abonnement Unibet Coolblue
pi_139452210
Thanks, duidelijk :)

Je hebt soms echt van die momenten dat je er dusdanig lang in zit dat je er even helemaal scheel van wordt!
pi_139453453
Dag,

Ik had een vraagje;

De volgende som is als volgt:

a + b / a - 2b - a - 2b / a + b

Ik heb het opgelost en kwam uit op 6ab - 3b² / a² - ab - 2b²

Echter vraag ik mij dus af of ik dit kan vereenvoudigen tot

6a - 3b / a²- a - 2b door gewoon zowel de teller als de noemer te delen door b.

Echter staat er in het antwoordenboek waar ik in eerste instantie uitkwam (vetgedrukte), maar toch vraag ik mij af of ik hem wel verder kan vereenvoudigen, zo niet waarom niet?

Ik dacht zelf dat het niet te vereenvoudigen is omdat er in de noemer niet alles een b heeft, want er staat een a² in de breuk...

Maar dan toch vind ik raar dat bijvoorbeeld (a-b) (a+b) / a + b vereenvoudigd kan worden tot alleen a-b door alles te delen door a+b.
pi_139453647
Op het moment dat jij (6ab - 3b²) / (a² - ab - 2b²) door b wilt delen, vergeet je de eerste term van het onderste lid (zeg ik dit goed?) a² te delen door b.

Het wordt dan dus eigenlijk:

(6a - 3b² ) / ( (a² /b) - a - 2b), waardoor er drie breuken komen, en het zonder het door b te delen netter en overzichtelijker is.
pi_139453731
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 15:30 schreef EcoMaarten het volgende:
Op het moment dat jij (6ab - 3b²) / (a² - ab - 2b²) door b wilt delen, vergeet je de eerste term van het onderste lid (zeg ik dit goed?) te delen door b.

Het wordt dan dus eigenlijk:

(6a - 3b² ) / ( (a² /b) - a - 2b), waardoor er drie breuken komen, en het zonder het door b te delen netter en overzichtelijker is.
Dit klopt.

En \frac{(a-b)(a+b)}{(a+b)} kun je wel vereenvoudigen, omdat het een vermenigvuldiging betreft. Zou er \frac{(a-b)+(a+b)}{(a+b)} hebben gestaan, zou je het niet kunnen vereenvoudigen tot (a-b), maar enkel tot \frac{(a-b)}{(a+b)} + 1.
pi_139462060
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 15:30 schreef EcoMaarten het volgende:
Op het moment dat jij (6ab - 3b²) / (a² - ab - 2b²) door b wilt delen, vergeet je de eerste term van het onderste lid (zeg ik dit goed?) a² te delen door b.

Het wordt dan dus eigenlijk:

(6a - 3b² ) / ( (a² /b) - a - 2b), waardoor er drie breuken komen, en het zonder het door b te delen netter en overzichtelijker is.
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 15:33 schreef OllieWilliams het volgende:

[..]

Dit klopt.

En \frac{(a-b)(a+b)}{(a+b)} kun je wel vereenvoudigen, omdat het een vermenigvuldiging betreft. Zou er \frac{(a-b)+(a+b)}{(a+b)} hebben gestaan, zou je het niet kunnen vereenvoudigen tot (a-b), maar enkel tot \frac{(a-b)}{(a+b)} + 1.


Ik wil jullie danken voor jullie snelle antwoord en tijd die jullie genomen hebben om te antwoorden.

Er rest mij nog een vraag:

Hoe wordt deze vergelijking opgelost?

(x+2)² = 3

Ik loop vast bij het oplossen tot hieraan toe : x² + 2x + 2x + 4 = 3 ofwel x²+ 4x = -1
pi_139462227
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 19:54 schreef Andijvie_ het volgende:

Hoe wordt deze vergelijking opgelost?

(x+2)² = 3

Ik loop vast bij het oplossen tot hieraan toe : x² + 2x + 2x + 4 = 3 ofwel x²+ 4x = -1
Hoe los je x² = a op (a > 0)? Door x = √a of x = - √a.

Dus (x+2)² = 3
geeft x + 2 = √3 of x + 2 = - √3
Dus x = √3 - 2 of x = -√3 -2
pi_139462237
(x+2)² = 3
(x+2)(x+2) = 3
x² + 4x + 4 = 3
x² + 4x + 1 = 0

Niet te ontbinden in factoren, dus ABC formule.

D = b² - 4ac = 16 - 4 * 1 *1 = 12
x= (-4 - Sqrt(12) ) / 2 v x= (-4 + Sqrt(12) ) / 2

Edit: methode hierboven is natuurlijk veel sneller
pi_139462362
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 19:58 schreef Anoonumos het volgende:

[..]

Hoe los je x² = a op (a > 0)? Door x = √a of x = - √a.

Dus (x+2)² = 3
geeft x + 2 = √3 of x + 2 = - √3
Dus x = √3 - 2 of x = -√3 -2
Hoe kom je tot daar? Als ik weet tot hoe je tot dat gedeelte komt van de som dan snap ik het..

