quote:
Dat ene moment, voor altijd op het netvlies
FEYENOORDDe bustocht van Woudestein naar de Kuip, en anders wel de slotwedstrijd tegen Heracles. Als Feyenoord straks kampioen wordt, zijn dat televisiebeelden voor de eeuwigheid. Maar wat herinneren we ons over tien jaar nog van dit seizoen?
Sjoerd Mossou 05-05-17, 04:44 Laatste update: 04:45 
PSV-keeper Jeroen Zoet, die de bal in een reflex terughaalt naar zijn borst. Bas Nijhuis met die arm de lucht in, triomfantelijk haast, wijzend naar het piepende horloge om zijn pols. De eerst wat verwarde, daarna compleet extatische Kuip daaromheen.
Feyenoord - PSV was op 26 februari 2017 niet alleen een  zogenaamd cruciale wedstrijd. De winnende goal was er eentje die we ons over tien jaar ook nog wel herinneren. En aflevering van Andere Tijden Sport waardig, al is het maar door de impact van doellijntechnologie: nog nooit was die in Nederland zo bepalend.
Onmiskenbaar was het een wedstrijd waarin het seizoen van Feyenoord samenkwam. Door dat Rotterdamse dubbeltje dat weer precies de goede kant opviel, maar ook door de overtuiging waarmee de ploeg speelde, als een hongerige, verbeten vechtende leeuw. 
Maar tegelijk: die wedstrijd was al in februari. Een paar kilometer verderop was het carnaval. Daarna gebeurde er nog zo veel meer in het seizoen van Feyenoord.
Kampioenschappen worden soms herinnerd om details, om het decor, om bepaalde spelers, om persoonlijke herinneringen. Soms worden wedstrijden die op het moment zelf heel bepalend lijken, jaren later min of meer vergeten. 
Wie kan zich de 3-4 op de Vijverberg herinneren uit 1999, toen Ellery Cairo kort voor tijd de winnende goal maakte voor Feyenoord tegen De Graafschap, na een 3-1 achterstand? Ja, de diehards. Trainer Leo Beenhakker en de spelers van toen. De ooggetuigen wellicht. Maar in het collectieve geheugen is die wedstrijd - destijds zo veelzeggend en bepalend - min of meer vergeten.
Ook daarom is Peter Bosz er tot op de dag van vandaag ziek van: dat hij de kampioenswedstrijd van 1993 in Groningen miste, door een schorsing, opgelopen in de wedstrijd ervoor tegen MVV. De huidige Ajax-trainer besefte het meteen: bovenal kampioenswedstrijden worden herinnerd. Juist die beelden keren oneindig terug, die branden zich op je netvlies.
Niet voor niets hebben Feyenoord-fans nu duizenden euro's over voor een kaartje op Woudestein, voor de wedstrijd van zondag. Juist daarom kun je het uittekenen: de feestbeelden beklijven later het meest. De bustocht van Woudestein naar de Kuip, Dirk Kuyt met de schaal, de Coolsingel op maandag. Ze zullen zelfs dat Jeroen Zoet-momentje overvleugelen, of de zo belangrijke zondag in Arnhem van een kleine twee weken terug.
Gekke details
Soms zit de eeuwigheidswaarde hem in gekke details. In 1993 vierde Feyenoord zijn landstitel in reusachtige mintgroene colberts met schoudervullingen. Het vloog na de 0-5 winst in het Oosterpark per vliegtuig terug naar Rotterdam, van Eelde naar Zestienhoven. Bij aankomst stond Ruud Heus de pers te woord met dubbele tong.
In 1999 was er de Coolsingel, misschien nog wel meer dan de kampioenswedstrijd tegen NAC (2-2). Feyenoord werd dat jaar glorieus kampioen, op ruime voorsprong, liefst vijf wedstrijden voor het einde. Op die kampioenswedstrijd zat daardoor amper spanning, maar zeker zo fascinerend: de huldiging op de Coolsingel was meteen daarna, pakweg anderhalf uur na de wedstrijd.
,,Daar heb ik me altijd over verbaasd'', zei Beenhakker daar deze week over. ,,Dat je binnen anderhalf uur opeens 200.000 mensen op één plek kunt krijgen. Alleen maar door de enorme impact van voetbal, van één voetbalclub.''   
De huldiging zou uit de hand lopen door losgeslagen hooligans: ook dat is een beeld dat is blijven hangen uit 1999, hoe treurig ook. In zekere zin galmt die ellende nog altijd na, tot op de dag van vandaag, want een huldiging van Feyenoord is in het heden op maandag, in de ochtend nota bene. Beter beheersbaar, vindt de gemeente.
Gezichten
En dan zijn er nog de gezichten van een landstitel. In 1993 waren die haast ontelbaar; zelden had Feyenoord zo'n karakteristiek elftal als toen, getraind door clubheld Willem van Hanegem nota bene. Van John de Wolf tot Regi Blinker, van John van Loen tot Ulrich van Gobbel, van Henk Fraser tot Ed de Goey en József Kiprich. Een kampioensploeg vol striphelden.
Het team van 1999 had dat wat minder: het Feyenoord van toen werd grotendeels bij elkaar gesprokkeld in de zomer ervoor, dankzij de transfersom die Giovanni van Bronckhorst opleverde, destijds verkocht aan Glasgow Rangers. Een team van buitenlanders, broodvoetballers en routiniers, bijeengehaald door een min of meer vergeten architect van dat succes: technisch manager Rob Baan.
Dit Feyenoord is karakteristieker, maar ook in dit team ontbreekt die ene gezichtsbepalende superster. Dirk Kuyt komt het dichtst bij, ondanks zijn afbrokkelende sportieve status. De Katwijker zal altijd het gezicht van deze titel blijven, al is het maar omdat hij die schaal omhoog zal tillen, vermoedelijk als slotstuk van een prachtige carrière. 
Karim El Ahmadi en Tonny Vilhena vormen het hart van de ploeg, een beetje zoals Paul Bosvelt, Kees van Wonderen en Jean-Paul van Gastel in 1999. Maar wie herkent over twintig jaar Nicolai Jørgensen op straat, wanneer die komt shoppen op de Lijnbaan? 
De Deen is topscorer, speelt een voortreffelijk seizoen, maar hij is qua 'cult' geen Kiprich en ook geen Julio Ricardo Cruz. Jan-Arie van der Heijden en Eric Botteghin zijn een sympathiek soort antihelden. Eljero Elia is de vrolijke flierefluiter. Rick Karsdorp de supporter op voetbalschoenen.
Trainer Giovanni van Bronckhorst is alom geliefd bij Feyenoord, als een voorbeeldig kind van de club. Maar wordt hij de man aan wie later iedereen denkt? Misschien gaat de regisseur van FOX Sports dat wel bepalen, meteen na het laatste fluitsignaal. Wie brengt hij als eerste in beeld, welk shot haalt 's avonds de opening van Studio Sport, welk doelpunt gaat de definitieve verlossing brengen? 
De herinnering is lastig te voorspellen: die moet even weken, hangt soms van toevalligheden aan elkaar. Misschien flikkert de schaal maandag wel van het balkon, in alle euforie, uit de handen van een vrolijk zingende Miquel Nelom. Dan krijgen we weer een heel ander verhaal.