Speelfilm De Oost: een historische aanfluitingFilm neemt een loopje met de feiten
De nieuwe, door onze media hevig gehypte Nederlandse speelfilm De Oost, wil ons wegwijs maken in de zogeheten dekolonisatieperiode 1945 – 1950 in Nederlands-Indi. Jim Taihuttu, de regisseur, zegt dat zijn film zeker voor de komende dertig jaar het juiste geschiedkundige beeld biedt over de gebeurtenissen in die tijd. Verdonk, de producent, zegt dat de film deze periode belicht vanuit alle relevante perspectieven. Volgens Bauke Geersing is deze speelfilm echter een regelrechte historische aanfluiting.
De film opent met de zinsnede dat direct na WO II meer dan 100.000 Nederlandse militairen naar Nederlands-Indi werden gestuurd om de Indonesische vrijheidsstrijd neer te slaan. In werkelijkheid gebeurde er iets geheel anders. Na WO II werden er aanvankelijk helemaal geen Nederlandse militairen naar Nederlands-Indi gestuurd, laat staan meer dan 100.000.
De geallieerden hadden van tevoren al besluiten genomen over de situatie in Nederlands-Indi na het eind van WO II. Nederland zou, na de Japanse bezetting, het gezag over Nederlands-Indi herstellen. Ons land lag na de jarenlange Duitse bezetting echter in puin, stond voor de uitdaging alles weer op te bouwen en deed naar vermogen mee aan het beindigen van de Japanse overheersing van Nederlands-Indi. Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 waren het de Engelse (Java en Sumatra) en Australische (Celebes) troepen, die als eerste voet aan wal zetten in Nederlands-Indi. De Nederlandse militairen kwamen pas in 1946 aan en niet met 100.000 tegelijk.
Extreem geweld
De film De Oost verbeeldt niet de werkelijkheid van toen. Het is jammer dat bijvoorbeeld niet is geput uit de ruim voorhanden zijnde beelden van wat er destijds wl gebeurde. Zo bestaan er documentaires en veel foto’s over het extreme geweld (van groepsverkrachtingen tot kindermoorden) en de bloedige (islamitische) terreur, die losbarstte door de door Japan gendoctrineerde en getrainde pemoeda’s die in een geregisseerde moordlustige geweldsorgie tekeer gingen tegen Nederlanders, Indische Nederlanders, Ambonezen, Chinezen en andere Indische bevolkingsgroepen. Een huiveringwekkende periode, waarover enkele nabestaanden indringend verslag doen.
De speelfilm De Oost laat niets zien van dit Bersiap-geweld. Dat er orde in deze bloedige chaos moest worden geschapen ligt in de rede. Dat was dan ook het doel van het sturen van de Nederlandse militairen naar Nederlands-Indi.
Rust en orde herstellen
Heden ten dage doet in de media en bij sommige historici de terminologie ‘Indonesische onafhankelijkheidsoorlog’ opgeld. De film sluit daarbij aan. Ook dit beeld klopt niet. Er was pas op 27 december 1949 sprake van een zelfstandige staat, de Verenigde Staten van Indonesi, en op 17 augustus 1950 van de republiek Indonesi. De Nederlandse militairen zaten dus niet in een oorlog tegen een andere zelfstandige staat. Zij voerden opdrachten uit van de Nederlandse regering in Den Haag en Batavia om orde en rust te herstellen in het kader van de dekolonisatie van Nederlands-Indi. Daarbij was ook sprake van militair optreden, twee keer op grotere schaal, de zogenoemde ‘Politionele acties’ in augustus 1947 en december 1948/januari 1949. De film De Oost gaat daar echter niet over.
Vooringenomen
De film begint met het tonen van Nederlandse militairen die in het KNIL-leger worden ingepast, ze halen hun plunje, bewapening en vestigen zich in hun barakken. De onderlinge conversatie munt uit in platte teksten over vrouwen. seks, neerbuigende woorden over de lokale bewoners, zuipen, naar de hoeren gaan, domme praat over de situatie waarin ze zich bevinden, karikaturale verbeeldingen van officieren die botte kreten slaken en er blijk van geven weinig empathie met hun manschappen te hebben.
Als men zich echt in de geschiedenis heeft verdiept is dit een eenzijdige, vooringenomen, ronduit beschamende en beledigende voorstelling van onze Indi-veteranen. Ze worden afgebeeld als een stelletje domme koekenbakkers. Regisseur en producent weten kennelijk niet dat in de dekolonisatieperiode ruim 600 dapperheidsonderscheidingen bij koninklijk besluit zijn uitgereikt, nota bene op voorspraak van Indonesische officieren, en dat er diverse vaandelopschriften, als blijk van dapper optreden van die regimenten, zijn aangebracht.
Westerling
Na de schets van militairen die zwetend op patrouille zijn, scnes die de zinloosheid daarvan moeten verbeelden, komt langzaam maar zeker, na bijna een uur, kapitein Raymond Westerling naar voren. In de film wordt niet duidelijk gemaakt dat de kapitein zich dan in Medan op Sumatra bevindt, noch wordt duidelijk gemaakt wat zijn functie is en wat hij daar aan het doen is. Alleen een kenner van die geschiedenis ziet dat, de gemiddelde kijker niet. Een kennelijk door het boek ‘Westerling, “de eenling”’ (1982) genspireerd voorval van een bij nacht uitgevoerde actie om een terroristenleider te pakken wordt weinig inzichtelijk gefilmd. Daar doet Johan, de hoofdpersoon van de film, ook aan mee. Ook hier mist de film iedere historische context.