Ik zit nu nog met x²+ 4x = -1
pi_139462437
quote:
14s.gif Op donderdag 1 mei 2014 19:59 schreef EcoMaarten het volgende:
(x+2)² = 3
(x+2)(x+2) = 3
x² + 4x + 4 = 3
x² + 4x + 1 = 0

Niet te ontbinden in factoren, dus ABC formule.

D = b² - 4ac = 16 - 4 * 1 *1 = 12
x= (-4 - Sqrt(12) ) / 2 v x= (-4 + Sqrt(12) ) / 2

Edit: methode hierboven is natuurlijk veel sneller
In het antwoordenmodel staat Dus x = √3 - 2 of x = -√3 -2

Dus ik denk niet dat de jouwe goed is.
pi_139462480
Hoe los je x² = a op (a > 0)? Door x = √a of x = - √a.

Dat snap je? In jouw geval staat er x+2 in plaats van x, maar de methode blijft hetzelfde.

En het antwoord van EcoMaarten is hetzelfde (na vereenvoudigen)
pi_139462597
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:05 schreef Anoonumos het volgende:
Hoe los je x² = a op (a > 0)? Door x = √a of x = - √a.

Dat snap je? In jouw geval staat er x+2 in plaats van x, maar de methode blijft hetzelfde.

En het antwoord van EcoMaarten is hetzelfde (na vereenvoudigen), omdat 12 = 43 = 23
Van EcoMaarten snap ik, maar de uiteindelijke schrijfwijze snap ik niet... Aangezien het uiteindelijke antwoord volgens het antwoordenmodel dus x = √3 - 2 of x = -√3 -2 moet zijn, net als de jouwe..

Ik snap het ja.. dat een x-kwadraat op te lossen is door de wortel, maar daarna niet meer... Dus het vetgedrukte:
pi_139462820
√12 = √4√3 = 2√3 dus daarom is het antwoord van EcoMaarten hetzelfde.

En y² = 3 geeft dus y = √3 of y = - √3 als oplossingen.
Jij wilt oplossingen weten van (x+2)² = 3. Oftewel y = x+2 substitueren in de vorige vergelijking
Dus y = x+2 = √3 of y = x+2 = - √3.
pi_139462876
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:15 schreef Anoonumos het volgende:
√12 = √4√3 = 2√3 dus daarom is het antwoord van EcoMaarten hetzelfde.

En y² = 3 geeft dus y = √3 of y = - √3 als oplossingen.
Jij wilt oplossingen weten van (x+2)² = 3. Oftewel y = x+2 substitueren in de vorige vergelijking
Dus y = x+2 = √3 of y = x+2 = - √3.
Hoe kom je aan x+2 als ik de vergelijking al aan het oplossen ben en bij x² + 4x = -1 ben ?
--->
x= (-4 - Sqrt(12) ) / 2 v x= (-4 + Sqrt(12) ) / 2

Hoe kun je er direct uithalen dat het 2W3 is?
pi_139462957
√12 = √4√3 = 2√3

Dit is het belangrijkste. Voer dat eens in op de plek van √12
En dan heb je het antwoord.
pi_139463019
Ik had (x+2)² niet uitgewerkt omdat het niet nodig is.
Lijkt me ook niet de bedoeling van de opgave, maar goed.
pi_139463064
quote:
14s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:20 schreef Anoonumos het volgende:
Ik had (x+2)² niet uitgewerkt omdat het niet nodig is.
Hoezo niet? Je moet toch achter x komen? Ik zou zeggen dan x+2² moet gelijk zijn aan 3,

dus dan moet x een getal zijn wat in het kwadraat + 2 in het kwadraat gelijk is aan 3, toch?
pi_139463079
quote:
14s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:20 schreef Anoonumos het volgende:
Ik had (x+2)² niet uitgewerkt omdat het niet nodig is.
Lijkt me ook niet de bedoeling van de opgave, maar goed.
Ik zoek de gedachte erachter. ;)

Ik wil het niet klakkenloos overnemen, maar alles weten.
pi_139463115
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:16 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Hoe kom je aan x+2 als ik de vergelijking al aan het oplossen ben en bij x² + 4x = -1 ben ?
Ok, start even helemaal opnieuw met de opgave.

Je hebt (x+2)2=3
Om het makkelijker te maken zeg je: y = x+2
Als je dit invult krijg je: y2 = 3
Deze vergelijking heeft als oplossingen: y = √3 of y = -√3
Maar je moet niet het antwoord voor y hebben, je moet het antwoord voor x hebben.
Daarom vul je nu weer in: y = x+2
Je twee oplossingen zijn dan: x+2 = √3 of x+2 = -√3
Als je deze oplossingen omschrijft naar x krijg je: x = √3-2 of x = -√3-2
pi_139463291
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:22 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Ok, start even helemaal opnieuw met de opgave.

