Etappe 20: Benidorm - Alto de Aitana, 193,3 kmDat was me het tijdritje wel. Even geloofde ik in een overwinning van Jonathan Castroviejo, maar net als in Rio kwam Chris Froome het feestje verstoren. Toen viel Castroviejo net van het podium, nu grijpt hij net naast de overwinning. Hoewel, net, het verschil was afgetekend. Niemand kwam in de buurt van Froome. Vooral Quintana niet, die verloor meer dan twee minuten. Daardoor is de strijd om de eindwinst ineens weer interessant. Quintana heeft in plaats van meer dan drie minuten nu nog maar 1:21 voorsprong op Froome. Dat maakt de rit die we nu krijgen heel interessant. De voorlaatste rit van deze Vuelta is een van de zwaarste ritten. Vijf beklimmingen, waarvan de laatste er een van de buitencategorie is. Hier kan nog een heleboel gebeuren, misschien doet Froome nog wel een ultieme aanval op Quintana. Zeker de moeite waard om nog eens een middagje voor de tv door te brengen. Helaas gaan we wel verder zonder Samuel Sanchez. Hij ging tijdens de tijdrit onderuit en verloor zo al zijn plek in de top 10, maar na de tijdrit bleek dat hij helemaal niet meer in staat is om nog verder te fietsen. Hard gelag voor hem, maar we hebben nog genoeg renners over. Het zal tijdens deze rit vooral om Quintana, Froome en Contador gaan draaien. Contador staat op bijna vier minuten van Quintana, maar hem kennende gaat hij vast nog wel ergens iets proberen. Het is voor iedereen de laatste kans. Nog één lastige rit en dan mogen we naar Madrid. Hopen op een mooie koers en vooral hopen dat Quintana stand kan houden. Zou wel mooi zijn als hij nog even in de problemen komt voor wat extra spanning, maar dat hij het dan wel net redt. We gaan het meemaken. Op naar de Alto de Aitana, een berg waar alleen maar lollige renners winnen.
![CARTE.jpg]()
![PROFIL.png]()
We starten in een van de bekendste badplaatsen van de Costa Blanca, Benidorm. Na Madrid en Barcelona de grootste toeristische trekpleister van Spanje, heb ik vernomen. Vooral voor de ouderen van dage. Alle Belgische en Nederlandse bejaarden zitten hier de boel te terroriseren. Dat leverde wel lollige programma's op, als we heel eerlijk zijn. Van oudsher was Benidorm een klein vissersdorpje, maar tegenwoordig is het een stad met meer dan 70.000 inwoners. Vaak is het inwonersaantal nog groter zelfs, want in alle hotels, appartementen en villa's zijn er in totaal 73.000 bedden beschikbaar in deze stad. Het is niet alleen een geschikte verblijfplaats in de zomer, maar ook met name in de winter. Er liggen nogal wat bergen achter Benidorm, waar het slechte weer vaak achter blijft hangen. Daardoor schijnt hier 300 dagen per jaar de zon, als we het stukje propaganda op de site van de Vuelta mogen geloven. Gemiddelde temperatuur van 19 graden, niet slecht. In alle badplaatsen hier in de omgeving staan veel appartementen en hotels, maar in Benidorm staan er echt ontzettend veel. De meeste zijn ook best hoog, wat Benidorm toch best een imponerende plaats maakt. Aan de kust heb je dus alle wolkenkrabbers, maar je hebt ook nog een oud centrumpje, waar vroeger alle vissertjes woonden. Gezellige witte huisjes en oude kerkjes, ook op dat gebied is er genoeg te zien in Benidorm. Je kan er meer dan alleen op het strand liggen. Strand hebben ze overigens genoeg, meerdere brede en lange stukken strand. Populaire plaats dus, maar vooral voor oude mensjes. Hoewel er ook wat pretparken zijn, die dan weer vooral jongeren aantrekken. Geen onbekende plek voor de Vuelta, zo begon de editie van 2011 in deze stad. Een ploegentijdritje, naar goed Spaans gebruik. Die ploegentijdrit werd toen gewoon door Leopard-Trek en Jakob Fuglsang mocht de eerste rode trui aantrekken. Niet echt een verhaal om trots op te zijn, net als die ene keer in 1999 dat de Vuelta langskwam. Toen won Robert Hunter in de straten van dit populaire plaatsje. Voor het eerst sinds 2011 is de Vuelta hier weer en uiteraard mogen de renners starten langs het strand, tussen de palmbomen.