Speciale troepen
Vervolgens komt de episode van Westerling op Zuid-Celebes aan de orde. Hoofdrolspeler Johan is intussen de chauffeur van Westerling geworden en maakt deel uit van het Depot Speciale Troepen (DST). De film heeft het over het Korps Speciale Troepen. Maar dat Korps is van latere datum. Omdat de film fictie is, valt daar nog mee te leven. Het ontstaan van het DST blijft onduidelijk in de film. En dan gaat het flink mis.
De opdrachtverlening van onze overheid aan Westerling wordt onjuist voorgesteld, de voorbereiding van de acties op Zuid-Celebes komt niet in beeld, de ‘methode Westerling’ wordt verkeerd verbeeld, de in beeld gebrachte contraguerrilla-acties van Westerling kloppen niet, vlammenwerpers werden door Westerling niet gebruikt, kampongs werden niet in brand gestoken tijdens zijn acties en vrouwen werden niet aan de haren getrokken. Met een beeld van een naakt jongetje tracht de regisseur het naakte Vietnamese meisje tijdens een napalmbombardement in herinnering te roepen. Gretig opgepikt door NRC-filmredacteur Coen van Zwol.
Rood-Witte terreur
En nergens zien we de geestelijk leider van de kampong in beeld, een leider die wel degelijk een belangrijke rol speelde in de ‘methode Westerling’. Ook de actieve betrokkenheid van de bevolking en de invloed van de adat (traditie, gewoonte) op de berechting krijgen we niet te zien, noch de kampongpolitie die door Westerling werd ingesteld als bescherming tegen de ‘rood-witte-terreur’.
De filmkijker moet het doen met kapitein Westerling zittend achter een tafeltje, bladerend in een boekje, een naam oplezend en iemand die naar voren stapt, die vervolgens door Westerling met zijn pistool door het hoofd wordt geschoten. Het is een beschamende historische aanfluiting van hetgeen zich destijds daadwerkelijk heeft afgespeeld. De film suggereert zelfs dat Westerling bezig was de bevolking steeds wreder te onderdrukken. In werkelijkheid bevrijdde hij de bevolking van de ‘rood-witte-terreur’.
Verzonnen
De film toont ook beelden van feesten en partijen vol vrolijke Nederlanders om te benadrukken dat de situatie hen geen zier kon schelen. De Titanic, maar dan in Nederlands-Indi. Het echte hartverwarmende afscheid van Westerling en het DST van de dankbare bevolking is niet in beeld gebracht. Dat paste kennelijk niet in het ‘eerlijke’ beeld dat Taihuttu de kijker wil voorschotelen. Hij toont liever bij terugkeer van onze militairen spandoeken met anti-Nazi leuzen. Hoofdpersoon Johan krijgt zelfs een met bloed gevuld zakje naar zijn hoofd geslingerd.
De film eindigt met Johan, die kennelijk gekweld wordt door PTSS. Cinematografisch slordig en onduidelijk opgetuigd door middel van een flash forward. Johan schiet Westerling, die als operazanger is opgetreden, in diens kleedkamer neer en slaat vervolgens de hand aan zichzelf. Verzonnen door de regisseur en het beeld oproepend dat door het deelnemen aan een ‘foute’ oorlog PTSS het gevolg is. Het moet de inktzwarte verbeelding van de regisseur vervolmaken.
Juichende MSM
Onze mainstream media roepen in koor dat hier sprake is van een voortreffelijke film over de zwarte bladzijden in onze geschiedenis. Nieuwsuur besteedde er ruimschoots aandacht aan en zelfs het NOS-Journaal deed een behoorlijke duit in de duistere zak. Ik kreeg meer de indruk van de morele verwording van Nederlandse mainstream media, die als gendoctrineerden verslag deden van deze rolprent. Verheugd onthaald door academische leunstoelactivisten.
De film is geschikt voor 18+. Fictie die ook het uitgangspunt vormt voor het lesmateriaal voor middelbare scholieren dat eraan gekoppeld is. (Ik wist overigens niet dat onze scholieren tegenwoordige al ouder zijn dan 18 jaar!) Dit product is het niet waard om in onze schoollokalen te worden vertoond als ht beeld van deze periode uit de Nederlandse geschiedenis.
Fantasiegeschiedenis
De drie instituten – het NIOD, het KITLV en het NIMH – die onderzoek doen naar de dekolonisatie van Nederlands-Indi, staan op de lijst van aanbeveling van het project De Oost. De leider van dat onderzoek, prof. F. van Vree, meent dat de film De Oost een multi-perspectieve benadering is van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Een verrassende opvatting. Deze film gaat niet over de dekolonisatie van Nederlands-Indi 1945 – 1950, maar over een fantasiegeschiedenis die regisseur Taihuttu heeft gecreerd met geld en hulp uit Indonesi en betrokkenheid van het Indonesische leger.
Advies van het KITLV zou zijn ingewonnen. Welk advies dat was, valt niet goed na te gaan. Of Taihuttu heeft er niets mee gedaan, f het advies deugde niet. De Oost vertoont geen samenhang, is saai van opbouw en heeft een onduidelijk en aan alle kanten rammelend scenario. De film ridiculiseert en beledigt onze Indi-veteranen en demoniseert het beeld van kapitein Westerling* als een brute oorlogsmisdadiger. De Oost ontbeert iedere geschiedkundige context. Deze ‘historische’ film is gebaseerd op verzonnen ‘feiten’.
De Oost is niets minder dan een regelrechte historische aanfluiting.
*Lees de brief van Palmyra Westerling, de dochter van kapitein Raymond WesterlingOpiniez