Zwarte Piet:
Hoewel in omringende landen Sint-Nicolaas al langer vergezeld werd door een of andere boeman had hij in de Nederlanden aanvankelijk geen helper. Maar in 1850 introduceerde de onderwijzer Jan Schenkman in zijn leesboekje "Sint Nicolaas en zijn Knecht" drie nieuwe zaken, die allemaal zijn blijven hangen in de sinterklaasfolklore: een knecht voor Sinterklaas, de intocht en de stoomboot. Die knecht had in zijn boekje nog geen naam, hij was een gekleurde man, gekleed als een page. In de loop der tijd heeft hij verschillende allerlei namen gehad; zo heette hij bijvoorbeeld Trappadoeli, Nicodemus, Assiepan, Sabbas, Hans Moef, Pikkie, Robbert, Krik-krak, Micheltje, Hansje van Vese (of Hansje van Kese), Jacques Jour (of Sjaak Sjoor).[12] In 1859 werd voor het eerst een artikel gedrukt waarin hij Pieter wordt genoemd,[noten 7][noten 8] en in 1895 was Zwarte Piet al in zwang geraakt.[noten 9] Het bleef niet bij één Zwarte Piet; in 1880 traden al twee knechten op.[noten 10] Na de Tweede Wereldoorlog organiseerden Canadese militairen in Nederland een sinterklaasviering met een massa Zwarte Pieten.[13] Sindsdien wordt Sinterklaas vergezeld door vele Pieten, tegenwoordig vaak met voor ieder een eigen taak, onder leiding van een Hoofd-Piet. Terwijl Sinterklaas altijd statig en gedistingeerd is, gedragen de Pieten zich als acrobaten en grappenmakers die vaak kwajongensstreken uithalen.
Ik zeg: BLAME CANADA!