Etappe 18: Gap - Saint-Jean-de-Maurienne, 186,5 kmDe eerste van vier ritten in de Alpen gehad. Niet direct de meest interessante rit van allemaal, maar wel een mooie overwinning voor Geschke en Giant-Alpecin. Zo'n proces is dan blijkbaar toch net wat meer waard dan een droomplan. Kruijswijk probeerde het ook, maar zijn benen lieten hem in de steek. Hoogtepunt van de kopgroep was natuurlijk de aanwezigheid van toekomstig Tourwinnaar Merhawi KUDUS. Hij liet zich eindelijk zien en hopelijk doet hij dat de komende dagen nog een paar keer. Tejay van Garderen stond derde in het klassement, maar gaf op. Of dat kwam door ziekte of gewoon een slechte dag is eigenlijk niet helemaal duidelijk. Zonde voor hem is het in ieder geval wel. Contador ging totaal onnodig onderuit, hij is nu ook wel definitief uitgeschakeld. Even afwachten of hij mentaal een beetje sterker is dan de Nederlanders, zou me alleen niet verbazen als hij het nu helemaal opgeeft. Quintana probeerde een keer of 10 weg te springen van Froome maar zijn computertje zegt nog steeds ja. Op papier krijgen we nu een heel interessante rit, het gaat de hele dag op en af en er zijn liefst zeven beklimmingen die een categorie opgeplakt hebben gekregen. Lijkt opnieuw een ideale rit voor vluchters.
![rXS0vxe.png]()
![PROFIL.png]()
Het is niet te geloven, we zijn weer in Gap! Deze stad blijkt dan toch echt onvermijdelijk te zijn. Voor de rustdag kwamen de renners aan in Gap, de hele rustdag bleven ze in Gap en na een dagje wat meer in het zuiden van de Alpen zijn we nu weer terug bij af. De hoofdstad van de Hautes-Alpes is ook vaak voorgekomen in de Tour als startplaats. Meestal krijgen we toch wel mooie bergritten als er in Gap wordt gestart. De laatste keer dat er een rit vertrok was in 2013, die rit zou eindigen op Alpe d'Huez. Dat was de rit waar Tejay van Garderen lang op kop reed, maar uiteindelijk in zou starten en ingehaald werd door Christophe Riblon. Het zit arme Tejay wel vaker niet mee dus. In 2011 was er een rit van Gap naar Pinerolo, die gewonnen werd door Edvald Boasson Hagen. Dat was de rit waar Thomas Voeckler ineens bij een paar mensen het terrein op reed en er nog heel wat mensen uit zo'n beetje iedere bocht vlogen. Nu gaan we dus weer een echte bergrit krijgen, de hele dag op en af. Direct na de start krijgen de renners al de eerste beklimming voor hun kiezen. Na de korte neutralisatie begint buiten Gap de Col Bayard meteen. Een beklimming van 6,3 kilometer aan 7%, tweede categorie. Best een lastige beklimming, begint meteen aan meer dan 6% en zal daarna richting 8% gaan. Na een makkelijkere kilometer is er dan zelfs een heel stuk boven de 10%. Alle jongens die tijdens rit 17 al slecht waren zullen nu helemaal om hun moeder roepen. Ik vrees voor Meintjes. Op de top is er een golfbaan, is voor sommige renners misschien nog een goed alternatief.
![Col_Bayard_Gap_profile.gif]()
![2028225-2805537.jpg?itok=7n0wOrOo]()
Als er tijdens het begin van deze etappe weer zo hard wordt gereden zal het peloton al vrij snel niet meer zo groot zijn. Toch is er nu wel even een momentje om weer tot rust te komen. Er volgt een lange afdaling, van een kilometer of 15, voor er weer geklommen gaat worden. Een afdaling over een lange, rechte weg. Bijna geen bocht te vinden tot de volgende beklimming. De renners volgen de rivier Le Drac, tot er geklommen gaat worden richtin Chauffayer. Dit is maar een klein klimmetje, net even wat langer dan een kilometer. Als het dorpje Chauffayer is bereikt gaat het weer even licht naar beneden en daarna wordt het zowaar even een paar kilometer vlak. De renners fietsen weer terug naar de Drac en gaan beginnen aan de tweede serieuze klim van de dag, de Rampe du Motty. Na 33 kilometer zal deze beklimming van de tweede categorie beginnen. Een korte klim, maar wel ontzettend steil. Net iets meer dan twee kilometer lang, maar wel 8,3% gemiddeld. Eigenlijk gewoon een muurtje dus, kort maar krachtig. Op de top komen de renners uit bij het Lac du Sautet.
