abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_157617230
Een artikel van de hand van Casper Thomas over het het nieuwe boek van Robert Putnam (Our Kids) dat handelt over de afgenomen sociale mobiliteit in de VS. Casper Thomas gebruikt dat boek in zijn artikel om een bruggetje te maken naar de Nederlandse situatie en die lijkt niet rooskleurig.

quote:
woensdag 4 november 2015
De Amerikaanse Droom in crisis

Eigen kroost eerst


Vijftien jaar na Bowling Alone laat Robert Putnam in zijn nieuwe boek Our Kids zien dat Amerika voor veel mensen alles behalve the land of opportunity is. Hoe staat het met de kansen van ‘our kids’ in Nederland?

door Casper Thomas
EEN HORIZONTAAL uitgestoken wijsvinger en middelvinger, een ‘V’ op z’n kant. Als waren die vingers een schaar. Dat gebaar maakt Robert Putnam om de zoveel minuten tijdens ons gesprek over zijn nieuwste boek Our Kids: The American Dream in Crisis. Een grafiek met twee lijnen die steeds verder uit elkaar lopen, dat vat volgens Putnam de geschiedenis van de Verenigde Staten gedurende de afgelopen halve eeuw samen. Of het nu gaat om inkomens, schooluitval of echtscheidingen, de grafieken van Our Kids weerspiegelen een van de belangrijkste thema’s uit het publieke debat van de laatste twee jaar: groeiende ongelijkheid tussen hoger en lager opgeleiden. Een kloof tussen de haves en de have-nots die steeds groter wordt. Die haves hebben van alles meer: een stimulerende thuissituatie, deelname aan verenigingen, goed onderwijs. Die have nots hebben gebrek aan dat alles. En die twee groepen leven in toenemende mate van elkaar gescheiden.

We zijn op Nuffield College, Oxford, de tijdelijke basis van waaruit Robert Putnam Europa aandoet om dit deel van de wereld te vertellen over toenemende segregatie waarvan vooral kinderen de dupe zijn. Hij is gedurende een trimester aan de Britse universiteit verbonden als visiting scholar. Hij heeft net acht maanden non-stop rondreizen door de Verenigde Staten achter de rug. Sinds Our Kids verscheen wil iedereen van Putnam horen. Hij houdt Amerika een spiegel voor waarin te zien is hoe de sociale mobiliteit is gekelderd in de afgelopen decennia. En naarmate de race om het Amerikaanse presidentschap verder op stoom komt, wil het hele politieke spectrum hem op de thee hebben om te horen hoe dat komt. ‘Ik kan de volgende zin niet uitspreken zonder onbescheiden te klinken, en ik verontschuldig me daarvoor, maar ik heb met nagenoeg alle presidentskandidaten gesproken over Our Kids’, zegt Putnam.

Het is niet de eerste keer dat Putnam de rol van politieke fluisteraar speelt. Hij was de Thomas Piketty van de jaren negentig. Zijn bestseller Bowling Alone was het boek waarover iedereen het toen had. Met Bowling Alone maakte Putnam de wereld vertrouwd met het begrip ­‘sociaal kapitaal’, waarvan de voorraad sinds de jaren zestig flink geslonken is, concludeerde hij. Een wereld van sociale betrokkenheid, vrijwilligers­werk en bloeiend verenigingsleven had volgens hem plaatsgemaakt voor een geatomiseerde samenleving van eenzaam tv-kijken en onderling wantrouwen. Putnam (die in zijn jeugd een fervent bowler was) koos een perfecte metafoor: de eenzame figuur op de kegelbaan. Amerika’s volkssport nummer één, traditioneel beoefend door duizenden bowling leagues, gereduceerd tot een individuele bezigheid, als ware het vissen. Zijn these was omstreden, en hij kwam er later deels op terug, maar het maakte Putnam wereldberoemd.



IN ZIJN NIEUWSTE boek grijpt Putnam terug op wat de stichtingsmythe van het moderne Amerika is geworden: the American Dream, als term gemunt door de publiekshistoricus James Truslow Adams in zijn boek The Epic of America en door Putnam omschreven als ‘de belofte dat iedereen, ongeacht zijn of haar achtergrond, een eerlijke start krijgt in het leven’. Dat ideaal, zo laat Putnam zien, ligt in duigen, vernietigd door een halve eeuw van toenemende segregatie, inkomensongelijkheid en een hogere klasse die de eigen levenssfeer afbakent. Letterlijk, met een hek om de grote tuin, en figuurlijk door voor hun kinderen een pad uit te zetten waardoor ze de minder bevoordeelden nauwelijks meer tegenkomen. Sportclubs, buurten en scholen zijn homogene klasse-enclaves geworden. Op die manier is het uit het oog, uit het hart. ‘Dat is mijn verhaal’, zegt Putnam, met een vol stemgeluid dat op hoog volume de kleine kamer vult. ‘Het verdwijnen van een bezorgdheid om andermans kinderen.’

Natuurlijk is de Amerikaanse droom precies dat: een ideale voorstelling. Maar Our Kids laat zien dat er een realiteit bestond die erg dicht bij die droom kwam: Port Clinton, Ohio, halverwege de vorige eeuw, een stad waar klasse wel bestaat, maar nauwelijks wordt ervaren. Wie arm is, voelt zich niet zo. Wie rijk is (relatief dan, de onderlinge inkomensverschillen zijn beperkt) doet daar een beetje besmuikt over. Kinderen worden geboren in stabiele huishoudens, met twee ouders. Vader meestal aan het werk, moeder meestal thuis. In dat stadje in de midwest groeide Robert Putnam op. Hij kreeg zijn high school-diploma op 1 juni 1959, samen met 150 klasgenoten. 1150 van de 6500 inwoners van Port Clinton juichten ze toe. ‘Familie of niet, de mensen van Port Clinton beschouwden de graduates als “onze kinderen”’, schrijft Putnam.

Het is een slimme manier om sociale verandering in beeld te brengen. Leg kinderen vast als ze jong en hoopvol zijn, spoel dan door naar een paar decennia later en kijk wat er van ze geworden is. De bbc scoorde er een hitserie mee, Seven Up. Het is de reden waarom volwassenen overal ter wereld schoolreünies bezoeken, of juist mijden. Voor Our Kids zocht Putnam zijn oud-klasgenoten een halve eeuw later op. Bijna allemaal waren ze hoger op de sociaal-­economische ladder geëindigd dan hun ouders. Don, die een vader had die met twee fabrieksbanen het gezin onderhield, ging naar de universiteit en werd priester. Of neem Jesse en Cheryl, die als zwarte kinderen tegen institutioneel racisme opliepen, de weg naar hoger onderwijs alsnog vonden, huizen kochten en een comfortabel middenklasse­bestaan verwierven.

FAST FORWARD een halve eeuw. Putnam omschrijft het hedendaagse Port Clinton als een ‘split-screen American nightmare’. Deïndustrialisering heeft een einde gemaakt aan werk­zekerheid voor lagere klassen. In grote delen van de stad groeit bijna de helft van de kinderen op in armoede. Veertig procent van de kinderen wordt geboren buiten het huwelijk. Drugs­gebruik en criminaliteit zijn enorm toe­genomen. Grote uitzondering is Catawba Island, de lommerrijke wijk aan de rand van het meer waar Port Clinton aan ligt. Daar woont de rijke bovenlaag, met kinderen die, zoals Putnam het optekent uit de monden van schoolbestuurders, ‘hun bmw convertible parkeren op het schoolplein naast krakkemikkige busjes die onderdak bieden aan thuisloze kinderen’.