![Benidorm-1.jpg]()
De Alto de Aitana ligt eigenlijk best dicht bij Benidorm, maar omdat een rit van 40 kilometer ook weer zoiets is, gaan we toch maar een flinke omweg door het Valenciaanse land maken. Eerst is er nog een vrij lang rondje door de stad Benidorm. Dat rondje begint met een parade langs het strand, daarna gaat het dan tussen de flatjes door richting het noorden. Over brede en voorlopig behoorlijk vlakke wegen gaan de renners op weg naar La Nucia, waar de Vuelta in 2011 ook al langskwam. Van La Nucia fietsen de coureurs over wat bochtigere wegen langs Polop, een dorpje dat op de heuvels is gebouwd. Van de weg waarover ze fietsen is er een mooie blik op dit fraaie dorpje. Na het passeren van Polop blijft de weg bochtig en begint het al wat omhoog te lopen. Zoals iedere rit in de Vuelta is het ook hier bijna nooit helemaal vlak. We rijden naar de voet van de eerste klim en richting die voet gaat het al omhoog, op een paar kleine stukjes in dalende lijn na. Na 18 kilometer begint de eerste echte klim van de dag, de Coll de Rates. In totaal 13 kilometer lang en 3% gemiddeld, een beklimming van de tweede categorie. Het gemiddelde percentage kan je meteen vergeten, want er zit nog een stukje afdaling in. Dat haalt het gemiddelde nogal drastisch naar beneden, de stukken waar het omhoog gaat zijn wel wat lastiger dan 3%. Zo gaat het in totaal meer dan vijf kilometer omhoog aan 6% en nog een heel stuk aan 5%. Niet de lastigste klim van de dag, maar wel vast een goede om mee te beginnen. Tussen door nog wat kleine stukjes in dalende lijn en wat vlakke stukjes, maar door de brede weg zijn die stukjes afdaling niet heel gevaarlijk. Wel een mooie klim. De Coll de Rates is ook een best opvallende uitstulping. Na 31 kilometer komen de renners boven.
![RatesS.gif]()
![1958152.jpg]()
![124696951.jpg]()
Het eerste deel van de afdaling richting Parcent is zes kilometer lang. Er zijn behoorlijk wat bochten, maar het gaat niet heel steil naar beneden. De weg is ook nog steeds best breed, waardoor deze afdaling niet zoveel problemen mag opleveren. Na Parcent is het even een paar kilometer vlak en loopt het zelfs nog even licht omhoog, voor er nog een korte afdaling volgt richting Orba, waar de renners na 44 kilometer passeren. Na Orba is het tien kilometer relatief vlak. Recht en brede wegen, door een landschap met uitzicht op de bergen. Aan een van die bergen beginnen we na 54 kilometer. De Alto de Vall de Ebo is een beklimming van de tweede categorie, acht kilometer lang en 5,4% gemiddeld. De klim begint in Pego en brengt ons naar het dorpje Vall de Ebo. Een klim zonder enorme uitschieters, het gaat redelijk geleidelijk omhoog. Een steilste strook van 9%, maar verder toch vooral een aantal kilometer aan 6%, met wat kilometers aan 5% tussendoor. Na 62 kilometer komen de renners boven en gaan ze iets meer dan drie kilometer dalen richting Vall de Ebo. Wel een mooi klimmetje. Rotsachtige omgeving, met nog wat groen tussendoor en vaak een prima uitzicht over de omgeving. In de verte is de zee te zien, wat natuurlijk altijd fraaie beelden oplevert. De natuur heeft hier goed z'n werk gedaan, een klein riviertje heeft een fraaie kloof weten te veroorzaken. De afdaling richting Vall de Ebo is overigens niet zo heel lastig. Een paar bochtjes, maar dat moet goed te doen zijn. Valt ook te hopen voor de renners, want langs de kant van de weg zijn er nogal wat blokken beton. Daar blijf je liever ver vandaan. Na 65 kilometer komen de renners door Vall de Ebo.
