Het is een cultureel probleem. Afhankelijk van de eigen culturele achtergrond kan de nederlandse cultuur aantrekkelijk of niet gevonden worden.
De Nederlandse cultuur kenmerkt zich volgens KIT (Dealing with the Dutch) en ITIM (Institute for Training on Intercultural Management) door:
1.- Vrouwelijkheid: meer begrip voor de verliezer, minder bewondering voor de winnaar. De nederlandse cultuur lijkt daarin zeer op de scandinavische en finse culturen.
2.- Geringe machtsafstanden, vlakke organisatiestructuren, ook daarin lijkt de nederlandse zeer op de scandinavische en finse.
3.- Directe communicatie,meer met de deur in huis vallen dan diplomatieke en eerbiedige benadering. wederom grote gelijkenis met de scandinavische en finse culturen.
4.- "Geen kapsones", "Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg", het afmaaien van de mensen die hun kop boven het maaiveld uitsteken. Gezagsposities zijn daardoor moeilijk op te bouwen en hand te haven. Daardoor ook eigenwijs, eigenzinnig, met als gevolg een enorme versnippering van kerkgemeenschappen en politieke partijen.
5.- Meer geld- en handelsgericht dan productiegericht. Dit is deels terug te voeren op het calvinisme. Calvinisten gaan er net als joden vanuit dat materiėle welvaart een teken is van de zegen van God. Calvinisten hebben daarom de naam van krenterig, zuinig Het calvinisme is/was sterk in Nederland, Zwitserland, Schotland, de VS (Bible belt, Pilgrimfathers) en oefende een aanzienlijke invloed uit op de anglicaanse kerk. De Nederlandse vertoont hier een sterke gelijkenis met de meeste angelsaksische culturen.
6.- Sterk individualisme, zwakker dan in de angelsaksische culturen, maar daarin toch erg op deze laatste lijkend.
7.- In theorie sterk op regeltjes maar terzelfdertijd gedoogt men meer dan elders uitzonderingen, ivm 1, 2 en
8.- Volgens ITIM zijn nederlanders weinig risicomijdend , ondernemend en bezitten de flexibiliteit noodzakelijk voor handel (maakt niet uit wat je gelooft of denkt zolang ik er aan verdien) dat laatste mondt vaak een beetje uit in een aan onverschilligheid grenzende schijntolerantie.
Dit is algemeen van toepassing, hoewel volgens KIT is de limburgse cultuur nauwelijks een subcultuur van de nederlandse te noemen maar bijna een cultuur op zichzelf, nader verwant aan de belgische en duitse.
Er wordt weinig gedaan om de positieve kanten van de nederlandse cultuur onder het voetlicht te brengen, en uit te dragen. Dat heeft echter ook gevolgen, want Onbekend maakt onbemind.
Er zouden meer handvaten aan immigranten aangereiukt moeten worden om daarmee de nederlandse cultuur begrijpelijker te maken. Tradities of feestdagen welke de aandacht vestigen op de nederlandse cultuur zouden geschapen moeten worden.
Het is voor veel buitenlanders onbegrijpelijk waaroim men de onafhankelijkheidsverklaring (Het plakkaet van verlatinghe) van Nederland niet herdenkt, geen mooiere gelegenheid denk ik zo.
Het Plakkaet van Verlaetinghe (Is zoiets als de onafhankelijkheidsverklaring van de Republiek der Verenigde Nederlanden) geeft enkele van de culturele kernwaarden duidelijk weer: godsdienstvrijheid en gelijk(waardig)heid. De republiek was in veel opzichten een spiegeling van de kernwaarden: sterk gedecentraliseerd, weinig macht voor de Stadhouders, min of meer vlakke bestuursverhoudingen, een beperkte vorm van democratie. Ook de wijze waarop Nederland koloniseerde is kenmerkend: men deed weinig moeite de gekoloniseerde gebieden te kerstenen, de taal op te leggen of de nederlandse cultuur op te dringen. Zolang er maar geld verdiend werd. De kaapkolonie werd aan haar lot overgelaten, toen het economisch belang gering bleek. Waar portugezen hun taal en hun godsdienst uitdroegen en nalieten, zijn er in het indonesisch of ceylanees slechts nog slechts met veel moeite sporen te vinden van nederlandse overheersing in taal of gebruiken. Ook is er een totale afwezigheid van enig cultureel chauvinisme: men drukt de eigen cultuur en identiteit naar de achtergrond, dat is tot op zekere hoogte bevorderlijk voor handelscontacten, maar datzelfde werkt averechts wanneer men immigranten wil doen integreren.
De traditionele nederlandse cultuur wordt steeds sterker beļnvloed door de angelsaksische culturen, en is dus aan veranderingen onderhevig. De angelsaksische culturen zijn mannelijker en individualistischer dan de traditioneel nederlandse en de minst risicomijdende van de door ITIM onderzochte culturen.
KIT (Koninklijk Instituut van de Tropen) noemt in "Dealing with the Dutch" ook nog historische verklaringen:
de noodzaak van een soort poldermodel, ingegeven door de voortdurende bedreiging van de zee: om terpen en dijken te bouwen was een zekere conflictmijdendheid en "alle neuzen dezelfe kant op" noodzakelijk. De afwezigheid van grondstoffen maakt afhankelijk van (ruil)handel. Al sedert de steentijd is de nederlandse bevolking aangewezen geweest op uitwisseling: vuursteen, brons, ijzer: het was niet in Nederland; de enige manier om er aan te komen was door (ruil)handel. Daardoor ontstond een bepaalde houding tegenover andere culturen en volkeren: Men liet hen in hun doen: "doe wat je goeddunkt, zolang wij er geen last van hebben en er geld aan verdienen" leek hret devies.
Andere eigenschappen van de nederlandse cultuur zijn te herleiden op typisch "germaanse" waarden zoals gelijkwaardigheid, meritocratie, eenvoud, waardoor we zonder ooit langdurig overheerst door hen te zijn geweest, cultureel nog verreweg het meest lijken op denen, noren, zweden, noordduitsers of schotten. De nederlandse cultuur hoort in alle opzichten thuis in de zogenaamde noordzeeculturen (waartoe ook niet-germaanse volkeren gerekend worden zoals esten, finnen, letten of volgens sommigen ook: schotten) .
De armeense cultuur ofschoon christelijk lijkt veel meer op de azerbayaanse -die moslim zijn- dan op de nederlandse. De politice blaten onzin als ze het hebben over "joods-christelijke cultuur" . Die bestaat als zodanig niet eens.
Je hebt het in West-europa over noordzeeculturen, mediterrane en centraaleuropese culturen en mengvormen (zoals de duitse, belgische, franse). Binnen die cultuurgroepen, bestan ook nog eens behoorlijke nationale variaties bestaan (binnen de mediterrane: denk aan griekse of portugese, italiaanse; binnen de noordzeeculturen: denk aan noorse of nederlandse, finse of ijslandse).