abonnement bol.com Unibet Coolblue
  Moderator vrijdag 27 juli 2018 @ 13:18:44 #1
362868 crew  Slobeend
of all places
pi_180766363
Etappe 19: Lourdes - Laruns, 200,5 km

De rit naar Pau was een rit naar Pau. Hemeltergend, mensonterend kut. Zo'n rit waar je dwergpython niet echt van gaat kronkelen. Pau kreeg wel een terechte en verdiende winnaar. De misselijkmakende valsspeler tevens geweldige klootzak Arnaud Demare won. Een nederlaag voor de koers. Talloze betere sprinters zitten inmiddels thuis voor de buis omdat ze geen zin hadden om dagenlang aan de auto te hangen. Vonden ze niet eervol, niet correct. Zo'n gladde Fransoos met gebleekte tanden heeft daar natuurlijk dikke schijt aan, die doet alles wat niet mag en rijdt op die manier een snellere slotbeklimming dan menig klimmer. In de sprint geeft hij ook nog een kwak en wijkt hij van z'n lijn af, want wie doet je wat? Sport is vaak niet fraai en Arnaud Demare is daar het levende bewijs van. De lelijkste stad van Frankrijk krijgt zodoende de lelijkste winnaar. Perfecte match, niets meer aan doen. Nu alleen nog hopen dat zowel de stad als het individu nooit meer voorkomen in de Tour. Op de matige sprint na was het verder voor veel renners de derde rustdag van de Tour, behalve voor Quintana. De ene dag is de andere niet, een dag na een prachtige overwinning kan je ook zomaar op je muil gaan. Vervelend met het oog op de etappe die nu volgt. De laatste bergrit van de Tour en het is er niet echt een om over naar huis te schrijven. Voor de zoveelste keer de Tourmalet, en dan ook nog eens op een vrij nutteloos moment in de koers. Na deze zware klim moeten de renners nog een kleine 100 kilometer fietsen. En dan rijden we tot overmaat van ramp ook nog eens over de verkeerde kant van de Aubisque, met daarna een lange afdaling. Dit is voor veel renners de laatste kans om tijd te pakken, maar gezien het parcours is de kans aanwezig dat er heel wat muizen gebaard gaan worden.




De rit gaat van start op heilige grond, voor katholieken tenminste. Lourdes, een stad met 17.000 inwoners, is de grootste katholieke bedevaartsplaats van Frankrijk. Dat heeft natuurlijk te maken met een of ander ongeloofwaardig verhaal, dat we integraal van Wikipedia kopiëren: In 1858 verklaarde Bernadette Soubirous, toen een 14-jarig meisje, tussen 11 februari en 16 juli verschillende verschijningen te hebben gezien, die door de belangrijkste hoogwaardigheidsbekleders van die tijd werden beschouwd als die van de Heilige Maagd Maria in de verre grot van Massabielle. In 1864 werd er een standbeeld opgericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes bij de plaats van de verschijningen. Er werd een kapel gebouwd die al spoedig te klein werd en ging dienen als crypte voor de eerste basiliek, de Basiliek van de Onbevlekte Ontvangenis. In de loop der jaren kwamen hier nog twee basilieken bij en verschillende andere gebouwen, die thans alle deel uitmaken van het Heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. De Rooms-Katholieke Kerk heeft verschillende wonderbaarlijke genezingen erkend. Hiervoor werd in 1905 het Bureau van de medische vaststellingen en in 1947 het Internationaal Medisch Comité van Lourdes opgericht. Op 11 februari 2018 werd door bisschop Jacques Benoit-Gonnin de 70e officiële wonderbaarlijke genezing erkend. Allemaal gelul dus, u hoort het al. Het hele jaar door maar vooral vanaf maart tot oktober komen pelgrims uit heel Europa, maar ook uit andere delen van de wereld, naar het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes om er te bidden en zich te laven aan het bronwater van de grot waaraan heilzame kwaliteiten toegedicht worden. Knettergek. Dankzij al die pelgrims is Lourdes dus ontzettend populair. Om al die mensen te kunnen ontvangen telt Lourdes de meeste hotels van Frankrijk, op Parijs na. De afgelopen jaren fietsen we eigenlijk altijd wel een keer langs Lourdes, ik kan me in ieder geval herinneren vaker wat over deze plaats geschreven te hebben. Daarom vond ik het verder wel verrassend om tot de conclusie te komen dat er pas twee keer een rit is aangekomen bij dit heiligdom. In 2011 was er een rit van het immer vervelende Pau richting Lourdes en die werd gewonnen door Thor Hushovd. Thor won normaal de massasprintjes, maar in Lourdes kwam hij voor de verandering een keer solo aan. Hushovd de sterkste in een rit met de Aubisque onderweg, het was een aparte etappe. Lourdes debuteerde in 1948, in die tijd was Gino Bartali nogal goed. Hij won zeven ritten in die Tour, waaronder de rit naar Lourdes. Er is drie keer eerder een rit van start gegaan in Lourdes, voor het laatst in 1994. Een rit met aankomst boven in Luz-Ardiden werd gewonnen door Richard Virenque.