![090726-corps-313.jpg]()
Langs dit meer krijgen de renners nog een paar kleine stukjes omhoog en omlaag te verwerken, maar in vergelijking met de rest van de rit zou je dit stuk nog best vlak kunnen noemen. Na een kilometer of 10 relatief vlak terrein volgt er een afdaling richting La Salle-en-Beaumont, waar de renners na 50 kilometer koers passeren. De renners volgen de Route Napoléon en beginnen weer aan een klein klimmetje. Als dat kleine klimmetje is geweest volgt er een wat langere afdaling naar de rivier La Bonne. Als deze rivier overgestoken wordt begint de derde serieuze klim van de dag meteen. De Côte de la Mure is een beklimming van de derde categorie en is 2,7 kilometer lang. 7,5% gemiddeld, dus weer een korte, steile klim. Op de top is er geen afdaling, de renners fietsen op een plateau richting La Mure. La Mure is een dorp dat vorig jaar nog deel uitmaakte van de Dauphiné. De vijfde rit van die koers vertrok in Sisteron en zou aankomen in La Mure. Simon Spilak, normaal alleen goed als het regent, wist in warme omstandigheden te winnen voor Kelderman. Verder heeft La Mure ook nog een chateau, maar daar fietsen de renners niet echt langs.
![DIR_IMG.jpg]()
Van La Mure fietsen de renners naar Nantes-en-Ratier. De zeven kilometer tussen deze dorpen is vlak, zowaar even een beetje rust voor de renners. Die rust is ook snel weer weg, na Nantes-en-Ratier is het weer tijd om te gaan klimmen. De Col de Malissol begint en deze beklimming van de tweede categorie is ook weer heel kort en steil. Twee kilometer aan 8,7%, het zijn allemaal muurtjes in dit deel van de rit. Deze Col de Malissol heeft zelfs een heel stuk boven de 10%, echt een onding. Een korte afdaling, met één bocht, naar La Valette. Hier begint het weer langzaam op te lopen, door een vallei fietsen de renners door Lavaldens op weg naar de vijf klim van de dag. Deze klim gaat na 82 kilometer beginnen en is 3 kilometer lang. De Col de la Morte, een col van de derde categorie, is gemiddeld 8,4%. Weer een heel steil klimmetje dus. In niet al te lange tijd hebben de renners nu vier muurtjes gehad, misschien nog wel slopender dan een lange, regelmatige klim. Het gedeelte van de rit met de muurtjes zit er nu wel op, het is afdaling om dan op weg te gaan naar de Glandon.
![panorama_03_modif.jpg]()
Op de top van de Col de la Morte is het tijd voor een serieuze afdaling. Richting Séchilienne moet er 16 kilometer afgedaald worden. Deze afdaling heeft redelijk wat haarspeldbochten en de weg verkeert in slechte staat. Redelijk steile afdaling nog, het daalt vaak aan een procentje of 7, op sommige stukken zelfs aan 8%. Niet de makkelijkste afdaling, maar ook niet overdreven moeilijk. Zouden alle renners wel goed door moeten komen. Beneden in Séchilienne gaan de renners door het dal van de rivier La Romanche fietsen. Het begint meteen weer omhoog te lopen als de renners beneden zijn. In Séchilienne hebben de renners 100 kilometer gefietst en over zeven kilometer is het tijd voor de tussensprint. Richting deze tussensprint loopt het al flink op, maar je kunt je afvragen of de tussensprint echt nog interessant is. De groene trui is vrij duidelijk voor Sagan, al zal hij ongetwijfeld weer in de aanval gaan om in Rioupéroux nog wat meer punten te pakken. De renners fietsen nog een heel stuk verder door de vallei van de Romanche en komen na 119 kilometer door Allemont. Hier verlaten ze de vallei en begint de Col du Glandon bijna.
![rochetaillee-romanche.jpg]()
Na het passeren van Allemont fietsen de renners langs het Lac du Verney, ook een mooi meertje. Het loopt hier omhoog, maar de Glandon is nog niet begonnen. Na Allemont is het nog zes kilometer vals plat tot de voet van die klim. De Col du Glandon is bijna 22 kilometer lang en het is een beklimming van de buitencategorie. De klim is gemiddeld maar 5,1%, dat lijkt niet heel indrukwekkend. Toch is de klim lastiger dan het lijkt, er zijn namelijk een paar stukjes afdaling tijdens de klim die het gemiddelde nogal naar beneden halen. De Glandon is heel onregelmatig en daardoor juist lastig. De klim begint met een kilometer aan 7,5%, dan is er een wat makkelijkere kilometer aan 6%, maar vervolgens krijgen de renners drie kilometer aan 9%. Als de renners La Rivier-d'Allemont passeren lijkt het gedaan te zijn met klimmen. Het wordt vlak en daarna is er een afdaling van twee kilometer. Daarna gaat het ineens weer heel steil omhoog, de negende kilometer van de klim is de lastigste. Een hele kilometer aan 11%, met daarna een kilometer aan 9%. Er zit weer een klein stukje afdaling in, anders was die kilometer gemiddeld ook zwaar boven de 10% uitgekomen. Na 12 kilometer klimmen wordt het even wat makkelijker. Er zit wel weer een kilometer aan 9,5% in dit stuk, maar ook een aantal kilometer aan 6,5%. Na 15 kilometer van de Glandon komen de renners uit bij de stuwdam Barrage de Grand Maison. Daarachter ligt het stuwmeer Lac de Grand Maison. Het wordt hier bijna vlak, een kilometer aan 2,5%. Daarna nog een kilometer aan 6% voor er weer een beetje afgedaald wordt. Na die afdaling gaat het nog twee kilometer omhoog, waarvan vooral de laatste kilometer nog even steil is met bijna 9%. De klim is lastig, vooral door de onregelmatigheid. Na de eerste afdaling van de klim is er een geschikt moment om flink aan de boom te schudden, met twee kilometer aan een procent of 11.
![Stage-1432648659.jpeg]()
![Col-du-Glandon.jpg]()
Net voor de top van de Glandon slaan de renners linksaf. Als ze dat niet zouden doen zouden ze nog verder klimmen en uiteindelijk de top van de Col de la Croix de Fer bereiken. Dat bewaren we voor de volgende etappes, in etappe 19 en 20 zal de Croix de Fer wel helemaal beklommen worden. De Glandon komt vaak voor in de Tour, maar is vaak onderdeel van de Col de la Croix de Fer. Dit was voor het laatst in 2013 niet het geval, toen namen de renners ook de weg die ze nu nemen. Ryder Hesjedal zou als eerste bovenkomen tijdens die beklimming van de Glandon. De Glandon is in de jaren daarvoor nog vaak beklommen, maar we moeten naar 2004 terug voor nog een passage over de top. Gilberto Simoni was toen als eerste boven. De afdaling van de Glandon is net als de beklimming lang, heel lang. De renners hebben 20 kilometer nodig om beneden te komen. Het eerste deel van de afdaling kent een aantal haarspeldbochten en is nogal steil. Daarna wordt het wat minder steil, maar de afdaling blijft enorm bochtig. Een best lastige afdaling, met een aantal bochten die elkaar snel opvolgen. Continu opletten en continu goed sturen, voor de renners na 166 kilometer door Saint-Étienne-de-Cuines komen.
