Dat is hoe Einstein het oorspronkelijk heeft gedaan. Tegenwoordig, in een paradigma waarin symmetrieën centraal staan, is de meest fundamentele manier denk ik om de Einstein-Hilbert actie op te schrijven. Dat is ook hoe Hilbert de vergelijkingen, volgens sommigen enkele dagen voor Einstein, heeft afgeleidquote:Op donderdag 22 december 2011 22:06 schreef deelnemer het volgende:
De Einstein vergelijking is een generalisatie van het zwaartekrachtswet van Newton. Eerst wordt het kachtenveld vertaalt in de potentiaal-vorm (∆φ = 4π • G • ρ), en vervolgens wordt de vergelijking generaliseerd tot een tensorvergelijking.
Ja. Newtoniaanse fysica kent dit natuurlijk ook; daar speelt de Galileigroep de rol van coordinatentransformaties. De ART heeft echter 1 groot verschil met Newton: ze kent geen "a priori geometrie", of is "achtergrondsonafhankelijk". Newtoniaanse zwaartekracht kent een achtergrond (namelijk: de vlakke ruimte), en de speciale rel.theorie kent ook een achtergrond (namelijk: de Minkowski-ruimtetijd). In de ART heb je dit niet: daar moet je de metriek juist oplossen (natuurlijk is de geometrie voor een deel wel bepaald: je legt een topologische structuur op, de signatuur is Lorentziaans etc.).quote:Op vrijdag 23 december 2011 03:35 schreef deelnemer het volgende:
[..]
Een coordinaatstelsel kiezen, is analoog aan een gezichtspunt kiezen. De coordinaten van gebeurtenissen (relatief tov het coordinaatstelsel) zijn dan het perspectief, gezien vanuit het gekozen gezichtspunt. Een coordinaattransfomatie is een vertaling naar een ander gezichtspunt. De coordinaatonafhankelijke formulering overstijgt alle gezichtspunten ( = the view from nowhere).
Klopt.quote:Op vrijdag 23 december 2011 11:32 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ja. Newtoniaanse fysica kent dit natuurlijk ook; daar speelt de Galileigroep de rol van coordinatentransformaties.
Dat begrijp ik. In de ART wordt gebruikt dat de geometrie euclidisch is, als de waarnemer in vrije val is. Dat biedt voor de formulering van de ART net genoeg houvast.quote:De ART heeft echter 1 groot verschil met Newton: ze kent geen "a priori geometrie", of is "achtergrondsonafhankelijk". Newtoniaanse zwaartekracht kent een achtergrond (namelijk: de vlakke ruimte), en de speciale rel.theorie kent ook een achtergrond (namelijk: de Minkowski-ruimtetijd). In de ART heb je dit niet: daar moet je de metriek juist oplossen (natuurlijk is de geometrie voor een deel wel bepaald: je legt een topologische structuur op, de signatuur is Lorentziaans etc.). Dit is ook de oorsprong van "the trouble of time" in kwantumgravitatie
Daar sla je de spijker op zijn kop.quote:Op vrijdag 23 december 2011 13:02 schreef deelnemer het volgende:
[...]
Geen wonder dat Einstein zich druk maakte over 'objectiviteit' binnen de QM.
[..]
Maar de QM gooide het klassieke ideaal van objectiviteit weer overhoop.
Welk "ideaalbeeld"? Het Newtoniaanse denkbeeld van observeren?quote:Op zaterdag 24 december 2011 16:36 schreef kleinduimpje3 het volgende:
De problemen die opgeworpen worden door de QM stellen het ideaalbeeld van de natuurwetenschappen ernstig ter discussie.
Newtoniaanse zwaartekracht kun je ook op deze manier beschrijven (kijk maar es op Newton-Cartan theorie), alleen zal het niet achtergrondsonafhankelijk zijn en andere symmetrieën behelzen.quote:Op vrijdag 23 december 2011 13:02 schreef deelnemer het volgende:
De relativiteitstheorie is een mooi model om begrip 'objectiviteit' uit te leggen. Het is binnen dit model mogelijk om alle gezichtspunten te combineren tot objectieve natuurwetten.
Daarmee gaat ook iets verloren. Met de wetenschappelijke methode streeft de wetenschap objectiviteit na.quote:Op zaterdag 24 december 2011 16:36 schreef kleinduimpje3 het volgende:
[..]
Daar sla je de spijker op zijn kop.