De renners starten uiteraard naast het Heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Vanuit Lourdes zou je direct naar het zuiden kunnen fietsen, dan zit je meteen op de weg naar de Aubisque. Doen we alleen niet, we rijden tijdens de neutralisatie richting het oosten en ook als de neutralisatie voorbij is blijven we aan de rand van de Pyreneeën oostwaarts fietsen. Dat we in de buurt van de bergen zitten gaan de renners al vrij snel maken. In de eerste vijf kilometer van de rit gaat het rechtdoor over een vlakke weg, maar daarna begint de Côte du Loucrup, een klimmetje van twee kilometer aan 7%. Hier zou de kopgroep van de dag best wel eens weg kunnen fietsen. Op de top van dit klimmetje van vierde categorie rijden we door het dorpje Loucrup en vervolgens gaat het kort kort naar beneden over een brede weg met een aantal niet al te lastige bochten. Aan het eind van de afdaling slaan de renners rechtsaf en rijden ze over een brede weg dwars door de vallei richting Bagnères-de-Bigorre. Na 16 kilometer bereiken we dit stadje met 8000 inwoners. Na een paar dagen Bagnères-de-Luchon mocht de andere Bagnères natuurlijk niet ontbreken. Hier komt de Tour immers ook met enige regelmaat langs. In 2013 bijvoorbeeld nog, toen Dan Martin hier een ritje won. Enfin, na wat bochtjes in Bagnères-de-Bigorre rijden de renners verder over een grote, brede en rechte weg, die een aantal kilometer vals plat omhoog loopt. In de buurt van Cieutat mogen ze dan weer bij een rotonde rechtsaf, waarna de weg een kilometer of zeven licht naar beneden loopt. Wel wat bochtenwerk, maar over het algemeen is het hier best prettig fietsen. Aan het eind van deze afdaling fietsen de renners langs een best mooi abdijtje en daarna slaan ze linksaf. Het is nu een aantal kilometer min of meer vlak, terwijl de renners over een relatief smalle weg door een bos rijden. Niet helemaal vlak, het blijft glooiend. Na 33 kilometer rijden we door Gourgue en hier begint de weg omhoog te lopen. We gaan toewerken naar het tweede klimmetje van de dag. De Côte de Capvern-les-Bains, een aperitiefje voor het echte werk in de Pyreneeën. Buiten Gourgue loopt de weg drie kilometer vals plat omhoog en daarna gaat het 3,4 kilometer aan 5,1% omhoog. Na 40 kilometer koers komen de renners dan boven op de Côte de Capvern-les-Bains, een bultje van de vierde categorie. De afgelopen jaren deden we vaak de Côte de Capvern aan en ik dacht eerst dat dit dezelfde klim was, maar het is toch net weer anders. In plaats van de grote doorgaande weg vanuit Tournay nemen we nu een wat smaller weggetje binnendoor. Het effect is in ieder geval hetzelfde, aan het eind van de klim komen we uit in Capvern. Capvern-les-Bains komen we halverwege de klim tegen en dat is een klein kuuroordje met wat thermen enzo.



Na de passage in Capvern rijden de renners over een rechte, brede en vlakke weg verder richting La Barthe-de-Neste, zo'n dorpje dat we ook bijna jaarlijks passeren. Vlak voor de renners dit dorpje bereiken slaan ze bij een rotonde rechtsaf, waarna het zuidwaarts gaat. We rijden de Pyreneeën in, al moeten we nog even wachten op de bergen. Het gaat een kilometertje of 15 rechtdoor over een zo goed als vlakke weg richting de tussensprint in Sarrancolin. Na de tussensprint fietsen de renners nog eens een kilometer of zes rechtdoor, over een weg die licht omhoog loopt. Als ze 66 kilometer hebben afgewerkt fietsen ze door Arreau en hier ligt de voet van de eerste serieuze klim van de dag, een bekende klim in de Tour. Voor het laatst waren we hier in 2016, toen in een rit met aankomst bij Lac de Payolle. Daar won Stephen Cummings, in de tijd dat hij nog wel eens een koers wist uit te rijden en meer deed dan alleen in het allerlaatste wiel van het peloton hangen. Verder is dit sowieso bekend terrein voor de renners, want tijdens de elfde rit van de Tour van 2015 kwam de koers hier ook al langs. In een rit van het deerniswekkende Pau richting Cauterets reden we ook over de Aspin en was de aanloop min of meer hetzelfde. Ook toen reden we via Lourdes via de Côte de Loucrup richting Bagnère-de-Bigorre om via een klimmetje in de buurt van Capvern richting Arreau te gaan. Originaliteit? Nergens voor nodig. Ik heb alleen nog niet verteld aan welke klim we gaan beginnen, maar de echte kenners weten dat natuurlijk al. De Col d'Aspin is een beklimming van de eerste categorie, 12 kilometer lang en 6,5% gemiddeld. De klim begint redelijk makkelijk, een kilometer aan 5% en een kilometer aan 3,5%. Daarna wordt het toch even wat zwaarder met een kilometer aan 7%. Na die derde kilometer van de klim komt het niet meer onder de 6%. Na zeven kilometer klimmen is het tijd voor het zwaarste stuk van de klim. Vier kilometer achter elkaar met hoge percentages. Van 9,5% naar 7,5%,weer naar 8% en dan terug naar 7,5%. In de laatste kilometer vlakt het wat af, waarna de renners na 78 kilometer bovenkomen op de klim.




