Etappe 3: Rapallo - Sestri Levante, 136 kmNa een ploegentijdrit en een vlakke rit is het nu al tijd voor het eerste serieuze klimwerk. Na twee dagen verlaten we de kust tijdelijk en gaan we het Ligurische binnenland verkennen, met zijn vele smalle en bochterige wegen. Moreno Hofland moet nog even wachten op een herkansing. Ook alle andere pure sprinters hoeven we een paar dagen niet meer te verwachten. De Giro gaat nu echt al beginnen. We vertrekken in Rapallo, een naam met een wrange nasmaak.
![tappa_dettagli_tecnici_planimetria_03.jpg?v=20150423125849]()
![tappa_dettagli_tecnici_altimetria_03.jpg?v=20150415150607]()
Rapallo kwam voor het laatst in 2011 voor in de Giro. Finishplaats in de derde etappe, van Reggio Emilia naar Rapallo. Angel Vicioso won toen, nog onwetend wat er eerder in die rit was gebeurd. Op een kilometer of 25 van de streep, in de afdaling van de Passo del Bocco was Wouter Weylandt ten val gekomen. Door een onachtzaamheid bij het omkijken bleef hij met zijn pedaal achter een blok beton hangen en verloor hij de macht over het stuur. Een schedelbreuk werd hem fataal. Dit was gisteren exact vier jaar geleden. Zijn nummer, 108, wordt in de Giro niet meer gebruikt. Voor het eerst sinds die Giro zijn we weer terug in Rapallo.
Het is de derde keer dat hier een rit start, de vorige keren was dat in 1956 en 1998. Voor die rit in 2011 was Rapallo ook al twee keer aankomstplaats, met Miguel Poblet en Richard Virenque toch wel bekende winnaars. Het is een stad met 30.000 inwoners, aan de Ligurische kust. Daar beginnen we weer en daar eindigen we weer. Gelukkig zit er in de tussentijd toch een heel stuk zonder kust. We zitten een kilometer of 30 ten oosten van Genua, dus de renners hoeven niet ver te reizen. Rapallo is een populair plaatsje en dat is niet gek als je wat foto's ziet. De renners vertrekken ook op de weg langs de kust, dus ze kunnen ook nog een beetje van de mooie omgeving genieten.
![rapallo-panorama-or.jpg]()
Dat genieten is snel voorbij, want zodra de neutralisatie voorbij is en de rit echt begint gaat het bijna meteen omhoog. We beginnen met een klim van een kilometer of zes, met een eerste kilometer die nog vrij lastig is aan 6%, maar daarna vlakt het af. Gemiddeld nog geen 4%, maar toch best lastig zo in het begin. Na de afdaling van deze klim richting Ruta beginnen de renners meteen aan de eerste echte klim, waar ook punten te verdienen zijn voor de bergtrui die nu in het bezit is van onze grote vriend uit Drenthe, Bertjan Lindeman. Dit is best een serieuze klim, toch al snel 10 kilometer lang. Qua percentages valt het wel mee, de eerste kilometers stellen niet veel voor. Daarna toch wel een paar kilometer rond de 6%. Best een pittig dingetje, zeker als je bedenkt dat de koers pas 24 kilometer oud is op de top van deze Colle Caprile. Een beklimming van de derde categorie, met de top op 470 meter boven zeespiegel.
![colle_caprile.JPG]()
Na deze Colle Caprile is het tijd voor een afdaling. De wegen hier zijn enorm bochtig en de weg is ook niet altijd even breed, wat voor extra nervositeit kan zorgen. Met enorm bochtig bedoel ik ook echt enorm bochtig, zit bijna geen recht stuk bij. Weinig haarspeldbochten, maar wel een aantal bochten die lastig in te schatten zijn. Na 32 kilometer koers zijn de renners weer bijna beneden en mogen ze gelijk weer gaan klimmen. Daar zullen de renners misschien niet eens heel ontevreden mee zijn, want zo'n afdaling wordt je ook niet altijd blij van.