In zijn genialiteit ben ik niet met Einstein verwant, maar in dit opzicht wel.
De problemen die opgeworpen worden door de QM stellen het ideaalbeeld van de natuurwetenschappen ernstig ter discussie, maar dat kan ook wel zijn nut hebben omdat het er ons bewust van kan maken dat er meer is dan een objectiveerbare werkelijkheid, waarvan we, vanuit een natuurwetenschappelijk waarheidsperspectief, niet meer zijn dan onmachtige toeschouwers.
Moeilijke discussie. Het lijkt mij evident, dat een beschrijver van de wereld, die er zelf in zit, tegen het zelfreferentie probleem aanloopt. Het lijkt mij ook evident, dat een meting aan een object het object kan beinvloeden, zodat kennis over het object zelfreferent wordt. Maar ik vrees dat dit probleem mijn denkkracht te boven gaat.quote:Op zaterdag 24 december 2011 18:20 schreef Haushofer het volgende:
Misschien vind je dit een interessant topic
Ja, er is zeker meer aan de hand.quote:Op zaterdag 24 december 2011 17:49 schreef deelnemer het volgende:
[..]
De QM is een spelbreker in dit verhaal. Of niet.
Kleinduimpje, is de padintegralen formulering nu wel of niet objectief. Is het alleen het golf/deeltje dualisme dat QM zo vreemd maakt, of is er meer aan de hand?
Daarover hebben we het al eens gehad. Zo moet je deze 3N-dimensionale ruimte niet opvatten. Het is een representatie, waarin men ervoor kiest om iedere vrijheidsgraad van het systeem als een aparte dimensie weer te geven. Het is niet de bedoeling dat je dit letterlijk opvat. De bedoeling is dat het interpreteert als N deeltjes die zich gezamelijk in een 3-dimensionale ruimte bevinden. Dat weet ik zeker.quote:Op zaterdag 24 december 2011 22:43 schreef kleinduimpje3 het volgende:
Maar het wordt pas echt hopeloos als we een atoom met 2 elektronen gaan beschouwen.
Dan zijn er geen 2 wolkjes meer, die interactie met elkaar hebben, maar het enige model dat dan nog overblijft is een wolk in een 6-dimensionale ruimte.
Ik weet niet of je de Schrödinger vergelijking voor veeldeeltjes systemen in je hoofd hebt, maar die geeft een beschrijving in een 3N-dimensionale ruimte, waarbij N het aantal deeltjes aangeeft.
Dus als ons in dit geval de vraag gesteld wordt wat de werkelijkheid van dit atoom is, onafhankelijk van de waarnemer, kunnen we met geen mogelijkheid iets concreters aanvoeren als een golfachtige wolk in een 6-dimensionale ruimte.
Voor meerdeeltjessystemen wordt het allemaal dus nog evenredig abstracter.
Over de werkelijkheid onafhankelijk van de waarnemer kunnen we dus niets zinnigs meer zeggen, behalve wat hier gezegd is.
Of dat zinnig is mag men zelf beoordelen.
Dat is je, zoals Deelnemer al aanstipte, al meerdere keren uitgelegd: dit fenomeen heb je ook bij klassieke (niet-QM) fysica. In het ene geval is de faseruimte discreet, in het andere geval continu.quote:Op zaterdag 24 december 2011 22:43 schreef kleinduimpje3 het volgende:
Maar het wordt pas echt hopeloos als we een atoom met 2 elektronen gaan beschouwen.
Dan zijn er geen 2 wolkjes meer, die interactie met elkaar hebben, maar het enige model dat dan nog overblijft is een wolk in een 6-dimensionale ruimte.
6N als je bewegingsvergelijkingen hooguit 2e orde tijdsafgeleides bevat: de plaats q en impuls p.quote:Ik weet niet of je de Schrödinger vergelijking voor veeldeeltjes systemen in je hoofd hebt, maar die geeft een beschrijving in een 3N-dimensionale ruimte, waarbij N het aantal deeltjes aangeeft.
Die faseruimte heeft daar weinig mee te maken; dat kan ik ook in de klassieke fysica doen.quote:Over de werkelijkheid onafhankelijk van de waarnemer kunnen we dus niets zinnigs meer zeggen, behalve wat hier gezegd is.
Ja, natuurlijk: het geeft je een consistente wiskundige beschrijving.quote:Of dat zinnig is mag men zelf beoordelen.