De vertegenwoordigers van de huidige generatie kinderen die aan het woord komen in Putnams boek ervaren Amerika als alles behalve het land van de onbegrensde mogelijkheden. Putnam en zijn team interviewden Mark, een achttienjarige jongen wiens vader in de gevangenis zit, die tijdelijke baantjes aaneenrijgt en die graag hoger onderwijs wil volgen maar geen idee heeft hoe die wens te vervullen. Ze spraken met Kayla, die opgroeit in een gezin dat constant wisselt van samenstelling wanneer nieuwe stiefvaders met kinderen hun intrede doen. Ze spraken ook met Andrew, zoon uit een middenklasse­gezin van kleine ondernemers, die door zijn ouders naar voetbal werd gereden en een stage kon regelen via een vriend van zijn vader. Andrew zit op de universiteit en onderhoudt een diepe vriendschapsband met zijn ouders. Al deze vignetten, zo licht Putnam toe, dienen ter ondersteuning van de simpele waarheid die hij wil verkondigen: ‘Als je de kinderen in Port Clinton in 1950 vergelijkt met die kinderen in Port Clinton nu, dan is de opportunity gap dramatisch toegenomen.’

Putnams onderzoek naar de staat van jong Amerika begon tien jaar geleden, in een seminar voor studenten politicologie op Harvard. ‘De groep voerde een discussie over altruïsme’, vertelt Putnam. ‘De algemene aanname was dat jongeren in toenemende mate aan vrijwilligerswerk doen. Een studente, zelf van een relatief arme achtergrond, meende dat het vooral gold voor welvarende kinderen, die vrijwilligerswerk zagen als een manier om aan hun cv te werken, en zo in de smaak te vallen bij de toelatings­commissies van de universiteit. Ik adviseerde dit verder te onderzoeken. De uitkomsten waren verrassend. Ik verwachtte dat verschillen in vrijwilligers­werk vooral zouden samenvallen met ras, maar dat bleek niet zo te zijn. Er was inderdaad wel een groot klasse­verschil.’

Putnams studente wilde niet verder in de wetenschap. Ze ging naar een business school en werd een succesvolle ondernemer. Putnam, geholpen door tientallen onderzoeks­assistenten, ging door met haar onderzoek. De data, aangevuld met uitgebreid veldonderzoek in verschillende Amerikaanse steden, leverden steeds hetzelfde beeld op: een groeiende kloof of het nu ging om inkomen, sociaal kapitaal of werkloosheid. Hoger opgeleiden stonden aan de ene kant van de kloof, lager opgeleiden aan de andere kant. Dit klassenverschil was de bepalende factor voor zo ongeveer alles in het leven. Hoger opgeleiden krijgen later kinderen, zijn minder vaak alleenstaand en – een favoriete indicator van Putnam – eten vaker samen een avondmaaltijd met het hele gezin.

Destijds, toen hij Bowling Alone had geschreven, was Putnam ook een veelgevraagd adviseur in Europa. De Britse pers bestempelde hem in 2001 als ‘Tony Blair’s favourite new guru’, De vorige Franse president Nicolas Sarkozy ging bij hem te rade. De Bondsdag stelde een commissie in die moest onderzoeken in hoeverre Duitsland te lijden had onder afnemend sociaal kapitaal. Ook de Lage Landen raakten in de ban van de Putnam-these. Zijn werk werd ook hier onderdeel van het sociaal-wetenschappelijk debat. Jet Bussemaker, toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en druk bezig met het aanmoedigen van actief burgerschap, vroeg Putnam op gesprek. Allemaal werden ze getriggerd door Putnams voorspelling van destijds dat Europa de Verenigde Staten volgde met tien jaar vertraging.

WORDT NA de uitputting van sociaal kapitaal de verschraling van de kansen van ‘onze kinderen’ ook in Nederland onderwerp van gesprek? Het lijkt er wel op. Vorige week vergaderde de Tweede Kamer over de onderwijsbegroting. Een groeiende tweedeling in het onderwijs was een van de onderwerpen die het debat domineerden. Het politieke spectrum in de breedte, met uitzondering van de vvd en de pvv, sprak de bezorgdheid uit dat de onderwijskansen van kinderen uit hoogopgeleide en uit laag­opgeleide gezinnen steeds meer uiteen beginnen te lopen. Onder meer de vroege voorsortering in het Nederlands onderwijs, waarbij leerlingen na de basisschool richting vmbo, havo of vwo stromen, het nieuwe leenstelsel dat een extra barrière opwerpt voor het volgen van hoger onderwijs en de toename van ‘schaduwonderwijs’ in de vorm van huiswerkbegeleiding en private scholen werden genoemd als bedreigingen voor de kansengelijkheid in Nederland. Eerder die week interviewde dagblad Trouw minister van Onderwijs Jet Bussemaker. Zij constateerde dat ‘de emancipatiefunctie’ van het onderwijs in gevaar is nu rijke ouders hun kinderen in toe­nemende mate laten bijspijkeren buiten het reguliere onderwijs om.

Uiteraard klinkt er ook nu weer kritiek op Putnam. Los van het noodzakelijke academisch geredetwist over cijfers, variabelen en indicatoren roept hij bij veel critici een zekere irritatie op. Illustratief is de bespreking van journalist Nicholas Lemann in The New York Review of Books. ‘Er zijn weinig prominente academici die het milieu uit, zeg, Happy Days – dat zich afspeelt in het middenwesten in de jaren vijftig om het Amerika van de jaren 1970 gerust te stellen – zo diep bevredigend vinden als Putnam’, schrijft Lemann. ‘Hij voelt zich aangetrokken tot specifieke aspecten van het gemeenschaps­leven, zoals de centrale rol van het football team, de onschuld als het gaat om seks en drugs, en alomtegenwoordigheid van moeders die meer bezig zijn om voor kinderen te zorgen dan aan hun carrière werken.’ Het lijkt aardig bedoeld, maar de ondertoon is vilein: Putnam, die de lelieblanke, conservatieve, heteroseksuele cultuur van de jaren vijftig verheerlijkt.

Natuurlijk heeft Putnams contrapunt voor het huidige Amerika onmiskenbare schaduwzijden, met de rassenwetten als pijnlijkste voorbeeld. Maar de auteur van Our Kids is daar niet blind voor. Opvallend is ook het aantal keren dat vrouwelijke geïnterviewden in zijn boek vertellen dat ze stopten met werk of studie zodra er getrouwd werd. Putnam wegzetten als een oude conservatief die terugverlangt naar de tijd van Mad Men seizoen 1 is dan ook voorbijgaan aan zijn voornaamste punt: de privé-­omstandigheden waarin kinderen een halve eeuw geleden opgroeiden, verschilden niet dramatisch naar gelang klasse. Ook als je aan de onderkant van de sociaal-economische ladder geboren werd, lagen er mogelijkheden voor je open. Geholpen door staat, buren en gemeenschap kon iemand zijn milieu ontstijgen.

Anno 2015 is dat een stuk moeilijker geworden. Niemand kan met zekerheid voorspellen hoe de tieners die in Our Kids aan het woord komen zullen eindigen, maar het is duidelijk dat ze over minder hulpbronnen beschikken dan de arme kinderen uit Putnams jeugd. Het is misschien wel Putnams belangrijkste boodschap, en meteen de reden waarom het zinloos is zijn werk proberen te vatten in een culturele tegenstelling tussen progressief en conservatief: wat er gewonnen is aan gelijkheid tussen de seksen en tussen rassen is er verloren gegaan aan gelijkheid tussen klassen. Hoogopgeleiden keren naar binnen, ongeacht geslacht of achtergrond.

Putnam heeft dan ook een andere missie met zijn boek dan zijn progressieve criticasters hem verwijten. Het gaat hem niet om een terugkeer naar de jaren vijftig, maar om een herstel van de mentaliteit van de progressive era, het tijdvak daarvoor dat de egalitaire samenleving van de naoorlogse jaren mogelijk maakte. ‘Dat was een tijd waarin mensen publieke keuzes maakten die de ongelijkheden tussen klassen kleiner maakten. De high school deed zijn intrede, vier jaar vervolgonderwijs voor iedereen. Politiek was dat geen easy sell. De rijken moesten ervan overtuigd worden dat het in ieders belang is om de ongelijkheid beperkt te houden. Dat is precies de uitdaging waar we nu voor staan.’ En dus pleit Putnam in Our Kids voor ingrepen die de opportunity gap kleiner maken, zoals vroegschools onderwijs, gemengde wijken en buitenschoolse activiteiten voor kansarme kinderen.

Putnam voelt de tijdgeest in zijn land andermaal feilloos aan. In 2013 ging de Amerikaanse National Book Award naar The Unwinding of America van de New Yorker-journalist George Packer. Het boek vertelt aan de hand van individuele levens hoe het verdwijnen van de zware industrie als economische motor grote delen van Amerika ontwrichtte. Plaats van handeling is Youngstown, Ohio, op twee uur rijden van Port Clinton. En natuurlijk was er Thomas Piketty die met evenveel tamtam eenzelfde punt maakte als Putnam nu: we leven in een tijd van toenemende ongelijkheid. Piketty trakteerde zijn lezers op grafieken die lieten zien welke wereld er is verdwenen in de afgelopen decennia. Toen Putnam in 1959 zijn diploma kreeg in Port Clinton hadden de Verenigde Staten een hoogste belastingschijf van negentig procent. De progressive era als begin van een tijd van kleine sociaal-economische tegenstellingen werd deels mogelijk gemaakt door een economische politiek die tegenwoordig zelfs de meest linkse partijen in Europa als absurd voorkomt.

Maar er is een belangrijk verschil tussen Pikketty en Putnam: de Franse econoom richt zich op een gezichtsloze één procent die zich een toenemend deel van de welvaart weet toe te eigenen. Putnams boek is er een, zoals hij schrijft, ‘zonder upper class villains’. En met lower class victims, zou je daaraan kunnen toevoegen. Want de dupe van een ongelijke samenleving zijn allereerst kinderen die buiten de veilige zone van het stabiele, betrokken gezin worden geboren. ‘Maar uiteindelijk is iedereen slechter af als gevolg van ongelijkheid. Economen becijferen de kosten van de groeiende kloof op honderden miljarden op de lange termijn’, zegt Putnam. ‘Toen we begonnen met dit project was ons doel de opportunity gap tot het belangrijkste binnenlandse onderwerp van de presidentsverkiezingen van 2016 te maken.’ Putnam windt er geen doekjes om: ‘I want to change America.’



MOET NEDERLAND zich zorgen maken om haar kinderen? In ieder geval wordt het aan­zwellende publieke debat over kansen­ongelijkheid geschraagd door een groeiende stapel onder­zoeken naar de afgesloten leefwerelden van hoog- en laagopgeleiden. Vorig jaar oktober brachten het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid samen het rapport Gescheiden werelden? uit. Daaruit kwam een beeld naar voren van een Nederland dat anno 2015 het midden houdt tussen Port Clinton 1950 en Port Clinton 2015. Het scp constateerde ‘vrij grote sociale afstand’ tussen lager en hoger opgeleiden. Gezinsvorming, sociale contacten, alles speelde zich voornamelijk af in kringen van gelijk opleidingsniveau. ‘Tussen lager en hoger opgeleiden bestaat enige segregatie in de woonomgeving, op school en op het werk, maar vergeleken met andere landen is die segregatie (nog) niet sterk’, concludeerden de onderzoekers.

Eerder deze maand bracht een groep onderzoekers van de Radboud Universiteit een onderzoek uit dat het beeld van gescheiden werelden bevestigt. In Opleiding als sociale scheidslijn schrijven Marloes de Lange, Maarten Wolbers en Jochem Tolsma dat ‘in Nederland opleiding een belangrijke scheidslijn is op tal van maatschappelijke domeinen. Er is een aanzienlijke kloof tussen hoger en lager opgeleiden op het vlak van de arbeidsmarkt, attitudes, politieke participatie en gezondheid.’ Het drietal constateert ook een toegenomen ‘homogamie’ oftewel trouwen binnen de eigen klasse. Hoog­opgeleiden doen meer aan vrijwilligerswerk, en zijn beter in staat te voorkomen dat hun kinderen lager op de sociaal-economische ladder eindigen dan zijzelf.

Dat die twee gescheiden werelden bestaan, wil echter nog niet zeggen dat ze verder uiteen zijn gedreven, is de conclusie in Opleiding als sociale scheidslijn. Terugblikkend komen de onderzoekers tot het oordeel dat, in tegenstelling tot wat Putnam laat zien voor de Verenigde Staten, de kloof tussen hoog- en laagopgeleid in de afgelopen dertig jaar in elk geval niet groter is geworden. Eenzelfde geluid klinkt in Een kloof van alle tijden, een bundel samengesteld door Herman van der Werfhorst, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ja, hoog- en laagopgeleid leven goeddeels in gescheiden werelden, maar van een sterk gegroeide kloof is niet per se sprake. Het is vooral de samenstelling van de groepen aan weerszijden van de kloof die is veranderd. In 1960 telde men 85.000 hoger opgeleiden, in 2011 waren dat er meer dan drie miljoen, oftewel 27 procent van de beroepsbevolking. Die cijfers komen uit een essay van Mark Bovens met de titel Opleiding als nieuwe sociale scheidslijn. Wat nieuw is, constateert Bovens, ‘is de opkomst van hoger opgeleiden als een tamelijk homogene sociale groep’. Die hoogopgeleiden domineren de politiek (Bovens muntte eerder de term ‘diplomademocratie’) en kunnen zich goed organiseren om hun belangen te bestendigen.

De vraag is wat de gevolgen van die gescheiden werelden zijn voor toekomstige generaties. Our Kids van Robert Putnam bevat een belangrijke waarschuwing op dit punt: veel data die worden gebruikt lopen meestal een paar decennia achter op de werkelijkheid. Generaties worden met elkaar vergeleken op het moment dat er iets te vergelijken valt: een behaald inkomensniveau of een behaalde opleiding. Over waar iemand eindigt op de sociaal-economische ladder is pas wat zinnigs te zeggen wanneer hij of zij halverwege de dertig is, op z’n vroegst. Wie kijkt naar sociale mobiliteit is als ‘een astronoom die naar de sterren kijkt’: je ziet wat jaren geleden gebeurde, niet wat er nu gebeurt. Het is een belangrijke reden waarom de ongelijkheid in Port Clinton kon groeien zonder dat het al te veel opviel: het kwam niet direct naar voren in de cijfers. Vandaar Putnams focus op ‘onze kinderen’, en de kansen die zij hebben. Die kinderen zijn een windvaan voor de samenleving in de toekomst.

Wie met die bril naar Nederland kijkt, ziet een zorgelijk beeld. Eén op de negen kinderen in Nederland groeit op in armoede, zo rapporteert de Kinderombudsman, en dat is meer dan tien jaar geleden. Anno 2015 leven vierhonderd­duizend kinderen in armoede, waarvan driekwart jonger is dan twaalf. Uit onderzoek van de Universiteit van Michigan naar de mate waarin klassenverschil bepalend was voor de rekenvaardigheid van kinderen kwam Nederland als koploper uit de bus. Dit onderzoek staat model voor het onderwijs als geheel. ‘Zelfs als kinderen uit hogere en lagere sociale milieus over dezelfde cognitieve vaardigheden beschikken, dan behalen kinderen uit hogere sociale milieus een hoger opleidingsniveau dan kinderen uit lagere sociale milieus, omdat de ouders van de eerst­genoemde groep van kinderen het nut van onderwijs vaker inzien’, concluderen de onderzoekers in Opleiding als sociale scheidslijn.



HET IS TEKENEND voor de situatie die uiteindelijk heeft geleid tot Putnams conclusie dat er ‘twee Amerika’s’ zijn – dat van hoogopgeleide gezinnen die alle zeilen kunnen bijzetten om kun kroost vooruit te helpen: hun sterke netwerken, hun financiële middelen waarmee bijspijker­cursussen en huiswerkbegeleiding kunnen worden gekocht, versus het Amerika van kinderen die geboren worden in laagopgeleide gezinnen waar die hulpbronnen niet ter beschikking staan. Wat Our Kids óók laat zien, is hoe belangrijk het voor de toekomst van kinderen is dat ze niet worden opgesloten in een kansarm milieu. Die kinderen uit het Port Clinton van de jaren vijftig die de sociaal-economische ladder beklommen deden dat vaak met hulp, steun en advies niet zozeer van hun eigen ouders, maar van andere ouders. De sportcoach die hielp met invullen van formulieren voor een studiebeurs, het kind dat aan tafel mocht aanschuiven bij een gezin dat wél elke dag samen at en waar onderwerpen werden besproken waar het thuis niet over ging. Dat is de verloren wereld die Putnam oproept in Our Kids, een tijd waarin de verantwoordelijkheid voor kinderen een gedeelde was, van alle ouders, voor alle kinderen. En juist op dat punt verandert Nederland in een land dat de Verenigde Staten achterna gaat: een land waarin de hoogopgeleide klasse zich op zichzelf terugtrekt en haar nageslacht in toenemende mate opvoedt afgezonderd van de kinderen die er níet vanzelf wel komen.

http://www.groene.nl/artikel/eigen-kroost-eerst
Uit onderzoeken naar de situatie in Nederland doemt het beeld op dat er een aanzienlijke kloof bestaat tussen laag en hoog opgeleiden. Nederland komt als koploper uit de bus wanneer gekeken wordt naar de mate waarin klassenverschil bepalend is voor rekenvaardigheid van kinderen. En ook als kinderen met gelijke cognitieve vaardigheden worden vergeleken behalen kinderen uit de hogere sociale milieus een hoger opleidingsniveau. En zorgelijke ontwikkeling wat mij betreft waar wel wat aan gedaan mag worden alhoewel vast niet elke politieke partij in Nederland dat zal beamen. Partijen die de elite vertegenwoordigen zoals de VVD en D66 zullen er veelal vast anders over denken. De elite van tegenwoordig zit niet te wachten op een gelijk speelveld. De hoogopgeleide klasse in Nederland trekt zich namelijk steeds meer terug en zondert zich af van de milieus waar kinderen wel extra hulp van buiten nodig hebben om te kunnen klimmen op de maatschappelijke ladder.
pi_157619126
Uiteraard als je ouders wat hoger geschoold zijn hebben hun kinderen een voorsprong: vaak meer geld, meer ondersteuning, meer aandacht enzo.

Treurig vind ik het dat kinderen uit de zogenaamde lagere milieus met een hoge intelligentie niet altijd de kans krijgen die ze verdienen.

Ik was 15 jaar geleden een jongste kind uit een groot en behoorlijk arm een-ouder gezin. Ik kon van de broertjes en zusjes het beste leren en behaalde in groep 8 een cito score van 549. (scores zijn tussen 501 en 550). Vervolgens ben ik naar de HAVO gestuurd door de basisschool.

Tja arm gezin, weinig opleiding bij moeder, en de overige broertjes en zusjes op MAVO-MBO. Misschien kon je het ze ook niet kwalijk nemen.

Maar die extra hulp van buiten snap ik niet helemaal. Kan je dat toelichten? Mijn inziens gebruiken mensen met een hogere maatschappelijke positie vaker externe hulp. Een nanny voor wat aandacht, wat huiswerkbegeleiding, wat dure hobby's en verenigingen zodat je kind zich kan onderscheiden. En deze zaken zorgen dat ze door die ondersteuning hun eigen top kunnen bereiken terwijl kinderen uit lagere sociale milieus zonder die steun en begeleiding en met vaak niet de allerbeste voorbeeldfiguren in de omgeving zelf hetgeen moeten bereiken wat ze willen.

Qua politieke partijen vind ik het in Nederland niet zo makkelijk nu. Met de onderwijshervormingen van D66 was ik het erg eens en hebben geholpen studeren eerlijker te maken. Geen basisbeurs voor iedereen (dus ook mensen wiens ouders alles zouden betalen en die de basisbeurs als extra zakcentje krijgen) verhoogde aanvullende beurs voor mensen met lager inkomen en de rest bij elkaar werken en lenen. Ook mooi dat MBO studenten jonger dan 18 een OV-studentenkaart krijgen. Hun zie ik dus niet zo zeer als elite partij maar eerder progressief.
praise the lord i saw the light
pi_157619151
Wauw, wat een onleesbare post heb ik gemaakt. Excuseer!
praise the lord i saw the light
  dinsdag 17 november 2015 @ 11:16:46 #4
177582 Ryon
Alle neuzen naar rechts
pi_157619405
Er lopen - zoals altijd bij links - een aantal verschillende zaken door elkaar:

Ten eerste is daar de onweerstaanbare drang om de samenleving op te willen delen in een zogenaamde tweedeling. De haves and the have nots. Anno 2015 zijn wij dankzij de PvdA allemaal even arm dus moet er een nieuwe vorm van tweedeling gevonden worden: zij die een hogere, algemeen vormende opleiding hebben genoten, en zij die dat niet hebben.

Ten tweede is het de veranderende economie die inderdaad ten gunste werkt van mensen met een algemeen vormende opleiding. Zelfs de mensen met een beroepsopleiding die nu veelgevraagd zijn (ICT en bepaalde technische beroepen) moeten er rekening mee houden dat zij over tien jaar gedateerd zijn (en vervangen worden door twintigers als zij vijftig zijn) als zij zich niet consequent bij blijven scholen. Iets wat je nu al veelvuldig ziet gebeuren bij een oudere generatie.

Ten derde is daar de gedachte dat in onze samenleving er nog klassen zijn met de gedachte dat er nog "sprongen" gemaakt kunnen worden. Klassen zijn vervangen door sociale lagen (die veel dichter tegen elkaar aanliggen) waardoor de extreme sociale mobiliteit (in de zin van de sprong lagere klasse naar middenklasse) eigenlijk verleden tijd is. Als kind eindig je nu in dezelfde sociale strata als die van je ouders, wat vanuit het perspectief van "sociale mobiliteit" als onwenselijk gedefinieerd kan worden. Ik vraag mij af of burgers daar hetzelfde over denken.

Mixen we bovenstaande zaken bij elkaar, dan komen we op dat verhaal van dat er een nieuwe sociale bovenlaag is ontstaan (zij die een opleiding hebben) en dat er alles aan gedaan moet worden om de mensen die niet tot die bovenlaag behoren (zij die geen opleiding hebben) wel tot die bovenlaag te laten behoren omdat er dan weer "echte sprongen" gemaakt kunnen worden.

Ik denk zelf dat wij eerder ons moeten gaan richten op het tweede punt: zorgen dat er in de economie van de toekomst ook voor de mensen die geen mbo4/hbo gedaan hebben nog uitdagend en lonend werk te vinden is. Dat betekent dat we wellicht af moeten stappen van ideen over arbeidsverhoudingen die in de 20ste eeuw normaal waren, maar die beter aansluiten bij een economie van de toekomst. Waar flexwerken en leven lang (bij)leren de norm zal worden. Maar daar wil links natuurlijk weer niet aan.
For every complex problem there is an answer that is clear, simple, and wrong.
--
Mijn meningen zijn gewoon feiten. Ik heb gelijk en anderen hebben ongelijk - TB / Ryon
  dinsdag 17 november 2015 @ 11:18:07 #5
177582 Ryon
Alle neuzen naar rechts
pi_157619431
Niet dat ik Putnam in de Nederlandse linkerhoek wil drukken trouwens. Maar de discussie is opgepikt en vervormd door GroenLinks, PvdA en (deels ook) D66. Het werk van Putnam (en eigenlijk die gehele stroming) is op verschillende manieren te interpreteren.
For every complex problem there is an answer that is clear, simple, and wrong.
--
Mijn meningen zijn gewoon feiten. Ik heb gelijk en anderen hebben ongelijk - TB / Ryon
  dinsdag 17 november 2015 @ 11:41:28 #6
66825 Reya
Fier Wallon
pi_157619911
quote:
15s.gif Op dinsdag 17 november 2015 11:16 schreef Ryon het volgende:
Ik denk zelf dat wij eerder ons moeten gaan richten op het tweede punt: zorgen dat er in de economie van de toekomst ook voor de mensen die geen mbo4/hbo gedaan hebben nog uitdagend en lonend werk te vinden is. Dat betekent dat we wellicht af moeten stappen van ideen over arbeidsverhoudingen die in de 20ste eeuw normaal waren, maar die beter aansluiten bij een economie van de toekomst. Waar flexwerken en leven lang (bij)leren de norm zal worden. Maar daar wil links natuurlijk weer niet aan.
Afgezien van het punt rond flexwerken - waarover je kan discussiëren - vind ik dit wel een belangrijk punt. Divergerende diploma's zijn an sich juist helemaal geen punt - dat is juist gezond in een geavanceerde economie als de Nederlandse. Het gaat er vooral om dat je met een middendiploama (zeg maar Mbo-3/Mbo-4) nog aansluiting kan vinden op een gezond functionerende arbeidsmarkt. Daar is zowel op het gebied van markt als (vooral) op het gebied van beroepsonderwijs nog wel wat winst te pakken.
pi_157621970
quote:
15s.gif Op dinsdag 17 november 2015 11:16 schreef Ryon het volgende:
Ten derde is daar de gedachte dat in onze samenleving er nog klassen zijn met de gedachte dat er nog "sprongen" gemaakt kunnen worden. Klassen zijn vervangen door sociale lagen (die veel dichter tegen elkaar aanliggen) waardoor de extreme sociale mobiliteit (in de zin van de sprong lagere klasse naar middenklasse) eigenlijk verleden tijd is. Als kind eindig je nu in dezelfde sociale strata als die van je ouders, wat vanuit het perspectief van "sociale mobiliteit" als onwenselijk gedefinieerd kan worden. Ik vraag mij af of burgers daar hetzelfde over denken.
Wanneer je het loongebouw in decielen op deelt dan kunnen er altijd sprongen worden gemaakt, ongeacht hoe ver het hoogste en laagste deciel uit elkaar liggen (welke trouwens verder uit elkaar zijn gaan liggen).

Je laat de vraag een beetje achterwege waarom Nederland in vergelijking met andere West Europese landen niet uit blinkt in inkomensmobiliteit, en wel in inkomenspersistentie (bron: Eurostat, OECD). Met andere woorden: gaat dit bovenstaande verhaal dan niet op voor al die andere landen?

Ik ben het ermee eens dat een focus op papiertjes het beeld vertroebelt, veel meer dan kijken naar de harde knaken.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
pi_157622115
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 08:42 schreef Bondsrepubliek het volgende:
Uit onderzoeken naar de situatie in Nederland doemt het beeld op dat er een aanzienlijke kloof bestaat tussen laag en hoog opgeleiden. Nederland komt als koploper uit de bus wanneer gekeken wordt naar de mate waarin klassenverschil bepalend is voor rekenvaardigheid van kinderen. En ook als kinderen met gelijke cognitieve vaardigheden worden vergeleken behalen kinderen uit de hogere sociale milieus een hoger opleidingsniveau. En zorgelijke ontwikkeling wat mij betreft waar wel wat aan gedaan mag worden alhoewel vast niet elke politieke partij in Nederland dat zal beamen.
Klopt helemaal. Over lange tijd reproduceert dit zich natuurlijk en dan heeft men er weer een excuus bij om te slaan op de lui die 'te dom zijn om te poepen'.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
  dinsdag 17 november 2015 @ 13:37:48 #9
75043 Hexagon
Vreemd Fenomeen
pi_157622378
Tja, dit is toch een conclusie van "water is nat"

Een kind dat uit een milieu komt waar het de norm is dat je probeert om zo goed als mogelijk opgeleid te worden en je talenten te benutten zal die norm sneller volgen dan een kind uit een milieu waar het de norm is om vooral niks te doen en te klagen.

Dat is ook iets dat heel lasting te overwinnen zal zijn. Je kan een kind alle kansen geven (en dat is goed) maar hij zal ook het belang moeten inzien van deze grijpen. En daar ligt de uitdaging.
pi_157625421
quote:
15s.gif Op dinsdag 17 november 2015 11:16 schreef Ryon het volgende:
Ten derde is daar de gedachte dat in onze samenleving er nog klassen zijn met de gedachte dat er nog "sprongen" gemaakt kunnen worden. Klassen zijn vervangen door sociale lagen (die veel dichter tegen elkaar aanliggen) waardoor de extreme sociale mobiliteit (in de zin van de sprong lagere klasse naar middenklasse) eigenlijk verleden tijd is. Als kind eindig je nu in dezelfde sociale strata als die van je ouders, wat vanuit het perspectief van "sociale mobiliteit" als onwenselijk gedefinieerd kan worden. Ik vraag mij af of burgers daar hetzelfde over denken.
Natuurlijk denken burgers daar hetzelfde over. Hoeveel ouders ken jij die hun kinderen niet een beter leven toewensen dan zij zelf hebben gehad?
  dinsdag 17 november 2015 @ 16:27:21 #11
177582 Ryon
Alle neuzen naar rechts
pi_157625675
quote:
10s.gif Op dinsdag 17 november 2015 16:14 schreef Tocadisco het volgende:

[..]

Natuurlijk denken burgers daar hetzelfde over. Hoeveel ouders ken jij die hun kinderen niet een beter leven toewensen dan zij zelf hebben gehad?
En als zijzelf al een goed leven hebben gehad? Hoeveel ouders wensen hun kind dan niet hetzelfde geluk toe?

Dat lijkt een detail maar is een vrij essentieel verschil en heeft ook grote gevolgen bij het maken van allerlei keuzes. De drang dat de kinderen het in maatschappelijk opzicht "het perse beter" moeten doen wordt een stuk minder als de ouders het (naar hun eigen gevoel) ook al prima voor elkaar hebben gehad. De vraag is dan ook in hoeverre ouders (van nu) het problematisch vinden als de kinderen net als zij gewoon een leuke mbo of hbo opleiding doen, huisje kopen en gelukkig getrouwd raken met een partner die uit dezelfde buurt komt waar zij ook zijn opgegroeid.

Qua sociale mobiliteit zou dat een stilstand betekenen, maar wel één die te verklaren is. Dat is anders dan de generaties daarvoor die perse wilden dat hun kinderen wel de kansen kregen die zij nooit gehad hadden.
For every complex problem there is an answer that is clear, simple, and wrong.
--
Mijn meningen zijn gewoon feiten. Ik heb gelijk en anderen hebben ongelijk - TB / Ryon
pi_157625717
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 13:37 schreef Hexagon het volgende:
Dat is ook iets dat heel lasting te overwinnen zal zijn. Je kan een kind alle kansen geven (en dat is goed) maar hij zal ook het belang moeten inzien van deze grijpen. En daar ligt de uitdaging.
De uitdaging ligt erin om niet alle kansen weg te slopen.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
  dinsdag 17 november 2015 @ 16:35:45 #13
177582 Ryon
Alle neuzen naar rechts
pi_157625841
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 13:16 schreef Klopkoek het volgende:

[..]

Wanneer je het loongebouw in decielen op deelt dan kunnen er altijd sprongen worden gemaakt, ongeacht hoe ver het hoogste en laagste deciel uit elkaar liggen (welke trouwens verder uit elkaar zijn gaan liggen).

Je laat de vraag een beetje achterwege waarom Nederland in vergelijking met andere West Europese landen niet uit blinkt in inkomensmobiliteit, en wel in inkomenspersistentie (bron: Eurostat, OECD). Met andere woorden: gaat dit bovenstaande verhaal dan niet op voor al die andere landen?

Ik ben het ermee eens dat een focus op papiertjes het beeld vertroebelt, veel meer dan kijken naar de harde knaken.
Natuurlijk. Als je kijkt naar de inkomensongelijkheid in Nederland tussen verschillende decielen dan kan je met een beetje duwen en trekken die sprongen nog wel maken. Ik heb de Quote top 500 hier voor mij liggen en ik begrijp ook wel dat er tussen Jan Modaal en Goldschmeding (#1) een sprong van 4.7 miljard gemaakt kan worden :P

Maar de invloed van de een "inkomenssprong" op de positie binnen de sociale strata is een stuk kleiner. Zelfs als Jan de Arbeider zijn bruto inkomen zou verdubbelen (van 1x modaal naar 2x modaal) springt hij slechts een kleine laag (binnen de "voormalige middenklasse") omhoog. Dat is één van de effecten die een gigantische middenklasse heeft op de populatie. Aangezien het effect op zijn welzijn / welvaart slechts van beperkt belang kan zijn (afhankelijk van zijn woonsituatie) kunnen zijn kinderen er zelfs bewust voor kiezen om die sprong niet te willen maken.

Zou de huishoudsamenstelling van Jan de Arbeider veranderen (bijv doordat hij met een fulltime werkende vrouw trouwt) dan heeft dat ook grote gevolgen voor zijn bruto inkomen, maar nauwelijks voor zijn maatschappelijke positie. Zouden wij dus alleen kijken naar inkomensmobiliteit dan zou dat een vertekend beeld opleveren ten aanzien van de sociale mobiliteit.
For every complex problem there is an answer that is clear, simple, and wrong.
--
Mijn meningen zijn gewoon feiten. Ik heb gelijk en anderen hebben ongelijk - TB / Ryon
  dinsdag 17 november 2015 @ 16:51:24 #14
448036 Achterhoker
Hauptsache Alkohol
pi_157626216
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 11:01 schreef philips.voltaire het volgende:
Uiteraard als je ouders wat hoger geschoold zijn hebben hun kinderen een voorsprong: vaak meer geld, meer ondersteuning, meer aandacht enzo.

Treurig vind ik het dat kinderen uit de zogenaamde lagere milieus met een hoge intelligentie niet altijd de kans krijgen die ze verdienen.

Ik was 15 jaar geleden een jongste kind uit een groot en behoorlijk arm een-ouder gezin. Ik kon van de broertjes en zusjes het beste leren en behaalde in groep 8 een cito score van 549. (scores zijn tussen 501 en 550). Vervolgens ben ik naar de HAVO gestuurd door de basisschool.

Tja arm gezin, weinig opleiding bij moeder, en de overige broertjes en zusjes op MAVO-MBO. Misschien kon je het ze ook niet kwalijk nemen.

Maar die extra hulp van buiten snap ik niet helemaal. Kan je dat toelichten? Mijn inziens gebruiken mensen met een hogere maatschappelijke positie vaker externe hulp. Een nanny voor wat aandacht, wat huiswerkbegeleiding, wat dure hobby's en verenigingen zodat je kind zich kan onderscheiden. En deze zaken zorgen dat ze door die ondersteuning hun eigen top kunnen bereiken terwijl kinderen uit lagere sociale milieus zonder die steun en begeleiding en met vaak niet de allerbeste voorbeeldfiguren in de omgeving zelf hetgeen moeten bereiken wat ze willen.

Qua politieke partijen vind ik het in Nederland niet zo makkelijk nu. Met de onderwijshervormingen van D66 was ik het erg eens en hebben geholpen studeren eerlijker te maken. Geen basisbeurs voor iedereen (dus ook mensen wiens ouders alles zouden betalen en die de basisbeurs als extra zakcentje krijgen) verhoogde aanvullende beurs voor mensen met lager inkomen en de rest bij elkaar werken en lenen. Ook mooi dat MBO studenten jonger dan 18 een OV-studentenkaart krijgen. Hun zie ik dus niet zo zeer als elite partij maar eerder progressief.
Dat is natuurlijk onzin, elk persoon kan hier studeren zonder. Iedereen kan studiefinanciering krijgen.
Fade to Black
pi_157626467
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 16:51 schreef Achterhoker het volgende:

[..]

Dat is natuurlijk onzin, elk persoon kan hier studeren zonder. Iedereen kan studiefinanciering krijgen.
Beetje begrijpend lezen is ook wel lastig.

Laat mij u helpen.

Lees die zin nog eens en dan het stukje erna. Begrijp je het punt dat leraren van het basisonderwijs kinderen naar een lager niveau kunnen sturen op basis van hun sociale afkomst?

En begrijp je dat bij basisonderwijs van studiefinanciering geen sprake is. Is nl. leren net als VO en MBO en niet studeren (zoals HBO en WO)

De rest van mijn post die over studeren gaat heb je overgeslagen?

Misschien ook interessant om je in te lezen in het nieuwe leenstelsel voor studenten. Niet meer iedereen krijgt stufi.

Uiteraard kan je als je wil studeren ik ben ook prima terecht gekomen en kon opstromen op VO.

Ik hoop dat je mij nu beter begrijpt. Het kan zijn dat ik jou niet goed begrepen heb omdat je eerste zin niet af lijkt te zijn.
praise the lord i saw the light
pi_157628090
quote:
15s.gif Op dinsdag 17 november 2015 11:16 schreef Ryon het volgende:

Ik denk zelf dat wij eerder ons moeten gaan richten op het tweede punt: zorgen dat er in de economie van de toekomst ook voor de mensen die geen mbo4/hbo gedaan hebben nog uitdagend en lonend werk te vinden is. Dat betekent dat we wellicht af moeten stappen van ideen over arbeidsverhoudingen die in de 20ste eeuw normaal waren, maar die beter aansluiten bij een economie van de toekomst. Waar flexwerken en leven lang (bij)leren de norm zal worden. Maar daar wil links natuurlijk weer niet aan.
Die 'economie van de toekomst' vind ik vaak zo'n slap gezwets. Niemand kan precies vertellen wat ze daar nu precies mee bedoelen, maar het schijnt dan vanzelfsprekend te zijn dat iedereen maar aan het flexwerken moet en een leven lang moet blijven bijscholen (waarbij ze vergeten dat een groot gedeelte van de beroepsbevolking daar niet de capaciteiten voor heeft of voor de functie-inhoud niet persé relevant).

Waarom is het zo vanzelfsprekend dat flexwerken en een leven lang bijleren de norm zal worden?

Ik vind het nietszeggende D'66 newspeak. Net als spreken over 'hervormingen' in plaats van bezuinigingen, zoals tegenwoordig gebruikelijk is geworden. Vaak is het dan ook nog eens hervormen óm het hervormen.
'De neiging rijke en machtige mensen te bewonderen, zelfs welhaast te aanbidden en mensen van arme of gewone komaf te verachten dan wel te negeren is de belangrijkste en meest universele oorzaak van de corruptie van ons morele besef' Adam Smith
  dinsdag 17 november 2015 @ 18:29:57 #17
177582 Ryon
Alle neuzen naar rechts
pi_157628272
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 18:19 schreef Tomatenboer het volgende:

[..]

Die 'economie van de toekomst' vind ik vaak zo'n slap gezwets. Niemand kan precies vertellen wat ze daar nu precies mee bedoelen, maar het schijnt dan vanzelfsprekend te zijn dat iedereen maar aan het flexwerken moet en een leven lang moet blijven bijscholen (waarbij ze vergeten dat een groot gedeelte van de beroepsbevolking daar niet de capaciteiten voor heeft of voor de functie-inhoud niet persé relevant).

Waarom is het zo vanzelfsprekend dat flexwerken en een leven lang bijleren de norm zal worden?

Ik vind het nietszeggende D'66 newspeak. Net als spreken over 'hervormingen' in plaats van bezuinigingen, zoals tegenwoordig gebruikelijk is geworden. Vaak is het dan ook nog eens hervormen óm het hervormen.
Tjah. Slap gezwets of niet, mensen moeten er toch maar mee dealen:

Vroeger had je "ander soort werk". In de zin van dat mensen maar tot hun zestiende op school hoefde te zitten voor een klein beetje basisvorming en daarna al in de praktijk aan de slag konden. Ze begonnen dan met 16 te werken voor Baas X en namen op hun 65ste afscheid van dezelfde baas. Met de loop der jaren werd hun inkomen aangepast o.g.v de inflatie en de opgedane ervaring (van leerling-timmerman op hun zeventiende naar opzichter als ze 65 waren). Werkervaring telde zwaarder dan het opdoen van nieuwe kennis en/of vaardigheden. Wat je eventueel nog extra nodig had leerde je "on the go" op de werkplaats zelf.

In "de economie van de toekomst" verdwijnen dat soort loopbanen steeds meer in zoverre ze niet al verdwenen zijn. Mensen worden in 2015 opgeleid tot een baan die in 2025 waarschijnlijk al niet meer in die hoedanigheid bestaat. De kans dat je op je zestiende nog steeds voor dezelfde baas werkt als op je 65 is voor de huidige generatie praktisch nul. De kans dat je hebt moeten bij- of zelfs hebt moeten omscholen is wel heel groot.

Dat kan je natuurlijk gezwets vinden, maar dat brengt wel degelijk een aantal uitdagingen (jaja, ik had ook problemen kunnen zeggen) met zich mee waar oplossingen voor gevonden moeten worden. Ik snap dat mensen dat niet leuk vinden (die willen gewoon zich ontwikkelen door ervaring op te doen) maar zo werkt de wereld niet meer. Het computersysteem waar jij in 2025 mee moeten werken is waarschijnlijk nu nog niet uitgevonden. Wil je in 2025 ook nog een baan hebben (die kennis van dat systeem vereist) en niet weggetikt worden door knulletjes van zestien die op dat moment die kennis wel hebben dan moet je dus wel bijscholen of je dat nou leuk vindt of niet.
For every complex problem there is an answer that is clear, simple, and wrong.
--
Mijn meningen zijn gewoon feiten. Ik heb gelijk en anderen hebben ongelijk - TB / Ryon
pi_157628327
Het afnemen van de sociale mobiliteit is verder natuurlijk een aanklacht tegen de meritocratische gedachte waarop we tegenwoordig de verhoudingen hebben gebaseerd.

De gedachte dat iedereen hun positie volledig aan zichzelf door eigen verdiensten hebben te danken (en daarom de inkomensverhoudingen ook gerechtvaardigd zouden zijn) houdt niet lang stand als niet iedereen gelijke kansen krijgt. Nog los van het punt dat iedereen afhankelijk is van de samenhang van de samenleving om hun welvaart te bereiken en te behouden en men in principe dus nooit alleen zelf verantwoordelijk kan zijn voor wat men bereikt.

Nu is er altijd al iets op die gedachte af te dingen geweest, want iemand die in een arm gezin, probleemgezin, gehandicapt of zonder al te veel intelligentie wordt geboren heeft sowieso minder kansen dan iemand die in een betere gezinssituatie opgroeit met een breed netwerk (waar gebruikt van gemaakt kan worden) en heeft minder - wellicht structurele - belemmeringen om op een bepaalde positie of niveau te geraken, en zo kan wellicht een minder talentvolle met minder inzet hoger eindigen op de maatschappelijke ladder dan een talentvolle met een minder gunstige uitgangspositie.
'De neiging rijke en machtige mensen te bewonderen, zelfs welhaast te aanbidden en mensen van arme of gewone komaf te verachten dan wel te negeren is de belangrijkste en meest universele oorzaak van de corruptie van ons morele besef' Adam Smith
pi_157628469
quote:
12s.gif Op dinsdag 17 november 2015 16:27 schreef Ryon het volgende:
De vraag is dan ook in hoeverre ouders (van nu) het problematisch vinden als de kinderen net als zij gewoon een leuke mbo of hbo opleiding doen, huisje kopen en gelukkig getrouwd raken met een partner die uit dezelfde buurt komt waar zij ook zijn opgegroeid.
Lijkt op de middeleeuwen.

quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 16:35 schreef Ryon het volgende:
Zou de huishoudsamenstelling van Jan de Arbeider veranderen (bijv doordat hij met een fulltime werkende vrouw trouwt) dan heeft dat ook grote gevolgen voor zijn bruto inkomen, maar nauwelijks voor zijn maatschappelijke positie. Zouden wij dus alleen kijken naar inkomensmobiliteit dan zou dat een vertekend beeld opleveren ten aanzien van de sociale mobiliteit.
Maar daar is natuurlijk voor gecorrigeerd. Net zoals dat er een verschil bestaat tussen inkomensgroei op huishoudniveau en individueel niveau (wordt vaak door elkaar gehaald).

Bovendien stelde ik de vraag hoe Nederland zich verhoudt tot andere West Europese landen.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
pi_157628634
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 18:31 schreef Tomatenboer het volgende:
Het afnemen van de sociale mobiliteit is verder natuurlijk een aanklacht tegen de meritocratische gedachte waarop we tegenwoordig de verhoudingen hebben gebaseerd.

De gedachte dat iedereen hun positie volledig aan zichzelf door eigen verdiensten hebben te danken (en daarom de inkomensverhoudingen ook gerechtvaardigd zouden zijn) houdt niet lang stand als niet iedereen gelijke kansen krijgt. Nog los van het punt dat iedereen afhankelijk is van de samenhang van de samenleving om hun welvaart te bereiken en te behouden en men in principe dus nooit alleen zelf verantwoordelijk kan zijn voor wat men bereikt.