![JtvQ8By.png]()
De klim die nu volgt is bijna 20 kilometer lang, waarin een hoogtemeter of 500 overwonnen moet worden. Dan kom je gemiddeld gezien niet op een hoog stijgingspercentage uit, maar uiteindelijk is zo'n lang stuk omhoog toch best vervelend voor alle renners. Wat vooral vervelend zal zijn is wat daarna nog komt. In Scoffera, na bijna 50 kilometer koers, komen de renners eventjes boven, maar na een kleine afdaling van een paar kilometer gaan ze meteen weer verder omhoog. De weg blijft enorm bochtig en niet enorm breed. De renners klimmen verder naar Torriglia, waar de eerste tussensprint van de dag is.
![Torriglia_d0.JPG]()
Na deze tussensprint volgt toch best een vervelend stukje, een kilometer of 5 om 200 hoogtemeters te overwinnen. Niet dat we het dan over een enorme stijgingsgraad hebben, maar een procentje of 4 begin je tegen die tijd toch wel te voelen. Eigenlijk zijn de renners al een kilometer of 30 continu aan het klimmen. In Garaventa is het voor de renners even gedaan met het klimwerk, een afdaling van een paar kilometer volgt, maar daarna mogen ze weer rustig verder klimmen. Dit stuk loopt eerst een paar kilometer vals plat omhoog, dan weer een klein knikje naar beneden en dan nog een wat steilere kilometer. In de buurt van het dorpje Rondanina komen de renners na 76 kilometer dan eindelijk een keer echt goed boven. Hierna volgt dan eindelijk een keer een serieuze afdaling van een kilometer of 8. In Montebruno bereiken de renners na 85 kilometer de tweede tussensprint van de dag.
![montebruno-santuario-ponte-or.jpg]()
Er is stiekem al best wat geklommen deze etappe, maar door het gebrek aan bergen waar punten te verdienen zijn lijkt dat op papier misschien wat mee te vallen. Schijn kan dus wel bedriegen, want de weg loopt bijna continu op. Niet altijd even zwaar, maar al die meters omhoog gaan natuurlijk wel in de benen zitten. Na Montebruno krijgen we dan een klim waar wel punten te verdienen zijn en dat is niet geheel onterecht want het is best een pittige klim. Barbagelata is een beklimming van de tweede categorie, bijna zes kilometer lang en 8% gemiddeld. Er zitten stukken bij boven de 10%, dus dit is een hele lastige beklimming, waar heel veel mensen gaat lossen, zeker als je bedenkt wat de renners al eerder in de etappe hebben gehad. Tel daarbij op de hele bochtige wegen die niet altijd even breed zijn en het kan nog wel eens een redelijke veldslag worden. Barbagelata zelf is een gehucht met een authentiek kerkje.
![Chiesa_vecchia_Barbagelata.jpg]()
92 kilometer gehad, dan moet er nog 44 kilometer afgelegd worden. De helft hiervan is in dalende lijn. De afdaling is echt enorm bochtig, met een aantal haarspeldbochten. Het eerste gedeelte van de afdaling is de weg vrij smal, maar daarna wordt het wat breder. Een ideale afdaling om terug te komen als je gelost bent is het door het vele draaien en keren niet echt. Vooral door het smalle eerste gedeelte lijkt het me niet verstandig om hier veel risico te nemen. Voordeel is dan wel weer dat de geloste renners als ze na 112 kilometer koers beneden zijn nog 20 vlakke kilometers hebben om eventueel terug te keren. Als er vooraan dan nog maar een klein groepje over is kan er nog een hoop volk terugkeren. Na bijna 130 kilometer wordt de kust weer bereikt, bij Lavagna.
![Chiavari-Lavagna-panorama.jpg]()
Op de achtergrond is Sestri Levante dan al te zien. De finale is echt enorm makkelijk, de laatste 7 kilometer is het immer geradeaus zowat. Wel nog een paar flauwe bochten, maar niets wat een probleem op zou kunnen leveren. Op 800 meter van de streep nog een rotonde en dan is het rechtdoor tot de streep. Het is ook volledig vlak en de weg is breed. Prima locatie voor een massasprint, hoewel het waarschijnlijk een uitgedunde groep zal zijn die hier aankomt.
![testata_2.jpg]()
Sestri Levante is een pittoresk stadje met 18.000 inwoners. Vooral dankzij het schiereilandje dat goed vol is gebouwd en de dubbele baai. Een stad die wel vaker voorkomt in de Giro, voor de vijfde keer is het een aankomstplaats. In 2006 won Joan Horrach hier en in 2012 was Lars Bak de slimste en sterkste van een kopgroepje. Als we verder terug gaan in het verleden komen we uit bij Graziano Battistini en Gastone Nencini. Grote namen, Nencini won ooit de Tour en de Giro. Battistini bereikte dat soort successen niet, maar een tweede plaats in de Tour en vier ritoverwinningen in grote rondes is ook niet slecht. We bevinden ons nog steeds in Liguria, provincie Genova, aan de Golf van Tigullio.
![sestri_levante_pan.jpg]()
Het wordt morgen echt prima weer. Graad of 24, droog, weinig wind. Dat is maar goed ook, want vooral de afdalingen zouden met een beetje regen echt een ellende worden. Het blijft maar draaien en keren over vrij smalle wegen, dan wil je absoluut geen reden. Is mooi meegenomen, maar ook met volledig droog weer krijgen ze het voor elkaar om continu op hun plaat te gaan, dat zagen we vandaag wel weer. Het is een korte etappe, dus de renners vertrekken pas redelijk laat, 13:35. De verwachte aankomst is tussen 17:03 en 17:29. Sporza is er om 14:40 bij.
Ik ben normaal al niet goed in voorspellen dus dit wordt helemaal een topshow. Het is een open deur, maar het kan alle kanten op. Als Tinkoff-Saxo weer zo'n bui heeft komen we met 20 man aan de streep, hebben ze niet zo'n bui komt er misschien een man of 80 aan de streep. Het wordt hoe dan ook een uitgedunde groep, dat kan bijna niet anders. Als je vandaag al mensen zag lossen op een klim van drie keer niets gaat het natuurlijk helemaal een ravage worden als er echt geklommen moet worden. Ik vrees voor Manabu Ishibashi. Het kan ook zomaar dat een kopgroep de zegen krijgt van het peloton. Is er wel zo'n etappe voor, omdat het niet echt makkelijk te controleren is, veel op en af en draaien en keren. We zitten nog wel in het begin van de ronde, dus ik ga wel uit van een uitgedunde groep. Mannetje of 50 zou ik zeggen, maar ik heb wel vaker laten blijken er ook totaal geen verstand van te hebben.
1. Matthews. Als hij dezelfde vorm heeft als de Giro van vorig jaar moet hij dit allemaal kunnen overleven. Zo'n roze trui geeft natuurlijk vleugels dus dan moet dit allemaal geen probleem zijn.
2. Felline. Deze jongeman kan best aardig klimmen en ook best aardig sprinten. Staat op mijn lijstje van de hoop. Dark horse, zo u wilt.
3. Zakarin. De Tartaar uit Tatarije kan klimmen, tijdrijden en sprinten. Deze god gaat voor een mooie ereplaats, niets meer aan doen.
4. Bole. Deze lolbroek van CCC kan best aardig klimmen en is ook best rap. Hij was het een paar jaar kwijt, maar fietst sinds een jaar de ereplaatsen weer bij elkaar. Een beetje oranje vooraan is ook nooit slecht. Verkeerde oranje, maar daar doen we verder ook niets meer aan.
5. Battaglin. Wel weer een etappe voor hem, hoewel dan het liefst de laatste meters nog wat omhoog moeten lopen. Daarom wint hij deze ook niet, dat komt later deze ronde nog wel een keer.