Er zijn economische modellen met honderden parameters. Denkt een wiskundige dat onze wereld zich daarom in een "honderden-dimensionale ruimte" bevindt omdat men ervoor kiest om die modellen te representeren in dergelijke ruimtes?quote:Op zondag 25 december 2011 00:17 schreef deelnemer het volgende:
[..]
Daarover hebben we het al eens gehad. Zo moet je deze 3N-dimensionale ruimte niet opvatten. Het is een representatie, waarin men ervoor kiest om iedere vrijheidsgraad van het systeem als een aparte dimensie weer te geven. Het is niet de bedoeling dat je dit letterlijk opvat. De bedoeling is dat het interpreteert als N deeltjes die zich gezamelijk in een 3-dimensionale ruimte bevinden. Dat weet ik zeker.
Je haalt nu twee compleet verschillende ruimtes door elkaar: de faseruimte, en de ruimtetijd.quote:Op zaterdag 24 december 2011 22:58 schreef kleinduimpje3 het volgende:
Dan zouden we op een gegeven moment nog kunnen zeggen: dan moeten we dus maar stellen dat de werkelijkheid onafhankelijk van de waarnemer hoogdimensionaal is.
Maar ook dat is niet zo, want de waarnemer, die feitelijk zelf een onderdeel is van deze hoogdimensionale werkelijkheid, maakt de zaak op de een of andere wijze weer 3-dimensionaal, wat wordt aangeduid als de instorting van de golffunctie, iets wat natuurlijk eigenlijk niet kan.
Dit zijn typisch teksten waar ik na 3 keer lezen nog steeds niet begrijp wat er precies gezegd wordt, en hoe de conclusievorming tot stand komt.quote:Ik moet eigenlijk niet meer zo veel over deze dingen denken, ik heb er onderhand mijn eigen conclusies uitgetrokken en dat is dat de natuurwetenschap maar tot een bepaalde grens gaat wat de beschrijving van de werkelijkheid betreft, en op een gegeven moment in aanraking komt met een werkelijkheid van een fundamenteel andere orde, die zuiver metafysisch is.
De ineenstorting van de golffunctie is de reden dat de golffunctie geinterpreteerd wordt als een kansverdeling. De bewegingsvergelijking beschrijft alleen de ontwikkeling van deze kansverdeling. Een meting leidt altijd tot een eenduidig antwoord (weg kansverdeling).quote:Op zaterdag 24 december 2011 22:58 schreef kleinduimpje3 het volgende:
Dan zouden we op een gegeven moment nog kunnen zeggen: dan moeten we dus maar stellen dat de werkelijkheid onafhankelijk van de waarnemer hoogdimensionaal is.
Maar ook dat is niet zo, want de waarnemer, die feitelijk zelf een onderdeel is van deze hoogdimensionale werkelijkheid, maakt de zaak op de een of andere wijze weer 3-dimensionaal, wat wordt aangeduid als de instorting van de golffunctie, iets wat natuurlijk eigenlijk niet kan.
De werkelijkheid overstijgt ons.quote:Ik moet eigenlijk niet meer zo veel over deze dingen denken, ik heb er onderhand mijn eigen conclusies uitgetrokken en dat is dat de natuurwetenschap maar tot een bepaalde grens gaat wat de beschrijving van de werkelijkheid betreft, en op een gegeven moment in aanraking komt met een werkelijkheid van een fundamenteel andere orde, die zuiver metafysisch is.
Hier worden twee interpretaties van waarschijnlijkheid tegenover elkaar gezet. Maar het is toch al bekent dat waarschijnlijkheden in de QM anders van aard zijn, dan normale waarschijnlijkheden.quote:Op zondag 25 december 2011 13:08 schreef Haushofer het volgende:
We hebben trouwens een zelfde discussie hier gehad.
-edit: zie ook deze site over het "reëel zijn van de golffunctie".
Ik snap niet wat je bedoelt. De golffunctie psi geeft een kansdistributie, en de evolutie van psi wordt beschreven via de Schrodingervergelijking. In welke zin zijn "waarschijnlijkheden in de QM anders van aard dan normale waarschijnlijkheden"? Dat we hier de kansdistributie uit de golffunctie extraheren oid?quote:Op zondag 25 december 2011 14:49 schreef deelnemer het volgende:
[..]