![Ebo1.gif]()
![54052803.jpg]()
In Vall de Ebo begint de weg meteen weer omhoog te lopen. Het gaat vier kilometer omhoog, aan ongeveer vijf procent. Daarna is het een kilometer of zes ongeveer vlak. Niet helemaal vlak, want daar doen we in Spanje niet aan, maar vergeleken met de rest van de rit is het vlak. De renners fietsen verder over een brede weg richting Alcalá de la Joveda, maar niet ver buiten dit dorpje slaan ze linksaf. Ze komen op een wat smaller weggetje terecht, in dalende lijn. Dit stukje afdaling duurt niet lang, na de eerste bocht begint de weg meteen weer omhoog te lopen. We zijn nu bij de voet van de volgende klim, de Alto de Tollos. Een korte klim, van ongeveer vier kilometer. Wel vier kilometer aan 6%, wat het de qua gemiddeld percentage de lastigste klim van deze rit tot nu toe maakt. Het is een bijzonder onregelmatige klim, met enkele redelijk vlakke stukken en ook nog een kort stukje afdaling. De rest is steil, bijzonder steil. Vele stroken boven de 10%, met zelfs uitschieters richting 13%. Daarom is het ook een beklimming van de tweede categorie, want ook dit ding is lastiger dan het gemiddelde percentage doet vermoeden. Het is ook een klim die al vaker is voorgekomen in de Vuelta. De vorige keren dat we naar de Alto de Aitana gingen zat de Alto de Tollos ook steevast in het parcours. Net buiten het dorpje Tollos komen de renners na 82 kilometer boven. Richting Tollos gaat het al naar beneden, behoorlijk steil ook. Door de smalle weg is dat goed opletten, hoewel er voorlopig nog niet enorm veel lastige bochten zijn. Passage in Tollos komt na 84 kilometer. In dit dorpje heb je een goed uitzicht over de omgeving.
![tollos16.gif]()
![10188848.jpg]()
In Tollos komen de renners op een brede weg terecht, waarover ze een aantal kilometer gaan afdalen. Dit afdalen gaat wel heel geleidelijk, in tien kilometer komen we amper 200 meter lager uit. Het is vooral vaak vlak, met af en toe ook nog een klein stukje in stijgende lijn tussendoor. Na 95 kilometer komen de renners door Gorga, waar de ravitaillering is. Na Gorga gaat het twee kilometer licht omhoog, maar daarna wordt er weer verder gedaald. Nog steeds allemaal heel geleidelijk en nog steeds over een brede weg. Er zijn wel wat bochten, maar niks om wakker van te liggen. Na 105 kilometer komen de renners door Benimarfull en dit is voorlopig het laagste punt. Net buiten dit dorp begint de weg alweer omhoog te lopen. We gaan op weg naar Alcoi en dat doen we over een weg met nogal wat rotondes. Tussen Benimarfull en Muro de Alcoi vier brede rotondes, terwijl de weg ook een kilometer of drie lang omhoog loopt aan 3%. In Muro de Alcoi slaan de renners linksaf en rijden ze over een brede weg verder richting Alcoi. Het is nu vier kilometer vlak, maar daarna gewoon we gewoon weer vrolijk wat klimwerk verrichten. Twee kilometer lang gaat het omhoog aan 5%. Tijdens dit klimmetje bereiken we Concentaina, een dorpje dat een duidelijke band met de edele wielersport heeft. Hier resideert Vicente Belda en zijn zoon David Belda is er geboren. David Belda is een fantastische renner. Lollerklimmertje van twee turven hoog die pas rond zijn 30e ineens koersen ging winnen en uitslagen ging rijden in allerlei obscure koersen zoals de Ronde van Portugal. Daarnaast is ook Rafa Valls hier geboren. Die verbleekt wel een beetje bij de Belda's, maar afijn. Van Concentaina loopt het nog een paar kilometer verder vals plat omhoog richting Alcoi, waar na 121 kilometer de tussensprint van de dag is. Alcoi (of Alcoy) is een bekende plaats in de Vuelta. Zo was hier in 2010 bijvoorbeeld nog eens een aankomst. David Lopez was de gelukkige, hij boekte in Alcoi zijn enige overwinning in een grote ronde. Een jaar eerder vertrok er ook nog een rit. Op zich niet geheel onbegrijpelijk, want het is best een aardig stadje met een leuk historisch centrum en een goed uitzicht op de bergen.
![3646872.jpg]()
Na Alcoi is het klimmen nog niet gedaan. Het is even een aantal kilometer vlak, maar daarna gaat het weer zes kilometer verder omhoog. Niet bijzonder steil, tussen de drie en vier procent. De wegen in en om Alcoi zijn nog steeds breed, maar er zijn wel veel rotondes. Dat wordt pas een eind buiten Alcoi beter, als het klimmende deel begint. De weg wordt daar dan wel weer wat minder breed en ook minder goed, maar dat duurt slechts een paar kilometer. Al snel komt er weer een brede weg in beeld. Na die zes kilometer in stijgende lijn wordt het weer even wat vlakker. Met 131 kilometer in de benen komen de renners dan door Penella, waar een afdaling van vijf kilometer begint richting Benilloba. Deze afdaling heeft wel wat flinke bochtjes, maar stelt verder ook weer niet zo gek veel voor. In Benilloba begint de weg gelijk weer omhoog te lopen, want dat is leuk. Ongeveer vier kilometer aan 4%, tot Benasau. Net buiten Benasau gaat het even een kilometer naar beneden, zonder gevaren, maar daarna begint de volgende officiële klim. Eigenlijk zijn we nu aan de voet van de slotklim. Wat we nu doen is een stuk van de Aitana, maar waar we het tweede deel van deze klim kunnen aanvatten gaan we rechtdoor naar beneden. Het deel dat we nu doen is de Puerto de Tudons. 7,1 kilometer lang en 5,3% gemiddeld. Deze beklimming van de tweede categorie begint redelijk voorzichtig, pas na de smalle passage in Alcolega begint het serieus omhoog te lopen. Vanaf dat moment gaat het vijf kilometer omhoog aan 6%. Een behoorlijk regelmatige klim wel, het stijgingspercentage komt niet boven de acht. De weg is ook steeds breed en in best goede staat. Na 148 kilometer komen de renners boven op de Puerto de Tudons. Links zien ze de weg verder naar de top van de Aitana liggen, maar ze gaan toch echt rechtdoor, om nog een extra rondje te rijden.
![Altimetr%C3%ADa%20Tudons%20por%20Alcolecha.jpg]()
![2678856.jpg]()
De afdaling van de Puerto de Tudons is best lang. Acht kilometer lang dalen de renners over een brede weg, met een aantal haarspeldbochten en nog veel meer andere bochten. De afdaling is wel voorzien van een brede weg, wat het toch wat makkelijker maakt. De meeste bochten zijn behoorlijk goed in te schatten, maar er zitten wel een aantal bochten tussen die wat listiger zijn. Na acht kilometer dalen moeten de renners een scherpe terugdraaiende bocht naar rechts nemen, waarna ze op een smallere weg terechtkomen. Het blijft nog een kilometer dalen, met een paar bochten, die door de smallere weg ineens wat lastiger zijn. Daarna gaat het zowaar nog even twee kilometer best venijnig omhoog, waarna het vervolgens weer licht naar beneden gaat, richting Relleu. Na een tijdje wordt de weg weer iets breder, maar het blijft betrekkelijk smal en het is ook nog steeds bochtig. Erg veel afdaling is er niet meer bij, het is vooral vlak en ook gaat het af en toe nog een beetje omhoog. Na 163 kilometer komen de renners weer op een fatsoenlijke weg terecht en even verderop fietsen ze langs Relleu. Voorbij Relleu gaat het nog vier kilometer licht naar beneden, zonder grote uitdagingen. Vervolgens is het nog even een paar kilometer vlak, maar dan begint na 172 toch echt de slotklim. Na vier makkelijke kilometers omhoog, aan iets meer dan 3% gemiddeld, komen de renners door Sella. Dit mooie dorpje is natuurlijk vernoemd naar een van de beste wielrenners ooit, Emanuele Sella. Opdat wij niet vergeten.
![6334695.jpg]()
We zijn inmiddels dus bezig met de beklimming van de Alto de Aitana. Van deze kant is de klim 21 kilometer lang en 5,9% gemiddeld. De klim begint dus makkelijk, met vier kilometer aan ongeveer 3%. Daarna wordt het wel wat lastiger, met een kilometer aan 6%. Dit wordt dan weer gevolgd door kilometers aan 5 en 4%, daarna wordt het zelfs bijna vlak. Een paar kilometer na Sella komen we overigens weer op bekend terrein terecht, we gaan nu omhoog waar we eerst nog naar beneden gingen. Net zagen de renners alles in een flits voorbij komen, nu kunnen ze alles wat bewuster meemaken. Na de vlakke kilometer gaat het drie kilometer lang aan 5% omhoog, maar daarna wordt de klim pas echt serieus. Twee kilometer aan 7%, gevolgd door een kilometer aan 6%. Na een kilometer aan 5,5% en een kilometer aan 6,5% komen we dan weer boven op de top van de Puerto de Tudons. Ze hebben nu zo ongeveer 16 kilometer geklommen, maar ze zijn er nog lang niet. Op de top van de Tudons slaan ze rechtsaf en rijden ze door een hek, dat voor de gelegenheid open zal zijn. Er gaat nog zes kilometer geklommen worden, naar de top van de Aitana. Zes lastige kilometers, het begint nu pas echt eigenlijk. De eerste kilometer van dit tweede deel van de klim is meteen de zwaarste van allemaal, het gaat aan 9% omhoog. Daarna gaat het verder omhoog aan 8,3%, om vervolgens af te zwakken richting de 6%. We zitten nu op iets meer dan drie kilometer van de streep. De twee kilometers die nu komen zijn weer lastig, het gaat continu aan 8% omhoog. Net voor de slotkilometer is er dan weer een lang stuk aan 6,5%. Pas in de laatste meters van de rit wordt het weer enorm steil, het laatste stuk gaat omhoog aan 9,5%. Dan weten we na 193 kilometer wie de Vuelta van 2016 gaat winnen. Uiteraard is de Alto de Aitana een beklimming van de buitencategorie, of
especial, zoals ze dat hier zeggen.
![Aitana-013.jpg]()
De Alto de Aitana is een beklimming die normaal niet zo makkelijk te doen is. Op de top is er namelijk een militaire basis. De Spaanse luchtmacht heeft hier wat gebouwtjes staan. Er staan behoorlijk wat antennes en andere gekke bouwwerken, die vooral als bedoeling hebben om te communiceren met vliegtuigjes in de buurt. Er is ook een radar aanwezig die dan weer belangrijk zou moeten zijn ter verdediging van Spanje. Het is in 1957 opgericht, toen was dat vast niet zo'n gek idee. De Vuelta is hier al een aantal keer geweest. Dat begon in 2001, de Deen Claus Michael Møller zou de eerste winnaar op de Aitana worden. Aan bijna alle Denen kleeft wel een verhaal en bij Claus Michael Møller was dat niet anders. Hij reed in dienst van TVM-Farm Frites, maar werd gepakt op allerlei middelen. Dat vonden ze bij die Nederlandse ploeg niet zo leuk, maar in Portugal hebben ze daar altijd schijt aan. Zo werd hij opgepikt door een van die ploegen daaren schroeide hij nog jarenlang in de Vuelta. Oh genot. De volgende winnaar op de Alto de Aitana doet niet veel voor hem onder. In 2004 was Leonardo Piepoli hier de sterkste. Hij versloeg onder meer Roberto Heras en Isidro Nozal. Piepoli was natuurlijk ook echt een enorme baas. In dienst van het illustere Saunier Duval pakte hij gigantisch veel mooie overwinningen en hij pakte ook wel wat andere dingen. Dat liep in 2008 verkeerd af, maar in 2004 ging alles nog gewoon lekker. De laatste keer dat de Vuelta aankwam op de Alto de Aitana was in 2009. De overwinning ging wederom naar een renner waarbij je de wenkbrauwen mag fronsen. Damiano Cunego, de kleine prins. Zo goed in zijn jonge jaren, zo matig daarna. In 2009 had hij dan nog wel een goed jaar, hij zou twee ritten winnen in die Vuelta. Op de Aitana reed Robert Gesink overigens weg van Valverde, dat was toen ook wel vrij fantastisch. Was ook weer zo'n rit waar Johnny Hoogerland heel lang David Moncoutie probeerde te volgen. Goede Vuelta was dat wel van Johnny, de testosteron en wat nog allemaal meer spoot toen uit zijn oren. Nu, zeven jaar later, zijn we weer terug op de Aitana. Op zoek naar een nieuwe schimmige renner die hier wil winnen.