De Col d'Aspin is een best wel mooie klim die al ontzettend vaak is voorgekomen in de Tour. In 2016 en 2015 dus bijvoorbeeld, maar de mooiste beklimming van de Aspin is toch wel overduidelijk die van 2008. In een rit van Toulouse naar Bagnères-de-Bigorre snelde Riccardo Ricco weg uit het peloton. Op deze klim scheurde hij op het buitenblad naar boven en bezorgde hij iedereen die hij inhaalde een verkoudheid. Hij won de rit, met verve. Helaas werd hij daarna betrapt en uit de Tour gezet, maar gelukkig hebben we de beelden nog. De Col d'Aspin, die behoorlijk onregelmatig is, voert over een redelijk bochtige weg, met zo nu en dan een behoorlijk mooi uitzicht over de omgeving. De beklimming van de Aspin gaat over een weg die niet heel smal is, maar ook weer niet echt breed. Dat geldt ook voor de afdaling. Deze afdaling is niet bepaald, vooral omdat het vrij bochtig is. In het begin van de afdaling wordt er door een bos gereden, waardoor de meeste bochten nogal onoverzichtelijk zijn. Er zitten een aantal onvoorspelbare bochten in, je lijkt naar links te draaien maar bijna meteen gaat het weer naar rechts, dat soort dingen. Tussen de bomen door zijn er ook best wat open stukken en die overgang van licht naar donker schijnt ook niet altijd mee te vallen. Na vijf kilometer dalen rijden de renners door het dorpje Espiadet en hier wordt de weg wat breder. De haarspeldbochten zijn achter de rug en het bos is weg. Vanaf dit moment wordt er nog een kilometer of zeven gedaald, maar dit deel van de afdaling is een stuk eenvoudiger. Ondertussen passeren we ook het gehucht Payolle, waar een bocht naar links ligt die we in 2016 namen. Dat was dus de rit die Cummings won en tevens de rit waar er een boog op Adam Yates viel. De directe reden dat we tegenwoordig met zo'n lullig boogje moeten doen als de renners de laatste kilometer betreden. Na Payolle stelt de afdaling dus geen reet meer voor, het gaat een aantal kilometer lang aan amper 3% naar beneden. De weg is breed en er zijn weinig bochten. Zonder problemen zou iedereen dus moeten kunnen aankomen in Sainte-Marie-de-Campan, na 90 kilometer. In dit kleine dorpje ligt de voet van de volgende klim van de dag, eentje die echt niemand kent. Geniale ontdekking weer van Gouvenou, wat een visionair.



Na het bochtje dat hierboven te bewonderen valt loopt de weg meteen omhoog. We gaan beginnen aan de Col du Tourmalet, voor de zoveelste keer dat mijn rekenkunsten het niet meer kunnen bolwerken. Alleen vorig jaar ontbrak de Tourmalet even, maar in 2014, 2015 en 2016 zat ie er gewoon in hoor, jawel. In 2014 en 2015 toevallig ook nog eens van deze kant, wat leuk. Bovendien zat er in 2015 ook de Aspin voor, je verwacht het niet. We graven maar weer eens in het archief en treffen deze teksten aan: De Tourmalet begint makkelijk, een paar kilometer aan 4%. Daarna wordt het steeds een beetje zwaarder, van een kilometer aan 7% naar drie kilometer aan 8%. Rond de 10e kilometer van de klim wordt het pas echt zwaar. Zes kilometer achter elkaar komt het niet onder de 9%, af en stijgt het zelfs flink boven de 10%. Alleen de laatste meters richting de top wordt het nog even wat minder zwaar. Het is een belachelijk zware klim, geheel terecht een klim van de buitencategorie. Wel een klim die al veel te vaak is voorgekomen in de Tour. Er zijn zoveel mooie beklimmingen waar de ronde nooit komt of bijna nooit, zoals bijvoorbeeld de nieuwe Tourmalet die we een paar dagen terug zagen, haha. De Tourmalet is natuurlijk mooi, maar hebben we dat niet een keer gezien? Hoe dan ook, we krijgen een opvolger voor Thibaut Pinot, hij kwam in 2016 als eerste boven op de Tourmalet. Zijn voorganger was dan weer Rafal Majka, die in 2015 de laatste was die als eerste deze kant van de Tourmalet wist te bedwingen. Op de top van de Tourmalet, na 108 kilometer, treffen we ook weer de souvenir Jacques Goddet aan. Een voormalig koersdirecteur van de Tour, die op de klim nog een mooie buste heeft staan. Enfin, dat verhaal kan iedereen waarschijnlijk ook wel dromen ondertussen.




De kant van de Tourmalet die we beklommen is 17 kilometer lang, de kant waarlangs we afdalen is 19 kilometer lang. Het wordt dus een bijzonder lange afdaling, die het grootste gedeelte van de tijd ook nog eens vrij steil is. Bovendien is de afdaling bochtig, je kan wel stellen dat deze kant een stuk lastiger is. Buiten dat moet bijna iedere renner deze afdaling wel kennen, we komen er godbetert bijna ieder jaar langs. Verder weet ik niet zo goed wat ik over deze afdaling moet vertellen. Ja, het gaat een aantal kilometer aan 10% naar beneden, da's best pittig. Er gebeuren volgens mij eigenlijk nooit echt ongelukken op de Tourmalet dus het zal wel goed zijn. We gaan snel door naar het eind van de afdaling. Beneden rijden de renners door Luz-Saint-Sauveur, een dorpje dat ze vaak doorkruisen maar waar de Tour eigenlijk nooit start. Alleen een keer in 1985, toch best opvallend. Dat geheel terzijde, na de passage in dit dorp is het nog 74 kilometer tot de finish. Spijtig genoeg moeten we nu eerst een eeuwigheid door een vallei rijden. Als er al iemand van plan was om op de Aspin of de Tourmalet aan te vallen dan zal het geen klassementsrenner zijn. Vanuit Luz-Saint-Sauveur gaat het 12 kilometer bijna volledig rechtdoor over een licht dalende weg richting Soulom. Het is een mooie vallei, dat dan weer wel. Prachtige bergen en stevige rotswanden langs de kant van de weg, riviertje aan de linkerkant. Erg plezierig om naar te kijken, alleen is het voor de koers wel vrij dodelijk. Dat volledig rechtdoor moet je trouwens wel met een korreltje zout nemen, er zitten een paar stroken tussen waar het wat rapper naar beneden gaat en daar zijn ook wat scherpe bochtjes aanwezig. Duurt evenwel niet lang, paar kilometer na. In de buurt van Soulom zijn de wegen echt recht en hebben we ook het mooie deel van de vallei uit het oog verloren. Via dorpjes met onmogelijke namen als Pierrefitte-Nestalas en Argelès-Gazost rijden we richting de volgende klim van de dag. Argelès-Gazost bereiken we na 144 kilometer en het stuk van zes kilometer tusen Soulom en Argelès kende op wat rotondes na geen verrassingen.