Nu is er altijd al iets op die gedachte af te dingen geweest, want iemand die in een arm gezin, probleemgezin, gehandicapt of zonder al te veel intelligentie wordt geboren heeft sowieso minder kansen dan iemand die in een betere gezinssituatie opgroeit met een breed netwerk (waar gebruikt van gemaakt kan worden) en heeft minder - wellicht structurele - belemmeringen om op een bepaalde positie of niveau te geraken, en zo kan wellicht een minder talentvolle met minder inzet hoger eindigen op de maatschappelijke ladder dan een talentvolle met een minder gunstige uitgangspositie.
Het is ook nog eens slecht voor de innovatie/economische groei, als we dezelfde logica volgen van degenen die het geen probleem vinden. 'Zesjescultuur' ;)

Maar goed, heel vroeger waren de meeste mensen ondanks voortdurend terugkerende hongersnoden ook blij met de stand of klasse waarin ze verkeerden.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
  dinsdag 17 november 2015 @ 18:51:28 #21
177582 Ryon
Alle neuzen naar rechts
pi_157628841
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 18:37 schreef Klopkoek het volgende:

Maar daar is natuurlijk voor gecorrigeerd. Net zoals dat er een verschil bestaat tussen inkomensgroei op huishoudniveau en individueel niveau (wordt vaak door elkaar gehaald).
Dat weet ik. Dat is slechts een van de redenen waarom je erg moet oppassen met het meten van inkomens en o.g.v uitspraken willen doen over hoe goed / kwaad een persoon het heeft of zelfs welke maatschappelijke positie hij / zij bekleedt. De bekende fout waar nog menig SP"er in trapt is door studentenhuishoudens (met een studenteninkomen) mee te nemen in de armoedecijfers.
quote:
Bovendien stelde ik de vraag hoe Nederland zich verhoudt tot andere West Europese landen.
Als het gaat om sociale mobiliteit of als het gaat om inkomensmobiliteit? Als het die laatste is dan ligt die hoog (willekeurig CBS artikel over dit onderwerp):

http://www.cbs.nl/NR/rdon(...)/0/20130402v4art.pdf

Waarvan het dus maar de vraag is wat het zegt. Behalve dan dat wij min of meer tot het Scandinavische utopie gerekend kunnen worden als wij alleen het economische uitgangspunt in acht nemen. Waarmee je in theorie elke discussie dus zou kunnen winnen.

Als het de eerste is dan is dat natuurlijk hele andere koek om te meten. Dan hangt het af van welke uitgangspunten je neemt waarbij wij over het algemeen dichter bij Denemarken liggen dan bij Frankrijk (waarom politiek-culturele redenen sociale mobiliteit relatief laag ligt).

Afhankelijk van hoe je sociale mobiliteit definieert kom je tot een duidelijke tweedeling tussen Angel-Saksische landen (VS, the UK en vrienden) en de Noord-Europese landen (including Nederland). Met een beetje duwen en trekken zou je dus een "kwaadaardige" transitie naar het Amerikaanse model kunnen voorspelen zoals de Volkskrant columnist dat voorziet. Is dat waar? Ik betwijfel dat dus.
For every complex problem there is an answer that is clear, simple, and wrong.
--
Mijn meningen zijn gewoon feiten. Ik heb gelijk en anderen hebben ongelijk - TB / Ryon
  dinsdag 17 november 2015 @ 18:52:38 #22
149454 GSbrder
Les extrêmes se touchent
pi_157628886
quote:
12s.gif Op dinsdag 17 november 2015 16:27 schreef Ryon het volgende:

[..]

En als zijzelf al een goed leven hebben gehad? Hoeveel ouders wensen hun kind dan niet hetzelfde geluk toe?

Dat lijkt een detail maar is een vrij essentieel verschil en heeft ook grote gevolgen bij het maken van allerlei keuzes. De drang dat de kinderen het in maatschappelijk opzicht "het perse beter" moeten doen wordt een stuk minder als de ouders het (naar hun eigen gevoel) ook al prima voor elkaar hebben gehad. De vraag is dan ook in hoeverre ouders (van nu) het problematisch vinden als de kinderen net als zij gewoon een leuke mbo of hbo opleiding doen, huisje kopen en gelukkig getrouwd raken met een partner die uit dezelfde buurt komt waar zij ook zijn opgegroeid.

Qua sociale mobiliteit zou dat een stilstand betekenen, maar wel één die te verklaren is. Dat is anders dan de generaties daarvoor die perse wilden dat hun kinderen wel de kansen kregen die zij nooit gehad hadden.
Volgens mij is sociale mobiliteit tegenwoordig minder een dingetje dan generationele ongelijkheid. Hele volksstammen in de grote steden met dubbele masterstudies, zestigurige werkweken en een appartementje driehoog-achter tussen de "niet mobiele" bevolking. Dit terwijl hun hbo of hoogopgeleide ouders op hun 25e een woning kochten en inmiddels hypotheekvrij pendelen tussen diverse exotische vakantiebestemmingen met een VUT-regeling. Als je ziet hoe tegenwoordig belangrijke levenskeuzes vooruitgeschoven worden (trouwen, huis kopen, kinderen krijgen) en het serieus beginnen met het opbouwen van welvaart duurt (door een te hoog verwachingsniveau, escapisme, twijfels over de toekomst en het uitstellen of opbreken van relaties en carrieres) is het minder eenvoudig om tot de sociale klasse van je ouders te behoren als jongvolwassene. Sociale klasses als horizontale groepen, in plaats van verticale (bloed)lijnen, vind ik een stuk waarschijnlijker.

Zonder hiermee een babyboom-discussie te willen starten, het is wat te makkelijk de vorige generaties de schuld in de schoenen te schuiven.
Power is a lot like real estate, it's all about location, location, location.
The closer you are to the source, the higher your property value.
pi_157629135
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 18:51 schreef Ryon het volgende:

[..]

Dat weet ik. Dat is slechts een van de redenen waarom je erg moet oppassen met het meten van inkomens en o.g.v uitspraken willen doen over hoe goed / kwaad een persoon het heeft of zelfs welke maatschappelijke positie hij / zij bekleedt. De bekende fout waar nog menig SP"er in trapt is door studentenhuishoudens (met een studenteninkomen) mee te nemen in de armoedecijfers.

[..]

Als het gaat om sociale mobiliteit of als het gaat om inkomensmobiliteit? Als het die laatste is dan ligt die hoog (willekeurig CBS artikel over dit onderwerp):

http://www.cbs.nl/NR/rdon(...)/0/20130402v4art.pdf

Waarvan het dus maar de vraag is wat het zegt. Behalve dan dat wij min of meer tot het Scandinavische utopie gerekend kunnen worden als wij alleen het economische uitgangspunt in acht nemen. Waarmee je in theorie elke discussie dus zou kunnen winnen.
Dat de rechtse neuzen Scandinavië niet als utopie zien is duidelijk. Verder kijk ik liever naar Eurostat of OESO ipv het nieuwe CBS dat bewust aan "politieke duiding" wil doen.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
pi_157629195
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 16:51 schreef Achterhoker het volgende:

[..]

Dat is natuurlijk onzin, elk persoon kan hier studeren zonder. Iedereen kan studiefinanciering krijgen.
Nou nee en Nederland loopt daarin negatief voorop. Enkel in Groot Brittanië is studeren nog duurder, in Europa.
Deuger, Woke & Gutmensch
"Conservatism consists of exactly one proposition, to wit: There must be in-groups whom the law protects but does not bind, alongside out-groups whom the law binds but does not protect."
  dinsdag 17 november 2015 @ 19:03:47 #25
379943 Paper_Tiger
Neem verantwoordelijkheid
pi_157629232
quote:
0s.gif Op dinsdag 17 november 2015 19:02 schreef Klopkoek het volgende:

[..]

Nou nee en Nederland loopt daarin negatief voorop. Enkel in Groot Brittanië is studeren nog duurder, in Europa.
Studeren is altijd duur maar verhoogt ook je perspectieven op een redelijk betaalde betrekking in loondienst.
a man convinced against his will is of the same opinion still
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')