Vandaag in de geschiedenis:
- 28 januari 1986: De Challenger ramp.
Lancering van de Challenger.
Om 11:38 uur is de liftoff van vlucht STS-51-L van lanceercomplex 39B op Kennedy Space Center, Florida. Het moet de 25e vlucht van het spaceshuttleprogramma worden.
Missies van deze vlucht waren onder andere het in de ruimte brengen van 3 satellieten en aan boord was Christa McAuliffe; zij zou vanuit de ruimte les gaan geven aan leerlingen op aarde.
Hoewel haar aanwezigheid aan boord zorgde voor enige media-aandacht was de lancering alleen bij CNN live te zien. Vanwege haar Teacher in Space Project keken miljoenen scholieren (48% van de 9-13 jarigen) de lancering live op NASA TV in hun klaslokalen.
Hierdoor waren de meeste mensen die het live zagen jongeren; volwassenen waren immers op het werk.
Toch wist binnen 1 uur 85% van de Amerikaanse bevolking van de crash.
Alleen het nieuws van de dood van Kennedy en Roosevelt ging sneller.
De crew verlaat de crew quarters op weg naar de Challenger.
Het was die ochtend koud; de temperatuur lag rond het vriespunt.
Dit gaf bij een groot aantal engineers al zeer grote zorgen omdat deze temperatuur veel te laag was voor het veilig opereren van de missie; in het bijzonder die van de rubber O-ringen die op de Solid Rocket Booster zaten. Door de lage temperatuur werkten deze niet zoals het moest.
De stuwraketten bestonden uit verschillende secties die in de Vehicle Assembly Building op Kennedy Space Center aan elkaar worden gekoppeld; de O-ringen werden hier aangebracht om deze koppeling af te dichten.
IJs op het lanceerplatform, uren voor de lancering.
37 seconden na liftoff (T+37) komt de Challenger in een windshear terecht.
Hierdoor begon de koppeling te bezwijken waardoor hete gassen begonnen te lekken; de eerste tekenen waren op T+58 te zien:
Deze hete gassen bliezen op de externe brandstoftank (ET); op T+64 begon deze hierdoor vloeibaar waterstof te lekken. Onbekend bij de crew en de flight controllers op de grond leek de lancering nog volgens plan te gaan. Commandant Richard Scobee gaf nog bevestiging naar de grond:
"Roger, go at throttle up." Het was de laatste communicatie met de Challenger.
Op T+72 begon de rechter stuwraket weg te vallen, een seconde later begaf de waterstoftank van de ET het; deze boorde zich naar boven naar de tank met vloeibaar zuurstof dat zich ook in de ET bevond.
De stuwraket raakt hierop de ET waardoor deze het begaf; de zuurstof en waterstof mixen met elkaar en een zeer snelle verbranding volgde.
Ook ontstond er een enorme wolk van waterdamp wat bij velen doet denken aan een explosie.
De 2 stuwrakketten; nu zonder enige controle vlogen door; die zijn hierboven duidelijk te zien.
Deze vlogen nog 37 seconden door totdat ze op T+110 vanaf de grond door de Range Safety Officer worden vernietigd.
De crew cabin bleef intact en kwam in een ballistische baan terecht; deze schiet nog 25 seconden door tot het op een hoogte van 20 kilometer weer begint te dalen.
De cabine stort uiteindelijk 165 seconden na de lancering met 330 km/h in zee.
Op Kennedy Space Center gaan de deuren van de control center op slot, wordt telefoonlijnen naar de buitenwereld afgesloten en worden hierna checklist afgewerkt om te verzekeren dat data correct wordt opgenomen en opgeslagen.
Op 7 maart vinden duikers van de USS Preserver de cabine op de bodem van de oceaan; pas 10 na de ramp konden de lichamen geborgen worden.
De doodsoorzaak van de crew kon niet bevestigd worden.
Vermoedelijk hebben velen, zo niet allen, het uit elkaar vallen overleefd; 3 v.d. 4 zuurstoftanks (PEAP's) waren geactiveerd. Ook waren nog diverse schakelaars omgezet.
Het is onduidelijk of de cabine op druk bleef; had de cabine nog druk dan waren ze alleen nog in leven tijdens de val; al dan niet bewusteloos.
Was de druk weggevallen; dan waren ze binnen enkele seconden overleden.
Het Spaceshuttleprogramma wordt ruim 2.5 jaar stilgelegd; onder andere moest PEPCON de brandstof opslaan. Dit explodeerde in 1988 bij de PEPCON-ramp in Nevada.
Op 29 april worden op de landingsbaan waar de Challenger had moeten landen de stoffelijke resten van de 7 inzittenden in een Lockheed C-141 Starlifter geladen en vervolgens naar Dover Air Force Base in Delaware gevlogen waarna ze aan de nabestaanden werden overgedragen.