quote:
Op de passagierszetel bij ploegleider Hilaire Van der Schueren (71): “Geen paniek, ik ben geslaagd voor mijn oogtest”
71 kaarsjes mocht Hilaire Van der Schueren gisteren uitblazen. Als zeventigplusser zou hij dit seizoen niet meer achter het stuur mogen kruipen in Belgische koersen, maar dankzij een reglementswijziging kan hij toch probleemloos aan zijn veertigste seizoen bij de profs starten. Wij gingen naast hem zitten in de wagen tijdens een training op stage in Spanje. Met een beetje schrik, toch. “Het is simpel: je kan met de auto rijden of je kan het niet.”
De zon komt nu en dan door de wolken priemen, maar het is toch frisjes als de renners van Wanty-Gobert ’s morgens aan hun lange training beginnen. Een duurtocht van 200 kilometer staat op het programma. Twee keer 70 kilometer met tussenin een lange training op de tijdritfiets. De groep is in twee gedeeld. De voorjaarsrenners vertrekken een halfuur eerder dan de groep die vooral mikt op de Ardennen- en rittenkoersen. Hilaire Van der Schueren neemt plaats in de wagen achter de eerste groep. Coach Frederik Veuchelen zit op de achterbank. “Er wordt getraind in opbouwende blokken van drie dagen, gevolgd door een rustdag”, zegt Hilaire. “Frederik bepaalt de uren en de route.”
Van der Schueren krijgt dit seizoen ook steun van Samuel Bellenoue, coach van Guillaume Martin en ex-AG2R. De Fransman wordt Head of Permance bij Wanty-Gobert. “Tja, het kind moet een naam hebben, hé”, zegt Van der Schueren. “Maar we mogen niet achterblijven. Zij kunnen de renners strakker opvolgen, zodat ik kan bijsturen. Ja, vroeger deed ik alles. Ik heb ook een trainersdiploma en heb lessen gevolgd met onder anderen Jacques Rogge. Bij trainen draait het nog om hetzelfde hoor: uithouding, snelheid en kracht. Natuurlijk heb je nu meer ondersteuning en je moet mee met die evolutie, anders zeggen ze dat je een ouwe zak bent. Soms heb ik het daar wel moeilijk mee. Ik heb in de tijd met Edwig Van Hooydonck ook een trainingsprogramma uitgewerkt op de Bosberg. Dan bestond er geen hartslag- of wattagemeter. Op training is dat nuttig. Maar in koers? Met een hartslag in het rood of niet: als ze in koers wegrijden, moet je zien dat je mee bent.”
Via Altea rijden we langs de kust naar Calpe. Onderweg toont Hilaire ons het hotel waar hij met de ploeg in maart misschien zal verblijven. “In maart komen we naar hier terug met een zevental renners om het voorjaar voor te bereiden. We mogen niet starten in Parijs-Nice en de Tirreno, vandaar. Onze renners voor de rittenkoersen gaan dan twaalf dagen op hoogtestage naar de Sierra Nevada.”
Ondertussen heeft een Spaanse bestuurder zich tussen de renners en ons gemanoeuvreerd. “We gaan dat hier rap oplossen”, zegt Hilaire, en in twee seconden tijd wringt hij zich weer achter de renners. De Spanjaard kijkt met verbaasde blik en opengesperde mond naar de inhaalbeweging. “Er zijn toch veel chauffeurs die niet met de wagen kunnen rijden, hoor.” Van der Schueren bewijst dat hij zijn rijkunsten nog niet verleerd is. Er was commotie ontstaan omdat hij, net als Walter Planckaert, in 2019 als zeventigplusser niet meer achter het stuur zou mogen zitten in Belgische koersen. “Gelukkig is het reglement veranderd, er is nu geen leeftijdsbeperking meer. Maar ik moet mij nu ieder jaar laten testen. 128 euro om mijn ogen te laten controleren. Maar geen paniek: ik ben geslaagd voor die test. Eigenlijk is het simpel: je kan met de auto rijden of je kan het niet.”
