Uit de Telegraaf van vandaag. Toon van Bodegom aan het woord. Klinkt allemaal veelbelovend:
Feyenoord lijkt op een nieuw dieptepunt beland. Er zit sportief en financieel een gapend gat tussen de twee topclubs Ajax en PSV aan de ene kant en Feyenoord aan de andere kant. Achter elkaar verdwijnen in De Kuip kopstukken. Geen toeval, want er gaat een nieuwe wind waaien. En er komt nieuw geld. Toon van Bodegom, president-commissaris, wil vaart maken.
In de verte gloort denkbeeldig het nieuwe stadion van Feyenoord aan de Maas. Een stip aan de horizon. Maar de toekomst van de club mag niet afhankelijk zijn van vers beton, vinden de nieuwe beleidsbepalers. Ze gaan in De Kuip niet zitten wachten tot het moment dat in Feyenoord City de netten zijn opgehangen. Tegen die tijd heeft Ajax de schatkist verder gevuld en is PSV misschien ook een paar trofeeën verder.
Toon van Bodegom is sinds maart officieel in actie als toezichthouder. Dat is de rol van een commissaris tenslotte. Bij Feyenoord, waar de trainer, de technisch directeur, het hoofd opleidingen en de algemeen directeur zijn verdwenen, is het even meer dan dat. De rvc, waarvan hij deel uitmaakt, wil de club sneller naar een hoger niveau tillen.
Zeg het maar, wat is het doel?
„Meedoen om het kampioenschap en niet denken dat we moeten wachten op een nieuw stadion om de strijd aan te gaan met Ajax en PSV. Je moet veel meer doen dan alleen wachten op een nieuw stadion en het toegezegde spelersbudget van 25 miljoen euro. We moeten andere bronnen vinden, investeringen doen, Feyenoord over de hele linie verder professionaliseren.”
Alle afdelingen van zijn club komen aan de orde. Marketing, IT, finance, sales. Van Bodegom heeft met zijn mensen nogal wat doorgenomen. Hij kondigt de komst van een CFO, een financiële topman, aan. Alleen het voetbal zelf laat hij over aan anderen. „Ik heb net genoeg verstand van voetbal om te weten dat ik er geen verstand van heb”, zegt de ondernemer en miljonair.
Het voetbal laat hij over aan de ’professionals’, zoals hij ze noemt. Sjaak Troost, technisch directeur ad-interim, trainer Jaap Stam, hoofd opleidingen Stanley Brard en een icoon als Wim Jansen mogen of moeten bij Feyenoord worden gehoord als het over topvoetbal gaat. Troost zal straks terugkeren in een andere rol. „Sinds Sjaak hier ’td’ is, hebben we gezien hoe Feyenoord in trek is bij vakmensen in de voetbalwereld. Er hebben zich mensen van een hoog niveau aangediend om hier ’td’ te worden. Niet alleen uit Nederland…”
Van Bodegom heeft al voor zijn aanstelling bij Feyenoord zijn oor te luister gelegd in veel geledingen. Hij weet dat de club voor de toekomst afhankelijk is en blijft van de eigen jeugdopleiding, die eerder onder Brard vijf jaar achtereen tot de beste van Nederland werd gekozen. De eigen talenten moeten meer dan ooit voorrang krijgen, legt hij uit.
Maar met jeugd is het gat niet te dichten richting Ajax en PSV.
Van Bodegom: „Ajax heeft zijn successen ook niet met alleen de eigen jeugd behaald. De talenten van Ajax hadden zich niet kunnen ontwikkelen zonder Hakim Ziyech, Dusan Tadic of Lasse Schöne aan hun zijde. Die combi heb je altijd nodig. En die mix zoeken wij ook. Dat betekent niet dat we iets willen kopiëren, want die filosofie heeft altijd bestaan bij Feyenoord. Je weet dat je moet blijven investeren.”
Daar is een groter budget voor nodig en waar komt dat in deze fase vandaan? Die vraag is legitiem. Van Bodegom durft te beweren dat er investeerders zijn die Feyenoord als meer dan een interessante club zien. Serieuze investeerders, waarmee de club kan gaan verrassen.
Hij weet dat de achterban van Feyenoord een afkeer heeft van Russen of Arabieren, die zich elders ook al op voetbalclubs hebben gestort. „Er zijn ook andere investeerders. Feyenoord zal nooit een meerderheidsaandeel verkopen. Zolang wij hier zitten, gaat dat niet gebeuren. Feyenoord blijft van Feyenoord.
"’Relatie met Vrienden van Feyenoord is goed, die denken mee’"
Vergeet niet dat we met de Vrienden van Feyenoord in feite ook al investeerders hebben. Die hebben er voor gezorgd dat de club weer gezond is geworden. Met die Vrienden praten we op dit moment ook. Zij zijn een belangrijke partij bij de uitvoering van onze visie. Als er een investeerder komt, zal dat ook in samenspraak met de Vrienden van Feyenoord zijn. Wij, de rvc, hebben een heel goede relatie met de Vrienden. Er zijn totaal geen issues.”
