Op zaterdag 3 november 2012 21:33 schreef Mainport het volgende:Ik las dat ’s avonds een toneelstuk van Arnon Grunberg vertoond zou worden. Ik haalde mijn gratis kaartje een uur van te voren op, omdat ik bij de Sam Sam de nieuwe Maarten wilde lezen. Toen ik echter mijn banksaldo checkte bleek er achttien euro op mijn naam te staan, dus ik ging de Maarten maar een andere keer lezen. Ik besloot een kopje koffie te drinken op de vide, een plek waar vrijwilligers rondhangen die niets te doen hebben. Daar stond een man met opvallend lichte ogen die ik niet kende en zich meteen voorstelde:
“Majoor Niels Roelen.”
“M., vrijwilliger.”
Ik vroeg hem of hij voor het inleidende gesprek gekomen was. Dat was het geval.
“Zeg maar ‘je’ hoor,” voegde hij eraan toe.
“Volgens mij komen er niet zoveel mensen,” floepte ik eruit.
Hij antwoordde dat het kan vriezen en kan dooien, maar dan zonder het spreekwoord te gebruiken. Ik vroeg of hij een sigaret wilde, omdat ik dacht dat militairen op die manier elkaar hun goede wil tonen.
“Ik zit niet op roken,” zei hij.
Daarna waren we uitgepraat en ging ik met mijn jas aan op een stoel zitten. Er kwamen een boel mensen voorbij lopen. Majoor Niels Roelen verdween naar beneden en opeens was ik alleen. De theatercoördinatrice liep langs. Ze vroeg of ik ook bij het inleidende gesprek kwam zitten. “Daarvoor heb ik geen kaartje,” zei ik. “Sst,” antwoordde ze.
Aan tafel zaten de majoor, twee acteurs, de theatercoördinatrice en drie mensen die een kaartje hadden gekocht voor het inleidende gesprek. De acteurs vertelden hoe het toneelstuk tot stand was gekomen en in het bijzonder hoe Arnon Grunberg zich eraan verbonden had. Ik leerde dat Arnon Grunberg hun was opgevallen door zijn voetnoten in de Volkskrant, en niet omdat ze een boek van hem hadden gelezen. Ik leerde ook dat hij er eigenlijk bij geweest zou zijn, maar verhinderd was door de orkaan Sandy. Na een tijdje gingen de acteurs weg om zich voor te bereiden en werd de aanwezigheid van de majoor duidelijk. Arnon Grunberg was als embedded journalist in Uruzgan begeleid door Niels Roelen. Ze waren vrienden geworden en hadden later samen reizen gemaakt.
Niels Roelen las voor uit eigen werk over de periode nadat hij thuiskwam, waarin hij eigenlijk zijn hele ziel blootlegde. Het was een intiem moment: er zaten vijf mensen zwijgend te luisteren naar hoe zijn relatie met zijn vrouw en kinderen stukliep, de tranen stonden in zijn ogen. Na afloop ging het gesprek niet over zijn zojuist gehouden levensverhaal, maar over het belang van inleidende gesprekken. Na twee minuten meldde de theatercoördinatrice dat de voorstelling zo begon. Niels Roelen keek naar een poster op de muur en zei: “Jagten, dat lijkt me een mooie film.”
Bij de voorstelling werd er voortdurend op gehamerd dat er ‘je’ gezegd moest worden. Ook zag ik de acteur die zojuist bij mij aan tafel zat naakt Alabama Song (whisky bar) van The Doors zingen.
Na afloop ging ik met A. in de R. mijn laatste achttien euro weg pissen.