Na wat bochtjes in Argelès loopt de weg aan de rand van het kuuroordje ineens een paar kilometer omhoog. Drie kilometer aan 7%, al denkt de organisatie eerder aan drie kilometer aan 5%. Maar goed, wat weten die mensen er nou van? Boven komen we in ieder geval in Arras-en-Lavedan en in dit kleine gehucht slaan de renners linksaf, waarna ze direct door de smalle straatjes van het gehucht mogen afdalen. De weg loopt ongeveer anderhalve kilometer naar beneden, daarna wordt het weer een kilometer vlak. Vervolgens rijden de renners over een smal bruggetje en dan is de volgende gecategoriseerde klim van start gegaan. De Col des Bordères, zowaar een klim die wel origineel is. Pas de derde keer dat we deze doen in de Tour. Alleen in 1987 en 1989 werd dit ding eerder beklommen. Teun van Vliet en Miguel Indurain zijn tot nu toe de enigen die kunnen zeggen dat ze ooit als eerste boven waren op de Col des Bordères. Al is deze klim in andere koersen ook wel eens voorgekomen, in de Route du Sud bijvoorbeeld. Mikel Bizkarra is daardoor KOM op Strava op deze klim, zal hij uit de boeken gefietst worden? Waarschijnlijk wel. Deze col is 8,6 kilometer lang en 5,8% gemiddeld. Mooie, onregelmatige klim. Paar simpele kilometers tussen de 4 en 5%, maar ook een paar flinke knallers. Twee kilometer aan 8% en richting het eind van de klim zelfs nog een kilometer aan 10%. De laatste kilometer is het dan weer zo goed als vlak. Het steile stuk aan het eind komt na de passage in het dorpje Estaing. Hier ligt heel geniepig een bochtje naar rechts verstopt. Als je deze bocht niet over het hoofd ziet en rechtsaf slaat gaat het een honderdtal meter verderop bijna recht omhoog, leuk man. Na 159 kilometer komen de renners boven op deze klim en dan hebben ze eigenlijk het eerste deel van de Aubisque gehad, zou je kunnen stellen.




Op de top is het nog 41 kilometer tot de finish en het steile deel bereiken de renners op 43 kilometer van het eind. Eerlijk gezegd lijkt dat steile stuk mij wel een geschikt moment om de knuppel eens een keer in het hoenderhok te gooien. Na de klim volgt er namelijk maar een korte afdaling van vier kilometer, daarna loopt de weg meteen weer omhoog. De afdaling mag dan wel kort zijn, maar is alsnog behoorlijk pittig. De weg omhoog was al smal en naar beneden is het van hetzelfde laken een pak. Voor Tourbegrippen zelfs heel smal. Paar haarspeldbochten en een aantal snellere bochten, je kan hier zomaar een keer ergens uit de bocht vliegen. Eenmaal beneden rijden de renners door Arrens-Marsous en daar fietsen ze nog eens over een smalle brug, waarna ze dit fraaie bouwwerk aantreffen. In Arrens is het even vlak, maar moeten er wel wat bochten genomen worden. Bij het buitenrijden van het dorp loopt de weg meteen omhoog en bevinden we ons op de Route Soulor, een straat die ons rechtstreeks naar de top van de Col du Soulor gaat leiden. Dit is een bijzonder lastige klim. Het gaat zeven kilometer omhoog aan iets meer dan 8% gemiddeld. Vijf kilometer aan 8%, twee kilometer aan 8,5%. Dat is ook wel te zien, in Arrens loopt de weg meteen bijzonder steil omhoog en in de kilometers daarna lijkt het geen moment af te vlakken. Best mooi klimmetje wel, is toch heerlijk man. Enige vreemde is dat er op de top van de Soulor geen punten te verdienen zijn. Die punten kun je pas even verderop gaan oprapen, terwijl er na de top van de Soulor nochtans een korte afdaling volgt.



