Nieuwe theorie over armoede.
Met armoede in onze westerse samenleving zitten we een beetje in onze maag. Er zijn kansen genoeg om op zijn minst een modaal leven te leiden, echter sommige mensen lukt dit eenvoudigweg niet, en dan van generatie op generatie niet.
Hoe komt dit?
Nou ja, van Margareth Thatcher is bekend dat zij dit weet aan het karakter van arme mensen. Dat karakter was zwak. Of zwak gemaakt door het linkse waardenrelativisme, zie ook:
POL / Het systeem dat de onderklasse instandhoudt.Anderen gaan weer zover dat zij ook menen dat het aan de genen van arme mensen ligt, vandaar dat armoede vaak overerfbaar blijkt te zijn. Sommige menen dat er dan ook maar een sociaaldarwinistisch beleid op gezet moet worden.
Weer anderen menen dat dit louter aan de omstandigheden ligt, maar aangezien er wel kansen zijn geschapen om uit de armoede te geraken, waarom lukt dit de mensen niet? Het lijkt niet echt een antwoord te zijn dus.
Wel nu er is een vierde verklaring. Het mag dan niet direct de verklaring geven waarom mensen in armoede zijn vervallen, wel waarom het zo moeilijk is om er uit te geraken. Volgens moderne wetenschappelijke inzichten legt armoede een groot beslag op de psychologische bandbreedte. Als je arm bent moet je zien te overleven, en een kleine tegenslag voor iemand in goede doen betekent een aanslag op de psyche van iemand die arm is...
Al hier één artikel daarover, er zijn meerdere te vinden op i-net:
quote:
Hoe armoede ook ons brein arm maakt: armoede tast denkvermogen aan - Scientias.nlplatzak
Armoede vraagt zoveel van ons brein dat we onvoldoende denkkracht overhouden om dingen die niet direct met armoede te maken hebben, te overdenken. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek. Het verklaart waarom mensen met beperkte middelen regelmatig verkeerde keuzes maken die hun armoede verder vergroten.Dat schrijven onderzoekers in het blad Science. “Eerder werd gesteld dat armoede te wijten is aan persoonlijke mislukkingen of een omgeving die niet bevorderlijk is voor succes,” legt onderzoeker Jiaying Zhao uit. “Wij stellen nu dat het gebrek aan financiële middelen op zichzelf kan leiden tot gebrekkig cognitief functioneren.”
ExperimentZhao en haar collega’s baseren die conclusie op een experiment. Ze verzamelden mensen met een inkomen tussen de 20.000 en 70.000 dollar per jaar. Vervolgens kregen de proefpersonen een vraagstuk voorgelegd: wat zouden ze doen als hun auto kapot ging en gerepareerd moest worden? Zouden ze de reparatiekosten in één keer betalen, geld lenen of de auto niet laten repareren? Een deel van de proefpersonen kreeg te horen dat de reparatiekosten 1500 dollar waren. De anderen dat het om 150 dollar ging. Terwijl de proefpersonen over het dilemma nadachten, moesten ze testjes doen waarin hun cognitieve vaardigheden werden getest.
Rijk en armUit het experiment blijkt dat de mensen met een laag inkomen die nadachten over een rekening van 1500 dollar, aanzienlijk slechter presteerden tijdens de testjes dan de mensen met een hoog inkomen. Gemiddeld liep het cognitief functioneren van mensen met geldzorgen enorm sterk terug: de terugloop was vergelijkbaar met een daling van het IQ van dertien punten. Wanneer de rekening slechts 150 dollar betrof, presteerden de ‘armen’ en ‘rijken’ even goed tijdens de testjes. “De druk (van geldzorgen, red.) creëert een in het oog springende zorg in het brein en trekt mentale kracht naar het probleem toe. Dat betekent dat we niet in staat zijn om ons te richten op andere dingen in ons leven die ook onze aandacht verdienen.”
Boeren in IndiaEen tweede experiment onder boeren in India onderschrijft die resultaten. De onderzoekers richtten zich op boeren die eenmaal per jaar suikerriet oogstten. Deze boeren waren direct na de oogst rijk en kort voor de oogst arm. De onderzoekers legden ze cognitieve testjes voor voorafgaand en kort na de oogst. Alle boeren presteerden aanzienlijk beter kort na de oogst.
Te weinig bandbreedteUit het onderzoek blijkt ook dat de mensen met geldzorgen uitzonderlijk goed functioneerden wanneer ze over hun probleem moesten nadenken. Pas als ze met andere zaken dan hun armoede bezig moesten zijn, ging het mis. “Ze hebben geen bandbreedte over om met andere taken bezig te zijn.”
En dat terwijl die andere taken vaak ook heel belangrijk zijn. Als voorbeeld noemen de onderzoekers bijvoorbeeld timemanagement op het werk. Daar is ‘bandbreedte’ voor nodig. Mensen die in armoede leven, hebben die ‘bandbreedte’ niet en lopen dus een verhoogd risico om ontslagen te worden. Het is een beetje een vicieuze cirkel. “Als je in armoede leeft, maak je sneller fouten en komen die fouten je duurder te staan,” stelt onderzoeker Eldar Shafir. “Het is moeilijk om daar uit te komen.”
Bron:
www.scientias.nl
Zaak is het dus om een soort basisinkomen in te stellen, arme mensen mankeren niets aan hun karakter noch aan hun genen, de omstandigheden doen een te groot beroep op hun psychologische bandbreedte.
Wat denken de doorluchtige POL'lers, staat deze theorie een beetje te ver af van de gebruikelijke moraal en met name arbeidsmoraal van de gemiddelde POL'ler, of niet?
Met een basisloon zou je zodoende ook veel criminaliteit wegnemen nl., want er is uiteraard ook een correlatie tussen criminaliteit en armoede...
Iig lijkt mij dit een interessante nieuwe theorie omtrent armoede...
[ Bericht 1% gewijzigd door Ryan3 op 22-12-2013 13:04:41 ]