We naderen Denia. “Hier heb ik in Spanje mijn eerste stage beleefd. In 1985, met Kwantum. In Hotel El Palmar. Ook met mijn geheugen gaat alles goed, hoor. Ik ben hier ook graag. Maar hier iets kopen en komen wonen? Ben je gek? Ik zit daar goed in Geraardsbergen, aan de voet van de Bosberg. Ik woon in de natuur en zie de hertjes lopen vanuit mijn zetel. En als ik dorst heb, ga ik in het centrum naar Bar Guidon, het café van ex-renner Fredje Penne. (grijnst) Al vragen de stamgasten me daar wel constant uit over de koers. Deze winter was het: Gaat Backaert nu bijtekenen of niet?”
Loïc Vliegen, overgekomen van BMC, komt bij de wagen een energiereep vragen. Hij trok ook al enkele keren goed door. “Hij is goed, hopelijk al niet te goed”, zegt Van der Schueren. “Ja, renners opvangen en nieuwe kansen geven, dat is al mijn hele carrière een uitdaging geweest. En dat is toch al veel gelukt. Dit is moeilijker dan bij Quick Step, hé. Als je daar ploegleider bent, weet je dat je met zes man in de finale zit. Dat is gemakkelijk. Bij ons is het een strijd om in de finale te geraken en vraagt de sponsor ook nog om in beeld te rijden.”
We komen constant andere ploegen tegen: Cofidis, Groupama-FDJ, Bardiani, Wallonie-Bruxelles, Sep Vanmarcke en drie ploegmaats van EF Education First-Drapac… Van der Schueren begroet ze hartelijk en toetert erop los. Ook van de partij: de Spaanse Guardia Civil, netjes verscholen na een bocht. “Ik heb deze keer nog geen boete gehad”, aldus Hilaire. “Vorig jaar had ik prijs, omdat ik op mijn achterruit geen waarschuwingssticker, een verplichting als je een groep renners begeleidt, had gekleefd. Het jaar daarvoor werd ik aan de kant gezet omdat ik een renner na een lekke band had teruggebracht naar zijn trainingsgroepje. Maar kijk, nu zijn ze bezig met hun smartphone. Wellicht een grappig filmpje. Goed, dat ze zich daar maar mee bezighouden.”
Veiligheid voor alles
Tijd voor een plaspauze. Aan Villa San Jeronimo. Een vaste plaats voor een sanitaire stop, want ook de renners van Groupama-FDJ houden er enkele minuten later halt. Waarna een gevaarlijke afdaling volgt. Van der Schueren zegt het zeker tien keer aan zijn renners: “Voorzichtig, mannen. Er zijn scherpe bochten en er is tegenliggend verkeer. Hier zijn al ongelukken gebeurd. Veiligheid voor alles.”
In Pego staan de mecaniciens te wachten met de tijdritfietsen. De renners wisselen en vertrekken meteen. “Ik wil dat alle fietsen perfect zijn afgesteld vooraleer ze aan de eerste tijdrit van het seizoen beginnen”, legt Van der Schueren uit. “Ik wil ook dat we beter presteren, want racen tegen de tijd is ons zwak punt.” Daarna volgt de terugtocht naar het hotel, op een heuvelachtiger parcours. Veuchelen drinkt nog eens van zijn tweeliterfles water. “Ga jij die helemaal uitdrinken?”, vraagt Hilaire zich af. “Ik ben vannacht twee keer moeten opstaan om te plassen. Hoeveel keer word jij dan niet wakker?” Veuchelen lacht en merkt op dat zijn baas iets te ver voor zijn renners rijdt. Van der Schueren wil dan ook dat de auto achter hem voorbijsteekt. Maar de bestuurster blijft maar aarzelen. “Verdomme, leer toch rijden!”, vloekt Hilaire. Euh, ze is daarmee bezig, want het is een studentje met een L, met een begeleider naast haar. “Awel, bij mij was ze al gebuisd.”