De inmiddels opgestapte directeuren Jan de Jong en Martin van Geel keken heel anders tegen de Vrienden aan. Die mochten geen invloed op het beleid hebben en het plan was om steeds meer aandelen terug te kopen, zodat zij in de rvc niet meer twee zetels konden innemen.
Van Bodegom: „De Vrienden van Feyenoord waren er in een periode dat Feyenoord het heel zwaar had en toen waren zij bereid om risico te nemen. Voor die mensen moet je waardering en respect hebben. Ze vormen geen blok aan ons been en denken juist mee. Ze willen het beste voor Feyenoord.”
"’Ajax heeft successen ook met meer dan eigen jeugd behaald’"
De ondernemer tracht op alle fronten transparant te zijn en heeft zich voorgenomen om binnen Feyenoord alle partijen beter te laten samenwerken. Alleen de vraag waarop zijn optimisme is gebaseerd als het gaat om nieuwe en grote investeringen in het voetbalbedrijf Feyenoord, wil hij op dit moment niet antwoorden. „Weet alleen dat je in Nederland bij Feyenoord als investeerder heel dicht bij Champions League-voetbal zit. In landen om ons heen moet je daar veel meer geld voor uittrekken.”
Van Bodegom vindt dat hij in deze fase, na het vertrek van directeur Jan de Jong, de achterban uitleg moet geven wat er gaande is bij Feyenoord. Maar hij kan niet alle kaarten al op tafel leggen. „Wat we voor ogen hebben is wel degelijk realistisch. Met de waarde die deze club heeft en met de enorme supportersschare van Feyenoord zijn er dingen mogelijk. Ajax ging destijds naar de beurs, PSV haalde een stunt uit met de verkoop van grond onder en naast het stadion, en wij hebben ook een impuls voor ogen. We gaan geen bedragen noemen. We zijn met iets bezig. Geef ons nog even de tijd.”
Van Bodegom beseft dat Feyenoord de status van cultclub heeft gekregen. „Prachtig, maar supporters willen ook resultaten zien bij zo’n grote club. Je moet toch niet elke keer achttien jaar wachten voordat je kampioen wordt?”
Wat Feyenoord in geen geval zal doen, is dezelfde fout maken als in het verleden, toen er een gok werd genomen met dure spelers en vette contracten die de club in de problemen brachten bij het missen van de Champions League. „Dat gaat nooit meer gebeuren. Als we investeren, moeten we eerst cash hebben. Eigen vermogen.” En dat moet er dus komen.
De club staat niet in brand, vindt Van Bodegom. Ja, je kunt het rijtje van opgestapte Feyenoorders opnoemen. Misschien verdwijnt er nog wel een kopstuk. „Maar je kunt ook zeggen: er is een nieuwe trainer, een nieuw hoofd opleidingen en de club heeft ook een ’td’. De nieuwe algemeen directeur zal er ook komen.”
"’We moeten andere bronnen vinden en daar zijn we mee bezig’"
Voor die positie is oud-honkballer en Rotterdammer Robert Eenhoorn favoriet. Een man die zich met de professionalisering van Feyenoord als voetbalclub moet bezighouden en niet een dagtaak moet krijgen aan het nieuwe stadion. Van Bodegom verblikt of verbloost niet als de naam Eenhoorn valt in het gesprek. Ook die kaart houdt hij nog even tegen de borst.
Dat afscheid wordt genomen van Jan de Jong was onvermijdelijk. Beide partijen hebben afgesproken er niets meer over te zeggen. „Geen verkeerd woord over Van Geel of De Jong. Van Geel zat hier acht jaar en dat is best lang. Hij heeft heel goed werk gedaan, zeker als je ziet met welke budgetten hij moest werken. De Jong zat hier twintig maanden, ja… Hij heeft zelf aangegeven dat er een verschil van inzicht was en dat hij wilde vertrekken.”
De Jong werd met zijn Haagse tongval door de fans nooit als een boegbeeld van Feyenoord beschouwd. Valt Van Bodegom straks wel in het potje bij het Legioen? Hij heeft er nooit mee te koop gelopen, maar hij is wel een jongen van Rotterdam-Zuid. „Mijn vader is van Pernis en verhuisde toen hij jong was naar Rotterdam-Zuid. Met mijn ouders verhuisde ik als jonge jongen naar Aruba. Bij ons was er maar één club en dat was Feyenoord. Als jongetje hoorde ik op Aruba alleen maar over die grote club in Rotterdam, waar ik nog nooit was geweest. Hoe langer het duurde, hoe groter Feyenoord als voetbalclub in mijn verbeelding werd. Toen ik als 10-jarige terugkeerde in Nederland wilde ik als eerste naar het stadion. Met mijn oom en neef stonden we op een staantribune achter het doel. Feyenoord won die zondag met 4-0 van FC Twente en ik vond het geweldig.”
Niets is sterker dan dat ene woord