Hier worden twee interpretaties van waarschijnlijkheid tegenover elkaar gezet. Maar het is toch al bekent dat waarschijnlijkheden in de QM anders van aard zijn, dan normale waarschijnlijkheden.
Klassiek gebruikt men een frequentistische kansbegrip. In de QM is het kansbegrip gemodelleerd als een vector in een Hilbertruimte, en tellen kansen op tot 1, zoals je de componenten van een vector optelt.quote:Op zondag 25 december 2011 17:00 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Ik snap niet wat je bedoelt. De golffunctie psi geeft een kansdistributie, en de evolutie van psi wordt beschreven via de Schrodingervergelijking. In welke zin zijn "waarschijnlijkheden in de QM anders van aard dan normale waarschijnlijkheden"? Dat we hier de kansdistributie uit de golffunctie extraheren oid?
Ik zou zeggen dat die kansdistributie niks verschilt van andere kansdistributies. Wat specifiek aan de QM is dat we de kansdistributie bepalen uit de dynamica.
Het is niet nieuw voor je, maar misschien heb je er nooit bij stil gestaan. Een beschrijving ervan vind je in:quote:While the computation of the mean value of experimental results is very much the same as in classical statistics, its mathematical representation in the formalism of quantum theory differs significantly from classical measure theory.
bron
quote:The interpretation of probability theory has been discussed endlessly after
the Renaissance endorsed it as a respectable subject for study. In longevity,
the subject shares the peristalithic nature of debates about the conceptual
meaning of quantum theory. Every physicist even mildly interested in philosophical
questions will have heard about the range of different, incompatible
viewpoints about probability: frequentist vs. Bayesian vs. propensity; objective
vs. subjective probabilities; classical vs. quantum probabilities; epistemic
(lack-of-knowledge) vs. irreducible probabilities; and a bewildering range of
combinations of those.
We cannot hope to solve this debate here, but some useful remarks cane
made from the viewpoint of physics. While most scientists lean naturally
towards the relative-frequency/frequentist view on probability, this interpretation
is limited because it cannot be used to assign a probability to the
outcome of a single experiment.2 By definition, the frequentist interpretation
requires a large ensemble of similar systems on which an experiment is
performed, or a large number of repetitions of the experiment on a single
system.
A particular challenge is posed by those physical situations in which a frequentist
interpretation cannot apply, even in principle. For example, if the
whole universe is regarded as a single entity, as in cosmology, then clearly
there are no multiple copies of the system. Moreover, the instrumentalist
concept of an experiment performed on the entire universe is meaningless,
since there is no external observer or agent who could perform such an experiment.
This renders problematic both quantum cosmology and stochastic classical
cosmology unless probabilities can be understood in non-instrumentalist
terms. This argument applies also to subsystems of the universe provided
they are sufficiently large and unique to make impossible the preparation of
an ensemble of similar systems, or repetitions of an experiment on the same
system.
Of course, in most of science there is a valid instrumentalist view in which
the world is divided into a system, or ensemble of systems, and an observer.
The system, or ensemble, shows probabilistic behaviour when an observer
performs experiments on it. In the ensuing two-level ontology the system
and the observer have very different conceptual status. Frequentist views
of probability typically lead to such a dualism. A Bayesian view, in which
probabilities are primarily states of knowledge or evidence, also presupposes
a divide between system and observer and is based on an operational way of
thinking about physical systems.
De ultieme heerlijkheid en de meest afschuwelijke kwelling.quote:Op woensdag 14 december 2011 10:45 schreef dekoenman het volgende:
Vijf levensvragen over hemel en hel:
1. Wat is hemel/hel?
Dat kun je zelf lezen in de bijbel. Het boek is gratis dus het enige wat je nodig hebt is tijdquote:2. Hoe worden deze door de bijbel voorgesteld?
Figuurlijk gezien zijn die er in allerlei soorten. Zoals ze worden uitgelegd in de bijbel waarschijnlijk niet. Al zal het wellicht nooit helemaal uit te sluiten zijn in de menselijke geest.quote:3. Is er een hemel/hel?
Dat hangt er maar helemaal vanaf in en uit welke context en/of uit welke levensovertuiging dit gevraagd wordt. Er is geen consistent antwoord.quote:4. Hoe ziet de hemel/hel eruit?
Zoals we denken over sprookjes en geloof.quote:5. Hoe denken we er tegenwoordig over?
Dat beiden kunnen bestaan in metaforische zin.quote:wat is uw mening?
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |