Vandaag in de geschiedenis:
(Vergelijkbare situatie met twee andere B-52 en KC-135)
- 17 januari 1966:: Tijdens een mid-air refuelling boven de Middellandse Zee botsen een Boeing KC-135 Stratotanker (61-0273) en een Boeing B-52G Stratofortress (58-0256) op elkaar.
De B-52 was in de lucht voor Operation Chrome Dome; een missie waarbij B-52 bommenwerpers 24 per dag alert stonden en lange vluchten maken langs de grenzen van de Sovjet-Unie.
Deze B-52 was in North Carolina opgestegen en vloog naar de Middellandse Zee richting de grens van de Sovjet-Unie waarna het weer zou terugkeren naar de Verenigde Staten.
Deze lange vluchten vereisten een mid-air refuelling boven Spanje.
Aan boord van de B-52 bevonden zich kernwapens; 4 B28 waterstofbommen.
Om 10:30 uur begon de B-52 op 9450 meter hoogte aan haar tweede tankbeurt boven de Middellandse Zee, maar de B-52 begon de KC-135 te naderen. De boom raakte de B-52 en beukte ook tegen de linkervleugel; deze brak af. De B-52 explodeert maar toch konden 4 van de 7 inzittenden zich nog in veiligheid brengen met een parachute.
De KC-135 stortte ook neer en op 488 meter hoogte explodeert deze; alle 4 inzittenden overleven dit niet.
Dit alles voor de ogen van de crew van een andere KC-135 en B-42 die op dezelfde missie waren.
Terwijl de B-52 naar beneden gaat en in stukken uiteen valt komen ook de 4 kernwapens vrij.
Drie komen er terecht vlakbij het kleine dorpje
Palomares in Spanje.
Een is relatief intact, van twee anderen explodeert de conventionele explosieven (die normaal gesproken de kettingreactie starten) waardoor een gebied van honderden hectares besmet raakt met radioactief plutonium.
1700 metalen vaten aan verwijderde grond wordt naar de Verenigde Staten gebracht om bij de Savannah River Site verwerkt te worden.
De 4e bom wordt maanden later op 800 meter diepte gevonden en geborgen.
Om aan te tonen dat er geen besmettingsgevaar was namen een Spaanse Minister en de Amerikaanse ambassadeur op 8 maart een duik in de zee.
- 17 januari 1994:: De introductie van de Airbus A330.
Air Inter voert de eerste commerciële vlucht uit van Parijs Orly naar Marseille.
De vlucht wordt uitgevoerd door F-GMDB; een A330-300 en de 4e A330 van de productielijn.
- 17 januari 2008: De crash van British Airways vlucht 38.
De vlucht vanuit Beijing werd gevlogen door een Boeing 777-200ER (G-YMMM) en was net geen 7 jaar oud.
Aan boord zijn 136 passagiers en 16 crew.
De gehele vlucht gebeurde zonder opmerkelijk incidenten; pas bij nadering van luchthaven Heathrow begonnen de problemen. 3 kilometer voor de baan (27L) en op een hoogte van zo'n 220 meter gaf de autopilot een signaal door aan de motoren voor meer vermogen bij de landing. Maar de motoren reageerden hierop niet. Hierop nam de co-piloot de controle over het vliegtuig over en verstelde de gezagvoerder de flaps van 30 graden naar 25 graden voor minder luchtweerstand en om de daling te vertragen.
Toch was dit niet voldoende; de 777 vloog rakelings over de A30 en kwam op zo'n
270 meter voor de landingsbaan in het gras terecht waar het nog een stuk doorgleed. Foto's van de landing:
Bij de harde landing begaf de nose gear het, de rechter main gear brak af en stak door de brandstoftank en in de cabine. De linker main gear werd in de vleugel omhoog gedrukt.
47 mensen raakten gewond, maar iedereen overleeft de crash.
Later zal blijken dat tijdens de vlucht (over o.a. Mongolië, Siberië en Scandinavië) kleine beetjes water in de brandstof begonnen te bevriezen dat aan de brandstofleidingen vast ging zitten.
Toen bij de landing meer vermogen nodig was (en dus brandstoftoevoer ging versnellen) gingen deze deeltjes los en kwamin de Fuel/Oil Heat Exchangers (FOHEs) terecht waar het weer bevroor.
Hierdoor kwamen de motoren zonder brandstof te zitten.
Het wrak werd op 20 januari van de plek verwijderd en naar het onderhoudsgedeelte van BA op Heathrow gebracht voor verder onderzoek. In april 2009 is het in stukken geknipt en afgevoerd.