De top van de Soulor bereiken de coureurs op iets minder dan 30 kilometer van het eind. Het is trouwens alweer een tijd geleden dat deze klim nog eens voorkwam in de Tour. De combinatie van Soulor en Aubisque is geen onbekende, maar de organisatie kwam voor het laatst op dat idee in 2010. Toen kwam Marcus Burghardt of all places als eerste boven op de Col du Soulor. In 2012 reden de renners ook nog wel even over de klim, maar toen deden we de Aubisque van de andere kant en hoefde alleen het kleine stukje dat we nu in dalende lijn gaan afwerken beklommen te worden. Dat stukje in dalende lijn is eigenlijk maar twee kilometer lang, maar wel nog een klein beetje gevaarlijk. Het gaat grotendeels rechtdoor, maar de paar aanwezige bochten zijn link omdat de afgrond hier nogal diep is. Als je van plan bent om op dit traject een Gilbertje te doen dan vinden ze je nooit meer terug. Maar goed, dat zal wel loslopen, zo ingewikkeld is het niet. Na de korte afdaling loopt de weg meteen weer omhoog, al valt dat in het begin nogal mee. Het is nog acht kilometer tot de top van de Aubisque en de eerste twee daarvan zijn vals plat. Daarna krijgen we drie kilometer aan 4%, dat stelt eigenlijk ook geen reet voor. Gelukkig kunnen we nog wel genieten van de mooie omgeving, dat is ook wat waard. Paar tunneltjes onderweg, best mooi. Richting de top van de Aubisque krijgen we dan nog te maken met drie kilometer aan 7%. Lijkt een beetje op een klim, maar is eigenlijk ook niet al te interessant. De organisatie heeft gekozen voor de flopkant van de Aubisque, zoveel is duidelijk. Op 20 kilometer van het eind bereiken we de top van deze klim van buitencategorie, waarvan je je stevig mag afvragen of het op deze manier eigenlijk wel een klim van de buitencategorie is.



Achja, Col d'Aubisque. Wel een leuke klim hoor. Vooral van de andere kant dan. 19 kilometer aan 6% of zeven aan 5%, zeg het maar jongens. De Col d'Aubisque is natuurlijk wel een iconische klim. Al meer dan 70 keer voorgekomen in de Tour de France. Wij Nederlanders kennen de Aubisque vooral dankzij Wim van Est. In de Tour van 1951 viel hij in de afdaling van de Aubisque in een ravijn. Hij viel meer dan 70 meter naar beneden, maar kwam er wonder boven wonder zonder ernstige verwondingen vanaf. Enfin, dat verhaal zal wel bekend zijn. Recenter speelde de Aubisque ook nog een hoofdrol. Hoewel, recent, het is ondertussen alweer meer tien jaar geleden. In de Tour van 2007 zou de laatste lastige bergrit aankomen boven op de Col d'Aubisque. Het was de laatste kans voor Alberto Contador om Michael Rasmussen uit de gele trui te rijden. Rasmussen was in de vorm van zijn leven, nam nog wat extra middeltjes en was er helemaal klaar voor. Tijdens de rit naar de Aubisque trok hij gekke bekken, om aan Contador en Leipheimer te laten zien dat hij het moeilijk had. De renners van Discovery Channel trapten erin en deden er alles aan om Rasmussen te lossen. Af en toe liet de Deen een gat, om die jongens het gevoel te geven dat het echt nog kon, maar steeds reed hij het op eigen tempo weer dicht. Hij deed helemaal niets, tot de slotkilometer van de rit. Hij versnelde en meteen waren Leipheimer en Contador weg. In één simpele kilometer pakte hij 26 seconden op Leipheimer en 35 op Contador. Het was ongekend. Onwerkelijk. Rabobank ging de Tour winnen, voor het eerst. Een grandioos moment, zowel voor Rasmussen als de ploeg. Het bleek alleen al vrij snel dat het te mooi was om waar te zijn. De hele Tour waren er al geruchten rond Rasmussen, maar die dag kwam het grootste verhaal. Hij zou in Mexico zijn geweest om te trainen, maar Davide Cassani had hem in die periode in Italië gezien. Theo de Rooij scheet meteen zeven kleuren stront en was er klaar mee. Al weken zat de arme man met de handen in het haar, maar dit was de druppel. Hij haalde Rasmussen uit de Tour en de rest is geschiedenis. Sinds die aankomst in 2007 is er geen aankomst meer geweest op de Aubisque in de Tour. Wel nog een paar passages onderweg, maar de berg is nu toch een beetje besmet. Ook nu weer geen aankomst bergop, durven ze toch niet echt.



Verder kennen wij de Aubisque natuurlijk van de Vuelta van 2016. De Spaanse koers besloot om eens over de grens te gaan kijken en tekende een rit uit met onderweg drie zware cols en een aankomst bergop op Col d'Aubisque. Robert Gesink zat die dag in de kopgroep, maar voor de Aubisque reed hij ineens in een achtervolgend groepje. De renners reden door Laruns, de aankomstplaats van de rit van vandaag, en begonnen aan de goede kant van de Aubisque. Gesink deed wat Gesink de laatste jaren wel vaker doet, hij besloot op een zo groot mogelijk verzet op kop te beuken en dan maar te zien waar het schip zou stranden. Dat leidde hem uiteindelijk naar de kop van de koers. Alleen kon hij het tempo toch niet helemaal vasthouden, dus kwamen onder meer Kenny Elissonde en Egor Silin nog terug. In de laatste kilometer reden ze met z'n drieeën richting de finish en strijkijzer Gesink leek weer eens naast de prijzen te grijpen. Op 400 meter van de finish ging hij de sprint al aan en niemand snapte er iets van. Maar hij wist zijn sprint door te trekken tot aan de finish en Elissonde en Silin wapperenden er allebei af. De handjes van Gesink konden in de lucht. Een overwinning in een grote ronde, eindelijk. Het was hem echt gegund. We hadden hem daarna graag nog vaker zien winnen, maar dat is er niet echt van gekomen. Misschien kan deze terugkeer op heilige grond hem inspireren tot nog een grootse daad.



