. Ook Andrea Piccolo zal inmiddels een relatief bekende naam zijn en dan heb je een ploeg en een paar kopmannen die om de medailles mee kunnen doen. Het enige wat er aan ontbreekt is een afmaker. Vrijwel allemaal moeten ze alleen aankomen om te winnen. Het is geen toeval dat vrijwel alle overwinningen van Piccolo dit jaar zijn behaald in tijdritten of wedstrijden waarin hij solo aankwam. Met ook Gianmarco Garofoli, die recent zeer indrukwekkend won in Buffoni en Caviro, en de eveneens sterke Alessio Martinelli is dit een van de sterkste blokken met meerdere kanshebbers en pionnen om uit te spelen.
Ook het blok van de Britten mag er wezen en ook zij brengen meerdere jongens die over zichzelf kunnen zeggen dat ze hier wereldkampioen kunnen worden. Zoals u zondag kon lezen interesseert het de Britten niet zoveel als het op de Nations Cup aankomst, maar in België worden ze collectief wakker 's nachts als ze aan hen denken. Ze domineerden het veld aldaar. Allereerst is daar Sam Watson, zeer behoorlijk over de heuvels en bovendien behoorlijk rap. Zijn vorm is uitstekend en slechts een enkeling zou er verstandig aan doen om hem mee te nemen naar de meet. Van Lewis Askey hebben we dit jaar minder vernomen dan verwacht. Na zijn overwinning in Roubaix vorig jaar leek hij de te kloppen man te zijn in het voorjaar, maar meer dan een hoop ereplaatsen zat er niet in. Leo Hayter verdient ook een vermelding. Hij is minder snel dan z'n broer, maar heeft wel een indrukwekkende motor om een sterke laatste kilometer uit de benen te schudden.
Om in blokken te blijven spreken nemen we ook Nederland maar even mee. Zij kunnen zeker concurreren met de Italianen en de Britten en zijn voorzien in alle mogelijke scenarios. Enzo Leijnse is in bloedvorm, dat werd nog eens bevestigd in de tijdrit. Ook hij heeft echter het probleem dat geen afmaker is en dat er zo min mogelijk man naar de finish rijden. Hidde van Veenendaal is uiteraard de regerend winnaar in Roubaix, maar won veel meer dan dat. In het juiste, selecte groepje een gevaarlijke klant. Zelf ga ik uit van een sprint met een
ferm uitgedunde groep, maar mocht de koers niet hard genoeg zijn en er trekken massasprinters naar de streep, dan is het aan Van Uden om het klusje te klaren.
De Fransen kwamen met torenhoge ambities naar de tijdrit. Ze wilden in de top tien eindigen. Dat lukte niet. Het was dus wel duidelijk dat ze het van de wegrit moesten hebben, waar een medaille het doel is. De ploeg die ze hebben is geen slechte. Wat heet, met Toumire brengen ze de winnaar van de Vredeskoers. Hij legde toen de basis van zijn eindzege in de heuvels van Litoměřice. Het mannetje dat ik echter naar voren schuif in deze is Axel Laurance. De ongenaakbare Quinn Simmons bleek even niet zo ongenaakbaar. In Rüebliland werd hij in een sprint met drie geklopt door, inderdaad, Laurance. Mocht het op een heel vreemde manier zo lopen dat Vauqelin uitgespeeld moet worden, dan kan dat, want hij is niet traag, maar er zullen er altijd sneller zijn.
Nu we de blokken wel redelijk hebben gehad, gaan we het weer over individuen hebben, en wat voor een. Hoewel het beste er wel een beetje vanaf lijkt te zijn wat dit jaar betreft, mogen we Andrii Ponomar natuurlijk niet onderschatten. Wat heet, in Alkmaar liet hij een kunstje zien dat ook hier in Yorkshire wel eens een succesformule zou kunnen zijn. Het parcours dat hij hier voor de voeten krijgt ligt hem zelfs vele malen beter. Wat dat betreft is het 't best te vergelijken met etappes in Saarland en Morbihan, waar hij wegreed van de rest en ze zagen hem tot tweemaal toe pas terug op het podium. Om nog even aan wat namedropping te doen: Frederik Wandahl, Sakarias Løland, Alex Vandenbulcke.
Carlos Rodriguez leverde broddelwerk in de tijdrit, maar dat is geen reden tot uitsluiting. Dat gedoe in de beugel is niet zijn forte. Dat is de wegrit wel, hoewel het voor hem gerust nog wat zwaarder had gemogen. Desalniettemin is hij gevaarlijk. Carlos gaat uitstekend omhoog en kan wel een potje hardrijden. Hij is dus gebaat bij een zware wedstrijd. Echter, op het moment dat het zwaar wordt, komt ene Marco Brenner weer om de hoek kijken. Hij is dus niet alleen afhankelijk van een bepaald scenario, hij moet het ook tactisch sterk spelen om het te kunnen bolwerken, maar bij iemand die al 13 keer won dit jaar heb ik daar wel enigszins vertrouwen in.
*****: Quinn Simmons
****: Magnus Sheffield, Marco Brenner
***: Sam Watson, Enzo Leijnse, Antonio Tiberi
**: Andrea Piccolo, Andrii Ponomar, Lewis Askey, Hidde van Veenendaal
*: Gianmarco Garofoli, Alex Vandenbulcke, Frederik Wandahl, Axel Laurance, Sakarias Løland