![201608097_E20_A.jpg]()
In Benidorm wordt het 29 graden. Het is daar altijd goed weer, dat zal nu niet anders zijn. Er is bijna geen kans op neerslag, bovendien is er weinig wind. In het binnenland is het net zo warm, alleen boven op die bergjes een paar graden minder. Ook daar weinig kans op regen en weinig kans op wind. De laatste rit van deze Vuelta die er echt toe doet begint om 12:18, het is immers een lange rit. Het schijnt dat Sporza er om 13:45 al bij is. Dan zijn de renners bezig met de tweede klim van de dag en krijgen we een kilometer of 140 live te zien. Wat een weelde. Tussen 17:23 en 17:58 wordt de finish boven op de laatste berg van deze Vuelta verwacht.
![113960476.jpg]()
Dit is de laatste kans voor alles wat een beetje kan klimmen om een rit te winnen. Voor de tijdrit had dit zomaar een rit voor de vluchters kunnen worden. De Vuelta leek wel een beetje klaar te zijn, maar nu Froome veel tijd heeft gewonnen op Quintana is de strijd ineens weer volledig open. Ik verwacht ineens heel veel van deze rit. Het is voor Froome de enige kans om deze Vuelta nog te winnen. Er zal dus hard gekoerst moeten worden, willen de renners het elkaar een beetje moeilijk maken. Sky zal iets moeten verzinnen om Movistar uit te schakelen en het meest logische is dan dat ze vroeg de rit hard maken. Daarom denk ik dat de vluchters weinig kans hebben. Als er toch een kopgroepje weg weet te komen hoop ik dat Robert Gesink daar deel van uitmaakt. Hij werd al eens derde op de Aitana, maar met zijn huidige vorm moet hij dat toch beter kunnen doen als hij vooraan zit. Kans is wel klein, dit wordt een showdown tussen Froome, Quintana en Contador. Vooral Froome en Contador zijn toch wel eergierige jongens die niet rijden voor een ereplaats. Ze zullen vast nog wel wat gaan proberen. Voor de bergtrui krijgen we ook nog een interessante strijd, Fraile en Elissonde zullen allebei wel van de partij zijn in de kopgroep. Het is voor beide renners te hopen dat het niet de hele dag koers is, want dan wordt het lastig om punten te vergaren.
1. Froome. Na zijn goede tijdrit heeft hij toch wel een klapje uitgedeeld aan Quintana. Tijdens de vorige bergritten kon hij Quintana niet verslaan, hij werd zelfs op achterstand gereden, maar nu kan het ineens weer anders zijn. Froome zou van de aanwezige renners ook wel het beste passen in het rijtje winnaars op de Aitana. Van lachwekkend tot ongeloofwaardig, hij is het allemaal. De kans dat hij nog genoeg tijd pakt op Quintana om de Vuelta te winnen lijkt me vrij klein. Nog een ritoverwinning behoort dan wel weer tot de mogelijkheden.
2. Quintana. Heeft nog steeds een riante voorsprong, maar kan toch ook weer niet veel tijd verliezen. Meestal vallen de tijdsverschillen op de Aitana wel mee, dat is dan weer in z'n voordeel. Ik denk wel dat hij verdedigend gaat rijden en niet direct het initiatief neemt. Met een tweede plaats of een derde plaats zal hij tevreden zijn, zolang hij de leiderstrui maar houdt.
3. Contador. Bertje gaat natuurlijk nog iets proberen. Alles of niets, terwijl we ondertussen al een tijdje weten dat het dan niets wordt. Maakt allemaal niet uit, het siert hem wel. Zijn plek op het podium zal hij nog wel houden, hoewel dat hem waarschijnlijk niet echt boeit.
4. Chaves. Matig tijdritje, veel tijd verloren, daardoor wordt het ineens heel lastig om het podium te halen. Alleen als Contador door het ijs zakt kan dat nog lukken. Anders wordt het een vierde plaats, wat eigenlijk ook wel terecht zou zijn. Zo geweldig heeft Chavito niet gereden, een podiumplek zou een beetje van het goede teveel zijn.
5. Scarponi. Dopinghonden doen het altijd goed op de Aitana.