quote:
Zo kennen we Adrie van der Poel. Nuchter. Niet gespeend van euforie. Ook al won zijn zoon net Dwars door Vlaanderen. Maar hey, diep vanbinnen gloeide het. En droomt hij stiekem van meer. De Ronde, zondag? “Als alles meezit... wie weet? ‘Matje’ moet maar één ding doen: lekker koersen, joh.” En ook ‘papi’ Raymond Poulidor genoot.
Knap? “Superknap!”, liet pa zich heel even gaan in de overtreffende trap. Om dan snel weer een duikvlucht te nemen voor een eerlijke analyse.
“Het moet natuurlijk allemaal een beetje meezitten”, vond hij. “En dat deed het vandaag. Met genoeg voorsprong aan de Taaienberg beginnen, extra versterking krijgen na de laatste keer Trieu, vier andere jongens die voluit meewerken... Ze hadden er uiteraard alle belang bij, zonder sprinter in de ploeg. Zélfs Deceuninck-Quick.Step, voor wie het podium met Jungels naar mijn gevoel het hoogst haalbare was. Tja, als je dan zelf, naast dat ‘stukske’ geluk, conditioneel top bent en je zit nog fris, is er wel iets moois mogelijk.”
Dat Van der Poel jr. de juiste moves deed op de juiste momenten, wierpen we op. En dat dat vooral te maken had met koersdoorzicht en tactisch vernuft, veel meer dan met geluk.
"Én met goed zijn. Én met vertrouwen hebben”, vulde Adrie aan. “De kunst is dan vooral om ‘Matje’ gewoon zijn ding te laten doen. Hij wil koersen, dus ontneem hem dat plezier niet. Stuur hem niet als een robot. ‘Hoeft ook niet’, zei Piet Kuijs, ex-bondscoach van de nationale juniorenploeg, destijds al. ‘Hij trekt zijn plan, is intelligent genoeg. Oké, je zou kunnen stellen dat hij wat zuiniger tewerk moet gaan. Maar eerlijk gezegd: dat hoeft niet voor mij.’”
Wijze woorden, die zes jaar later nog steeds van toepassing zijn. Adrie: “Je moet jezelf nooit afvragen of hij het wel zal redden, of hij mee zal zijn met de juiste vlucht. Simpel: als hij in orde is, is de kans reëel. Tuurlijk zal hij nog wel eens met zijn kop tegen de muur lopen en koudweg uit de kopgroep worden gefietst. De omstandigheden zullen het dan zo hebben gewild. Het zal geen excuus zijn, wel de pure realiteit.”
Adrie ziet het komende zondag, in Mathieus allereerste Ronde van Vlaanderen, niet zo snel gebeuren. “Veel indicatie gaf dit niet. Zondag is een andere koers. Véél zwaarder, honderd kilometer langer ook. Volgens mij ligt de Gold Race, waar je minder afhankelijk bent van je ploeg en van materiaalpech, hem nog net iets beter. Maar het is wel zo dat hij nu ontspannen en onbevangen naar de Ronde toe kan. In de redenering: ‘Jongens, zoek het maar uit, ik ga lekker koersen.’ Hij weet waar de lamp brandt in Vlaanderen. Als hij daar zo fris mogelijk kan geraken en de finale kan rijden, zit er een mooi resultaat in.”
Wachten, wachten...
Winst ook? Nú al? “Het kan. Maar dan heeft hij een dag nodig zoals vandaag, waarop alles in de juiste plooi valt. Anticiperen zou ik zeker niet doen - een gat van een halve minuut rijden ze zo dicht, zagen we. Wel wachten, wachten, wachten. Proberen goed vooraan de laatste Paterberg op te draaien. En dan... wie weet?”
Ook ‘papi’ Raymond Poulidor genoot
Saint-Léonard-de-Noblat, 655 kilometer verderop. “Que du plaisir”, beleefde ook ‘papi’ Raymond Poulidor voor het tv-scherm aan de eerste Vlaams-klassieke zege van zijn kleinzoon in Waregem. “Il est bon, hein? Wat is hij goed”, klinkt het spontaan en aandoenlijk. “In Gent-Wevelgem zat hij wat ingesloten in de spurt. Maar kijk: nu is het dan toch raak.”
Verbazend, vindt Poulidor het, hoe makkelijk Mathieu de overgang van veld naar weg verteerde. “Wie durft te beweren dat de combinatie veldrijden-wegwielrennen niet meer haalbaar is? Túúrlijk kan het. Voorbeelden genoeg toch, uit het verleden? Ik denk maar aan Roger De Vlaeminck. Wout van Aert nu. En Mathieu dus. Hij komt uit een zwaar en beladen cross-seizoen, rust nauwelijks uit, traint gedreven en doelgericht en is meteen competitief. Van één uur in het rood naar 200 à 260 kilometer volle bak koers op het allerhoogste niveau. Et sans aucun problème.”
Van der Poels voornaamste kwaliteiten? Poulidor moet er niet lang over nadenken. “C’est un vrai gagneur, hij is een echte winnaar. Mathieu neemt geen genoegen met een tweede plaats. De opmerkelijke rust die hij steevast uitstraalt, helpt hem daarin vooruit.”
Een Belg
Ook zijn veelzijdigheid dwingt respect af, zegt Poulidor. “Hij zit nú al met de olympische mountainbikerit van Tokio 2020 in het hoofd. Il touche à tout. Et il est bon partout. Hij proeft van alles. En hij is overal goed in. Of hij zondag al de Ronde van Vlaanderen kan winnen? Goh, de Ronde is natuurlijk niet zomaar een koers. Belgen en Nederlanders bouwen er hun carrière op uit. Maar... bien sur, hij mag zeker hopen. Hij reed nu toch al een paar Vlaamse koersen, waarin hij ervaring kon opdoen. (lacht) Jullie beschouwen hem als een Belg, hé? Non? Hij is heel populair bij jullie, weet ik. Jullie houden van hem. En ik begrijp het volkomen.” (JDK)