![106823834.jpg]()
Na deze lange, lastige afdaling komen de renners in de vallei van de rivier L'Arc terecht. Ze fietsen richting Montvernier, waar de laatste klim van de dag is. In de vallei loopt het al licht op, maar na 173 kilometer begint de laatste klim echt. Op 13 kilometer van de streep moeten de renners nog even 3,4 kilometer gaan klimmen. De beklimming van Lacets de Montvernier, van de tweede categorie, is gemiddeld 8,2%. Dit doet weer meer denken aan het eerste deel van de etappe, een kortere klim die steil is. De klim begint aan 8%, maar de tweede kilometer van de klim wordt 9% met gemak gehaald, pas richting de top wordt het weer wat minder steil. Deze klim is vooral bijzonder vanwege het grote aantal haarspeldbochten. 18 haarspeldbochten in 3,4 kilometer, dat is nogal uitzonderlijk. Het is een mooie klim, door al die haarspeldbochten. Iedereen zal het ondertussen ongetwijfeld al gezien hebben, maar een paar extra plaatjes kan vast geen kwaad. Als we morgen een saaie etappe krijgen kan het broekje in ieder geval nog uit vanwege de schoonheid van deze klim.
![IMG_1641_-_Version_2.0.jpg]()
![2.jpg]()
![15083615633_f84988b16e_b.jpg]()
Drie foto's, moet kunnen. Op de top van de Montvernier is het nog 10 kilometer tot de finish. Het begint niet meteen met dalen, na Montvernier volgt er nog een klein knikje naar boven. Als dat is geweest gaan de renners afdalen richting Hermillon. Voor ze dat dorp bereiken moeten ze een stuk of vier haarspeldbochten bedwingen. Een stuk minder haarspeldbochten in de afdaling. Zou een lastige afdaling kunnen zijn, maar eerlijk gezegd heb ik geen idee want het karretje van Google is hier niet langs geweest. Na 181 kilometer bereiken de renners Hermillon en is de afdaling bijna gedaan. De laatste vijf kilometer van de wedstrijd is het bijna vlak. Het loopt weer een klein beetje vals plat omhoog richting Saint-Jean-de-Maurienne, maar veel stelt dat niet voor. In de slotkilometer zitten nog een paar bochten, de laatste zit op amper 200 meter van de streep. Richting de finish loopt het ook nog een beetje op. Als er een groot groepje hier aankomt kan die slotkilometer nog wel interessant worden.
![rneDXS0.png]()
Saint-Jean-de-Maurienne is een dorpje in de Savoie met 8600 inwoners. Het moet het vooral van toerisme hebben, overal in de buurt zijn hier bergen en is er wel wat te doen. La Toussuire ligt hier in de buurt bijvoorbeeld. Daarnaast is het een stadje met aluminiumindustrie. Verder is er niet veel te beleven, maar het ligt wel mooi in de vallei. De Tour is hier wel eens geweest. De laatste aankomst in Saint-Jean-de-Maurienne was in 2010. Een rit van Morzine-Avoriaz naar dit dorpje gewonnen door de man die altijd zielig keek, Sandy Casar. De Franse rittenkaper was Luis Leon Sanchez en Damiano Cunego te snel af in de sprint. In 2012 vertrok er een rit in Saint-Jean-de-Maurienne. Die rit zou eindigen in Annonay-Davézieux en werd gewonnen door David Millar. Veel meer historie heeft Saint-Jean-de-Maurienne niet. Het is vooral een dorpje dat wel eens gepasseerd wordt als de renners op weg zijn naar een van de vele bergen hier in de buurt.
![Saint-Jean-de-Maurienne_%28panorama%29.JPG]()
Het wordt een graadje of 26 in Saint-Jean-de-Maurienne en een paar graden warmer in Gap. Het blijft in ieder geval onder de 30, daar zullen de meeste renners wel blij mee zijn. In Saint-Jean-de-Maurienne wordt wel regen voorspeld rond een uur of 4. Dat werd alleen tijdens de vorige rit ook voorspeld en toen bleef het op een paar druppeltjes na droog. Geen peil op te trekken, maar de kans bestaat dus dat het gaat regenen. Ook op de Col du Glandon wordt zo'n beetje de hele middag regen voorspeld. De kans is niet 100%, maar tussen de 40 en 60% is ook vrij serieus. Voor de renners te hopen dat dit weerbericht wederom niet klopt. De start is om 12:10 in Gap en tien minuten later komen de renners bij kilometer 0. Om 14:15 zullen we weer beeld krijgen bij Sporza en de NOS, dat wil zeggen dat we de eerste vier klimmen van de dag missen. De eerste klim die we krijgen te zien is de Col de la Morte. Tussen 15:24 en 15:44 beginnen de renners zo'n beetje aan de Glandon en tussen 17:04 en 17:39 worden ze in Saint-Jean-de-Maurienne verwacht.
In principe moet dit weer een rit voor de vluchters worden. De rit is lastig te controleren, vooral door het explosieve begin en het feit dat het nooit echt helemaal vlak zal worden. Het is ook maar de vraag wie er wil controleren, tijdens de vorige rit wilde niemand dat echt. De rit zal de klassementsrenners ook niet echt aanspreken, die zitten met hun hoofd waarschijnlijk al bij La Toussuire en Alpe d'Huez. De Glandon is een lange klim waar veel kan gebeuren en ook de afdaling is zo makkelijk nog niet. Misschien dat we daar nog wat spektakel gaan krijgen van de Movistars of Astana, maar tegen die tijd zal een kopgroep al genoeg voorsprong hebben om voor de zege te kunnen rijden. Tijd om weer vijf namen te bedenken die in de aanval zouden kunnen gaan. Als er weer 30 in de aanval gaan heb ik wel meer kans dat ik een paar goede namen noem.
1. Pantano. Al een paar keer in de aanval geweest, maar sloeg tijdens de 17e rit een keer over. Dan mag het nu wel weer, hij staat op een minuut of 20 in het klassement dus ruimte zal hij wel krijgen. Pantano kan goed klimmen en is ook nog eens heel rap aan de meet. Niets kan hem tegenhouden, niemand houdt dit Colombiaantje kort.
2. Kreuziger. Nu Contador is gevallen zal iedereen van Tinkoff-Saxo wel mogen aanvallen. Deed Sagan al de hele tijd, maar Kreuziger nog niet echt gezien. Heeft op een andere manier ook niet veel kunnen betekenen voor Contador, sinds zijn ongemakken met het bloedpaspoort valt het een beetje tegen wat Kreuziger allemaal laat zien. Desondanks staat hij 22e in het klassement. Als hij een keer in de aanval gaat heeft hij ook meteen een grote kans om een eind te komen.
3. Rodriguez. Laat zich iedere dag een beetje uitzakken, fietst rustig naar de finish. Dit is wel weer een goede dag voor hem, vooral vanwege de Glandon. Daar zal hij wel de punten willen pakken, zo'n col van de buitencategorie tikt wel aan. De finale is wel in zijn nadeel, op zo'n laatste vlakke stuk blijft hij niet weg en een praktisch vlakke sprint is ook niet echt zijn ding.
4. Jacques Janse van Rensburg. Iedere dag wel een paar goden van MTN in de aanval. Jacques hebben we alleen nog niet zo vaak gezien, hij mag wel een keer Pauwels aflossen. Die Belg kennen we ondertussen wel en zonder Van Poppel die hem terug kan fluiten is er ook geen lol aan. Zuid-Afrikaantje dan maar.
5. Fuglsang. Zal ook wel mogen aanvallen van Nibali. Kent ook niet zijn beste Tour ooit, maar in een kopgroepje moet hij wel bij de betere renners horen. Hij kan alleen niet sprinten en alleen aankomen lukt hem ook niet echt. Derhalve een ereplaats.