Petje af: als elfletterig het niet erg vindt copy ik hem even hier.
quote:
Von der Dunk: 'Breivik trok logische consequentie uit Wilders' retoriek'
Wilders slaagde erin zichzelf als het grote slachtoffer neer te zetten en niet de 69 vermoorde sociaal-democratische jongeren. Dat is het toppunt van schunnigheid, vindt Thomas von der Dunk.
De discussie werd eind juli in Nederland even snel in de kiem gesmoord als zij opkwam: die naar de mogelijke samenhang tussen de slachtpartij in Noorwegen en het gedachtegoed van de rechtspopulistische anti-islampartijen, tussen Breiviks daden en Wilders woorden. Ik verkeerde op dat moment buitenslands, maar heb dat na terugkomst met een zekere verbazing geconstateerd, hoezeer het ook kenmerkend is voor de huidige politieke constellatie, die door de angst voor 'demonisering' wordt beheerst.
De PVV-leider slaagde er zelfs, op basis daarvan, als toppunt van schunnigheid in zichzelf als het grote slachtoffer neer te zetten, en niet de 69 sociaal-democratische jongeren die in koelen bloede door een bewonderaar van hem waren vermoord. Op geen enkele wijze voelde hij zich moreel verantwoordelijk - het ging hier om een geïsoleerde gek, en de halve rechtse goegemeente in Nederland zei het hem haastig na, Mark Rutte voorop. Dat is namelijk wel zo gemakkelijk voor het eigen regeercoalitiegemoed. Maar bij Mohammed B. mocht je dat niet zeggen.
Blanke moslimhater
We hebben die asymmetrische reactie bij moorden namelijk al vaker gezien: is een allochtone moslim de dader, dan ligt het aan de islam en moet een miljard moslims zich tot achter in Nieuw-Zeeland persoonlijk verantwoorden, is het een blanke moslimhater die moordt, dan gaat het slechts om een losgeslagen idioot. Ook bij Tristan van der V. en Karst T., die achteraf beiden tot de PVV-sympathisanten gerekend bleken te moeten worden, was dat de standaardreactie. Sheila Sitalsing heeft in De Volkskrant die discrepantie terecht al eens eerder gesignaleerd.
En er valt nog een asymmetrische reactie te constateren: wordt Wilders door zo'n extremistische moslim bedreigd, dan zijn zijn eigen politieke tegenstanders in Den Haag daarvoor als 'multicultiknuffelaars' direct verantwoordelijk. De kogel kwam van links, heette het na de eenmalige moord op Fortuyn in de woorden van de intussen weer terecht in vergetelheid verdwenen toenmalige LPF-voorzitter Langendam. Maar komt de massamoord van rechts, zoals in Noorwegen, dan reageren dezelfde lieden al bij de meest voorzichtige suggestie dat er samenhang zou kunnen bestaan en woorden gevolgen zouden kunnen hebben, diep verontwaardigd over zoveel 'ranzigheid'.
Islamitische heethoofden
Want dat is het tweede dat opvalt: niet dat Wilders duidelijk ter verantwoording wordt geroepen, maar dat dat uitblijft. Het vermeende slachtoffer krijste direct dat er van een hetze sprake was, maar als hij het beschaafde gemompel van de oppositie al een hetze vindt, dan is hij weinig gewend. Dat blijkt wel vaker: dat de man ieder ander zwart maakt, maar zelf niet incasseren kan. Daaraan doet ook het feit dat Wilders niet meer zonder beveiligers over straat kan, en ook enkele van zijn volgelingen regelmatig door islamitische heethoofden bedreigd zijn, niets af.
Integendeel: daardoor volhardt Wilders in zijn gelijk, omdat zijn martelaarschap daarvan het bewijs zou vormen. Maar elk inhoudelijk gelijk staat los van het gebruik van een geweer - ongeacht of de betrokkene het zelf bedient of juist in de loop kijken moet. Helaas versterkt dit laatste in de praktijk in Den Haag de aarzeling om Wilders hard aan te pakken. En Hilversum zit zo om quotes verlegen, dat hij meestal zonder enige kritische vraag voor de camera's leeglopen kan.