Je hebt (x+2)2=3
Om het makkelijker te maken zeg je: y = x+2
Als je dit invult krijg je: y2 = 3
Deze vergelijking heeft als oplossingen: y = √3 of y = -√3
Maar je moet niet het antwoord voor y hebben, je moet het antwoord voor x hebben.
Daarom vul je nu weer in: y = x+2
Je twee oplossingen zijn dan: x+2 = √3 of x+2 = -√3
Als je deze oplossingen omschrijft naar x krijg je: x = √3-2 of x = -√3-2
Helemaal duidelijk!!! Dankje! Alleen hoe weet je van te voren al direct dat het -2 - W3 is of x = - 2 + W3.

Ik denk dat ik op 1 van de twee was uitgekomen en het gelaten had ipv beide... opgeschreven had als antwoord ( dus .... of ... )
pi_139463500
x2 = 4
Wortel(x) = 2 of wortel(x) = -2
want
22 = 4 EN (-2)2 = 4
pi_139463536
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:26 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Helemaal duidelijk!!! Dankje! Alleen hoe weet je van te voren al direct dat het -2 - W3 is of x = - 2 + W3.

Ik denk dat ik op 1 van de twee was uitgekomen en het gelaten had ipv beide... opgeschreven had als antwoord ( dus .... of ... )
Als je iets hebt als y2 = 3, dan zijn er twee oplossingen die hieraan voldoen. Zowel +√3 als -√3 leveren na kwadrateren 3 op. Het is dus belangrijk om aan te geven dat beide antwoorden goed zijn.
pi_139468134
quote:
14s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:33 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Als je iets hebt als y2 = 3, dan zijn er twee oplossingen die hieraan voldoen. Zowel +√3 als -√3 leveren na kwadrateren 3 op. Het is dus belangrijk om aan te geven dat beide antwoorden goed zijn.
Aha duidelijk. Helder. Zijn de FOK!ers hier allemaal wiskunde-genieën of wat? :P

Hier een pittige waar ik niet uitkom:

(-2x + 6)² = 8

Ik deelde alles door -2

dus:

(x-3)² = -4

x = 3 - W-4 of x = 3 + W-4

Dus geen oplossing mogelijk...

Toch zegt het antwoordenmodel: 3 +/- W2

Hoe komen ze op W2?!?!?
pi_139468625
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 20:02 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Hoe kom je tot daar? Als ik weet tot hoe je tot dat gedeelte komt van de som dan snap ik het..

Ik zit nu nog met x²+ 4x = -1
Je hebt de abc-formule eigenlijk helemaal niet nodig. Een kwadratische vergelijking zoals hierboven los je heel eenvoudig op via kwadraatafsplitsing of, zoals dat in het Engels heet, completing the square. Het komt erop neer dat je het linkerlid completeert tot een volkomen kwadraat, waarbij je gebruik maakt van het merkwaardig product

(a ± b)2 = a2 ± 2ab + b2

Je vergelijking luidt

x2 + 4x = −1

Nu halveer je de coëfficiënt van de x, dat geeft 4/2 = 2. Dit kwadrateer je en dat geeft 22 = 4. Dit laatste tellen we op bij beide leden en dan hebben we

x2 + 4x + 4 = 3

Nu zie je dat we het linkerlid kunnen herschrijven als (x + 2)2 zodat we krijgen

(x + 2)2 = 3

En dus krijgen we

x + 2 = √3 ∨ x + 2 = −√3

En daarmee

x = −2 + √3 ∨ x = −2 − √3
  donderdag 1 mei 2014 @ 22:24:37 #99
383325 nodig
ZOEEEEEFF
pi_139469209
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 22:04 schreef Andijvie_ het volgende:

[..]

Aha duidelijk. Helder. Zijn de FOK!ers hier allemaal wiskunde-genieën of wat? :P

Hier een pittige waar ik niet uitkom:

(-2x + 6)² = 8

Ik deelde alles door -2

dus:

(x-3)² = -4

x = 3 - W-4 of x = 3 + W-4

Dus geen oplossing mogelijk...

Toch zegt het antwoordenmodel: 3 +/- W2

Hoe komen ze op W2?!?!?
Besef je dat (-2x + 6)² = (-2x + 6)(-2x + 6)
pi_139469924
quote:
0s.gif Op donderdag 1 mei 2014 22:04 schreef Andijvie_ het volgende:

Hier een pittige waar ik niet uitkom:

(-2x + 6)² = 8

Ik deelde alles door -2

dus:

(x-3)² = -4
Nee!

Je vergeet een paar dingen én je maakt het jezelf te moeilijk.

Wat je vergeet: in het linkerlid heb je een kwadraat. Als je dus de uitdrukking binnen de haakjes door −2 deelt, dan deel je het linkerlid daarmee door (−2)2 = 4. En als je het linkerlid door 4 deelt, dan moet je het rechterlid ook door 4 delen en krijg je dus

(x − 3)2 = 2

Waarom je het jezelf te moeilijk maakt: bovenstaande vierkantsvergelijking heeft in het linkerlid een volkomen kwadraat. En als het kwadraat van (x − 3) gelijk moet zijn aan 2, dan moet (x − 3) zelf dus gelijk zijn aan hetzij √2 hetzij −√2. Dus krijgen we

x − 3 = √2 ∨ x − 3 = −√2

En daarmee

x = 3 + √2 ∨ x = 3 − √2
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')