De Aubisque dus. Die moeten we nog even gaan afdalen. Een kilometer of 18 à 19 naar beneden, over een bochtige weg. Het loopt steil naar beneden, de bochten zijn scherp en de afgronden diep. Gevaarlijke afdaling dus. Vooral de eerste 10 kilometer van de afdaling kan er flink wat verschil gemaakt worden. Het gaat eigenlijk continu aan 7 à 8% naar beneden, met onderweg flink wat bochten. Als we dit stuk van 10 kilometer even bekijken dan zijn vooral de eerste vier kilometer interessant. De weg is relatief smal, tot aan het skidorpje Gourette. In dit dorpje ligt er een venijnige bocht naar rechts, maar daarna wordt de weg ineens een stuk breder. Hoewel het daarna nog steeds steil naar beneden gaat is de weg ineens zo breed als een snelweg, dat zal het toch wat ingewikkelder maken om verschillen te creëren. Voorbij Gourette komen de renners nog wel twee lastige haarspeldbochtjes tegen, maar vervolgens stelt de afdaling echt kilometerslang geen reet voor. Op acht kilometer van de streep rijden de renners door Eaux-Bonnes en vlak voor ze dit dorp bereiken kunnen we nog twee lastige bochten noteren, maar verder is dit met je ogen dicht te doen. In Eaux-Bonnes is er een scherp bochtje naar rechts en daarna gaat het zonder problemen verder richting de finish. De afdaling vlakt steeds meer af en wordt niet meer lastig. Op vijf kilometer van de streep komen de renners nog drie haarspeldbochten tegen, maar die zijn prima te nemen. Onderaan de afdaling slaan de renners rechtsaf en even verderop linksaf, Laruns in. Als ze dit dorpje betreden loopt de weg zowaar nog een halve kilometer vals plat omhoog, voor wat het waard is. Aan het eind van deze oplopende strook rijden de renners door een smalle winkelstraat, waarna ze op iets minder dan twee kilometer van het eind een rotonde tegenkomen waar ze rechtsaf slaan. We zijn nu in het centrum van Laruns, maar rijden nog een stuk door. Er gaat gefinished worden ergens ver buiten het dorp op een weg met aan de ene kant gras en de andere kant een of ander aftands bedrijf. Lekker bedacht weer, is goed joh. Om dat aftandse bedrijf te bereiken moet er nog wel wat bochtenwerk afgewerkt worden. Na de rotonde gaat het tweehonderd meter verderop naar links, waarna het min of meer rechtdoor gaat tot op 800 meter van de streep. Brede bocht naar rechts, waarna de coureurs op 500 meter van de streep bij een rotonde naar links mogen. Daarna nog even een flauwe bocht naar links gevolgd door eentje naar rechts en dan rechdoor naar de finish, ergens in de middle of nowhere.




Na 200 kilometer koers is de laatste bergrit afgelopen en weten we waarschijnlijk wie de Tour gaat winnen. Dat we in Laruns kunnen finishen en de Aubisque kunnen beklimmen en afdalen is trouwens nog een soort van wonder ook. Tijdje terug was het hier nogal slecht weer, wat heeft gezorgd voor een stukje weg dat er geen zin meer in had. De lokale Fransoosjes hebben er dag en nacht aan moeten werken, maar kregen het toch nog net op tijd voor elkaar om de weg te herstellen. Daardoor kunnen we deze rit toch gewoon afwerken op de manier zoals het bedoeld was. Zonde eigenlijk, een omleiding was voor deze rit misschien wel beter geweest.



Goed, finish in Laruns dus. Daar is de koers wel eens gepasseerd, vooral om te kunnen beginnen aan de Aubisque. Een aankomstplaats was het dorpje met 1200 inwoners nog nooit. Wel vertrok er ooit een rit, in 1985. Dat was een bijzonder korte rit van 83 kilometer richting De-Stad-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden. Wat is er in Laruns te doen? Nou, helemaal niks. Volgens Wikipedia had dit dorp in 2006 nog 1400 inwoners, dus blijkbaar sterft iedereen hier van de pure verveling. Zelfs de mensen die het roadbook in elkaar moeten draaien zullen hier een paar slapeloze nachten door hebben gehad. Ze komen dan aanzetten met dingen als het feit dat ze in de omgeving van Laruns waterkracht opwekken, dat er ergens boven in de bergen een skiresort te vinden is, dat er nog een stukje verderop ook nog wat thermen aanwezig zijn en dat ze hier kaas maken. In Laruns zelf moet je vooral op de kerk van Saint-Pierre letten, die is verder niet heel bijzonder maar het is beter dan niks. Verder moet je zonde meer naar het Château de Espalungue. In de 17e eeuw woonde hier een of andere rijke speknek en die had een dochter. Henri d'Aramitz vond die dochter wel leuk en dus trouwde hij met haar, want zo werkt dat. Henri heeft daarna nog een tijdje gewoond in Laruns en daar zijn ze hier bijna 500 jaar later nog steeds trots op. Want Henri diende later als inspiratie voor Alexandre Dumas en werd een van de vier musketiers. Aramitz veranderde in Aramis en de rest is geschiedenis. Ook meteen de enige geschiedenis van Laruns.