Daar wees Marcel van Dam al terecht op in zijn column van 1 september, in reactie op het idiote stuk van toneelschrijver Haye van der Heyden, die er daarin met grote zelfkennis prat op ging dat hij elk intellectueel milieu achter zich gelaten had: dat het gedachtegoed van Wilders niet zozeer wordt 'gediscrimineerd', als wel in Den Haag én Hilversum te weinig wordt weersproken. Met als gevolg dat nu in de kwestie-Breivik door Wilders oorzaak en gevolg bijna konden worden omgekeerd.
Dreigementen
Toen VVD-hoofdbestuurslid Mark Verheijen iets soortgelijks constateerde, kreeg die meteen een reeks dreigementen van het PVV-gepeupel over zich heen - en trok vervolgens haastig zijn tweet weer in. Wat over het algemeen opvalt is namelijk niet de verbetenheid, maar juist de angst om Wilders van enige morele medeaansprakelijkheid te beschuldigen, die zelf dan ook met verbluffende haast zijn handen in onschuld wist te wassen.
Ook ditmaal gedroegen zich juist veel linkse politici en commentatoren, om maar niet van politiek 'misbruik' verdacht te kunnen worden, tamelijk kopschuw, en begonnen met, bijna verontschuldigend, te verzekeren dat zij ook niet hielden van guilt by association, dat zij Wilders echt niet medeplichtig achtten, dat Wilders natuurlijk nooit voor moord gepleit heeft, maar dat hij misschien toch eens zou kunnen overwegen dat zijn woorden....
Haattwitterende kiezerspubliek
Zelfs dat was echter al teveel en kwam de betrokkenen op de vertrouwde scheldkanonnade te staan - anders dan sommige geschrokken geestverwanten in het buitenland was Wilders niet van plan zich na Noorwegen te bezinnen, links kon de boom in. Om zijn haattwitterende kiezerspubliek te blijven bereiken gaat hij desnoods over 69 lijken. Binnen de Weberiaanse tegenstelling tussen Gesinnungsethik en Verantwortungsethik behoort hij geheel tot de eerste categorie, wat door de gekunstelde gedoogconstructie van het huidige kabinet dagelijks wordt beloond: wel grote macht, maar totaal geen aansprakelijkheid.
Van dezelfde morele en intellectuele vaandelvlucht geeft ook zijn partij-ideoloog Martin Bosma blijk: die staat anders altijd vooraan om anderen ter verantwoording te roepen, maar houdt zich nu al weken schuil. Het tekent hun beider lafheid, zoals die ook blijkt uit hun vanaf het begin stelselmatige weigering om met deskundigen in debat te gaan of interviews te geven, van voorgeselecteerde pseudojournalisten als Joost Eerdmans die al bij voorbaat op hun schoot kruipen afgezien, omdat zij weten dat door serieuze ondervragers met hen moeiteloos het riool zou worden aangeveegd. Dat Wilders daarmee stelselmatig wegkomt, illustreert opnieuw hoezeer een groot deel van beschaafd Nederland inmiddels door zijn retoriek en de hele bijbehorende rechtse gedachtenpolitie is geïmponeerd.
Ik ben dat niet.
Logisch verband
Want laten we er niet omheen draaien: er bestaat een volstrekt logisch verband tussen de woorden van Wilders en de daden van Breivik. Het tweede volgt weliswaar geenszins onvermijdelijk uit het eerste, maar het eerste voedt wel het tweede. Een paar uitspraken, die Wilders nooit heeft herroepen, kunnen ter illustratie volstaan. Het zou nodig zijn miljoenen moslims uit Europa te zetten, het was hoog tijd voor een grote schoonmaak van onze straten. En de multiculturele elite zou een totale oorlog tegen de eigen samenleving voeren - het begrip Totale Oorlog is, als bekend, ooit door Goebbels gemunt, en dus niet van bepaalde connotaties vrij. Daarmee valt zijn taalgebruik ook niet los te zien van zijn paranoïde denkwereld, want wie een totale oorlog meent te ontwaren, zal ook bijpassende woorden hanteren.
Daarbij valt ook meteen een belangrijk verschil op - en ook dát verdwijnt systematisch onder tafel - met de na de moord gedemoniseerde critici van Fortuyn: die hebben nooit Fortuyn van totale oorlogvoering beticht of gepleit voor deportatie van miljoenen Fortuynisten, de termen waarmee Wilders zijn tegenstanders te lijf gaat en de noodzakelijke methodes ter bereiking van zijn 'idealen' verwoordt. Dat dan iemand, die ook in die 'idealen' gelooft, de daad bij het woord voegt, is zo vreemd niet, en dan kan men zelf niet even snel voor Pilatus gaan spelen. Want een totale oorlog van de een vraagt logischerwijs om een totale oorlog als antwoord van de ander. Zoals Breivik zijn slachtpartij zelf, binnen deze gedachtegang consequent, legitimeerde: zij was gruwelijk, maar noodzakelijk.
Ter discussie staat hier namelijk niet, en dat is de spraakverwarring die dankzij een hele club van halve en hele meebuigers met het Wildersdenken in de media is ontstaan, het recht om harde islamkritiek uit te oefenen, of om het problematische van de multiculturele samenleving aan te kaarten. Iets wat overigens langzamerhand een dermate open deur is geworden dat het op een plichtmatige geloofsbelijdenis begint te lijken die het ontstaan van een nieuwe vorm van politieke correctheid illustreert.
De PVV gaat, net als extreem-rechtse partijen elders in Europa, wezenlijk verder. Zij heeft van het doelbewust verkondigen van leugens en laster haar handelsmerk gemaakt, en dat op een schaal zoals we dat sinds 1945 in een Westeuropese democratie niet meer bij een grote partij met regeermacht hebben gezien. Die leugen, als ook duidelijk verwoord in Bosma's schotschrift De schijn-elite van de valse munters, is tweeledig: dat 'de' moslims uit zouden zijn op de verovering van het Westen en daartoe massaal naar Europa zijn geëmigreerd, en dat zij bij de aanstaande invoering van het wereldkalifaat met name door de sociaal-democraten actief worden ondersteund.
Shariasocialisten
Wilders' lievelingsscheldwoorden zijn niet toevallig 'shariasocialisten' en 'Partij van de Arabieren', en geheel in deze geest pleegde Breivik dan ook een aanslag op jongeren van de Noorse liberale of christen-democratische partij om 'het kwaad' in het hart te raken. Ieder met een beetje historisch benul ziet direct een parallel met de cliché's over een joodse wereldsamenzwering en de sociaal-democraten als wegbereidende landverraders uit de Duitse jaren dertig. Het taqqya-complotdenken van Bosma, dat impliceert dat elke 'echte' moslim altijd een geheime agenda heeft, ook al heeft die dat zelf niet door, sluit daar naadloos op aan. Het vertoont grote parallellen met de antisemitische logica uit het Interbellum: joden zijn altijd duidelijk herkenbaar door bepaalde eigenschappen, en als sommige dat niet zijn, demonstreert die verhulling alleen maar hun perfiditeit.
Er loopt daarmee een rechtstreekse gedachtelijn van Wilders' woordkeus naar Breiviks moordkeus. Om het even in vertrouwde eigen PVV-termen te gieten: het is de zieke ideologie van Bosma zoals neergelegd in diens eigen Mein Kampf, die een belangrijke inspiratiebron heeft gevormd. Velen in Den Haag durven dit, vanwege de onvermijdelijk politiek ongemakkelijke consequenties die dit dan voor de alledaagse omgang met de PVV zou hebben, niet onder ogen te zien, laat staan te zeggen, maar over vijftig jaar zal geen zinnig mens dat verband meer ontkennen.
Bij dat niet durven benoemen spelen uiteraard ook die anderhalfmiljoen kiezers een rol die anders 'gedemoniseerd' zouden worden, omdat voor de vele in Den Haag en Hilversum toonaangevende technocraten die een eigen moreel kompas ontberen politiek succes, en in een democratie zeker electoraal succes, als zodanig al legitimerend werkt: anderhalfmiljoen mensen kunnen zich niet compleet vergissen. Wel, zonder volledig een is-gelijk-teken te willen plaatsen: tachtig jaar geleden zaten er bij onze oosterburen in een nog veel ernstiger geval nog heel wat meer miljoenen kiezers naast, dus dat 'argument' overtuigt zelfstandig denkende mensen niet, evenmin als Galilei indertijd ongelijk had omdat de toenmalige voorlopers van de huidige critici van het KNMI vreesden dat Henk en Ingrid mogelijk geestelijk nog niet toe waren aan zijn bevindingen.
Totale oorlog
Als Wilders het allemaal niet zo heeft bedoeld als hij het heeft gezegd, dan zal hij nu moeten verduidelijken wat hij dan wèl concreet met woorden als totale oorlog, grote schoonmaak en miljoenendeportaties bedoelt - Bas Heijne heeft daar al terecht direct in een scherpe reactie in de NRC van 26 juli op gewezen. Ook al geldt dat niet voor de gehanteerde methode: qua verknipt wereldbeeld sluit Breivik vrijwel naadloos bij Wilders aan.
Dat zou nu ook eindelijk eens tot enige introspectie moeten leiden bij die hele falanx van fellowtravellers van het populistische anti-islamisme binnen het nationale columnistendom, die tien jaar terug niet in haatzaaien maar in theedrinken het grote politieke vraagstuk van deze tijd meende te hebben ontdekt en sindsdien met grote inventiviteit elk maatschappelijk probleem op het conto van de islam en de multiculturele samenleving wist te schrijven. Want reken maar dat als Breivik een moslim was geweest, men in deze kring weer luidkeels naar de Koran als oeroorzaak had gewezen, en zich niet in psychologische beschouwingen aangaande een danig verwarde hersenpan had uitgeput.
Bij sommigen vallen inderdaad enige tekenen van herbezinning te ontwaren, zoals bij ons nationale dwaallicht Bart Jan Spruyt, die in zijn zoektocht naar het ware neoconservatisme dus ook onvermijdelijk een tijd lang met Wilders heeft gepacteerd, en bij Frits Bolkestein, die Wilders als zijn eigen tovenaarsleerling mag beschouwen. Bolkestein, die jarenlang geïrriteerd reageerde als iemand het waagde op de toonhoogte te wijzen, moet nu erkennen dat retoriek er inderdaad toch wel toe doet - een curieus late ontdekking voor iemand die nog als een van de weinigen bij het islamdebat betrokkenen Goebbels live op de radio moet hebben gehoord.
Anti-islam-helden-van-het-woord
Anderen zijn duidelijk nog niet zover. Het is bijna komisch, hoe nu vele anti-islam-helden-van-het-woord zich in allerlei bochten kronkelen om die relatie tussen woord en daad niet onder ogen te hoeven zien. Het meest creatief betoonde zich wel Afshan Ellian, die zich dankzij zijn eigen vluchtelingenstatus altijd in een zekere onaantastbaarheid kon verheugen, en Breiviks daden nu op de website van Elsevier uit 'zelf-islamisering' verklaarde - in zijn onovertroffen dialectische meesterredeneringen verraadt zich nog steeds de gewezen marxist. Als hij gewoon bedoelt dat extremisten vaak elkaars spiegelbeeld vormen - fanatieke islamofoben dat van fanatieke islamofielen, die er beiden een even monolitisch beeld van de islam op na houden - heeft hij gelijk, maar daar is dan niet zo'n gekunstelde denk-omweg voor nodig.
Ook Nausicaa Marbe, die een groot talent heeft ontwikkeld om op de cruciale momenten de foute dingen te zeggen, verzekerde tot tweemaal toe in haar columns dat we het over de toon niet mogen hebben - zij presteerde het op 29 juli zelfs om over Wilderscritici te spreken als 'de aasgieren van Oslo' - en dat de concrete woordkeus niet van relevantie is. Voor een romanschrijfster een opmerkelijk standpunt, dat in het eigen concrete geval mogelijk van grote zelfkennis getuigt, maar als je vindt dat woorden er niet toedoen, houd dan je mond.
Maar het woord is nu natuurlijk allereerst aan de politiek zelf, omdat Den Haag nu niet langer aan een ideologisch debat ontkomt. En dat geldt vooral voor de beide traditionele rechtse partijen, die met het oog op het regeergemak nu al een jaar lang voor de morele implicaties van hun samenwerking met het onfatsoen zijn weggevlucht en ook na Noorwegen nog blijven doen alsof er niets aan de hand is, de premier vooraan.
Leugenachtige retoriek
Die heeft het immers in een Volkskrant-interview begin dit jaar bestaan de PVV als een hele normale partij te betitelen, en Wilders als een coalitiepartner waar niets principieels aan mankeerde, daarin voorafgegaan en nagevolgd door menig kabinetsgenoot. Het is deze uit opportunisme geboren neiging tot bagatelliseren en wegkijken die - bij alle verdere verschillen tussen de völkische populisten van toen en van nu - aan de houding van de rechtse partijen in het Interbellum bij de opkomst van het fascisme en nationaal-socialisme herinnert en na de evident door Wilders' leugenachtige retoriek en ideeën geïnspireerde aanslagen in Noorwegen niet meer met goed fatsoen vol te houden valt.
Wie nu op de oude voet met Wilders door blijft gaan alsof er niets aan de hand is, alsof we slechts met wat gewone verschillen van politiek inzicht te maken hebben, miskent die essentie, en doet er omwille van de eigen geloofwaardigheid beter aan de 4 en 5 mei-herdenking per direct af te schaffen, omdat dan immers niet de Duitse ambassadeur, maar eerder de Nederlandse regeercoalitie de toegang tot de Dam geweigerd zou moeten worden.
Vraag
Hier stelt zich namelijk opnieuw de vraag die ik, toen de twee VVD- en CDA-leden van de Arondeuslezingcommissie dit voorjaar achter de rug van hun collega's om eigenmachtig mijn optreden afbliezen omdat ik het als historicus in een voordracht ter ere van een Oorlogsverzetsheld waagde over heden en verleden te spreken, aan hen per e-mail heb gericht. Een vraag waarop ik uiteraard nooit antwoord heb gekregen, omdat in de Nederlandse politiek op essentiële momenten de morele plicht tot een inhoudelijke stellingname altijd via een formalistische argumentatie wordt ontdoken.
Die vraag was deze: wat herdenken wij eigenlijk op 5 mei? Het herstel van de rechtsstaat, zou ik zeggen. Die rechtsstaat stond jarenlang niet ter discussie. Nu zit er wel een partij in het hart van de regeringsmacht, die de grondslagen daarvan openlijk ter discussie stelt - te weten de gelijkheid voor de wet van alle burgers ongeacht hun geloof en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. In herdenkingskader praten over de consequenties van normen en waarden in zonnige tijden is geen kunst, omdat zij dan voor het dagelijks leven geen consequenties hebben. Juist al zij wèl ongemakkelijke consequenties hebben, juist als het ook de aanwezigen en niet alleen de afwezigen betreft, blijkt wat die waarden waard zijn. Anders zijn ze onverplichtend, en dus in moreel opzicht gratuit.
Helder antwoord
Dat staat nog steeds, en een antwoord op de vraag waarmee ik de voorgaande alinea begon, is inmiddels, met Breiviks idool trekkend aan de touwtjes, dringender dan ooit. Met name een helder antwoord van het huidige kabinet, dat uit plat opportunisme Wilders, zijn partij en zijn gedachtegoed tot 'volstrekt normaal' heeft verklaard en daarmee dit land stelselmatig internationaal te schande maakt.