Het was een herfstachtige dag. De zon scheen door de dwarrelende blaadjes door, de regendruppels op de grond braken de lichtstralen uiteen in kleine gekleurde haartjes van licht.
Beatrix liep in haar nachtjapon door de hallen van het paleis. Claus zat op zijn fauteuil, rustig rokend aan zijn pijp in zijn hand, in de andere de krant. Hij keek langzaam omhoog en zag Beatrix voor zich staan.
"Wij willen neuken"
Claus deed de pijp uit zijn mond, legde de inhoud in de ivoren asbak die op de leuning stond. De krant liet hij vallen en net als de bladeren buiten viel het langzaam al glijdend op het bordeaux rode tapijt.
Claus stond statisch op van zijn stoel, zijn twee handen pakken zijn riem vast en glijdens als een slang door het water, gaat de riem van zijn broek. De broek valt op het tapijt waar het de krant ontmoet en liefdevol bedekt.
Beatrix doet een stapje naar voren en pakt met haar linkerhand de scepter van Claus. "Koud heh Claus. Maar zo heb je het liefst". Met haar andere hand duwt ze zachtjes en tedervol hem terug in zijn stoel, terwijl haar andere hand vastberaden om zijn lederen dis klemt. Claus ploft in zijn stoel en legt zijn handen op de leuningen. Langzaam sluit hij zijn ogen als Beatrix langzaam op hem gaat zitten en hij haar majestueuze moef voelt. De stoel kraakt zachtjes, als de bomen buiten die door de wind worden geslagen. Het zachte gehijg van Beatrix vult de oren van Claus alsof de wind binnen het paleis gedrongen is en zijn oren streelt.
"WILLEM!" hoort hij haar opeens roepen. "NU MAG JE MOOI NÓG LANGER WACHTEN JIJ VIEZE GLUURDER!"
Hij voelt haar van de stoel opspringen, de klamheid verlaat zijn lichaam. Langzaam kijkt Claus toe hoe Beatrix met haar slipje op haar voeten achter de roodaangelopen Willem aanrent. Langzaam staat Claus weer op, doet zijn onderbroek aan, doet zijn broek omhoog, de riem weer in zijn broek en pakt de gevallen krant weer op en met een diepe zucht zegt hij:
"Was will das weib"
( ͡° ͜ʖ ͡°)