De laatste bergrit start om 12:05. Redelijk bijtijds, het is immers een lange rit. Dat betekent natuurlijk wel weer dat we niet de hele rit kunnen zien bij de NOS en Sporza. Zij zijn er zoals te doen gebruikelijk om 14:10 pas bij. Eurosport 1 is er dan wel weer direct om 12 uur bij, dus dan kunnen we weer genieten van José Been en dat is toch wel echt fantastisch hoor. Willen jullie trouwens José de volgende keer wel uit de greppel halen als ze weer eens van haar fiets is gemieterd na een overdosis tramadol? Bij voorbaat dank. Mocht je het een beter idee vinden om José te laten creperen dan kan je ook pas inschakelen als het 14:10 is. Dan maak je waarschijnlijk nog net een deel van de beklimming van de Aspin mee. De finish wordt tussen 17:31 en 18:11 verwacht. In Laruns gaat het bijzonder warm worden, 31 graden in de middag. Al is dat eigenlijk best fris, want bij ons in dat koude kikkerlandje wordt het gewoon 35 graden. Geen genot, naar wij dachten. In Laruns is er 's middags een klein beetje kans op regen, maar het zal ongetwijfeld wederom droog blijven. Geen wind. In Lourdes is het ongeveer hetzelfde verhaal. 29 graden, kleine kans op regen, geen wind.

Ik vond m'n vorige voorspelling eigenlijk wel geslaagd. Een gigantische kutrit en Demare dit wint, ik zat er boenk op. Eigenlijk zou ik moeten stoppen op m'n hoogtepunt, maar ik ga toch door. De voorlaatste rit in lijn is bijzonder moeilijk te voorspellen. Het is de laatste kans voor een aantal klassementsrenners om nog iets te doen. Toch hebben de parcoursbouwers ook hier weer episch gefaald. Je moet nooit een bergrit inplannen voor de tijdrit. Iedereen weet dat er een lastige tijdrit zit aan te komen en dat kan verlammend werken. Het was beter geweest om de ritten om te draaien. Eerst die tijdrit en dan de laatste bergrit. Niet dat het in dit geval veel verschil maakt, omdat Team Sky te sterk is. Thomas is ongenaakbaar en heeft nu met Froome en Bernal twee luxeknechten, daarnaast met Poels, Kwiatkowski en Castroviejo nog drie jongens die enorm lang mee kunnen gaan. Het zal daarom lastig zijn om tijdens deze rit iets te forceren. Misschien is Froome wel de enige die nog iets kan forceren. In de Giro hadden we hem ook al lang en breed afgeschreven, maar toen zette hij ineens de brommer aan op de Finestre en de rest zag hem pas na de finish weer terug. Een vergelijkbaar scenario valt niet uit te sluiten. Froome zal nog steeds willen winnen, ook al staat zijn ploeggenoot in het geel. Misschien is hij wel degene die wegrijdt op de Aspin of de Tourmalet. Ik weet niet of hij dat gaat overleven met al die Fransen langs de kant, maar gelukkig staan er in de Pyreneeën ook altijd veel lieve Basken. Het is maar de vraag wie er verder vroeg durft aan te vallen. De Tourmalet is ideaal voor een aanval, maar je moet daarna nog wel een ellenlang stuk door de vallei overleven. Die knechten van Sky rijden het gat dan gewoon dicht. Het is eigenlijk niet te doen. We krijgen hooguit een keer een aanvalletje op de Soulor, maar dan is het kalf al verdronken. Ik zie niemand overgaan tot doldwaze plannen. Je plekje op het podium of in de top 10 beschermen en dan nog wat krachten overhouden voor de tijdrit. Het wordt een flopshow, mede dankzij het niet zo best uitgetekende parcours. Gezien de vlakke aanloop kan dit gewoon een rit voor de vluchters gaan worden en daar ga ik dan maar vanuit.
1. Yates. We gaan het nog eens proberen. Een paar dagen terug had ik bijna gelijk, tot hij besloot op z'n muil te gaan in winnende positie. Nu een rit die lichtelijk vergelijkbaar is, in ieder geval weer met een afdaling op het eind. Kan dus weer slecht aflopen, maar we gaan er vanuit dat hij leert van zijn fouten.
2. Izagirre. Een van de twee. Want die worden tijdens deze Tour altijd tweede.
3. Fuglsang. Dat is denk ik de categorie renner waar we het van moeten hebben tijdens deze rit. Zo'n mannetje op de 10e plaats op negen minuten van Thomas die het wel durft om in de aanval te gaan. Als iemand die boven Fuglsang staat aan een kamikazeaanval begint zou dat een behoorlijke verbazing zijn. Fuglsang zelf is het bijna aan z'n stand verplicht. Hij zal vooraf hebben gedacht dat hij meer zou laten zien tijdens de Tour. Al schijnt dat vooral aan de bijzonder sterke tegenstand te liggen. Naar eigen zeggen haalt hij een hoog niveau, maar haalt de rest een buitengewoon hoog niveau. Als je begrijpt wat hij bedoelt.
4. Zakarin. De Tartaar van Tatarije heeft een bijzonder matig jaar en bovendien een bijzonder matige Tour. 12e op meer dan 11 minuten, dat past niet bij deze genetisch gemodificeerde Rus. Gezien de ruime achterstand mag hij wel eens in de aanval gaan, lijkt me leuk. Zakarin in een aantal van die afdaling lijkt me ook wel leuk. De nieuwe Wim van Est, ik sluit het niet uit. Hopelijk doet zijn Pontiac het dan ook nog.
5. Demare. Hij hangt niet aan de auto, hij wordt niet geduwd en hij heeft geen motortje. Puur op klasse en karakter weet hij bergop de 35e tijd neer te zetten. Het is eigenlijk gewoon een kanjer. Laat hem een paar kilo verliezen en hij wint de Tour. Daarom gaat Arno in de aanval tijdens deze rit en gaat hij onze mondjes snoeren. Klimmer Demare fietst lachend over de Tourmalet en de Aubisque. Gesink zit stoempend in z'n wiel en moet lossen. Arno heeft ons al die tijd in de maling genomen, het is eigenlijk een fenomen bergop. Zo, nu heeft ie wel genoeg gehad. Maar het blijft een lul.
pi_180766368
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:18 schreef Mani89 het volgende:
Ik had 3 croissantjes als lunch. Wel met water.
Ik heb vijf boterhammen en een glas water.
Natuurlijk verliezen wij idealisten wel eens, maar ook de volgende dag komt de zon op en gaan we door met onze droom, met ons ding.
pi_180766372
Hahaha Katusha! _O-
Citius, Altius, Fortius.
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:19:24 #4
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_180766374
Haha de achterlijke Politt moet slaven
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:19:31 #5
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_180766378
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:18 schreef Masterminded het volgende:

[..]

Ik heb vijf boterhammen en een glas water.
Was hast du drauf?
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_180766379
quote:
1s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:18 schreef Slobeend het volgende:

[..]

Het is warm.
Hier in de woonkamer is het prima uit te houden met de gordijnen naar beneden. Ik klaag niet.
Natuurlijk verliezen wij idealisten wel eens, maar ook de volgende dag komt de zon op en gaan we door met onze droom, met ons ding.
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:19:56 #7
458271 LekkerWeertje
Als de zon schijnt
pi_180766391
Hahaha Politt. Wat een kutleven.
pi_180766396
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:19 schreef Mani89 het volgende:

[..]

Was hast du drauf?
Enkele met salami
Enkele met pindakaas (geen Calvé)
Natuurlijk verliezen wij idealisten wel eens, maar ook de volgende dag komt de zon op en gaan we door met onze droom, met ons ding.
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:20:13 #9
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_180766398
Is het werken voor een 12de plek in het klassement een nieuw dieptepunt in teams die gaan achtervolgen voor een kansloos klassement?
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_180766401
Ook lekker handig om dan nu op kop te gaan rijden.
in a crowd you lose humanity
pi_180766403
Is dit omdat ze de kopgroep gemist hebben of rijden ze voor de twaalfde plek van Ilnur?
Citius, Altius, Fortius.
  Moderator vrijdag 27 juli 2018 @ 13:20:25 #12
362868 crew  Slobeend
of all places
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:20:28 #13
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_180766408
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef Masterminded het volgende:

[..]

Enkele met salami
Enkele met pindakaas (geen Calvé)
Lekker hoor.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_180766409
Plaatsjesbehoud _O_

Jungels de bedreiging voor Zakarin.
pi_180766411
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef Masterminded het volgende:

[..]

Enkele met salami
Enkele met pindakaas (geen Calvé)
Dirk eigen merk?
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:20:46 #16
168304 Mani89
We try not to sexualize them.
pi_180766418
Arme Poliep.
Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep. Kom Terug.
pi_180766422
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef Aguero het volgende:
Is dit omdat ze de kopgroep gemist hebben of rijden ze voor de twaalfde plek van Ilnur?
Het eerste lijkt me.
in a crowd you lose humanity
  Redactie Sport vrijdag 27 juli 2018 @ 13:20:53 #18
274204 crew  Mexicanobakker
pi_180766423
Kochetkov vergooit hier zijn kans op de meest onopvallende renner 2018
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:20:55 #19
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_180766424
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef Aguero het volgende:
Is dit omdat ze de kopgroep gemist hebben of rijden ze voor de twaalfde plek van Ilnur?
De Tartaar wil straks aanvallen op de Tourmalet
pi_180766426
quote:
9s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef showtimer het volgende:

[..]

Dirk eigen merk?
Daar doe ik geen uitspraken over.
Natuurlijk verliezen wij idealisten wel eens, maar ook de volgende dag komt de zon op en gaan we door met onze droom, met ons ding.
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:21:10 #21
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_180766431
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef Mani89 het volgende:
Arme Poliep.
Geen medelijden aub
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:21:21 #22
351614 ijs_beer
ijskoud de lekkerste
pi_180766439
Straftraining voor katusha. :D
Op donderdag 15 juni 2017 16:53 schreef Cyan9 het volgende:
IJsbeer is inderdaad officieel cute. :D
Op donderdag 30 juli 2020 16:27 schreef Guanabana het volgende:Houdt @:ijs_beer een beetje van ouder? En dan niet 40 jaar ouder, maar laten we zeggen bijvoorbeeld, iets van 5 jaar ouder?
  vrijdag 27 juli 2018 @ 13:21:26 #23
222754 Dagoduck
ROCK 'N' GROHL
pi_180766441
#ALUHOEDJE
|| FOK!Stok || tatatatatataatatatattaaaaapiediedieuwtididipieuwpidibididi She said I'll throw myself away pididididum They're just photos after all! || Den Helder || Winnaar VBL Wijndal-award 2020: beste AZ-user! || Mijn concertstatistieken ||
pi_180766448
blind op kop rijden is toch zijn specialiteit
pi_180766451
quote:
0s.gif Op vrijdag 27 juli 2018 13:20 schreef Aguero het volgende:
Is dit omdat ze de kopgroep gemist hebben
Ik word altijd extreem moe van dat soort ploegen.
Natuurlijk verliezen wij idealisten wel eens, maar ook de volgende dag komt de zon op en gaan we door met onze droom, met ons ding.
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')